14 Voeding Pe tra Ke rs te n Ondersteunende voeding(sstoffen) voor de pancreas H oe kunnen we de pancreas met onze voeding ondersteunen in al zijn functies: het optimaal regelen van de glucose-, insulinespiegel, een optimale productie van spijsverteringsenzymen en het creëren en behouden van een basisch milieu? De productie van de spijsverteringsenzymen vindt het beste plaats in een basisch milieu en vraagt om voldoende aanwezigheid van mineralen. Onze voeding bevat een lage nutriëntendichtheid. Daarnaast zijn onze westerse voeding en leefstijl sterk zuurvormend. Het gebruik van veel en snelle koolhydraten, te veel en ongezond eten belast de endocriene functie van de pancreas met als gevolg een verstoorde glucose/insuline-balans en insulineresistentie die weer resulteert in verzuring van het lichaam. Door weinig mineralen komt vooral de exocriene functie onder druk te staan. Zo leidt verzuring tot minder productie van spijsverteringsenzymen. Mineralen zijn ook nodig voor een goede insuline/glucose-balans. Glucose en insuline uit balans Insulineresistentie: de prijs voor onze welvaart Onze lichaamscellen zijn afhankelijk van de brandstof glucose. Ze hebben de taak om glucose uit het bloed op te nemen, te verbranden, de energie te gebruiken of op te slaan als reserve-energie (glycogeen). Voeding levert glucose. In een gezond lichaam regelt insuline het glucosegehalte in het bloed. Bij een stijging van de bloedglucosespiegel scheidt de pancreas insuline af. Insuline hecht zich aan de cellen en opent de cel waardoor glucose van het bloed naar de cel kan. Insuline maakt dus de opname van suikers uit de voeding mogelijk. Een constante bloedglucosespiegel (tussen 5-10 mmol/liter) en een goede gevoeligheid voor insuline is belangrijk voor een goede gezondheid en om een gezond gewicht te behouden en te krijgen. Bij een te hoge bloedglucosespiegel treedt er vaker een reactie op tussen glucose en eiwitten (glycatie) en ontstaan er AGE’s ( Advanced Glycation End products). Deze AGE’s zorgen eerder voor veroudering en degeneratie van weefsels, produceren veel vrije radicalen en zijn ontstekingsbevorderend [1]. Wanneer er weinig glucose in het bloed aanwezig is dan komen de cellen glucose tekort. Cellen die veel glucose verbruiken zijn de hersenen, de nieren, de pancreas en de darmen. Onze westerse voeding belast de pancreas. Het eten van suikers (snoep, koek, ijs, gebak, frisdrank) en snelle koolhydraten (pasta, brood, ontbijtgranen, witte rijst, energierepen, zoet broodbeleg) zet de pancreas aan tot insulineproductie. Wanneer (vaak ongemerkt) de hele dag door voedingsmiddelen met suiker en of koolhydraten worden gegeten, produceert de pancreas doorlopend insuline. Zowel de bloedglucosespiegel als de geproduceerde hoeveelheid insuline blijft hoog met als gevolg dat de insulinereceptoren op de cellen steeds minder gevoelig worden voor insuline. De bloedglucosespiegel blijft hoger met als gevolg dat de pancreas weer aangezet wordt tot insulineproductie. Het gevolg hiervan is insulineresistentie en overgewicht. We eten teveel en ongezond, bewegen te weinig, zijn te zwaar, roken en leiden een stressvol bestaan. Een leefstijl die niet past bij onze genen en insulineresistentie in de hand werkt. Insulineresistentie is een steeds groter wordend probleem. Het zorgt dus voor een snelle(re) veroudering en is het voorstadium van aandoeningen als diabetes type 2, hart- en vaatziekten, obesitas, jicht, vruchtbaarheidsproblemen, chronische vermoeidheid, osteoporose, de ziekte van