GGZ 2020 Visiedocument Geestelijke Gezondheidszorg Klinika Capriles, FMA en Stichting PSI Curaçao, september 2009 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding..............................................................................................................1 1.1. Waarom een visiedocument?.................................................................................1 1.2. Wat staat er in dit visiedocument? .........................................................................1 2. Schets van de ggz ................................................................................................2 2.1. Zorggebruik .........................................................................................................2 2.2. Zorgaanbod .........................................................................................................3 2.3. Knelpunten en lopend initiatief ..............................................................................3 3. VISIE 2020 ..........................................................................................................5 4. Toekomstagenda..................................................................................................8 1. Inleiding 1.1. Waarom een visiedocument? Dit visiedocument is bedoeld voor ggz-instellingen, overheid, financiers en alle maatschappelijke instellingen die een bijdrage leveren aan de zorg aan mensen met psychische aandoeningen. Met dit document willen wij een bijdrage leveren aan de politiek, professionele en maatschappelijke discussie over de zorg aan mensen met psychische problemen. Hiernaast dient het document als richtingaanwijzer voor de instellingen die GGZ aanbieden om in gezamenlijkheid te werken aan de ontwikkeling van deze zorg. Het belang om te komen tot voornoemd visiedocument is gelegen in het feit dat visie en beleid binnen de geestelijke gezondheidszorg node worden gemist. Hierdoor verloopt de ontwikkeling van de sector weinig beleidsmatig wat de kwaliteit en continuïteit van zorg niet ten goede komt. Hiernaast geldt dat vanuit de sector vele initiatieven tot stand komen die roepen om een duidelijke samenhang, niet alleen op zorginhoudelijk gebied, maar ook waar het gaat om organisatie, structuur en bekostiging. Voor de GGZ geldt dat de GGD van het Eilandgebied Curaçao recent een beleidsnota GGZ 20102013 heeft opgesteld.1 Ofschoon de beleidsnota zich nog in de conceptuele fase bevindt, heeft de federatie bij de totstandkoming van haar visiedocument rekening gehouden met de hierin beschreven visie en beleidskaders. 1.2. Wat staat er in dit visiedocument? Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van wat onder de geestelijke gezondheidszorg wordt verstaan en beschrijft de omvang en de karakteristieken hiervan. Ook de ontwikkelingen in vraag en aanbod worden in dit hoofdstuk kort beschreven. De informatie in dit hoofdstuk is deels afgeleid uit de conceptbeleidsnota GGZ 2010-2013 zoals opgesteld door de GGD van het Eilandgebied Curaçao en aangevuld met eigen standpunten. De visie op GGZ in termen van kwaliteit, organisatie en bekostiging van de GGZ is in hoofdstuk 3 beschreven. De federatie heeft op basis van een workshop “Toekomstige positie van de GGZ” alle GGZ-instellingen uitgenodigd om in gezamenlijkheid vast te stellen op welke wijze de GGZ-sector zelf kan werken aan haar eigen ontwikkeling. De GGD heeft deze sessie als toehoorder bijgewoond. De resultaten van deze sessie zijn mede bepalend geweest voor het opstellen van een visie op de GGZ in termen van niveau, kwaliteit, organisatie en bekostiging. In hoofdstuk 4 concretiseren wij deze visie in een toekomstagenda waarin onze prioriteiten staan vermeld voor de periode 2010-2012. Deze toekomstagenda dient zich zo spoedig mogelijk (2009) te vertalen in een concreet stappenplan. De resultaten van dit middellange termijn stappenplan, dragen niet alleen bij aan de visierealisatie maar zullen er ook toe leiden dat de visie meer concreet kan worden ingevuld (zie grafische weergave: van A naar B). 