Handicap Creation Model

advertisement
Bedoeling:
Grote groep van blinde en slechtziende personen
bevragen over hoe ze ervaren hoe met hen omgegaan
wordt.
Hoe:
Bevraging binnen kader van validisme.
Inhoud vandaag:
Maatschappelijk denkkader
Handicapmodellen
Diversiteit
Validisme
Opdracht:
Per niveau van validisme geschikte vragen opstellen
naar de 10 levensdomeinen.
Personalialijst opstellen.
Welke groepen bevragen.




Handicapmodellen zijn theoretische modellen die de realiteit,
of de visie op de realiteit, op een eenvoudige, begrijpbare
manier voorstellen.
Een model geeft een wijze van denken aan die toelaat om op
een samenhangende manier over een fenomeen na te denken
en het denken van anderen in te schatten.
Het is dus een instrument dat analyse en actie kan
aangeven vanuit een zekere eenheid in aanpak.
In werkelijkheid zijn deze modellen vereenvoudigde
voorstellingen, gezien het zuivere model moeilijk kan
worden aangetroffen (Devlieger, n.d., p.1-2).




In onze samenleving zijn er verschillende modellen die
naast elkaar kunnen bestaan, sommige modellen kunnen
meer of minder dominantie aannemen naargelang het
milieu of het tijdstip waarin ze worden voorgesteld .
Het zijn vier modellen betreffende de beeldvorming over
en de participatie van mensen met een handicap.
We spreken achtereenvolgens van een religieusmoreel
model, een medisch model, een sociaal model en een
cultureel model.
Een nieuw model komt tot groei als reactie op een
bestaand model. Verruimend is ook te zien hoe de
verschillende modellen elkaar aanvullen.
Religieusmoreel model
“Dit model kijkt in termen van zonde. Het richt zich op het
existentiële en zoekt naar bestaansredenen van handicaps
en beperkingen. Een handicap wordt hier gezien als
een straf voor zonde. Kwaad en lijden zijn de
schaduwzijde van onze vrije wil en ze ontstaan als mensen
foute keuzes maken. Een handicap of beperking is de
schuld van de persoon zelf, of hij moet boeten voor de
fouten van de maatschappij.”
Het moreelreligieus model richt zich op het existentiële.
Medisch model
Een handicap is een medische fout van de natuur, deel van
het lichaam van het individu, die de levenskwaliteit
vermindert en leidt tot een onaangenaam leven met
duidelijke nadelen.
Een maatschappelijke invloed op de creatie van de
handicap is dus heel beperkt, zo niet onbestaand.
De maatschappij speelt we een belangrijke rol in de
oplossing van dit probleem.
In een barmhartige samenleving worden immers
voldoende middelen voorzien om de handicap medisch te
genezen of het functioneren te verbeteren.
Het medisch beroep heeft een belangrijke
verantwoordelijkheid en de mogelijkheid om mensen met
een handicap te helpen.
Het individu is in deze visie slachtoffer van een afwijking
in lichaam of verstand.
Deze afwijking moet meetbaar zijn en is te overwinnen.
De 'hoe?'-vraag staat hierbij centraal: hoe kunnen we de
handicap minimaliseren en de gehandicapte
veranderen?
Het medisch model wordt vaak genoemd als
rechtvaardiging voor ingrijpende of traumatische medische
procedures, hulpstukken (prothese, ...) en hulpmiddelen
(rolstoel, bril, ...), behandelingsmethoden en allerlei
medische tests.
Medische organisaties die zo werken, stellen personen met
een handicap op die manier als afhankelijk en
noodlijdend voor, in plaats van de handicap te zien in een
politieke, sociale en maatschappelijke context. Technische
vragen vinden een antwoord bij het medisch model.
Sociaal model
Het sociaal model stelt dat het denken over een handicap
verschilt per samenleving en cultuur. Het sociaal model
maakt een onderscheid tussen de functiebeperking, als
gevolg van een stoornis, en de handicap, die verwijst naar
de beperking in het leven van een persoon met een
handicap, die veroorzaakt wordt door de samenleving.
