Markus 10 vs 15-16 preek en liturgie

advertisement
1
MARKUS 9 : 36 + 37
Hij pakte een kind op en zette het in hun midden
neer; hij sloeg zijn arm eromheen en zei tegen
hen: ‘Wie in mijn naam één zo’n kind bij zich
opneemt, neemt Mij op; en wie Mij opneemt,
neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden
heeft.
MARKUS 10 : 15 + 16
‘Ik verzeker jullie: wie niet als een kind voor
het koninkrijk van God openstaat, zal er
zeker niet binnengaan.’ Hij nam de kinderen
in zijn armen en zegende hen door hun de
handen op te leggen.
Gemeente van onze Here Jezus Christus,
kinderen zijn welkom bij de Here Jezus. Wat een mooi, ontroerend verhaal is dat toch: Jezus
Christus, de man, die diskussieert met geleerde farizeeërs, die zieken geneest en die volwassen
mensen de weg wijst naar God, zo iemand neemt alle tijd om kleine kinderen, drie, vier jaar oud, bij
zich te laten komen. Voor Hem horen ze er helemaal bij in Gods Koninkrijk. Je hoeft niet eerst alles te
kunnen begrijpen om een kind van God te zijn. Kleine kinderen -peuters en dat soort grut- worden bij
Jezus gebracht en Jezus stoot ze niet af. Integendeel, Hij zegent ze stuk voor stuk en slaat zijn
armen om hen heen: ook jij bent welkom bij God en welkom bij Mij! Dat is Markus 10.
Vandaag doen ouders die hun kind laten dopen, precies hetzelfde. Dan draag je je kleine gelovig de
kerk in om haar of hem te laten dopen. Ook zij horen er voor God en Jezus helemaal bij, bij Gods
Koninkrijk en bij zijn verbond. Net zo goed als jullie zelf.
Een paar maanden eerder had de Here Jezus ook al laten zien, hoe je als volgeling van Jezus in het
leven moet staan, wanneer je echt bij God wilt horen. Je moet niet de belangrijkste willen zijn, maar
juist omgekeerd: jezelf niet te goed voelen om anderen te ontvangen en voor te laten gaan. Daarom
zet Jezus een spelend kind in het midden van de kring van de twaalf leerlingen en zegt: als zo'n kind
je te min is, als je daar geen aandacht aan wilt besteden, ontvang je Mij niet. Dat is Markus 9.
Zo plaatst de Here Jezus in twee verschillende situaties een kind in het centrum van de
belangstelling. Daarmee laat Hij ons zien, hoe we zijn volgeling kunnen zijn.
Thema: Jezus laat ons zien hoe we zijn volgeling kunnen zijn
1) Door zelf te worden als een kind
2) Door een vriend voor kinderen te zijn
1) Hoe we zelf moeten worden: als een kind
Waar komen al die ouders met hun kinderen vandaan, die opeens naar Jezus toe komen stromen? Het
kan haast geen toeval zijn, dat er zoveel ouders op een bepaald moment naar Jezus toekomen om hun
kinderen door Hem te laten aanraken. Wat was daarvoor de konkrete aanleiding?
Daarvoor moeten we terug in de joodse geschiedenis van die dagen.
In de tijd van het Nieuwe Testament was er in Israel een bepaalde avond waarop alle ouders met hun
kinderen op weg gingen. Die avond was de avond van de Grote Verzoendag – Jom Kippoer. Direkt na
zonsondergang op de Grote Verzoendag brachten alle joodse ouders hun kinderen naar de
schriftgeleerden, met de bedoeling dat die de kinderen zouden omarmen en hen zouden zegenen door
hen de handen op te leggen.
Waarom doen joodse ouders dat?
Daar zit een diepe gedachte achter. Want Grote Verzoendag, dat is die ene dag in het jaar, waarop álle
zonden van het héle volk worden vergeven. Daarvoor worden twee bokken aangewezen. Alles op die
dag spitst zich toe op wat er met die twee bokken gebeurt. Eén bok wordt geslacht, en de hogepriester
2
brengt het bloed van die bok in het heilige der heiligen van de tempel. Daar staat de ark van God, dat is
de woonplaats van de HERE bij zijn volk. Door dáár één keer per jaar het bloed van een bok heen te
brengen en voor de ark uit te sprenkelen, ontvangt het volk verzoening over hun zonden. God vergeeft
ze, Hij kijkt er niet meer naar om.