1 Beleidsnota Geestelijke Gezondheidszorg 2010-2013. Geneeskundige en Gezondheidsdienst Curaçao, 2009 1 2. Schets van de GGZ 2.1. Inleiding Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) biedt preventie, behandeling, zorg en begeleiding aan mensen met psychosociale en psychiatrische problemen met als doel de geestelijke gezondheid en kwaliteit van leven te verbeteren. De zorg kan betrekking hebben op zowel het persoonlijk, het sociaal als het maatschappelijk functioneren van de patiënt. De GGZ richt zich op het verbeteren van de situatie van de patiënt en diens omgeving: gezin, netwerk, arbeid en openbare ruimte. De preventieve GGZ richt zich op zowel de zieke als de gezonde mens. In het geval personen nog geen psychische problemen ervaren, stelt de preventieve zorg zich ten doel om het ontstaan van dergelijke problemen te voorkomen. Verslavingszorg maakt deel uit van de GGZ omdat verslaving internationaal als psychiatrische ziektebeeld wordt beschouwd en als zodanig ook één van de diagnosecategorieën vormt van de wereldwijd gehanteerde diagnostische criteria DSM I-IV. Afgezien van hun specifieke zorgvragen, zijn mensen met psychosociale en psychiatrische problemen in hun behoeften en participatiewensen niet anders dan ‘gezonde’ mensen. Zij hebben wel grotere moeite deze te realiseren. Zij hebben dan ook niet alleen last van hun psychische problematiek op zich, maar vooral ook van de gevolgen hiervan. De psychische problematiek van de patiënt kan variëren van licht tot zeer ernstig. De hulpverlening aan patiënten met een lichte problematiek heeft een ambulant karakter en is doorgaans kortdurend van aard. Naarmate de problematiek ernstiger is en/of gepaard gaat met andersoortige problematiek, neemt zowel de kwetsbaarheid van de persoon als de noodzaak en de intensiteit van ondersteuning toe. Personen met zeer ernstige psychische problemen hebben bijna onvermijdelijk complexe zorgvragen. Deze personen hebben baat bij langdurige professionele hulp die al naar gelang hun psychische toestand ambulant of vanuit een klinische setting plaatsvindt. In de meeste gevallen zoeken deze personen niet zelf hulp; ze vermijden zorg of knappen heel snel af. Veel voorkomende kenmerken van mensen van dit deel van de doelgroep zijn: o Grote schommelingen in belastbaarheid en stabiliteit; o Een verstoord dagelijks leven en moeizame sociale contacten met vereenzaming tot veel voorkomend gevolg; o Naast de psychische of psychiatrische problemen ook cognitieve stoornissen; o Afwijkend gedrag soms met overlast tot gevolg; o Slechte inkomenspositie. 2.2. Zorggebruik De indruk bestaat dat op Curaçao sprake is van een relatief lage consumptie van GGZdienstverlening vergeleken met landen met een vergelijkbare prevalentie. Zo is bekend dat zowel in Nederland als in de Verenigde Staten per jaar 15% van de volwassen bevolking hulp zoekt wegens psychische problemen. Op Curaçao bedraagt dit percentage iets meer dan 3%. De situatie onder kinderen en jeugd vertoont een vergelijkbaar beeld. Verondersteld wordt dat de relatief lage consumptie meerdere oorzaken kent. De GGD noemt in haar beleidsrapport dat er onder de bevolking sprake is van een gebrek aan kennis van psychische en psychiatrische problematiek en dat goed inzicht in het hulpverleningsaanbod van de GGZ ontbreekt. Ook stelt zij dat er weinig inzicht is in de problemen bij degenen die een signalerende functie vervullen (bv. huisartsen, ouders, mantelzorg, leerkrachten). Een andere oorzaak is mogelijk de stigmatisering van personen met psychische problematiek waardoor er in algemene zin een neiging tot ontkenning is van de noodzaak om professionele hulp te zoeken in het geval van psychische nood. 2 2.3. Zorgaanbod De GGZ op Curaçao wordt aangeboden vanuit een relatief groot aantal instellingen waarvan in het onderstaande schema de belangrijkste zijn weergegeven. Hiernaast zijn binnen de sector meer dan 20 vrij gevestigde psychiaters en psychologen actief al dan niet werkzaam in een georganiseerd verband.2 GGZ-aanbieder 1. Stichting Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis dr. D.R. Capriles (Klinika Capriles) 2. Poliklinische psychiatrische en psychologische behandeling: 3 vrijgevestigde psychiaters en 16 psychologen 3. Fundashon PSI / “Skuchami” 4. Psychiatrische Afdeling van het Algemeen Ziekenhuis (PAAZ) 5. Stichting Brasami 6. 