De handicap is niet de schuld van het individu. De
verantwoordelijkheid om te leren omgaan met de handicap
en deze te 'verwerken' ligt niet (uitsluitend) bij het
individu. Het lichamelijk aspect mag echter niet uit het oog
verloren worden.
Het sociaal model gaat uit van de mensenrechten, de
sociale achterstelling van het individu en stelt inclusie &
gelijkwaardigheid centraal.
Het sociaal model richt zich op de relatie met de omgeving,
op aspecten als rechten en toegankelijkheid en mikt op het
politieke vlak.
Twee stromingen in het sociaal model.
Sociaal model: Conflictbenadering
Als reactie tegen de medische benadering, ontstond in 1981,
vanuit de organisaties van personen met een handicap, de
internationale beweging 'Disability People International'.
Een van hun instellingen was 'Handicap is volledig en
uitsluitend sociaal'.
In hun visie wilde de sociale orde van de beginnende
industrialisering zichzelf beschermen en bevestigen door
mensen die niet meteen fysiek paraat waren werkonwillig en
abnormaal te beschouwen. Zo raakten ze sociaal achterop en
kwam er een sociale breuk tussen mensen die gezond werden
beschouwd omdat ze arbeidsgeschikt waren, en deze die niet
aan de norm beantwoordden.
Het sociaalconflict model stelt dat de maatschappij en niet
het individu de oplossingen moet aanreiken om deze
nadelige positie te kunnen wegwerken.
Wanneer de sociale en fysieke omgeving immers afgestemd
is op personen met een handicap, en arbeidsgeschiktheid
losgekoppeld is van de gezondheidsstoornis, dan wordt
duidelijk dat handicap geen medisch probleem meer is.
De verantwoordelijkheid van de sociale integratie ligt dus bij
de werkgever en collega's, niet bij het individu en zijn
artsen.
Sociaal model: Handicap Creation Model
In deze benadering is een handicap een belemmering van
de levensgewoonten van een persoon als gevolg van een
samenspel van de beperkingen zelf,
persoonskenmerken (ras en stand) en anderzijds de
omgevingskenmerken (onaangepaste samenleving). Een
handicap is noch uitsluitend individueel noch uitsluitend
maatschappelijk te verklaren.
Het handicap creation model houdt rekening met de
invloed van de medische beperkingen, maar het
ontstaan van een handicap mag men niet alleen naar
de persoon toeschrijft.
De ontoegankelijkheid van de samenleving is volgens
aanhangers van het handicap creation model immers heel
ruim.
Een gebouw dat ontoegankelijk zou zijn voor ‘normale
mensen’ zou hen immers deels gehandicapt maken, hoewel
ze uiteraard daardoor nog geen medische beperking (en het
bijhorende leed) zouden hebben. Hoewel er
omgevingsfactoren zijn die ook niet of moeilijk te
beïnvloeden zijn (zoals het weer, het klimaat …), is er veel
dat de mens wel kan inrichten, zoals de architectuur, het
beheer van de omgeving en technologie.
Binnen de groep maatschappelijke belemmeringen zijn er
barrières die al bestaan maar pas een drempel worden
wanneer ze met de noden van personen met een handicap
geconfronteerd worden.
Anderzijds zijn er ook maatregelen die aanvankelijk bedoeld
waren om de levenskwaliteit van personen met een handicap
te verbeteren, maar in de veranderende realiteit een
obstakel zijn geworden tot maatschappelijke integratie. Zo
zijn de meeste hulpmiddelen een obstakel omdat ze de
persoon met een handicap labelen, etiketteren als
‘gehandicapt’.
Handicapisme is in het handicap creation model een van
de belangrijkste omgevingskenmerken.
Deze negatieve houding tegenover mensen met een
handicap is te verklaren door dubbele veralgemening en
ethische & existentiële angsten.
Een persoon met een handicap moet ook wel een andere
(en mogelijk) verstandelijke handicap hebben, roept angst
op omdat deze persoon duidelijk niet aan de gangbare
normen beantwoordt en herinnert de mensen aan de
broosheid van hun eigen bestaan en gezondheid.
