De nieuwe Wet op de Onderhoudsbijdrage voor kinderen Caroline Rabaut Orthopedagoge In opdracht van CABB vzw Met dank aan Ghislain Duchateau van de webstek Goudi voor zijn aanbevelingen voor de tekst. Onderhoudsgelden voor kinderen Op 21 april 2010 verscheen in het Belgisch staatsblad de Wet van 19 maart 2010 tot bevordering van een objectieve berekening van de door de ouders te betalen onderhoudsbijdragen voor hun kinderen. Deze nieuwe Wet moet de willekeur omzetten in duidelijke regels bij het bepalen van het onderhoudsgeld voor kinderen. De nieuwe Wet gaat in op 1 augustus 2010. Aangepaste omschrijving van de inhoud van de onderhoudsplicht van de ouders Art. 203 Burgerlijk Wetboek (wet 19.03.10) § 1. De ouders dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van het kind. § 2. (Nieuw) Met middelen wordt o.a. bedoeld alle beroepsinkomsten, roerende en onroerende inkomsten van de ouders, alsook alle voordelen en andere middelen die hun levensstandaard en deze van de kinderen waarborgen. Omschrijving van het soort kosten waarin beide ouders dienen bij te dragen 1.Gewone kosten Zijn alle gebruikelijke kosten m.b.t. het dagelijkse onderhoud van het kind. De onderhoudsbijdragen dienen jaarlijks aangepast te worden aan het indexcijfer der consumptieprijzen door de ouder die de onderhoudsbijdragen betaalt. 2.Buitengewone kosten (ruimer bekeken) Zijn noodzakelijke of onvoorzienbare uitgaven die voortvloeien uit toevallige of onvoorziende gebeurtenissen. Dit zijn kosten die niet met de gewone onderhoudsbijdragen betaald kunnen worden zoals b.v. medische kosten, schoolkosten, sportkampen, In grote trekken kunnen ze worden ingedeeld in de volgende drie categorieën: 1° de gezondheidstoestand van het kind (belangrijke (para)medische uitgaven zoals hospitalisatiekosten, chirurgische ingrepen, bijzondere medische behandelingen,...); 2° de opleiding van het kind (inschrijvingsgeld, kosten van hogere studies, studiemateriaal, schoolreizen,...); 3° de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind (taalkampen, culturele activiteiten, sportkampen,...). 2 - medische kosten als daar zijn: de medische uitgaven n.a.v. hospitalisatie, thuisverpleging, orthodontie, kosten van gespecialiseerde medische of tandheelkundige onderzoeken, als daar zijn: radiologie, scanner, echografie, kinesitherapie, logopedie, bril of lenzen, steunzolen en zulks na verrekening van iedere tussenkomst van mutualiteit, hospitalisatieverzekering of elke andere derde; - schoolkosten als daar zijn: de schooluitgaven m.b.t. de meerdaagse schoolreizen in middelbaar en hoger onderwijs, het inschrijvingsgeld, de studieboeken en -materiaal in het hoger onderwijs, de gebeurlijke huur van een studentenkamer in het hoger onderwijs, de aanschaf van een laptop, de inschrijvingsgelden, de vervoerskosten van en naar school, zoals o.m. trein- en/of busabonnement; - naschoolse kosten als daar zijn: taalcursussen en taallabo, lid- en inschrijvingsgeld van balletschool, sportclubs, dans- sport- en taalkampen of stages, specifieke hobbykleding, muziekcursussen, muziekkampen en stages, huur of aankoop van muziekinstrumenten, sportmateriaal, cursussen en boeken, vakanties via de ziekenkas, basketkampen, chirobivakken, enz.; - kosten voor het behalen van een rijbewijs; (hier specifiek geëist)en dit met ingang van 01 december 2007, op voorlegging van de stavingstukken van bedoelde uitgaven. Een Alternatieve vorm voor deze gewone en buitengewone kosten, b.v. bij betwistingen over het aandeel van iedere ouder in de onderhoudskosten, is de kindrekening. De kindrekening zorgt voor meer transparantie