MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU UNIFORM HEREXAMEN VWO 2010 VAK DATUM TIJD : GESCHIEDENIS : MAANDAG 26 JULI 2010 : 10.45 – 12.45 UUR N.B. DEZE TAAK BESTAAT UIT 5 PAGINA’S EN 6 OPDRACHTEN Correctie model Modelantwoorden zijn richtinggevend. Andere antwoorden van gelijke strekking zijn ook goed te rekenen. In geval van twijfel(bij grote afwijkingen van het correctiemodel) kan een bespreking met minstens één lid van de opstellingscommissie plaatsvinden. Soms kan een bepaalde formulering een heel ander antwoord mogelijk maken dan de opstellers hadden voorzien. l. Imperialisme heeft zich in de loop van de geschiedenis voortdurend voorgedaan. Vanaf de 16e eeuw kregen imperia een ander karakter. Veel wetenschappers hebben zich beziggehouden met theorieën over imperialisme en terreinen waarop het imperialisme betrekking had. (2) 1. Welke imperialisme theorie gaat ervan uit dat het imperialisme de wereld ten goede zou komen? Klassiek economische imperialisme theorie. 2. Noem een voorbeeld op van het godsdienstig imperialisme. De kruistochten in de Middeleeuwen/ de verspreiding van de Islam 3. Geef vier uitingsvormen aan van het informeel imperialisme. Protectoraten/ pachtverdragen/ ongelijke verdragen/ het stichten van factorijen. (2) (4) ll. Als gevolg van het moderne imperialisme kwamen tussen 1870-1914 Afrika en grote delen van Azië onder controle van westerse mogendheden. In de strijd om koloniën ging Engeland de andere Europese landen voor. De voorsprong van Engeland was te danken aan diverse factoren. (2) 1. Welke belangrijke ontwikkeling in Europa heeft geleid tot de overgang van het handels- in het industrieel kapitalisme? De Industriële revolutie. 2. Verklaar aan de hand van twee factoren de voorsprong van Engeland in de strijd om koloniën. De beheersing van de wereldzeeën/ grote beroepsbevolking in Engeland/ kapitaal dat geïnvesteerd werd in technische uitvindingen. (4) Pagina 1 van 5 (2) (4) 3. Noem twee gevolgen op van het imperialisme voor Afrika. De Afrikaanse kolonies werden onderworpen en gebruikt grondstoffenleveranciers en afzetgebieden/Afrika werd volledig opgedeeld. 4.Toon middels twee punten aan hoe het imperialisme de samenlevingen in Azië heeft beïnvloed. Lagere opbrengsten aan voedselgewassen/ de dalende consumptiepeil. als 111. In de eerste helft van de 20e eeuw was in de meeste koloniën het nationalisme en het streven naar onafhankelijkheid sterk toegenomen. In deze fase van het nationalisme waren de leiders onder andere Gandhi, Ho Chi Minh en Soekarno. Deze leiders raakten geïnspireerd door westerse ideeën zoals democratie, vrijheid en nationalisme. De Tweede Wereldoorlog versnelde dit proces van het streven naar bevrijding nog meer. (4) 1. Geef twee punten aan waarvoor het nationalisme streed in de koloniën. Onafhankelijkheid/ dekolonisatie/ ontwikkeling 2. Van welke fase van het nationalisme is er hier sprake? Noem ook een kenmerk van deze fase op. Intellectueel of bourgeois nationalisme: onderwijs/ de opkomst van een kapitalistische en een middenklasse in de koloniën. 3. Toon met behulp van twee voorbeelden aan hoe de Tweede Wereldoorlog een versnelling bracht in het dekolonisatieproces van de koloniën. Landen met grote koloniale gebieden waren verzwakt uit de oorlog tevoorschijn gekomen/ De rol van de VN en het zelfbeschikkingsrecht. (4) (4) De ontwikkeling van het imperialisme tot 1914 De periode 1870-1914 wordt gekenmerkt door een aantal belangrijke veranderingen in de politieke en sociaal economische structuren in de relatie tussen Europa en de rest van de wereld. Sinds het einde van de 19e eeuw was het belangrijkste thema in deze verhouding de Europese expansie. Voor 1500 was er sprake van een aantal gelijkwaardige