MP 1

advertisement
Begrippenlijst Maw MP 1
Katrijn Siderius
Trends in de NL economie
Arbeidsdeling
Het onderverdelen van arbeidshandelingen in deelhandelingen.
Interne arbeidsverdeling, de externe arbeidsverdeling, de regionale
arbeidsverdeling en de geografische arbeidsverdeling.
Vrije markt
Markt die totaal vrij is, waar vraag en aanbod de prijs bepalen en niemand
economie
gedwongen wordt tot handelingen.
Schaalvergroting Het streven naar grotere opbrengsten en lagere productiekosten door het
gebruik van grond, ruimte, arbeid en kapitaal te veranderen zodat er een
grotere “schaal” onstaat.
Mechanisering
Onder `mechanisering` wordt verstaan het vervangen van handmatige
handelingen door het gebruik van machines, zoals gebeurde bij de
industriële revolutie.
Automatisering
houdt in dat niet alleen lichamelijke arbeid wordt vervangen door
machines, maar ook niet-lichamelijke arbeid. De controle, of een deel
daarvan, wordt in handen gegeven van computers.
Informatisering
Het inzetten van middelen uit de informatie- en communicatietechniek
(ICT) voor utvoering van processen. Samentrekking van
informatievoorziening en automatisering.
Trek naar de lage Veel bedrijven trekken naar het buitenland (China, India, Indonesie)
lonen landen
omdat daar de lonen lager zijn en de kosten voor grond en infrastructuur
ook.
Frictiewerkeloos Tijdelijke werkeloosheid. Er zal altijd enige werkeloosheid zijn omdat
heid
mensen voor het zoeken van een baan tijd nodig hebben.
Seizoenswerkelo Werkloosheid die optreedt als er tijdelijk geen werk meer is, met als
osheid
oorzaak de seizoenen (ijsjesverkopers, kermissen).
Conjuncturele
Werkloosheid die te maken heeft met de groei van de economie, want hoe
werkloosheid
beter het met de economie gaat, hoe beter het met bedrijven gaat en hoe
meer werknemers zij kunnen aannemen. Als het dus slecht gaat met de
economie ontstaat er veel conjuncturele werkloosheid.
Structurele
Werkloosheid die ontstaat als het werk helemaal weg is, bijvoorbeeld als
werkloosheid
mensen het werk van machines overnemen.
Ongelijkheid op Sommige groepen worden ongelijk behandeld, zoals vrouwen,
de arbeidsmarkt
allochtonen, flexibele medewerkers en laag en ongeschoolden.
Werkgeversvere Behartigen de belangen van de werkgevers en gaan in discussie met
nigingen
overheid en vakbonden over vooral de CAO en de collectieve
arbeidsomstandigheden.
Vakbonden
Ontstonden voor het eerst eind 19e eeuw, toen er veel ontevredenheid
heerste. Hun doelen zijn arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden
verbeteren.
Poldermodel
Het poldermodel is de naam die gegeven wordt aan het Nederlandse
consensusmodel waarin werkgevers, vakbonden en overheid met elkaar
aan tafel gaan zitten om afspraken over arbeid te maken. Het is gericht op
compromissen.
Invloed opkomst De Nederlandse economie merkt deze verschuiving van arbeid naar
derde wereld
andere landen. Aan de ene kant door meer winst van bedrijven en meer
landen.
mogelijkheden en innovatie. Aan de andere kant door meer werkloosheid.
Wat als ik even niet werken kan
Standpunten
t.o.v.
verzorgingsstaat:
Liberalen
-
Overheid speelt een zo klein mogelijke rol.
Eigen verantwoordelijkheid van burgers.
Bijstand voor jongeren afschaffen.
Sociaal beleid is gericht op zoeken van werk.
Vrijwilligerswerk en Mantelzorg voor burgers met bijstand.
Pensioenleeftijd moet omhoog.
Sociaaldemocrat
Overheid speelt een rol.
en
“De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten”.
Vertrouwen op bijstand.
Ondersteuning bij re-integratie.
Verschil tussen loon en uitkering groter.
Meer rechten voor bijstanders.
Socialen
Overheid speelt een grote rol.
Ouderen een alleenstaanden met jonge kinderen hebben geen
sollicitatieplicht.
- Door werkbonus wordt burger gestimuleerd tot werken.
- Pensioenleeftijd blijft 65 jaar, voor zwaar werk 40 jaar.
- Hogere bijstanduitkering.