Het elimineren van discriminatie door handicapisme
is dus een sociale kwestie, en vergt meer dan
medische behandeling.
Culturele model
In het culturele model is de persoon met een handicap
niet langer uitsluitend lid van een minderheidsgroep,
maar heeft hij een eigen identiteit met een eigen visie.
Een cultureel model tracht een volledig beeld te geven van de
realiteit van handicap.
Het cultureel model put uit de invalshoeken van de andere drie
modellen die naast elkaar staan en deels complementair zijn.
Binnen het cultureel model heeft iemand een
handicap doordat de culturele waarden en sociaaleconomische context hem gehandicapt beschouwt.
Hij is bijvoorbeeld arbeidsongeschikt omdat hij niet
voldoende rendeert volgens de normen van deze tijd,
niet omdat hij niet geschikt is om te werken.
Met de juiste ingesteldheid van zijn omgeving en op de
juiste plaats krijgt hij toegang tot goede perspectieven.
De mogelijkheden van de persoon met de handicap
staan hier centraal.
Het sociaal model stelde de neutraliteit van de handicap
voorop. Het cultureel model benadrukt de
'maakbaarheid' en de mogelijkheden van de handicap.
De ontwikkeling van een handicap-identiteit, sociale acties
uitgaand van handicap-ervaringen en het uitwisselen van
informatie tussen mensen met en zonder handicap staan hier
centraal.
Het opnemen van de handicap als een positief element
binnen het wereldbeeld, op een andere manier afhankelijk
van welke regio op aarde het betreft, is een belangrijke
uitdaging.
Een handicap maakt deel uit van de culturele
diversiteit, en ligt boven de classificaties.
Binnen het cultureel model profileren mensen met een
handicap zich in een handicap-identiteit,
een handicap-cultuur
en een handicap-wereldbeeld.
-Onder identiteit of een ‘geïnstitutionaliseerd zelfbeeld’
wordt het antwoord op de vraag: wie ben ik? verstaan.
Een positief gevoel van dat ‘zelf’ betekent dat men controle
heeft over de zelfperceptie en beeldvorming van anderen over
het zelf.
In een proces van coming out verwerpt een persoon met een
handicap schuld en schaamte, komt thuis in een
gemeenschap en accepteert het volledige zelf mét de
beperking.
Een identiteit ontstaat in interactie met anderen.
De bevestiging door deze anderen is erg belangrijk en een
voorwaarde voor positieve zelfwaardering. Het gevoel van
verbondenheid met anderen is bepalend voor de waarde en de
emotionele betekenis die aan de sociale identiteit gehecht
wordt.
De identiteit tengevolge van lidmaatschap van een groep heeft
een invloed op het volledige gevoel van het zelf.
Een eigen identiteit komt tot stand door een proces van
zelfactualisatie, waarmee mensen verinnerlijkte vormen
van discriminatie kunnen overwinnen.
-Een handicapcultuur waardeert de uniciteit van het
individu en is gekenmerkt door een gedeeld verleden,
gemeenschappelijke ervaringen, stilzwijgende regels, taal,
discours en het begrijpen van de barrières in het leven.
Men kan zich profileren als een cultuur in de vorm van
Personen met een Handicap en trots zijn op de eigenheid van
de gemeenschap en datgene wat hen bindt.
In het geval van het ontstaan van een handicap-cultuur zal
een lid het hebben van een bepaalde eigenschap dus eerder
aanzien als een heel belangrijk element van zijn persoon, wat
hem o.a. deel laat uitmaken van een cultuur dan een
beperking die moet worden weggewerkt of zoveel mogelijk
worden gecompenseerd.
-Handicap wereldbeeld is een bepaalde manier van
begrijpen hoe de wereld in elkaar zit, van aankijken
tegen het leven vanuit een unieke positie.
Deze unieke invalshoek komt voort uit de specifieke ervaring
en sociale relaties ten gevolge van het hebben van een
beperking.
Culturele diversiteit
Grip stelt dat het hebben van een unieke ervaring (vb. het
leven met een handicap) gezien kan worden als een
meerwaarde in plaats van een ‘beperking’.