grote wereldbeschavingen. Door het technische, militaire en economische overwicht, nam Europa daarna steeds duidelijker de leiding. Geleid door hebzucht, goudkoorts, avonturisme, zendingsdrang of handelsgeest, begon de Europese macht overal op aarde voelbaar te worden. De vorm waarin dat gebeurde was nogal verschillend en werd bepaald door de verhouding tussen de kracht van de Europeanen en het verzet waarop de Europeanen stuitten. In Amerika stichtten de Europeanen vestigingskoloniën. Deze ontwikkelden zich zo voorspoedig, dat zij aan het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw in staat waren hun onafhankelijkheid te bevechten. In Azië en Afrika was de Europese invloed veel geringer en beperkten de Europeanen zich aanvankelijk tot het stichten van handelskoloniën in de kustgebieden. Pagina 2 van 5 Zij bedongen handelsmonopolies om Europese concurrenten buiten te sluiten en hieven tribuut in de vorm van producten die voor de Europese markt aantrekkelijk waren. Zij grepen niet in de bestaande productiewijzen in, maar beperkten zich tot het drijven van handel op cash and carry-basis in producten die de bestaande inheemse economie voortbracht. Annexatie zou de Europeanen voor de gigantische taak hebben gesteld een bestuurssysteem te ontwikkelen. Hierdoor bleven de traditionele sociale, politieke en economische structuren van Afrika en Azië tot de 19e eeuw intact. Aan het begin van de 19e eeuw nam de drang bij de Europese mogendheden om nieuwe koloniën te verwerven af. Dat had twee oorzaken. Door de onafhankelijkheidsoorlogen op het Amerikaanse continent hadden de Europeanen ingezien dat het voor een moederland zeer moeilijk, zo niet onmogelijk was koloniën tegen hun wil te behouden. Anderzijds werd halverwege de 19e eeuw koloniaal bezit steeds meer gezien als ouderwets en achterhaald. Moderner leek de informele invloed die met name Engeland in Latijns-Amerika toepaste. Hierdoor waren zij in staat om hun commerciële belangen veilig te stellen zonder de soevereiniteit van het land aan te tasten. Toch breidden de Europese bezittingen in de loop van de 19e eeuw langzaam uit. De veroveringen waren mede het gevolg van wankele regimes die hun positie wilden verbeteren door spectaculaire overzeese successen. Tussen 1870-1914 kwam er een radicale verandering in de Europese expansiedrang en namen veroveringen in versneld tempo toe. Vrijwel geheel Afrika en grote delen van Azië werden onder Europese bestuur gebracht. De Europeanen begonnen ook hun koloniën systematischer te exploïteren. Om winstgevende producten te verkrijgen, werd de productie op moderne, kapitalistische manier aangepakt. Verder werd de infrastructuur verbetert door de aanleg van spoorwegen, havens en scheepvaartverbindingen. Voor de kapitaaltoevoer werden banken en verzekeringsmaatschappijen gecreëerd. Niet alleen op economisch gebied nam de penetratie van de Europeanen toe, maar ook hun ideeën werden steeds verder verspreid. In de eerste plaats het christendom. Op den duur werden invloedrijker liberalisme, socialisme en vooral nationalisme. Een gevolg hiervan was de opkomst van een kleine inheemse elite die een Europese opleiding had genoten om in het bestuur te assisteren en met de Europeanen samen te werken. Vrij bewerkt naar: P.A.J. Calje en J.C. den Hollander: De Nieuwste Geschiedenis. Overzicht van de algemene, contemporaine geschiedenis vanaf 1870 tot heden. (Zutphen, 1996) lV. Tekstinhoudelijke vragen (2) 1. Noem een kenmerk op van de periode 1870-1914. De Europese expansie/ wedijver om koloniën. 2. Waardoor was Europa na 1500 in staat de leiding in de wereld over te nemen? Door het technisch, militair en economisch overwicht. 