File

Pancreas
Exocriene secretie
Enzymen.
Peptidase (protease)
Vb. =
Trypsine.
Lipase.
Amylase.
Endocriene secretie
Insuline.
Glucagon.
Somatostatine.
Natriumbicarbonaat ter neutralisering van
het maagzuur.
In de beta cellen van de eilandjes van Langerhands in de pancreas wordt insuline
geproduceerd. Deze worden geprikkeld door een hyperglykemie.
 Insuline zorgt er voor dat glucose opgenomen kan worden in de cellen.
In de alpha cellen van de eilandjes van Langerhands in de pancreas wordt glucagon
geproduceerd. Deze wordt geprikkeld door een hypoglykemie.
 Glucagon (hormoon) zorgt er voor dat er bij een lage bloedsuikerspiegel,
glucose wordt afgegeven aan het bloed.
 Glucagon is de antagonist van insuline.
 Glucagon maakt dat glucogeen zich gaat splitsen in glucose.
Aan de buitenkant van (normale) lichaamscellen zitten glucose carriers die o.i.v. insuline
glucose binnen laat in de cel. Bij normale verbranding wordt de glucose direct verbruikt
in de cel. Glucose kan ook worden opgevangen in een cel (opgeslagen) in de veel grotere
vorm van glucogeen. Dit komt vrij wanneer glucagon af wordt gegeven in het bloed door
de pancreas.
Normaal bloedsuiker bij niet diabeet = 3 – 7 mmol/L.
Diabetes Mellitus
Type 1 – Hierbij wordt er minder insuline geproduceerd.
Type 2 – De lichaamscellen reageren steeds minder goed op insuline, ze zijn minder
gevoelig geworden.
Tenale drempel voor glucose is 10 mmol/L. (D.w.z. boven de 10 mmol/L wordt glucose
niet meer terug geresorbeerd maar uitgescheiden).
Symptomen
 Hyperglycemie.
 Glucosurie.
 Polyurie (veel plassen).
 Veel dorst.
Prognose
 10x zo grote kans op hart en hersenbloedingen.
 blindheid.
 Slecht genezende wonden.
 Etc etc etc.
Hypoglykemie
Te veel insuline in het bloed tot in relatie van de glucosespiegel.
De hersenen zijn totaal insuline onafhankelijk, bij te veel insuline gebruik zit er dus te
weinig of geen glucose in het bloed en is er dus geen glucose voor de hersenen voorradig
in het bloed.
Hyperglykemie
Keto-acidotisch coma. = (‘hyperglykemisch coma’)
Keto-acidose ontstaat bij een hoog bloedsuiker en dus een laag insuline. De insuline
carrier werkt niet en de glucose kan de cel niet in. De cel gaat dan zelfstandig 100%
vetten verbranden. Hierbij komen ketonen (of ketonzuren) vrij die in het bloed
terechtkomen.
De pH zal daardoor dalen en voor een coma zorgen.
Normaal pH arterieel bloed is 7.34-7.45.
Bij hyperemisis kom je vocht en suikers te kort, het lichaam gaat over op vetverbranding
en zal ketonen gaat produceren. De ketonen zijn zeer schadelijk voor de foetus.
HPL (hormoon gemaakt door de placenta) maakt dat de bloedsuiker licht verhoogd
raakt, dit omdat de foetus maakt dat de glucose behoefte groter is (voor bouw en
ontwikkeling etc.)
Lever en galwegen
Ductus hepaticus.
Ductus cysticus
Ductus choledochus
Bloedvoorziening abdomen
Aorta
Truncus coeliacus
A. Lienalis  naar milt en pancreas.  v. lienalis
Aa. Gastricae breves  naar maag.  v. gastrica
A. hepatica propia  naar de lever  v. Hepatica proia
A. mesenterica  naar ….  v. Mesenteriaca.
 v. Porta  lever  v.v. hepaticae  v.v. cava inferior.

Poortadersysteem.
Lymfedrainage
In de lymfeklieren (opslag plaats van lymfocyten) zitten lymfocyten, de enige die
antilichaampjes kan maken.
Ductus thoracius (?)  vena subclavia.
(Goede vorm van vervoer, weinig vet, veel eiwitten, kan door de bloedvatwanden om
afgebroken te worden.)  High Density (HDL).
(Slechte vorm van vervoer bevat veel vet en kan niet door de vaatwand heen. Deze gaat
zich op de vaatwand afzetten)  Low Density (HDL).