Om dat te onderstrepen wordt daarna de tweede bok bij de hogepriester gebracht. De hogepriester legt
zijn beide handen op de kop van die tweede bok. Door dat gebaar worden a.h.w. de zonden van het
hele volk, van alle gelovige Israelieten op die bok gelegd. Daarna wordt die zondebok de woestijn
ingejaagd. Weg uit het gezicht. Dat is symbolisch: zo zijn de zonden van het volk verdwenen voor het
aangezicht van God.
Prachtig om te geloven. Eigenlijk is het precies hetzelfde, als we vanmiddag bij de doop gezien hebben:
het water op het voorhoofd van Noortje, van Meike en van Levi – dat geeft aan: hun zonden zijn voor
God verdwenen, omdat het bloed van de Here Jezus erover gegaan is. Ja, de dag van je doop, dat is,
zeg maar, jóuw Grote Verzoendag: je leven is verzoend, nu je Jezus ontmoet hebt en Hij zijn hand op je
voorhoofd gelegd heeft.
Maar in de tijd van Jezus laat men het niet bij de viering van Grote Verzoendag. Na zonsondergang,
dus als de feestdag officieel voorbij is, gaan de ouders met hun kinderen naar één van de vele rabbi’s
en schriftgeleerden toe. Waarom doen ze dat? Nou, nogal logisch: omdat zíj de kinderen kunnen leren
uit de wet van God, de Thora, met als bedoeling dat ook een nieuwe generatie gaat geloven en graag
met God op zijn wegen gaat.
Daar zit deze diepe gedachte achter: als je vergeving van God gekregen hebt, mag dat verzoende
leven geen leeg leven blijven. Het moet een nieuwe inhoud krijgen. En hoe kan dat anders, dan vanuit
de bijbel - het boek waarin God over Zichzelf vertelt? Verzoening is geen eindpunt, maar een startpunt.
Het leven is pas echt een goed leven, een door God gezegend leven, wanneer het niet alleen maar
verzoend is, maar ook vernieuwd wordt, als je ook vérder met God leeft.
Díe kombinatie, van zelf vergeving krijgen en aan je kinderen laten weten wat die vergeving betekent,
dat laten al die joodse ouders uitkomen, wanneer ze op de avond van de Grote Verzoendag met hun
kinderen naar de rabbi’s en schriftgeleerden gaan.
Zo komen er ook ouders met hun kinderen bij Jezus. Ze gaan juist naar Jezus toe, omdat ze in Hem
een groot profeet zien, een belangrijke man van God. Ze brengen hun kinderen bij de Here Jezus, want
kinderen zijn nog maar zwakke en kwetsbare mensen die de toekomst nog voor zich hebben. Ze willen
graag, dat Jézus hun kinderen zegent. Ze verwachten de toekomst voor de komende generatie
gelovigen in Israel van Hem.
Bij Hem zijn ze, zonder het nog helemaal te beseffen, aan het beste en enig juiste adres. Bij Jezus
komen immers alle lijnen van de Grote Verzoendag samen. Jezus is op weg naar Jeruzalem om met
Pascha daar zíjn bloed te geven als hét lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij is ook
in de wereld gekomen om het verzoende leven volledig de moeite waard te maken, door mensen zijn
Geest te geven, zodat je God leert kennen en weet, wat Hij van je wil. Dat is het geheim van geloven,
en dat geheim leer je alleen maar kennen door de Here Jezus.
Het bloed van het offerdier en het onderwijs uit Thora, die twee horen dus onlosmakelijk bij elkaar. Net
als vandaag! Ook vandaag heb je als ouders minstens twéé goeie redenen om je kind te laten dopen.