7. Fundashon pa Maneho di Adikshon (FMA) en Fundashon Speranza Stichting Birgen di Rosario1 8. 9. Fundashon Hugenholtz1 Fundashon Sonrisa 10. Zorg voor gehandicapten en daklozen met een psychiatrische component (Huize Tabitha) 11. Bon Futuro Forensische Observatie- en Begeleiding Afdeling (FOBA) Voorziening Ambulante, deeltijd, klinische psychiatrische hulpverlening Ambulante psychische en psychiatrische hulpverlening Ambulante psychische en psycho-sociale hulpverlening Klinische psychiatrische hulpverlening Intramurale verslavingszorg – verplichte opname Verslavingszorg Beschermd wonen psychogeriatrie Beschermd wonen psychogeriatrie Wonen en dagbesteding personen met een psychiatrische problematiek Beschermd wonen gehandicapten en daklozen met psychiatrische component Detentie van en behandeling aan gevangenen met een (acute) psychiatrische component 1 De GGD plaatst de psychogeriatrie onder de GGZ aangezien het om een DSM-diagnose gaat. De opmerking dient gemaakt te worden dat psychogeriatrie zich op een grensvlak begeeft van twee zorgterreinen, te weten GGZ enerzijds én Verpleging, Verzorging Ouderenzorg (VVO) anderzijds. 2.4. Knelpunten De GGZ kampt met een zekere mismatch tussen enerzijds de vraag naar zorg en anderzijds het aanbod van zorg in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin. De GGZ-instellingen geven zelf aan dat de toegankelijkheid en vraaggerichtheid van de GGZ momenteel te wensen overlaat. Een belangrijke dieperliggende oorzaak betreft het feit dat de GGZ zeer gefragmenteerd georganiseerd is en geen samenhangende beleidsontwikkeling kent; niet vanuit de overheid die tot op heden geen duidelijke regiefunctie vervult, maar ook niet vanuit de sector zelf die decennialang gekenmerkt werd door een gebrekkige samenwerking tussen de diverse zorgaanbieders. De cliënt ondervindt momenteel onmiskenbaar de nadelen van de afwezigheid van samenhangend beleid. Belangrijke knelpunten die een direct gevolg hebben voor het niveau en de kwaliteit van de GGZzorg zoals deze aan cliënten wordt geleverd, zijn de volgende: o Een onduidelijke afbakening van taken, activiteiten en werkvelden tussen GGZ-aanbieders. o Een onduidelijk en weinig effectief indicatie- en verwijssysteem. o Geen cliëntgericht, samenhangend aanbod voor patiënten die meerdere zorgaanbieders aandoen. o Een gebrek aan zorgvoorzieningen die aansluiten op de werkelijke zorgbehoefte van de cliënt (o.a. gebrek aan beschermde woonvormen volwassenen, klinische zorgvoorzieningen perosnen 2 Voor een uitgebreid overzicht van het totale GGZ-veld wordt verwezen naar de “Sociale Kaart GGZ instellingen, psychiaters en psychologen op Curaçao” (GGD mei 2008). 3 o o met dubbelproblematiek, voorzieningen KJP-psychiatrie, woonzorg gehandicapten met gedrags- en psychiatrische problematiek). Geringe mogelijkheden voor maatschappelijke participatie (arbeid, onderwijs, recreatie) ten gevolge van ondermeer een gebrek aan beleid en ondersteunende wet- en regelgeving en een lage acceptatiegraad van de psychiatrische patiënt binnen de samenleving. Een zwakke rechtspositie van de cliënt in combinatie met een beperkte cliëntenparticipatie Op het niveau van de GGZ-instellingen worden eveneens knelpunten ervaren die het beleidsmatig werken aan cliëntgericht zorgaanbod bemoeilijkt: o Gebrek aan inzicht in de omvang en samenstelling van de vraag naar GGZ-zorg. o Gebrek aan samenhang in ontwikkeling en uitvoering van beleid tussen de aanbieders binnen de GGZ. o Gebrek aan regie m.b.t. visie en beleid gericht op realiseren van samenhang binnen de GGZ. o Geen samenhangend en toereikend bekostigingsysteem. o Het dichtslibben van de klinische GGZ-voorzieningen mede veroorzaakt door zeer beperkte uitstroommogelijkheden. 4 3. VISIE 2020 VISIE 2020 kan worden beschouwd als een ambitieus, maar haalbaar geacht toekomstbeeld van de GGZ. Wij 1. 2. 3. 