Alzheimer en bepaalde typen kanker zoals borst- en dikkedarmkanker. nr 5 - 2015 15 Voeding Pet ra Kers ten Praktische voedingsinterventies voor de pancreas •G ebruik een voeding met een lage glycemische index. In de praktijk betekent dit het weglaten van de producten die suiker bevatten en het minimaal gebruiken van brood, pasta, rijst, geraffineerde granen en aardappelen e.d. Producten met een laag glycemische index zijn peulvruchten, haver, rogge, fruit met schil. Een hoog glycemische index hebben aardappelpuree, maïs, witbrood, suiker en suikerbevattende producten. Door binnen een maaltijd voedingsmiddelen te kiezen die zowel eiwitten (vlees, vis of ei), onverzadigde vetten (olie, vis of noten) en oplosbare vezels (fruit, peulvruchten of haver) bevatten, kun je de glycemische index van de gehele maaltijd verlagen [3]. Bij spijsverteringsklachten is het minder geschikt om verschillende voedingsmiddelen te combineren. Om het spijsverteringssysteem niet te veel te belasten kan een koolhydraatbevattend voedingsmiddel het beste gecombineerd worden met één van de drie volgende voedingsmiddelen: een eiwitbevattend, een vetbevattend of een vezelbevattend voedingsmiddel. •Elimineer ook de voedingsmiddelen waarvoor een voedselovergevoeligheid bestaat en die daarmee een ontsteking veroorzaken; •G ebruik minimaal 400 gram groenten en 2 stuks fruit per dag; •G ebruik extra omega-3-vetzuren in de vorm van vette vis en suppletie; •Vermijd transvetzuren. Deze komen ondermeer voor in margarine, gebak, zoete en hartige snacks; •B eperk verzadigde vetten uit kaas, vet vlees, volle melkproducten, snacks, boter en margarine; •G ebruik als suppletie een multivitamines- en mineralensupplement, vitamine C (500-1000 mg per dag), chroom (picolinaat, polynicotinate, 400-600 mcg per dag) en vitamine D (700-1000 IU D3) en eventueel een antioxidantenpreparaat; •G ebruik kaneel (1-1,5 gram per dag); •G ebruik voedingsmiddelen die veel van bovenstaande voedingsstoffen bevatten: bessen, appels, peren, boekweit, linzen, pruimen, hele haver, havervlokken, tarwezemelen, gerst, vette vis, ongeraffineerde koudgeperste oliën (lijnzaadolie, walnootolie, olijfolie); •G ebruik een voeding die rijk is aan eiwitten in de vorm van eieren (zacht gekookt, gepocheerd), (vette) vis, (geiten) yoghurt, zaden, noten en peulvruchten; •B eperk het gebruik van zout en gebruik meer kalium door de inname van een ruime hoeveelheid groenten en groentesap; •B eperk het gebruik van koffie en alcohol; •Volg een bewegingsprogramma, kooklessen, zorg voor voldoende zonlicht, stop met roken, slaap minimaal 7-8 uur per nacht, zorg voor ontspanning [2]. Vitamines en mineralen voor een verbeterde glucose-/ insulinehuishouding [2] Chroom: heeft een positief effect op de activiteit van insulinereceptoren. Hierdoor is er minder insuline nodig is om glucose in de cel te transporteren. Chroom werkt samen met insuline bij de bloedglucosehuishouding. Advies: minimaal 0,05-0,02 mg per dag, voor mannen en vrouwen. Voedingsbronnen: schaal- en schelpdieren, graanolie, biergist en volkorengraanproducten. Magnesium: bevordert de gevoeligheid van de insulinereceptoren. Advies: minimaal 300-350 mg per dag voor mannen, 250300 mg voor vrouwen. Voedingsbronnen: heilbot, krab, makreel, slakken, bieslook, spinazie, boerenkool, peulvruchten, vijgen, amandelen, cashewnoten, kelp, citroen, grapefruit, noten, zaden, donkere groenten, appels, avocado, kokos, volkorenproducten. Mangaan: is belangrijk voor de aanmaak van het schildklierhormoon