Christendemocra - Overheid speelt een zo klein mogelijke rol.
ten
- Gespreide verantwoordelijkheid.
- Sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
- Gezinnen in de bijstand krijgen meer rechten.
- Meer schuldhulpverlening.
Verzorgingsstaat Ontstaan na de tweede wereld oorlog, onder kabinet “vadertje Drees”.
Sociale voorzieningen werden voor het eerst gezien als taak van de
overheid en er kwamen veel nieuwe wetten (kinderbijslag, bijstand). Werd
gestimuleerd door de sterke economische groei in jaren ’50.
Verzorgingsstaat Door de werkloosheid in de jaren ’70 zakte de verzorgingsstaat in en werd
tot nu
er flink bezuinigd. Onder het kabinet kok (‘ 90) werd de verzorgingsstaat
weer flink uitgebreid om rond deze tijd weer wat minder te worden door
de aankomende vergrijzing en economische crisis.
Sociale
O.a.
voorzieningen
- Kinderbijslag (AKW) voor ouders met minderjarige kinderen
- Uitkering (WAO of WW) voor werklozen
- Doorbetaald bij ziekte (ZW)
- AOW bij pensioen.
Rechtsstaat en Rechtssysteem
Rechtsstaat
Staat met Trias Politica (machten worden verdeeld in drieën, de
wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtgevende macht),
klassieke en sociale grondwetten en de klassieke grondwet waarin staat
dat iedereen gelijk is. Mensen mogen alleen gestraft worden voor iets wat
in het wetboek van strafrecht stond toen ze het pleegden.
Rechten van een - Het recht om te kunnen verdedigen
verdachten
- Het recht op een correct opvolgingsproces en rechtszaak. Waneer dat
niet gebeurd het recht op vrijspraak
- Het recht om niet actief mee te hoeven doen, om te mogen zwijgen in
het proces.
Ne bis idem
Een verdacht mag niet twee keer voor hetzelfde misdrijf worden vervolgd.
regel
Officier van
Vertegenwoordigd het OM in een proces, leidt het onderzoek en mag
Justitie
Bevoegdheden
van de politie
Kantonrechter
Politierechter
Gerechtshof
Hoge raad
Directe
Klassenjustitie
Indirecte
klassenjustitie
Aanpak van
criminaliteit
Doelen en
functies van
straffen:
Generale
preventie
Speciale
preventie
Handhaven van
de rechtsorde
Vergelding
Recocialisatie
Beveiliging van
maatschappij en
burgers
Genoegdoening
Soorten straffen
Wetboek van
strafrecht
Repressief beleid
sancties (seponeren, boete geven en vervolgen) opleggen, heeft rol in de
rechtszaak.
- Een verdachte staande houden en vragen naar persoonsgegevens. Dit
mag zelfs ook als de persoon in kwestie niet verdacht is.
- Een verdachte aanhouden en maximaal 6 uur vasthouden voor
verhoor. Met toestemming van de officier van justitie kan dit verlengd
worden naar 6 dagen.
- Huiszoeking met verplicht huiszoekingsbevel
- De politie mag overal en altijd mensen fouilleren
- Het in beslag nemen van spullen met toestemming van de officier van
Justitie.
Rechtszaken voor overtredingen
Rechtszaken voor lichte misdrijven
Voor hoger beroep
Voor cassatie, er wordt niet meer gekeken naar de inhoud maar alleen
naar het verloop.
Er wordt in een rechtszaak vaak verschil gemaakt tussen verschillende
klassen, zij het niet altijd expres, bijvoorbeeld bij hetzelfde strafbare feit
worden mensen uit verschillend milieu verschillend behandeld; dit heet
directe klassenjustitie.
Politie en justitie doen meer opsporingsonderzoek naar misdrijven die
vooral worden gepleegd door lagere klassen; dit heet indirecte
klassenjustitie.
Door te straffen wordt de bevolking afgeschrikt.
Door te straffen wordt de persoon in kwestie zelf afgeschrikt.
Om te voorkomen dat mensen zelf gaan straffen, wat een zooitje zou
worden.
De schuldige moet boeten voor wat hij heeft gedaan.
De schuldige moet na zijn straf weer goed in de maatschappij opgenomen
kunnen worden.
Als er geen straffen zouden zijn, zou iedereen kunnen doen wat hij wilde.
Door straffen wordt de maatschappij en de burgers beschermd tegen
misdaden.
Voor het slachtoffer of de nabestaanden van het slachtoffer is het fijn als
de misdadiger wordt gestraft.