4. beschrijven VISIE 2020 aan de hand van een viertal dimensies: Niveau van de zorg Kwaliteit van de zorg Organisatie van de zorg Bekostiging van de zorg Niveau van zorg Hierbij gaat het primair om de vraag welke maatschappelijke en algemene zorginhoudelijke en maatschappelijke visie m.b.t. de positie van de GGZ wordt gehanteerd en wat de gevolgen zijn van deze visie in termen van het gewenste zorgaanbod. o Iedere burger heeft recht op een levenstandaard die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn, zowel in somatisch- , sociaal als geestelijk opzicht. Onder “gezondheid” wordt verstaan het lichamelijk, psychisch geestelijk en sociaal welbevinden van het individu en niet enkel de afwezigheid van ziekte of gebreken (Alma Ata, 1978, WHO/PAHO 2000). o Personen met een psychische of psychiatrische stoornis hebben recht op een zin- en betekenisvol leven wat ondermeer inhoudt een leven met anderen, net als anderen en acceptatie door anderen. o Omdat zin en betekenis in al dan niet grote mate ontbreken bij personen met een psychische of psychiatrische stoornis is het van belang dat zij een beroep kunnen doen op ondersteuning die gericht is op hun genezing of herstel. Herstel wordt hierbij omschreven als het individuele proces van het ontstaan van nieuwe zin en betekenis in het leven terwijl de persoon over de gevolgen van een psychiatrische problematiek heen aan het groeien is. Herstel is breder dan genezing; ook wanneer er bijvoorbeeld symptomen van de gevolgen van de psychiatrische stoornis blijven bestaan, kunnen mensen er mee leren omgaan en nieuwe zin en betekenis ontdekken of oude waarden hervinden. De situatie in 2020 kan als volgt worden beschreven: Mensen met een psychische of psychiatrische stoornis ontvangen ondersteuning die erop gericht is hen beter te laten functioneren zodat ze met succes en naar tevredenheid kunnen wonen, leren en sociale contacten kunnen hebben in de omgeving van hun keuze met zo min mogelijk professionele hulp. Een goede toegang tot het hulpaanbod van de GGZ is voor inwoners van Curaçao gewaarborgd. Via een waaier van voorzieningen wordt de cliënt zorg aangeboden. Het fundament van de GGZ wordt gevormd door een sterke ontwikkelde ambulante zorg. De ambulante zorg biedt vanuit een cliëntgerichte benadering passende zorg aan zowel chronische patiënten als niet-chronische patiënten. Ofschoon voor het merendeel van de cliënten geldt dat zij uitsluitend een beroep doen op ambulante zorgvoorzieningen, geldt voor patiënten met een chronisch ziektebeeld dat zij gedurende hun gehele leven zijn aangewezen op zorg. Deze patiënten doorlopen verschillende stadia waarbij geldt dat zij door hun veranderende zorgvraag afwisselend een beroep kunnen doen op voorzieningen voor ambulante zorg, klinische zorg, woonzorg en/of zorg gericht op maatschappelijk herstel. Voor de groep van psychiatrische patiënten geldt dat de samenhang tussen de diverse voorzieningen binnen de GGZ haar oorsprong vindt in zorgprogramma’s voor de specifieke doelgroepen. Een zorgprogramma kan worden gedefinieerd als een set afspraken over de zorgverlening aan een omschreven doelgroep, resulterend in een gemeenschappelijk kader voor organisaties, professionals en cliënten. Het aanbieden van hulp en zorg vanuit een cliëntenperspectief brengt mede met zich mede dat de GGZ met aanpalende sectoren (andere zorgsectoren, onderwijs, justitie, jeugdzorg, welzijnszorg) samenwerkt. Vermaatschappelijking van de GGZ is hiermee een feit. 5 Kwaliteit van de zorg Centraal staat de wijze waarop en de mate waarin, uitgaande van het niveau van zorg, GGZzorgaanbieders, in staat zijn de zorg een kwalitatieve invulling te geven. De Landsverordening Zorginstellingen biedt de wettelijke basis om als overheid te kunnen sturen op kwaliteit van zorg. De situatie in 2020 kan als volgt worden beschreven: o De overheid heeft in samenspraak met de GGZ-aanbieders, welke alle onderhevig zijn aan de Landsverordening Zorginstellingen, reële kwaliteitsnormen voor verantwoorde zorg, personeel en woonomstandigheden vastgesteld en ziet toe op de naleving hiervan. o De overheid heeft de financiële kaders geschapen die de zorginstellingen in staat stellen te voldoen aan de aan hen gestelde kwaliteitsnormen. Effectiviteit, cliëntgerichtheid en veiligheid van de zorg worden hierbij erkend als de belangrijkste dimensies. o De GGZ-aanbieders