en wordt op naam van de ouders en niet van het kind geopend. De kindrekening kan op aanvraag van de ouders maar kan eveneens verplicht worden opgelegd door de Rechter. Indien de Rechter het gebruik van zo’n kindrekening oplegt, moet hij in zijn vonnis minstens volgende elementen bepalen: 1. De bijdrage van elk der ouders in de kosten bedoeld in artikel 203, § 1 BW, alsook de sociale voordelen die aan het kind toekomen (in het bijzonder de kinderbijslag) die op deze kindrekening gestort dienen te worden; 2. Het maandelijks tijdstip waarop deze onderhoudsbijdragen en sociale voordelen op de kindrekening gestort dienen te worden; De term ‘maandelijks’ werd ingelast bij wijze van amendement in de Senaat, dat gevolg gaf aan een suggestie van de Hoge Raad voor de justitie, teneinde gebeurlijk klacht en vervolging wegens familieverlating op grond van artikel 391 Strafwetboek toe te laten, vermits in deze bepaling sprake is van maandelijkse betalingen. 3. De wijze waarop over de op deze kindrekening gestorte sommen kan worden beschikt; 4. De kosten die betaald kunnen worden met deze gelden; 5. De organisatie van het toezicht op de uitgaven die met kinderen gedaan worden; 6. De manier waarop de tekorten op de kindrekening aangevuld zullen worden; 7. De bestemming van de overschotten die op deze kindrekening gestort worden. Wanneer de onderhoudsbijdragen twee opeenvolgende maanden niet worden betaald kan men loondelegatie (= onderhoudsgelden van het loon ingehouden via de werkgever of uitbetalingkas) doen uitvoeren via een schrijven gericht aan de bevoegde Rechtbank met toevoeging van het vonnis. 3 Verplichting tot vermelding van de relevante parameters en aanscherping van de motiveringsplicht Behoudens akkoord van de partijen over het bedrag van de onderhoudsbijdrage in het belang van het kind, waarbij elke ouder verplicht is alle stukken bij te brengen, vermeldt elke rechterlijke beslissing 8 parameters: 1. Aard en bedrag van de middelen van elke ouder = inkomsten van de ouders 2. Gewone kosten waaruit budget van het kind is samengesteld alsook de manier waarop die begroot zijn (dus aangeven hoeveel het kind kost) 3. Aard van de buitengewone kosten + deel van deze kosten dat elke ouder draagt + modaliteiten voor de aanwending (aangeven welke concrete kosten ...) 4. Verblijfsregeling + bijdrage in natura van elke ouder in het levensonderhoud van het kind volgens deze regeling 5. Bedrag van de kinderbijslag, sociale en fiscale voordelen van alle aard die elke ouder voor het kind ontvangt 6. Inkomsten die elke ouder ontvangt uit het genot van de goederen van een kind (zijn eerder uitzonderlijk) 7. Aandeel van elke ouder in kosten van kind en onderhoudsbijdrage én modaliteiten voor aanpassing 8. Bijzondere omstandigheden van de zaak die in acht genomen zijn De Rechter heeft motiveringsplicht d.w.z. hij moet in zijn vonnis verduidelijken en motiveren op welke wijze hij de 8 bovenstaande parameters in acht nam. Onderhoudsbijdrage van rechtswege wordt aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen In art. 5 van de wettekst wordt een art. 203quater toegevoegd. Dat stelt dat zowel in een vonnis als bij een overeenkomst in onderlinge toestemming de. De aanpassing moet van rechtswege worden aangepast om de twaalf maanden. “Deze basisbijdrage is gebonden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand die voorafgaat aan de maand waarin het vonnis (of de EOT-overeenkomst) dat de bijdrage van elk van de ouders bepaalt, wordt uitgesproken (of wordt afgesloten). De aanpassing wordt op de onderhoudsuitkering toegepast vanaf de vervaldag die volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het in aanmerking te nemen nieuwe indexcijfer. De regel van drie moet blijvend worden toegepast: basisbijdrage (b.v. 200 euro) vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer gedeeld door het indexcijfer van de maand voorafgaand aan de maand van het vonnis of van het afsluiten van de EOT-overeenkomst. Denkbeeldig voorbeeld indien de wet nu al zou worden toegepast. Het vonnis of de overeenkomst valt in juni 2008. De aanpassing aan het indexcijfer van de consumptieprijzen moet gebeuren op 1 juni 2009. Het basisbedrag uit het vonnis of de overeenkomst is 200 euro. 4 Berekening: 200 x 111,25 (indexcijfer mei 2009) : 111,66 (indexcijfer mei 2008) = 199,26563 (afgerond op 199,27 euro). Dit zou in deze crisisperiode een vermindering opleveren voor de onderhoudsplichtige van 0,73 euro per maand onderhoudsbijdrage voor het kind. Besluit De nieuwe wet betoogt beslist een objectivering van de systematiek van de onderhoudsbijdragen én tegenover de onderhoudsplichtige én ten overstaan van de onderhoudsgerechtigde. Zij compliceert evenwel de procedure waarbij de partijen bijzonder veel gegevens moeten aanreiken aan de rechter en waarbij de rechter heel nauwkeurig zijn beslissing moet motiveren tegenover partijen. Over het principe van de onderhoudsuitkering hoeft niet de minste twijfel te bestaan: het kind heeft recht op die bijdragen in functie van zijn opvoeding tot volwassene. Bij scheiding moet op basis van het nieuwe systeem een groter rechtvaardigheidsgevoelen kunnen ontstaan bij zowel betaler als bij trekker van de bijdragen. Als de rechter heel ernstig de financiële mogelijkheden van de beide ouders in acht neemt voor de vastlegging van beider bedragen voor de kinderen, dan moet dat in de meeste gevallen door de rechtzoekende ook als billijk ervaren worden en dus psychisch veel dragelijker zijn dan met de tot dusver geldende wetgeving.In elk geval brengt de nieuwe wet een ingrijpende verandering tot stand voor de onderhoudsbijdragen voor de kinderen bij scheiding. Hoe onderhoudsgeld voor kinderen berekenen? Bij de wet van 01.08.2010 wordt er meer aandacht besteed aan de volgende punten • Rekening houdend met deel van inkomen dat elke ouder voor zichzelf moet behouden om een kwaliteitsvol leven te leiden. • Meerkost berekenen als gevolg van opvoeding in twee gezinnen. • Rekening houden met fiscale aftrek van onderhoudsgeld. • Sommige kosten worden verdeeld volgens de verblijfsregeling en andere volgens onderlinge afspraken. • Berekent niet alle kosten op basis van het inkomen, maar studiekosten los van het inkomen. • Onderhoudsgelden worden niet langer overschat voor hoge inkomens (dankzij spaarquote). 5 De Rechter dient in kennis gesteld te worden van de volgende gegevens Gegevens kind(eren) • Geboortejaar • Leerjaar onderwijs Inkomen (netto) beide ouders • Loonbrief → voorcalculatie • Aanslagbiljet → nacalculatie • Bij elke ouder leefloon (alleenstaande cat.2) aftrekken van inkomen o Iedere ouder heeft recht op menswaardig bestaan * Geen invloed op berekening kosten van kinderen * Wel invloed op inkomstenverdeling o Werkt in het voordeel van minst verdienende ouder • De niet samendrukbare kosten zoals huishuur of hypothecaire lening, verzekeringen, taksen, nutsvoorzieningen, enz. Overheidsondersteuning • Bedrag kinderbijslag (per kind) • Fiscaal voordeel aftrek kinderopvang • School- en studietoelage (per kind) Kosten van kinderen verdelen tussen ouders • Verblijfsregeling • Afspraken i.v.m. niet verblijfsgebonden kosten • Bedrag/afspraken i.v.m. specifieke kosten Voorbeelden van een