Er is nu ruimte voor variëteit en verschillende wijzen van in
de wereld te zijn. Het hebben van een handicap is zo een
bepaalde wijze. De eigenheid, het ‘anders-zijn’, die dat met
zich meebrengt is een waardevolle bijdrage aan het geheel
Vraag die zich stelt is of deze culturele diversiteit
momenteel reeds verwezenlijkt is bij mensen met een
handicap?
Uit recentelijk onderzoek (maart 2008) van het VerweyJonker instituut in opdracht van de ANGO blijkt dat in
Nederland de sociaal-maatschappelijke positie van
mensen met een motorische, visuele of auditieve
beperking gekenmerkt wordt door een
aanmerkelijk geringere betrokkenheid bij en
deelname aan de maatschappij.
Gesteld wordt dat dit niet zozeer komt door de aard en
mate van de handicap maar vooral door de sociale en
institutionele ordening van de maatschappij.
ANGO staat voor Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie
In de ordening van de moderne samenleving en de daaraan
verbonden betekenissen… liggen mechanismen besloten die
leiden tot discriminatie, uitsluiting en marginalisering van
bepaalde groeperingen in de samenleving, waaronder
mensen met een lichamelijk handicap.
Deze groepen hebben geen of slechts beperkte toegang tot
de betekenisverlenende instituties, zoals politiek,
wetenschap en media, en hebben bijgevolg weinig invloed
op de betekenisverlening aan klasse, gender, seksualiteit,
ras/etniciteit of gezondheid/handicap.
Uit onderzoek van Verbelen, Samoy en Van Geel blijkt dat
sociale inclusie in België nog niet verwezenlijkt is.
Personen met een functiebeperking hebben een kleiner
sociaal netwerk dat voornamelijk bestaat uit
familiebanden. Ook hun vrijetijdsbesteding is beperkter.
De actieve deelname aan de arbeidsmarkt is procentueel
gezien veel lager dan bij mensen zonder functiebeperking
(Verbelen, Samoy & Van Geel, in Vanderbeke, 2008).
Er is sprake van validisme.
Validisme
Validisme staat voor discriminatie op grond van
validiteit…
Onder discriminatie wordt verstaan het benadelen van
mensen of groepen (meestal minderheden) op grond
van bepaalde kenmerken, zoals afkomst, ras, geloof,
politieke of religieuze overtuigingen, seksuele
geaardheid of handicap.
Discriminatie staat het grondbeginsel van gelijkheid
van alle mensen in de weg. Discriminatie
veronderstelt echter niet alleen een afzonderlijke
behandeling, maar ook het ontbreken van
rechtvaardiging voor deze aparte behandeling.
De Witte, Benjaminsen en Van Den Heuvel (2002, in den
Brok & Lammerts, 2008, p.17-19) benoemen in hun
studie naar de participatie van kinderen en
jongvolwassenen met een functiebeperking tien
hoofdgroepen van knelpunten:
1. de houding van de samenleving
2. wet- en regelgeving
3. ondoorzichtigheid van regels en voorzieningen
4. vervoer en toegankelijkheid
5. financiële en sociale positie
6. de aanpak in de zorg- en behandelsector
7. aanpak in het onderwijs
8. mogelijkheden op de arbeidsmarkt
9. kenmerken en houding van het individu met
beperkingen
10. sociale relaties en interacties
De groepen van knelpunten verwijzen naar de vier
wederkerig samenhangende niveaus van validisme:
cultureel validisme, institutioneel validisme,
interactioneel validisme en verinnerlijkt validisme.
De vier niveaus van validisme staan niet op zichzelf, maar
liggen besloten in de sociale structuren van de samenleving
en de wijze waarop die structuren doorwerken in het
handelen van mensen.
Men kan afstand nemen van validisme door emancipatie.
Cultureel validisme
houdt verband met de wijze waarop de samenleving aankijkt
tegen mensen met een handicap. Zo worden zij vaak als
hulpbehoevende objecten beschouwd zonder eigen wil of
mening en veelal niet in staat tot een zelfstandig leven.