voeren beleid dat er op gericht is om aan de in het kader van deze wet ingestelde richtlijnen te voldoen. Hiernaast voldoen alle instellingen aan hun kwaliteitsrapportageplicht zoals deze voortvloeit uit de Landsverordening Zorginstellingen. o De GGZ-instellingen besteden in nauwe samenhang met bestaande zorgopleidingsinstituten continue aandacht aan scholing en deskundigheidsbevordering ter verbetering van de kwaliteit van zorgverlening. o Een kritische klant draagt bij aan kwaliteitsverbetering binnen de GGZ. Overheid en zorgaanbieders stimuleren het emancipatieproces van de cliënt op actieve wijze vanuit de gedachte dat patiënten een eigen en volwaardige stem dienen te hebben in de ontwikkeling en uitvoering van GGZ-beleid en in staat zijn hun aanspraken op zorg beter te doen laten gelden. Organisatie van de zorg Bij de organisatie van de GGZ wordt gedacht aan de wijze van samenhang tussen het zorgaanbod en de ontwikkeling hiervan. Het gaat hier niet alleen om de onderlinge relatie tussen GGZaanbieders maar ook die tussen de GGZ-aanbieders enerzijds en overige zorgaanbieders, onderwijsorganisaties waaronder scholen en maatschappelijke organisaties anderzijds. De situatie in 2020 kan als volgt worden beschreven: De organisatie van de GGZ kent voor wat betreft de klinische, poliklinische en ambulante zorg een vergaande samenhang. De GGZ is hiertoe particulier georganiseerd via een structuur waarbinnen grotendeels autonome GGZ-werkstichtingen opereren onder één moederstichting. Deze centrale moederstichting is verantwoordelijk voor het waarborgen van de samenhang in zorgaanbod. Ook andersoortige voorzieningen, zoals beschermde woonvormen en dagbesteding voor personen met een psychiatrische problematiek maken deel uit van de waaier van GGZ-voorzieningen. Deze samenhang in organisatie schept de voorwaarden om vanuit een instellingsoverstijgende benadering te werken aan een hoge mate van beleidsmatigheid, effectiviteit en doelmatigheid van zorg. De voordelen hiervan resulteren in een hogere mate van cliëntgerichtheid (‘juiste zorg op juiste plaats’). De nieuwe structuur vergemakkelijkt ook de afstemming tussen enerzijds zorgaanbieder(s) en anderzijds overheid en financier(s) waardoor de GGZ-ontwikkeling op een hoger niveau getild kan worden. Dit geldt ook voor de communicatie met overige stakeholders zoals zorginstellingen, scholen en maatschappelijke organisaties. 6 Bekostiging van de zorg Bij bekostiging van de GGZ gaat het om de positie van de overheid en financiers, de bekostigingsystematiek, de wijze en hoogte van budgettering, de verzekeringsvormen en de beschikbare wet- en regelgeving in dit kader. De situatie in 2020 kan als volgt worden beschreven: o Ten behoeve van de GGZ zijn voldoende financiële middelen beschikbaar ter realisatie van het afgesproken niveau en kwaliteit van zorg, waarbij een doelmatige inzet van middelen het uitgangspunt vormt. o De wijze van bekostiging stimuleert efficiëntie binnen de GGZ en draagt bij aan het realiseren van cliëntgerichte zorg. o Het circuit binnen de GGZ en de hiermee gemoeide kosten zijn controleerbaar en beheersbaar. 7 4. Toekomstagenda Onderstaand volgt een voorlopige toekomstagenda ter nadere uitwerking 1. Professionalisering van het indicatiesysteem en verwijsbeleid binnen de GGZ. Prioriteit dient te worden gegeven aan de verbetering van het systeem van (her)indicatie en doorverwijzing. Doel hiervan is het verbeteren van de samenhang tussen de diverse deelsystemen binnen de GGZ opdat de effectiviteit ervan verhoogd wordt. Een eerste stap hiertoe vormt het verkrijgen van een overzicht van de huidige deelsystemen en hun functioneren opdat de belangrijkste pijnpunten kunnen worden blootgelegd. Hierop volgt het ontwerpen van een hernieuwd systeem van indicatiestelling gevolgd door de implementatie ervan. 