Hoorcollege Calculus I - 13-09-2011 Carlos Bril, Uit Calculus. Early transcendentals. Sixth Edition (International Student Edition) by James Stewart 16-09-2011, Revised/Rebuild - September 25, 2011 1 1 1 VERVOLG COMPLEXE GETALLEN Vervolg Complexe Getallen 1.1 Example: 2 z +√z + 1 = 0 geeft: √ −1± 1−4 = − 12 ± 12 i 3. 2 Deze heeft de vorm z = x + iy, die we gewend zijn bij Complexe Getallen. 1.2 e-machten en/als Complexe Getallen Complexe getallen kunnen ook in e-machten gebruikt worden: ez = ex ∗ eiy . Let hierbij op dat het Reële deel ex (oftewel ex ∈ Re) is, en het Imaginaire deel eiy (oftewel eiy ∈ Im). Deze laatste gaan we dan weer herschrijven: eiy ≡ cos(y) + isin(y)1 . Dat dit zo is kunnen we aan een paar dingen afleiden: In z = r(cos(θ) + isin(θ)) is rcos(θ) het Reële deel en risin(θ) het Imaginaire deel. r zelf is een reel getal, en hoort dus niet bij het ”Imaginaire deel”. Verder, laten we kijken naar een belangrijke eigenschap van een e-macht: Als je een e-macht differentieert krijg je die zelfde e-macht maal een constante (meestal 1). Als de definitie geldt moet dit dus ook waar zijn voor eiy = cos(y) + isin(y): [eiy ]0 = [cos(y) + isin(y)]0 ⇔ ieiy = −sin(y) + cos(y) ⇔ ieiy = i(cos(y) + isin(y)) ⇔ eiy = cos(y) + isin(y). Dit klopt! Als laatste nu de definitieve vorm voor Complexe Getallen: z = r ∗ eiθ met r, θ die cordinaten geven in het complexe vlak. 1.3 Euler’s Identity Als een extra weetje, stel dat we voor y = π invullen, hieruit volgt: eiπ = cos(π) + i sin(π) ⇔ e iπ = −1 + i ∗ 0 ⇔ e iπ = 0 +1 Deze formule eiπ + 1 = 0 wordt ook wel de Euler Identiteit genoemd en wordt geroemd om het feit dat deze formule 5 basisgetallen uit de wiskunde bij elkaar zet: e, π, i, 1 en 0. Volgens wikipedia: 1 Deze formule wordt ook wel de Euler formule genoemd naar haar bedenker, zie http://en.wikipedia.org/wiki/ Euler’s_formula 2 1.4 Another Example 1 VERVOLG COMPLEXE GETALLEN Euler’s identity is considered by many to be remarkable for its mathematical beauty. These three basic arithmetic operations occur exactly once each: addition, multiplication, and exponentiation. The identity also links five fundamental mathematical constants: • The number 0, the additive identity. • The number 1, the multiplicative identity. • The number π, which is ubiquitous in trigonometry, the geometry of Euclidean space, and analytical mathematics (π = 3.14159265...) • The number e, the base of natural logarithms, which occurs widely in mathematical and scientific analysis (e = 2.718281828...). Both π and e are transcendental numbers. • The number i, the imaginary unit of the complex numbers, a field of numbers that contains the roots of all polynomials (that are not constants), and whose study leads to deeper insights into many areas of algebra and calculus, such as integration in calculus. 1.4 Another Example ez = −1 ⇔ ex eiy = −1, dus r = ex en θ = y ⇔ 1 ∗ ei(π+k∗2π) = −1.[2 ] ex = 1 ∧ eiy = ei(π+k∗2π) ⇒ x=0 ∧ y = π + k ∗ 2π Dus {x, y} : {0, π + k ∗ 2π}. Hieraan kunnen we al zien dat alle oplossingen van deze gelijkheid op de Im-as liggen, immers, x = 0. Zie figuur 1. Figure 1: Oplossingen voor ez = −1 3 1.5 1.5 Yet Another Example 1 VERVOLG COMPLEXE GETALLEN Yet Another Example z2 = 1+i z = reiθ ⇔ z2 = r2 e2iθ 3 ⇔ i in poolcordinaten kun je zien als: r = θ = z2 2 ( r e 2iθ) √ r2 = 2 √ 4 r= 2 = = ∧ ∧ √ (12 ) + (12 ) = 2, 1 π arctan = + 2kπ,1 + i 1 4 1+i⇔ √ i( π +2kπ 2e 4 ⇒ p π e2iθ = ei( 4 +2kπ π θ = + kπ 8 4 = √ π 2ei( 4 +2kπ