DE BARABOEDOEF( OP JAVA. - Elsevier`s Maandschrift

advertisement
DE BARABOEDOEF( OP JAVA.
DOOR
F.
In de vijfde eeuw voor Christus' geboorte is, volgens de legende,
de i?<?<?afaf/z<a:, (de Verlichte), gestorven en nu werd de asch van zijn lijk,
onder acht zijner leerlingen verdeeld, op even zoovele verschillende plaatsen
ter aarde besteld.
y4«>/étf, koning van T^gv^zdiz, het toen machtige rijk van Voor-Indié', deed
twee honderd jaar later die asch op zeven plaatsen weder opgraven, verdeelde
ze in 84000 vazen, om die door zendelingen te laten brengen naar de verschillende oorden, waar 's meesters leer werd gevolgd; en daar onder eenen
eenvoudigen aardheuvel bedolven, den vereerders van Boeddha tot aandenken aan hem en tot opwekken van belangstelling in zijne leerstellingen te
strekken. Die aardhoopen, onvoldoende om de er in geborgen voorwerpen
te beschutten, gaven aanleiding tot het maken van op hen gelijkende steenen bouwwerkjes, dagobs genaamd, waar binnen dan de vaas of in later
dagen eenig ander heilig voorwerp werd geborgen. Oorspronkelijk sober in
voorkomen, werden, door aanbrengen van muurwerken om de heuvels
waarop de dagobs werden opgericht, door terrasvormig bijwerken dier terreinverheffingen, door het omringen van den hoofddagob met andere
van kleinere afmetingen, allengs bouwwerken geboren van omvangrijker
aard, wier middelpunt toch steeds bleef de ruimte, waarin het ter vereering dienende heiligdom, somtijds geheel voor het oog verborgen, was
besloten.
Bij de verspreiding van het Boeddhisme, buiten het land, waar het was
ontstaan, namen de verkondigers dier leer, dikwerf een of ander heilig voorwerp mede, en na stichting van de nieuwe nederzetting moest hieraan eene
gepaste verblijfplaats worden bereid. Niet alleen werd Boeddha zelve en wat
rechtstreeks met hem in verband stond, vereerd, vele zijner volgelingen,
die zich bijzonder hadden onderscheiden, werden hierop heilig verklaard, en
ter hunner nagedachtenis muurwerken opgericht van gelijken vorm als de
anderen. Een van deze is de Z?«mZw<2Wr op y#wz, geen tempel zooals dikwerf gedacht wordt. Aan de Boeddhistische leer, althans zooals die oorspronkelijk door Gavetama werd verkondigd, zijn de begrippen van God, bidden
en tempel ten eenenmale vreemd, de Boeddha zelve wordt niet aangebeden,
doch vereerd.
DE BARABOEDOER OP JAVA.
315
Naar alle waarschijnlijkheid gebouwd in de negende eeuw van onze jaartelling, sluimerde de i?#rtf$<?(?<2Wr ongeveer iooo jaar onder struiken, puin,
aarde en boomen, de uitwerking van het tropische klimaat had het bouwwerk zoo goed als geheel aan het gezicht onttrokken. In 1814 vernam de
Engelsche Gouverneur-Generaal van Indië, Sir Stamford Raffles, dat, in de
nabijheid van .Afdgv/ö/ig' eene zeer groote ruïne bestond; op zijnen last werd
toen, onder leiding van den luitenant Cornelius, de bouwval blootgelegd;
twee honderd menschen arbeidden ruim zes weken aan het kappen van boomen , verbranden van struiken en wegvoeren van puin, en brachten toen
aan het daglicht het schoonste overblijfsel van den bloeitijd van Java. Na
het wederontdekken van den i>tfröZw#Wr, is hij slechts weinig veranderd,
ijverige verzamelaars namen wel eens een stuk beeldhouwwerk mede, en de
omwonende Javaansche bevolking achtte de groote trachietsteenen, welke loslagen, een zeer goed materiaal voor sommige huishoudelijke doeleinden. Sinds
er een wachter is aangesteld en eenige gelden zijn toegestaan om het geheel
zooveel mogelijk in stand te houden, bestaat er geene vrees meer, dat de
ruïne ontijdig zal bezwijken.