ZOC wil hier via vorming de maatschappij gaan
sensibiliseren. Vanuit dialoog met ervaringsdeskundigen
vallen vooroordelen weg en zien mensen vooral de
mogelijkheden van mensen met een visuele beperking.
Institutioneel validisme
betreft de bereikbaarheid en toegankelijkheid van
maatschappelijke instituties als arbeid, onderwijs,
huwelijk en gezin, politiek en wetenschap voor mensen
met een handicap.
Volgens de studie van het Verwey-Jonker instituut
(2008) worden nog te vaak beslissingen geheel buiten
de persoon in kwestie om genomen. Tegelijk is de
infrastructuur van de openbare ruimte, gebouwen en
vervoer vaak niet optimaal toegankelijk voor mensen
met een handicap, terwijl dat technisch en
organisatorisch wel mogelijk is.
Via projecten als Blindelings waar blinde en
slechtziende kelners opgeleid worden, maar ook via
projecten van Anysurfer en het meewerken aan
toegankelijkheid binnen het kader van Universal
Design willen we vanuit ZOC dit aankaarten en
meewerken aan verandering.
Interactioneel validisme
heeft betrekking op de dagelijkse relaties en
communicatie tussen mensen met en zonder handicap.
De beeldvorming over mensen met een handicap
beïnvloedt de feitelijke interactie met lichamelijk
gehandicapten, zowel binnen institutionele settings, als in
de alledaagse sociale relaties met familie, vrienden, buren
en met passanten in de openbare ruimte.
Kenmerkend voor validistische interactie zijn: niet serieus
nemen, beslissingen uit handen nemen, uitsluiten van
deelname aan sociale en maatschappelijke activiteiten,
ontkennen van de handicap en doen alsof sociaal en
maatschappelijk succesvolle mensen met een handicap
uitzonderingen zijn.
ZOC tracht hierin een voortrekkersrol op te nemen.
Juist door de intense samenwerking met mensen met
een visuele beperking in al de facetten van onze
opdrachten tonen we aan de maatschappij dat
mogelijkheden en competenties centraal staan. Ook de
bewuste keuze om binnen het team (en binnen de
ruimere werking van BLL) samen te werken met
professionele krachten met een visuele beperking
vertrekt vanuit dit perspectief.
Verinnerlijkt validisme
treffen we aan bij mensen met een handicap die hun
ervaringen met de drie hiervoor genoemde vormen van
validisme verinnerlijkt hebben, zich hieraan conformeren en
daarnaar gaan handelen.
Dus, zichzelf waarnemen als hulpbehoevende en tot weinig
in staat zijnde objecten.
Het verinnerlijkt validisme is het resultaat van
samenvoeging van de andere drie vormen van validisme op
het niveau van het individu en kan daarom gezien worden
als de grootste belemmering voor de (persoonlijke)
emancipatie van mensen met een lichamelijke handicap.
Via vorming aan mensen met een visuele beperking in de
vorm van groeigroepen en een initiatiecursus werken we
vanuit ZOC aan empowerment en helpen we mensen mee
op stap in hun groeiproces.
Referenties:
den Brok, Y. & Lammerts, R. (2008). Gehandicapt en geëmancipeerd.
Emancipatie van mensen met een lichamelijke handicap. Stand van zaken.
Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
Desnerck, G. (2007). Menen met een handicap. Modellen tussen theorie en
praktijk. Gent: Academia Press.
Devlieger, P. (n.d.). Naar een culturele aanpak van handicap.
Geraadpleegd op 2 mei 2008, op
(http://www.autismevlaanderen.be/docs/SP_cultureleaanpak.pdf)
GRIP (n.d.b). Basistekst. Gelijke rechten voor iedere persoon met ene
handicap (GRIP vzw).
Geraadpleegd op 28 mei 2008, op
(http://www.gripvzw.be)
GRIP (2004). Over handicap, beperking en burgers: het sociaal en cultureel
model.
Geraadpleegd op 4 mei 2008, op
(http://www.gripvzw.be/sociaalcultureelmodel/)
Download