Je denkt toch niet alleen maar, hoop ik: onze kleine heeft de doop hard nodig om haar of zijn zonden
kwijt te raken en in de hemel te kunnen komen. Nee, je belooft ook: en vanaf nu zullen we ons uiterste
best doen dat ook zij God als Vader en Jezus als Verlosser zullen leren kennen. Want ze zijn, net als
alle gelovigen, op weg naar hun eindbestemming. En ze lopen mee aan de hand van hun ouders. Waar
wil jij, dat je zoon of dochter later uit komt? Bij God! In dit leven, in de hemel en straks op de nieuwe
aarde. Dat zijn de drie etappes van het christenleven: nu met God, straks bij God en daarna voor altijd
met en bij Hem. En alle drie kan alleen maar via de Here Jezus.
3
Dáárom vindt de Here Jezus het ook zo fijn, als ouders hun kinderen bij Hem laten komen.
Alleen: de leerlingen van Jezus denken daar heel anders over. Die vinden het maar niets, dat de ouders
met hun kinderen Jezus opzoeken. En waarom niet? Omdat ze zichzelf zo belangrijk vinden! Zij zijn blij
met Jezus, want natuurlijk is Híj de Verlosser, maar de kwestie die hún het meeste bezig houdt is deze:
als wij nu maar lekker dicht in de buurt van onze Meester en Messias blijven en ons flink voor Hem
inzetten, krijgen wij misschien wel een ereplaats en een sleutelpositie in het nieuwe, binnenkort door
Jezus te stichten Koninkrijk van God. Ze hadden er met elkaar ruzie al over zitten maken.
Maar dan laat Jezus zien, dat het er bij God en in het geloof heel anders toegaat. Kínderen gaan voor.
Tegelijk richt Hij zich op de volwassen mensen, die het dichtst bij Hem staan. Tegen zijn eigen
leerlingen zegt Hij, hoe hun houding moet zijn tegenover God: ze moeten worden als een kind.
En waarom? Omdat kinderen helemaal niet meetellen. Dáár gaat het Jezus om. Want een kind is niet
nummer 1, en ook niet nummer 2 of 3. Nee, meestal tellen de kleintjes helemáál niet mee. Als het over
belangrijke onderwerpen gaat, zeggen we tegen ze: 'Je moet nu even weggaan, het gaat nu over
grote-mensen-zaken.' Een kind heeft in de grote-mensen-wereld niets in te brengen.
Maar bij God zijn zúlke mensen juist welkom. Voor God is het totaal onbelangrijk, hoe belangrijk jij hier
op aarde bent. God reageert precies andersom! Je bent pas welkom bij de Here Jezus, als je weet, dat
je geen recht hebt op een plaats in zijn hemelrijk.
Je hoort niet bij God, omdat je uit jezelf zo goed bent, of omdat je je zo geweldig hebt ingezet voor
allerlei goede doelen, of omdat je christelijk bent opgevoed.
God redt mensen die zichzelf niet kúnnen redden. Kinderen bijvoorbeeld, zoals we vanmiddag weer
gezien hebben. En tegelijk redt God mensen, die zichzelf nu ook niet meer wíllen redden: volwassenen,
die willen worden als een kind, omdat ze zichzelf niet meer het belangrijkst vinden, maar heel hun
toekomst en redding buiten zichzelf zoeken. Wie echt gelooft, is weer een kind geworden: je verwacht
alles van God je Vader en van je Grote Broer Jezus!
Dat is ook de diepe betekenis van de doop: het eeuwig geluk wordt gegeven aan mensen die weten dat
ze zelf op geen enkele manier, nog niet zo’n stukje, hun plekje in de hemel kunnen verdienen. Gelovig
je kind laten dopen is gelovig je eigen doop be-amen en zeggen: geloven: Jezus heeft dat allemaal
gedaan. Voor ons én voor ons kind.
Daarom zegende Jezus toen de kinderen van gelovige ouders.
En wil Hij nu, dat gelovige ouders hun kinderen laten dopen.
Want kinderen, ja, kleine baby's, horen er voor God helemaal bij.
De vraag is dan: krijgen diezelfde kinderen in de gemeente van Christus dan ook dezelfde aandacht als
die Jezus ze toen gaf en nog steeds geven wil?
Want je kinderen zijn het kostbaarste geschenk dat God je geeft.
En het ouderschap is de voornaamste opdracht die de Here je geeft.
Zoek je als gelovige ouders dan echt het beste voor je kind?
En ondersteunen we elkaar daarbij als broers en zussen in de Heer?