objectieve berekeningsmethode van onderhoudsbijdrage via de onderhoudsgeldcalculator van de Gezinsbond Voorbeeld 1 Maandinkomen - $3.000 vader - $2.000 moeder Kinderen - Cedric: 18j, universiteit (kot), $170.13 (kinderbijslag) - Valérie: 11j, 5de lager, $209.63 (kinderbijslag) Verblijfsverdeling 50% vader - 50% moeder 6 Optie: verdeling niet-verblijfsgebonden/specifieke kosten: • 1A: 50% vader - 50% moeder Onderhoudsgeld: vader betaalt $256.22 aan moeder ($209.55 voor Cédric én $46.66 voor Valérie) • 1B: 0% vader - 100% moeder Onderhoudsgeld: vader betaalt $958.86 aan moeder ($675.73 voor Cédric én $283.13 voor Valérie) Voorbeeld 2 Maandinkomen - $2.000 (vader: samenwonend zonder kinderen) - $2.000 (moeder: nieuw samengesteld gezin met kinderen) Kinderen - Thibaut: 15j, 2de graad ASO, $105.52 (kinderbijslag) Verblijfsverdeling 24.5% vader - 75.5% moeder Verdeling niet-verblijfsgebonden/specifieke kosten = verblijfsregeling Onderhoudsgeld: vader betaalt $298.08 aan moeder Voorbeeld 3 Maandinkomen - $3.000 (vader) - $2.000 (moeder) + kinderbijslag voor 2 kinderen Kinderen - Sam: 7j, 1ste jaar lager onderwijs, $183.31 (kinderbijslag) - Marie: 9j, 3de jaar lager onderwijs, $97.93 (kinderbijslag) Verblijfsverdeling Sam 100% bij vader - Marie 100% bij moeder Onderhoudsgeld Sam: moeder betaalt $398.48 aan vader Onderhoudsgeld Marie: vader betaalt $463.67 aan moeder De volledige tekst van de wet in het Nederlands en het Frans DOC 52 0899/007 Als de alimentatie niet meer volstaat Bij een echtscheiding door onderlinge toestemming moeten de echtgenoten die uit de echt willen scheiden, onder meer afspraken maken over de bijdrage die zij elk zullen leveren in het levensonderhoud van hun kinderen. Veelal wordt dan afgesproken dat één van hen aan de andere een maandelijks bedrag aan alimentatie betaalt voor de kinderen (bijvoorbeeld een bedrag van 5.000 frank of 124 Euro per maand). 7 Na een periode van echtscheiding gebeurt het vaak dat één van de ouders de afspraak of het vonnis opnieuw ter discussie wil stellen omdat de afgesproken of uitgesproken onderhoudsbijdrage niet meer reikend zouden zijn, b.v. daar de kinderen ouder zijn geworden en naar een andere school gaan. Indien beide ouders het eens zijn om het destijds afgesproken bedrag aan alimentatie aan te passen is er geen probleem. De ouders zijn vrij dat in onderling akkoord te doen. Best is de nieuwe afspraken door de rechtbank te laten bevestigen. Indien er geen akkoord is zal de ouder die de aanpassing wil verkrijgen, daarvoor langs de rechtbank dienen te passeren om een wijziging te verkrijgen. Bij de rechtbank dient aangetoond te worden dat er nieuwe omstandigheden voorliggen die een ingrijpende invloed hebben op de situatie en onafhankelijk zijn van de wil van de ouders (b.v. het kind of één van de ouders werd ziek, de onderhoudsplichtige/onderhoudsgerechtigde verloor zijn job, ...). Want er was een overeenkomst /vonnis over de hoogte van het bedrag van de onderhoudsuitkering die men niet zomaar opnieuw ter discussie kan stellen. Men kan niet zonder aanleiding van gewijzigde omstandigheden aan de rechtbank voorleggen dat de onderhoudsuitkering dient aangepast. De omstandigheden zullen overigens alleszins onafhankelijk moeten zijn van de wil van de ouders. Bronnen Syllabus Studiedag KUL: De Wet van 19 maart 2010 aangaande de objectivering van onderhoudsbijdragen. Jan Roodhooft: De Standaard van dinsdag 27 maart 2001. Orde van Vlaamse balies: De Wet van 19 maart 2010 ter bevordering van in objectieve berekening van de door de ouders te betalen onderhoudsbijdragen voor hun kinderen. Goudi webstek 8