thyroxine. Voor een adequate insulinesynthese moeten de pancreascellen over voldoende schildklierhormoon beschikken. Advies: minimaal 11 mg per dag, voor mannen en vrouwen. Voedingsbronnen: forel, groene bladgroenten, erwten, bieten, peulvruchten, eidooier, volkorengraanproducten, zilvervliesrijst, ongezwavelde tuttifrutti, ananas, amandelen, kastanjes, hazelnoten, pinda’s, walnoten, zonnebloempitten. Selenium: vervult een centrale rol bij de aanmaak van schildklierhormonen en het zorgt voor de omzetting van T4 naar T3. Voor een adequate synthese van insuline en voor de functie van insulinereceptoren is de aanwezigheid van voldoende schildklierhormoon in de pancreascellen essentieel. Advies: minimaal 50-150 mg per dag, voor mannen en vrouwen. Voedingsbronnen: lever, mosselen, kreeft, garnalen, zemelen, knoflook, kelp, uien, broccoli, tarwekiemen, paranoten, champignons en tomaten. Zink: is een onderdeel van het insulinemolecuul en nodig voor de aanmaak en opslag van dit hormoon. Advies: minimaal 9 mg per dag voor vrouwen, minimaal 10 mg per dag voor mannen. Voedingsbronnen: tarwekiemen, biergist, eieren, vlees, oesters, gekiemde zaden, sojakiemen, alfalfa, taugé, zonnebloem en pompoenpitten. Alfalfa. nr 5 - 2015 OF 16 Voeding Verzuring: gevolg van insulineresistentie en oorzaak van verminderde productie spijsverteringsenzymen Insulineresistentie zorgt voor verzuring. Te veel glucose in het bloed zorgt ervoor dat er te weinig zuurstof aanwezig is om tot een effectieve verbranding en metabolisering van glucose in de cel te komen. Er ontstaan toxische bijproducten met als gevolg verzuring. Deze verzuring gaat een goede zuurstofopname in de cel weer tegen waardoor een vicieuze cirkel ontstaat. Verzuring leidt tot een verstoorde mineralenbalans van het lichaam met als gevolg een verminderde productie van spijsverteringsenzymen. Op deze manier is insulineresistentie dus verantwoordelijk voor een niet optimale productie van spijsverteringsenzymen. Spijsverteringsenzymen De exocriene secretie van de pancreas bestaat uit de uitwendige afscheiding van spijsverteringsenzymen ten behoeve van de spijsvertering. Wanneer eiwitten, vetten en/of koolhydraten niet goed verteerd kunnen worden als gevolg van een gebrek aan spijsverteringsenzymen uit dit zich vaak in maag- en of darmklachten. Vaak krijgt de maag de “schuld” omdat het eten stagneert in de maag en er klachten ontstaan als zuurbranden. In feite is dit een gevolg van de slechte vertering. Met het gevolg rotting en gisting, ophoping van afvalstoffen, overbelasting van de lever en vervuiling van de darmen. Het gevolg van een slechte vertering is dat er onvoldoende vitamines en mineralen uit de voeding kunnen worden gehaald. Vooral de mineralen staan het meest onder druk. Mangaan, zink, chroom en selenium zijn mineralen die de pancreas nodig heeft voor de enzymaanmaak, naast een alkalische voeding (zie tabel 1.) Een andere stof die bijdraagt aan het verbeteren van de spijsvertering is zwarte peper (piperine). Piperine zorgt voor extra productie van maagzuur en stimuleert de afgifte van gal en spijsverteringsenzymen door de pancreas. De productie van amylase, lipase als trypsine blijken significant verhoogd te zijn na structurele inname van piperine. Eenmalige inname van peper of piperine blijkt geen stimulerend effect te hebben op de afgifte van spijsverteringsenzymen. Voor een optimaal effect moet men minimaal twee weken zwarte peper eten. Een belangrijke toepassing van piperine kan zijn het verbeteren van de