3. Noem vier motieven op van het Europese imperialisme van vóór 1870. Hebzucht, goudkoorts, avonturisme, zendingsdrang en handelsgeest. (2) (2) Pagina 3 van 5 (2) (2) (2) (2) (2) (2) 4. Geef twee factoren aan die bepalend waren voor het Europese imperialisme voor 1870. De verhouding tussen de kracht van de Europeanen en het verzet waar de Europeanen op stuitten. 5. Welk economisch systeem pasten de Europeanen in de vestigingskoloniën toe? Het drijven van handel op cash and carry-basis. 6. Geef twee oorzaken aan voor de afgenomen drang van Europa om aan het begin van de 19e eeuw koloniën te verwerven. De onafhankelijkheidsoorlogen/ feitelijke annexaties bleken niet langer nuttig. 7. Wat was het motief voor de uitbreiding van de Europese bezittingen in de loop van de 19e eeuw? Pogingen van het wankel regime om zijn positie te verbeteren door spectaculaire overzeese successen. 8. Noem twee radicale veranderingen op van het imperialisme gedurende 1870-1914. Het versnelde tempo van de Europese expansie/ de Europeanen begonnen hun koloniën systematischer te exploïteren. 9. Wat was het gevolg van het Europese onderwijs in de koloniën? De opkomst van een kleine inheemse elite die een Europese opleiding had genoten om in het bestuur te assisteren en met de Europeanen samen te werken. V. Tekstgerelateerde vragen (2) 1. Noem twee vormen op van het imperialisme die in de tekst voorkomen. Vestigingskoloniën/ handelskoloniën 2. Hoe uitte het Europese imperialisme in Amerika in de 16e eeuw zich in vergelijking tot Afrika? In Amerika werden in de 16e eeuw al vestigingskoloniën gesticht, terwijl in Afrika het beperkt bleef tot het stichten van handelskoloniën in de kustgebieden. 3. Noem twee overeenkomsten op van het imperialisme in Afrika en Azië vanaf de 19e eeuw tot de Eerste Wereldoorlog. Bij beide werelddelen was er sprake van vestigingskoloniën/ grote uitbuiting en ontwrichting van de Inheemse samenlevingen. 4. Hoe heet de fase van het imperialisme die duurde van 1870-1914? Het moderne Imperialisme. 5. Leg uit waarom leiders in de overheerste gebieden zich minder vaak verzetten tegen het informeel imperialisme. De indruk bestond dat hun belangen bij het informeel imperialisme eerder gediend werden, dan bij het formeel imperialisme. 6. Toon aan hoe ideologie ook is gebruikt om de bevolking in de overheerste gebieden te onderwerpen. White man’s burden/ het christendom 7. Noem twee positieve gevolgen op van het moderne imperialisme voor de koloniën op economisch gebied. Verbetering van de infrastructuur/ oprichten van bedrijven en banken. 8. Welke veranderingen bracht het imperialisme op politiek-bestuurlijk gebied voor de koloniën? Op westerse leest geschoeide wetgeving/ traditionele bestuursambtenaren werden vervangen door Europees geschoolden. (4) (4) (2) (4) (4) (4) (4) Pagina 4 van 5 Vl. Na beëindiging van het kolonialisme grepen de Europese machthebbers naar andere middelen om hun belangen te beschermen. Hiermee trad een nieuwe fase van onderdrukking in. Tijdens deze fase is er geen sprake van rechtstreekse politieke bemoeienis, maar wel van indirecte overheersing. (2) 1. Welke fase van het imperialisme vangt aan na de onafhankelijkheid? Neo-kolonialisme. 2. Toon met een voorbeeld op politiek en een voorbeeld op economisch gebied aan hoe de Europeanen hun belangen na staatkundige onafhankelijkheid bleven behartigen. Conservatieve regeringen aan de macht helpen/ onderhouden van diplomatieke banden. 3. Op welke twee manieren vindt rechtstreekse militaire beïnvloeding na de onafhankelijkheid plaats? Aanleg militaire basis/ militaire verdragen 4. Leg uit waarom de invloed van het westen op Cuba na de Cubaanse revolutie gering was. Cuba stond onder invloed van het communistische SU. (4) (2) (4) CIJFER = SCORE + 10/ 10 Pagina 5 van 5