2. Aanpassing van de bekostigingsstructuur. Er dient een eerste serie van adviezen te volgen met als doel het komen tot een betere bekostigingsstructuur van de GGZ-sector. Deze adviezen geven richting aan het financieel beleid dat dient bij te dragen aan de realisatie van de GGZ-visie 2020: o Ten behoeve van de GGZ zijn voldoende financiële middelen beschikbaar ter realisatie van het afgesproken niveau en kwaliteit van zorg, waarbij een doelmatige inzet van middelen het uitgangspunt vormt. o De wijze van bekostiging stimuleert efficiëntie binnen de GGZ en draagt bij aan het realiseren van cliëntgerichte zorg. o Het circuit binnen de GGZ en de hiermee gemoeide kosten zijn controleerbaar en beheersbaar. In de tweede plaats dient op korte termijn aandacht te worden besteed aan de ontwikkeling van tarievendifferentiatie binnen de GGZ-verblijfszorg. Voor wat betreft deze verblijfszorg is het voorstel om te komen tot een vergoedingensysteem dat is gebaseerd op cliëntenprofielen. Op basis van het cliëntenprofiel kan de zorgintensiteit en woonsetting worden bepaald. Hierdoor is het mogelijk te komen tot een gedifferentieerde prijsstelling voor de diverse vormen van klinische voorzieningen en voorzieningen voor beschermd wonen binnen de GGZ. Binnen de ambulante zorg wordt gedacht aan het toewerken naar een geharmoniseerd tarievensysteem waarbij, ongeacht de betalende organisatie, vaste tarieven gelden voor een gestandaardiseerde set van GGZ-verrichtingen. 3. Onderzoek naar omvang, samenstelling en ontwikkelingen in de vraag en de afstemming van het aanbod hierop. Er dienen meerjaren volumeprognoses te worden gemaakt van de vraag naar GGZ-zorg. Mede op basis van de onderzoeksresultaten dient een beleid te worden uitgestippeld gericht op het investeren in en ontwikkelen van aanvullende GGZ-voorzieningen. 4. Ontwikkeling zorgaanbod voor complexe groepen waarvoor geldt dat nog onvoldoende aanbod aanwezig is. Voor bepaalde complexe doelgroepen van de GGZ ontbreekt het momenteel volledig aan geschikt zorgaanbod. Hierbij kan worden gedacht aan het deelterrein van de forensische psychiatrie en de doelgroepen kinderen en jeugdigen met psychiatrische problematiek, personen met verstandelijke beperkingen en aanvullende gedrags- en/of psychiatrische problematiek en de groep van chronische verslaafden met een aanvullende psychiatrische problematiek. Investeren in voorzieningen voor deze complexe groepen gaat gepaard met zorgvuldige en langdurige voorbereiding en de exploitatie ervan stelt hoge eisen aan het personeel en is relatief duur. Het is om deze redenen van groot belang dat de overheid zich duidelijk uitspreekt over de wenselijkheid om te komen tot ontwikkeling van het zorgaanbod ten behoeve van de hier genoemde groepen. 8 5. Reorganisatie van het GGZ-aanbod op basis van principe ‘bestuurlijk groot, uitvoering klein’ en doelgroepenbenadering. De directies van Klinika Capriles, PSI en FMA werken al enige tijd toe naar een situatie waarin de activiteiten van de afzonderlijke organisaties deel zullen uitmaken van één grote bestuurlijke eenheid. Als zodanig bereidt Klinika Caprlies momenteel de opzet van een juridische entiteit voor die als centrale stichting voor de GGZ zal fungeren ter waarborging van de samenhang in zorgbeleid waarvoor de werkstichtingen die ressorteren onder de centrale stichting verantwoordelijkheid dragen. 6. Ontwikkeling GGZ-beleid. De GGZ-beleidsnota zoals opgesteld door de GGD in combinatie met het onderhavige GGZvisiedocument vormt een uitstekende basis voor verdere beleidsontwikkeling binnen de GGZ waarvoor overheid en instellingen een gedeelde verantwoordelijkheid dragen. De vier dimensies ‘niveau’, ‘kwaliteit’, ‘organisatie’ en ‘bekostiging’ van GGZ dienen in samenhang met elkaar tot verdere ontwikkeling te worden gebracht. het zal duidelijk zijn dat de te boeken resultaten op de terreinen zoals vermeld in deze toekomstagenda mede de beleidsontwikkeling op middellange en lange termijn zullen bepalen. Tenslotte geldt dat ook de zorginhoudelijke visie op de GGZ zal moeten worden vertaald in tastbaar GGZ-beleid. Naar de mening van de zorgsector zal hierbij accenten moeten worden gelegd op de onderstaande onderwerpen: a. het versterken van de ambulante GGZ-functie inclusief preventie. b. het bevorderen van de maatschappelijke participatie. c. het invoeren rehabilitatiebenadering binnen de psychiatrie. d. het invoeren van zorgprogrammering gericht op de belangrijkste doelgroepen binnen de psychiatrie. 9