spijsvertering bij mensen met indigestie en een verminderde afgifte van enzymen door de pancreas. Naast het stimuleren van de pancreasenzymen stimuleert piperine ook de activiteit van de enzymen in de dunne darm (lipase, trypsine en de suikersplitsende enzymen sucrase, disaccharidase en amylase). Deze spijsveteringsenzymen worden door de darmwand zelf aangemaakt en vormen daarmee extra spijsverteringscapaciteit ten opzichte van de pancreas. Vooral bij een niet toereikende productie van de pancreasenzymen zijn deze mucosa-enzymen van de darm essentieel [4]. Tevens verhoogt piperine de opname van nutriënten. nr 5 - 2015 Pe tra Ke rs te n Tabel 1: de PRAL-waarde van voedingsmiddelen [5]. PRAL staat voor Potential Renal Acid Load. Dit is de geschatte potentiële zuurbelasting op het lichaam aangegeven per 100 gram voedingsmiddel. Dranken Tomatensap Rode wijn Mineraalwater Koffie Witte wijn, droog Coca cola Bier Appelsap (ongefilterd) Appels Aardbeien Watermeloen Druivensap (ongezoet) Groente -2,8 -2,4 -1,8 -1,4 -1,2 0,4 0,9 -2,2 -2,2 -2,2 -1,9 -1 Graanproducten Tarwebrood, volkoren Tarwebrood, wit Roggebrood Rijst (wit) Cornflakes Noedels (ei) Spaghetti (wit) Tarwebloem Spaghetti (volkoren) Volkorenmeel Havervlokken Rijst (bruin) 1,8 3,7 4 4,6 6 6,4 6,5 6,9 7,3 8,3 10,7 12,5 Spinazie Selderij Wortels (jong) Courgette Bloemkool Aardappelen Radijs (rood) Aubergine Tomaten Sla Cichorei Prei IJsbergsla Uien Champignons Pepers (groen) Broccoli Komkommer Asperges -14 -5,2 -4,9 -4,6 -4 -4 -3,7 -3,4 -3,1 -2,5 -2 -1,8 -1,6 -1,5 -1,4 -1,4 -1,2 -0,8 -0,4 Peulvruchten Sperziebonen Erwten Linzen Pinda -3,1 1,2 3,5 8,3 Vlees & Vleesproducten Melk & zuivelproducten Roomijs (vanille) Melk (vol, gepasteuriseerd) Eiwit Room (vers, zuur) Yoghurt (vol) Ei Hüttenkäse Kwark Camembert Goudse kaas Kaas 48+ Eigeel Cheddar, vetarm Parmezaanse kaas 0,6 0,7 1,1 1,2 1,5 8,2 8,7 11,1 14,6 18,6 19,2 23,4 26,4 34,2 Vis Schelvis Haring Kabeljauw Forel 6,8 7 7,1 10,8 Rundvlees (mager) Varkensvlees (mager) Kip Kalfsvlees Kalkoenvlees Vleeswaren Leverworst Salami Cornedbeef (blik) 7,8 7,9 8,7 9 9,9 10,2 10,6 11,6 13,2 Vruchten Rozijnen Zwarte bes Bananen Abrikozen Kiwi Kersen Peer Sinaasappels Ananas Citroensap Perzik -21 -6,5 -5,5 -4,8 -4,1 -3,6 -2,9 -2,7 -2,7 -2,5 -2,4 17 Voeding Pet ra Kers ten Vetten & Oliën Olijfolie Zonnebloemolie Boter 0 0 0,6 Noten Hazelnoten Walnoten -2,8 6,8 Suikerrijke producten Jam Honing Witte suiker Chocola (melk) Cake -1,5 -0,3 -0,1 2,4 3,7 Voorbeeld dagmenu Als basis voor een dagmenu kan uitgegaan worden van het volgende. Ontbijt:glutenvrije (haver)vlokken in plantaardige melk met wat fruit en evt. noten(pasta). Lunch: salade met ei of vis en dressing van goede oliën met zwarte peper. Gebruik eventueel de groenten van het diner van de dag ervoor. Diner: vis, ei, schaal-, en schelpdieren, vlees (van dieren die bewogen hebben als wild, gevogeltje, rund) met ruime portie groenten op smaak gemaakt met onder andere zwarte peper. Tussendoor: noten, zaden, pitten, fruit, gedroogd fruit, kokos, avocado en rauwkost. Referenties R 1.http://www.orthokennis.nl/artikelen/metaboolsyndroom-x-en-insulineresistentie 2.http://www.natuurdietisten.nl/detail.php?id=728 3.http://www.natuurdietisten.nl/detail. php?id=602&cod=506&page= 4.http://www.natuurdietisten.nl/news_article. php?cod=288 5. Remer T, Manz F. Potential renal acid load of foods and its influence on urine pH. J Am Diet Assoc. 1995 Jul;95(7):791-7. Auteur Petra Kersten, diëtist/orthomoleculair therapeut, www.petrakersten.com A