Het beste wat je je kind kunt geven is: je zoon of dochter bij Jezus brengen.
Hoe doe je dat – je kinderen bij Jezus brengen? Ja: hoe voed je je kinderen op in het geloof en hoe
neem je de kinderen mee naar de kerk? Volgens heel de Bijbel is de geloofsopvoeding van onze
kinderen een kernaktiviteit van de gelovige ouders en van heel de christelijke gemeente. Het vraagt om
een gelovig luisteren naar het Woord van de Here.
Alle eeuwen door zoeken gelovige ouders naar een verantwoorde invulling van de opdracht om onze
kinderen zover te brengen, dat zij ook op God als hun hemelse Vader leren vertrouwen en de Here
4
Jezus als hun Redder aannemen en zo de Drie-Enige God gaan vereren op een manier waar Hij vanuit
de hemel met genoegen naar kijkt.
Daarbij is de HERE er in de Bijbel vaak wél heel duidelijk in, wat Hij voor ons welzijn belangrijk vindt,
maar in de Bijbel geeft God veel minder konkrete richtlijnen voor de praktische invulling daarvan.
Daarvoor heeft Hij ons zijn Heilige Geest gegeven.
Weet je wat wél een belangrijk punt is in de geloofsopvoeding van je kind? Dat we het als gemeente
van Christus samen doen. Dat we eensgezind zijn in ons verlangen, om onze kinderen tot geloof in God
de Vader en tot geloof in Jezus hun Redder te laten komen. En dat we daar dus samen voor gaan en
het er samen over hebben, hoe we onze kinderen thuis christelijk opvoeden, en hoe belangrijk het is,
om als het maar enigszins kan ze niet van de rest van de kinderen van de kerk te isoleren, maar ze
naar het gereformeerd onderwijs te sturen (dat ligt hier om de hoek in Assen en Groningen). En dat we
er steeds over nadenken hoe we de kinderen meenemen naar de kerk, elke zondag weer, in die
wekelijkse ontmoeting tussen de HERE en zijn volk. En hoe we samen de jongeren een plek geven in
de gemeente – een fijne plek én een groeiplek, zodat ze straks ook JA tegen God en Jezus zeggen.
Laat de kinderen bij Me komen, zegt de Here Jezus.
Vertel ze over Mij. Dan zal Ik in hun leven komen.
En leef zelf onbevangen en vol enthousiasme dicht bij Mij. Vertrouw erop, dat mijn hemelse Vader voor
je zorgt, elke dag weer. En dat je zo het doel van je leven en je eindbestemming bereikt: voor God leven
en Hem vereren, nu en straks en voor altijd.
Vuur steek je met vuur aan. En geloof met geloof. Laat dat vandaag nog steeds ons verlangen zijn.
Zoals het in Psalm 144 staat: Onze zonen zijn als jonge planten, in hun jeugd met liefde verzorgd; onze
dochters als de hoekzuilen van een paleis, zo sierlijk gesneden. Als je daar vanaf het eerste begin
serieus werk van maakt, zal de Here Jezus dat zeker zegenen. Daarvoor moet je eerst weer beseffen,
dat je zelf ook een kind bent én blijft. Namelijk een kind van God, dat leeft in de eenvoud en de blijheid
van het geloof. Ja, je leven is pas echt een gezegend leven, wanneer je weet, dat je van God bent, en
dat je slechts leeft op de adem van zijn stem - zoals we met Psalm 103 zo mooi gezongen hebben. Dát
is worden als een kind. Dat is leven van de verwondering.
AMEN
Markus 9:36-37 en 10:15-16
LITURGIE MIDDAGDIENST
Votum + Zegengroet
Amenlied:
Psalm 8 : 1, 2, 3
Gebed
Schriftlezing:
Markus 9:30-37
Midddenzang: Psalm 103 : 5
Schriftlezing 2: Markus 10:13-16
Middenzang:
Gezang 45 : 1 + 2
Preek
Amenlied:
Psalm 144 : 5 + 6
Geloofsbelijdenis
Antwoordlied:
Gezang 160 : 1 + 2
Kollekte
Slotzang:
E&R 157 = Op Toonhoogte 261 (‘Mijn Vader, dank U wel’)
Zegen
Download