Hechtenis, gevangenisstraf (in combinatie met TBS), boete, taakstraf.
In het wetboek van strafrecht staat precies beschreven welke delicten er
zijn en wat de straf daarvoor is. Het is ingedeeld in 3 boeken:
1. Algemene bepalingen
2. Misdrijven
3. Overtredingen
Achteraf met oplossingen komen, zoals gevangenisstraf
Preventief beleid
Tweesporen
beleid
Ideeen van p.p
over criminaliteit
VVD
Voorkomen met oplossingen, bijvoorbeeld meer docenten of meer politie
op straat.
Onze overheid heeft een tweesporenbeleid, dat wil zeggen dat ze niet
alleen een repressief beleid heeft maar ook een preventief beleid. Soms is
het moeilijk om te bepalen waar het meeste nadruk op moet worden
gelegd.
De huidige overheid legt bij de aanpak van veel voorkomende delicten de
nadruk op preventie, ze willen dit dus zo veel mogelijk voorkomen. Bij de
wat zwaardere, minder voorkomende delicten ligt de nadruk op zware
straffen, een repressief beleid dus.
Rechtsregels zijn belangrijk
Vooral toezien op naleving van wetten (opsporing en bestraffing)
Zoeken het midden tussen vrijheid en er heel erg bovenop zitten. Vrijheid
mag niet ten koste van anderen gaan.
PvdA
Duidelijke grenzen stellen + bestraffen
Daders weer begeleiden naar de samenleving
Normen moeten gesteund worden door betrokkenen anders zijn ze niet te
handhaven.
Maatschappelijke omstandigheden spelen een rol en moeten meegenomen
worden in de aanpak
CDA
Belang van gezin, school, maatschappelijk middenveld
Zij moeten wijzen op waarden en normen, vooral respect
GroenLinks
Meer blauw op straat in plaats van camera’s, met een persoonlijke aanpak.
Meer voorkomen van criminaliteit dan achteraf straffen.
Bij TBS moet de nadruk worden gelegd op terug kunnen gaan in de
samenleving, en niet op opvang.
Door meer aandacht naar het VMBO moet criminaliteit voorkomen
worden.
Er moet meer nadruk gelegd worden op de samenleving en minder op het
individu.
D66
“Bestrijding van terrorisme en criminaliteit is echter niet alleen een zaak
van politie, AIVD en defensie. De aanpak zal zich moeten verbreden naar
het verminderen van de politieke, economische, sociale en culturele
spanningen die aan terrorisme en criminaliteit ten grondslag liggen.
Gebrek aan kansen, uitsluiting en discriminatie kunnen leiden tot verzet
tegen de maatschappij en tot radicalisering.”
Oorzaken en gevolgen van criminaliteit
Aangeleerd
De schuldige weet niet anders dan wat hij doet, het is hem aangeleerd.
gedrag theorie
Anomietheorie
Mensen willen allemaal doelen in het leven bereiken. Als dat via de legale
weg niet lukt, dan maar illegaal.
Gelegenheidsthe Of mensen bepaalde misdrijven plegen hangt af van de inschatting van
orie
een bepaalde situatie (gelegenheid); het plegen van een bepaald misdrijf is
het gevolg van een afweging van kosten en baten, waarbij de baten hoger
worden ingeschat.
Bindingstheorie
De schuldige heeft geen sociale bindingen met de omgeving en het kan
hem / haar dus ook niets schelen dat hij / zij iets op het spel zet.
Etiketteringstheo De sociale omgeving drukt het etiket 'crimineel' op bepaalde (afwijkende)
rie
Sociobiologische
theorie
Rechtsregels
gedragingen; mensen hebben de neiging zich conform dit etiket te gaan
gedragen
Het zit in de genen, de schuldige kan er dus niets aan doen.
Kenmerken van rechtsregels:
- rechtsregels worden gesteld en gehandhaafd door de overheid;
- rechtsregels gelden in beginsel voor iedereen;
- rechtsregels gaan in het algemeen voor andere regels en normen.
WitteboordenCriminaliteit gepleegd door hoger opgeleiden die hun kennis goed kunnen
criminaliteit
gebruiken bij het plegen van fraude (typische witteboorden criminaliteit)
Oorzaken van
Normvervaging: het wordt steeds minder duidelijk wat wel en niet mag,
criminaliteit.
want er wordt steeds minder iets van gezegd.
Religie minder belangrijk dus bijbehorende normen ook.
