Het Vlaamsch in den Kongo. Gepubliceerd op 7 september 1912 Ook in onzen Kongo beginnen de Vlamingen zich te roeren. Niet onder eenige overgewaaide Vlaamsche heethoofden, maar onder de hoogste standen, in officiëele kringen. Dezer dagen toch werd het eerste Vlaamsch vonnis in onze kolonie geveld. Dit feit zou bij den eersten aanblik als gering kunnen beschouwd worden, maar wanneer we weten dat er gedurende een kwart eeuw in den Kongo geen enkel vonnis in 't Vlaamsch werd geveld en het als 't ware moreel onmogelijk was dit te doen, dan krijgt deze gebeurtenis eene allergrootste beteekenis en zal ze in latere tijden met fierheid worden aangewezen. We willen hier niet uitweiden over al de schier onoverkomelijke moeilijkheden en de eindelooze tegenwerkingen die de bewerkers van dit Vlaamsche vonnis moeten onderstaan hebben. Noch willen we reppen over den eigenlijken grond van het vonnis, dat op een banale kwestie rust, enkel willen we voor hetgeen aangaat het gebruik der Vlaamsche taal, het volgende uit het vonnis lichten. Eerst dient echter vermeld, dat de rechtbank was samengesteld door de heeren V. Gelders, plaatsvervangend rechter, A. Van Tomme, openbaar ministerie en G. Serlez, plaatsvervangend griffier. Als burgerlijke partij trad op Mr Victor Jacobs junior. zeker zou eene bijzondere wet noodig zijn om in zekere gevallen het gebruik van het Vlaamsch namelijk voor te schrijven, maar het schijnt even zoo zeker, dat de woorden van het artikel 3 "het gebruik der talen vrij is" voor gevolg hebben alle verplichtende regelen in zake van taalgebruik te voren bestaande af te schaffen; en het is ongetwijfeld gelijkvormig met de klaarblijkelijke bedoeling van de wetgever, in de maat der plaatselijke mogelijkheden de rechten in het vaderland aan de Belgen verzekerd tot op het koloniale gebied uit te strekken. In deze zaak is geene onmogelijkheid; het feit dat de verschijnende betichte alleenlijk de Vlaamsche taal machtig is, dat in die taal verscheidene getuigen ondervraagd werden, en dat de vorderingsrede van het openbaar ministerie in het Vlaamsch werd uitgesproken, maken het der rechtbank, volgens hare meening, eene zedelijke alhoewel niet wettelijke plicht aan het gewoonlijk gebruik dar Fransche taal eene uitzondering te maken.” We kunnen ons dan ook volmondig aansluiten bij de woorden door Hector Lebon onder het vonnis in het Rechtskundig Tijdschrift geschreven. Het gebruik der talen is tot hiertoe niet duidelijk opgelost voor onze koloniale rechtbanken. Het ligt in de bedoeling van den minister van koloniën, die kwestie in 1913 te doen regelen. Wij twijfelen niet of minister Renkin zal daarbij indachtig zijn, “Aangezien het openbaar ministerie en de dat de Vlamingen zoowel als de Walen het vertegenwoordiger der burgerlijke partij de recht hebben Kongo als een brok van hun rechtbank verzoeken het oordeel in het eigen land te aanschouwen, alsook dat de Vlaamsch uit te spreken, om reden dat deze kolonisatie beslist in onmin zou staan bij alle de eenige taal is die betichte verstaat; indien Vlamingen, mocht men er ooit aan denken het ononderbroken gebruik der Fransche taal één hunner in de kolonie te laten vervolgen in de kolonie gedurende ongeveer een vierde en veroordeelen in eene taal, die hij niet van eene eeuw zou moeten aanzien worden verstaat. als zijnde een verplichte regel geworden, In afwachting brengen wij hulde aan de zooals de uitlegger der koloniale grondwet baanbrekers onzer taal in Katanga, het het denkt (Halewijck, La Charte coloniale, nr. 52, in fine, blz. 117 en nr. 57 b. in fine 132); nochtans is deze rechtbank van meening dat de grondwet van 18 October 1908, artikel 3, de verplichtende waarde van dit gebruik afgeschaft heeft, derwijze dat zij het gebruik van andere talen dan de Fransche in voordeel van de Belgen en de Kongoleezen vrij gemaakt heeft; buurland van Nederlandsch Zuid-Afrika; aan den substituut die rekwireerde, aan den rechter die oordeelde en niet het minst aan den advocaat der burgerlijke partij Mr Victor Jacobs junior, die zeker wel de bel aan dit vaderlandsch betoog zal gebonden hebben en vooruit zal meegemaakt hebben het plezier der ontvangst van zijn eerste Vlaamsch vonnis in de redactie van het R. T., waarvan hij nog voor een paar jaar een ieverig medelid was.