Atjeh-oorlog 1873 tot 1903

advertisement
Geschiedeniswerkplaats – 2h/v – 6.3
6.3 Europese wereldrijken
Begrippen
Conferentie: bijeenkomst, vergadering van bijvoorbeeld regeringsleiders
Guerrilla: oorlog met kleine strijdgroepen die zich onder de bevolking verschuilen en
toeslaan met aanslagen en andere kleine aanvallen
Inheems: uit het land zelf (autochtoon)
Invloedssfeer: gebied waar een staat invloed heeft
KNIL: Koninklijk Nederlands-Indisch Leger
Modern imperialisme: de Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor
grote koloniale rijken ontstonden
Protectoraat: land waarover een ander land heerst
Jaartallen
1869: opening van het Suez-kanaal
1873: begin Atjeh-oorlog
1903: einde Atjeh-oorlog
Samenvatting
The White Man’s Burden
- Auteur: Rudyard Kipling
- Gedicht ‘De last van de blanke’
- Essentie gedicht: blanken hebben niet alleen het recht, maar ook de plicht om de
wereld te overheersen. Waar de blanke kwam, kwam een eind aan wrede oorlogen,
honger, ziekten en ander leed.
Rond 1870 begon het modern imperialisme.
 Europese landen stichtten wereldrijken door hun koloniaal bezit in Afrika en Azië
sterk uit te breiden.
Belangrijkste koloniale mogendheden:
- Groot-Brittannië
- Frankrijk
Protectoraat
Land waarover een ander land heerst
Voorbeeld van een land die in naam onafhankelijk was, maar in feite door Europeanen
bestuurd werd  Egypte  Werd bestuurd door Britten.
Brits-Indië
Kolonie van Groot-Brittannië.
“Het juweel in de kroon van het Britse rijk’
Bestond uit: India, Pakistan, Bangladesh en Birma.
Nederland – koloniën
-
Nederlands-Indië (Indonesië)
Suriname
Nederlandse Antillen: Aruba, Bonaire, Curacao, Saba, Sint Maarten en Sint Eustatius)
 De Nederlandse machtsuitbreiding kwam vooral op gang na de opening van het Suezkanaal in 1869.
Guerrilla = oorlog met kleine strijdgroepen die zich onder de bevolking verschuilen en
toeslaan met aanslagen en andere kleine aanvallen
Atjeh-oorlog 1873 tot 1903
-
-
-
Atjeh  eind van de 19e eeuw een onafhankelijk gebied in het noordwesten van
Sumatra.
Na de opening van het Suezkanaal in 1869 werd het gebied steeds belangrijker
Europese handelsschepen voeren vanaf dat moment niet meer onder Sumatra door,
maar boven. Door de Straat van Malakka.  daarbij passeerden de schepen op hun
handelsreis voortaan het onafhankelijke Atjeh.
De verandering van de handelsroute leverde daarom problemen op.  schepen
werden aangevallen door piraten. Het was moeilijk voor de sultan om de piraterij te
stoppen.
Nederland stuurde daarom troepen Atjeh te onderwerpen.
Gevolg: verhouding tussen Nederland en onafhankelijke Atjeh verslechterde.
Het KNIL veroverde en verwoestte grote gebieden, maar daarna werden militaire
posten en patrouilles telkens weer overvallen
Pas in 1903 had Nederland Atjeh onder controle.
Hoe konden Europeanen enorme gebieden zoals Afrika onderwerpen?
- Belangrijke oorzaak: door de industrialisatie waren ze veel beter bewapend en
georganiseerd.  ze vochten met moderne vuurwapens, terwijl de oorspronkelijke
bevolking met speren, kapmessen verouderde geweren vocht.
In Afrika en Azië bestond nog geen nationalisme  Europeanen konden verschillende
stammen tegen elkaar uitspelen en deel van het bestuur bijvoorbeeld overlaten aan de
inheemse vorsten of edelen die samen wilden werken.
Waarom wilden de Europeanen overzeese rijken?
- Nationalisme is een oorzaak: ze wilden een groot wereldrijk vanwege hun nationale
trots.
- Bovendien vonden ze dat ze het recht hadden om te heersen  blanken vonden
zichzelf in deze tijd superieur.  Er was ook een deel dat de primitieve volkeren in
Azië en Afrika juist vooruit wilde helpen
- Kapitalisme was ook een oorzaak.  Koloniën leverden de kapitalisten grondstoffen
en afzetgebieden op.
Oorzaken in het kort van modern imperialisme
- Nationalisme
- Blank superioriteitsgevoel
- Economische winst (kapitalisme)
Download