Pak- en strafkans steeds lager
Conflicten tussen allochtonen en autochtonen
Meer digitalisering -> meer cybercrime
Internationalisering -> grotere criminele organisaties mogelijk
Sociale ongelijkheid
Gevolgen van
Materieel: Het kost allemaal geld en immaterieel: emotionele en
criminaliteit
geestelijke schade
Vergelijking Strafsysteem Nederland – Amerika
Three times
Als je in Amerika voor de derde keer voor een misdrijf wordt veroordeeld
you’re out
krijg je tientallen jaren cel. Dit kan ook gebeuren als je drie keer achter
elkaar een blikje cola steelt. Het Three Times you’re out systeem wordt
gebruikt in ongeveer 30 staten.
Plea bargaining
In Amerika wordt er door de advocaat en de officier van justitie
onderhandeld over de hoogte van de straf.
Klassenjustitie
In Amerika zijn advocaten duur en kunnen rijkere mensen dus een betere
advocaat betalen.
Rassenjustitie
Zwarte mensen krijgen in Amerika nog altijd zwaardere straffen dan witte
mensen voor hetzelfde misdrijf.
De jury
In tegenstelling tot in Nederland wordt het vonnis in een Amerikaanse
rechtszaak door een jury uitgesproken. De jury bestaat uit twaalf mensen
en is een afspiegeling van de bevolking.
Politieke structuren
Gemeentelijk
Gekozen gemeenteraad (controlerende macht) controleert het college van
niveau
B en W, (uitvoerende macht) voorgezeten door de burgemeester die elke
vier jaar benoemd wordt door de koningin, op voorstel van de
gemeenteraad.
Provinciaal
Gekozen provinciale staten (controlerende macht) controleren de
niveau
gedeputeerde staten (uitvoerende macht), voorgezeten door de
commissaris van de koningin, die elke zes jaar benoemd wordt door de
koningin.
Landelijk niveau Het gekozen parlement (controlerende macht) controleert de regering
(uitvoerende macht), bestaande uit ministers die om de vier jaar benoemd
worden door de koningin, op voorstel van een formateur.
Eu – niveau
De (indirect) gekozen Europese raad en Europese parlement
(controlerende macht) controleren de Europese commissie (uitvoerende
macht), die elke vier jaar worden gekozen.
Samenvatting Den Haag
Taken v/d
regering
Rechten van het
parlement:
Budgetrecht
Stemrecht (van
de 1 en 2 kamer)
Recht van
initiatief
Recht van
amendement
Recht van
interpellatie
Parlementaire
enquête
Motie
Totstandkoming
van een wet.
Prinsjesdag
Derde woensdag
in mei



Het opstellen van wetsvoorstellen
Het uitvoeren van eenmaal aangenomen wetten
Het jaarlijks opstellen van de rijksbegroting
De eerste en tweede kamer kunnen de begroting van de regering wel of
niet goedkeuren.
De eerste en de tweede kamer mogen over elk wetsvoorstel stemmen.
De tweede kamer kan zelf met wetsvoorstellen komen.
De tweede kamer heeft het recht om wijzigingen (amendementen) aan te
brengen in wetsvoorstellen.
30 kamer leden kunnen een minister ter verantwoording roepen over zijn
beleid d.m.v. bijv. een spoeddebat.
Een gedetailleerd onderzoek naar een deel van het regeringsbeleid door
een speciale commissie.
Een verzoek aan de minister om iets juist wel of niet te doen. Motie van
afkeuren, het beleid wordt afgekeurd, motie van wantrouwen, geen
vertrouwen meer in de minister.
1. Er is een maatschappelijk probleem.
2. Een minister of Tweede Kamerlid maakt een wetsvoorstel.
3. De Tweede Kamer debatteert over het wetsvoorstel.
4. De Tweede Kamerleden dienen amendementen in.
5. De Tweede Kamer stemt over de amendementen en het definitieve
wetsvoorstel.
6. De Eerste Kamer stemt over het wetsvoorstel. Zij mogen geen
aanpassingen meer maken.
7. De koningin en de verantwoordelijke minister ondertekenen het
wetsvoorstel.
8. De wet wordt gepubliceerd in het Staatsblad. Hiermee is de wet
automatisch van kracht.
Derde dinsdag van september, de miljoenennota (begroting) en de plannen
van de regering worden gepresenteerd en de koningin leest de troonrede
voor.
Het afgelopen jaar wordt geëvalueerd.
Wat staat er niet in de begrippenlijst?
Dilemma’s van de overheid
Inhoud van een rechtszaak
Niet alle verschillen tussen amerika en Nederland
Download