Bij vele bezoekers geeft de ruïne, als men ze voor het eerst in haar geheel ziet,
aanleiding tot teleurstelling, men had er zooveel van gehoord, dat de verwachting te hoog gespannen was. Ook de prachtige natuurtafereelen, die men op
den rit van 7Jf^«/««^ over Sz/^wd^z naar het einddoel aantreft, dragen wellicht het hunne er toe bij om, bij den aanblik van die zware steenmassa,
blakerende in de tropische zon, eene ontgoocheling teweeg te brengen. Het
•gevoel van onbevredigdheid wijkt echter, naarmate men den bouwval zelven
betreedt, de terrassen langs wandelt, telkens eene trap hooger gaande, tot
eindelijk de hoofddagob beklommen is, en men den blik laat gaan over de
vele klokvormige kleine dagobs, de tallooze nissen met beelden van Boeddha
en de bas-reliefs dienende tot bekleeding van de steunmuren der terrassen. Dan bewondert men de volharding,
het arbeidsvermogen en den kunstzin, die
in zoo overgroote mate noodig zijn geweest om dit monument tot stand te brengen. Ik zeg niet: te voltooien; geheel afgewerkt is de ifar<2fo><?ü!Wr niet, het Boeddhisme begon gedurende den bouw op Java
al in verval te geraken, men heeft niet
den tijd gehad alle beeldhouwwerken te
voleindigen.
In korte trekken geschetst, bestaat de
ruïne in een aantal terrassen, verkregen
door afvlakken van de hellingen van eenen
Boeddhabeeld.
heuvel, de vijf onderste, behalve aan de zijde
van den heuvel, ook aan de buitenzijde bekleed, daar de steunmuren van het onderliggende terras als borstweringmuur
3i6
ELSEVIER'S GEÏLLUSTREERD
MAANDSCHRIFT.
zijn doorgetrokken. Al deze muren zijn bedekt met bas-reliefs, ruim 2000 in.
aantal, en bekroond met meer dan 400 nissen, in elk waarvan zich eeni
Boeddhabeeld bevindt. De driebovenste terrassen hebben geene borstweringmuren, doch dragen te zamen 68
kleine dagobs, waarvan de steenen niet
aan elkander sluiten, en door de ruitvormige openingen, het in eiken dagob
geplaatste Boeddahbeeld doen zien. Op
het bovenste terras verheft zich de hoofddagob, vroeger geheel gesloten, doch
nu toegankelijk gemaakt; daarin is een
niet voltooid Boeddhabeeld , de haartooi,
de ooren, de handen en voeten zijn niet
afgewerkt en het kussen van lotusplanten , waarop steeds de andere beelden
rusten, ontbreekt geheel. Het is niet
aan te nemen, dat het heiligste voorFragment van een relief.
werp van het geheele werk, door toeval in dien onvoltooiden staat zoude zijn gekomen, en men heeft dan ook
getracht verklaringen daarvoor te vinden. Eene
daarvan luidt als volgt:
De beelden in de nissen, geheel open en bloot,
vertoonen den Boeddha, zooals hij zich aan het
volk voordeed, leerende en opwekkende tot inkeer
in zich zelven, om zoo, alle zonden doodende, de
grootste deugd te verkrijgen en het eigen hart geheel te zuiveren.
In de a jour bewerkte klokvormige dagobs zijn
de beelden reeds meer verborgen, de Boeddha heeft
zich aan de samenleving onttrokken, om in stille
overpeinzingen het ideaal van den geloovige te
bereiken: zoo deugdzaam te worden, dat het lichamelijk leven zoo hooge trap van volmaking heeft
bereikt, dat het geheel vrij van zonden is. ' In den gesloten middendagob bestond lichamelijk
de Boeddha, in staat van gelukzaligheid verkeerende, niet meer. De secte van Boeddhisten, die
het bouwwerk stichtte, geloofde echter aan eene
wederkomst, eene wedergeboorte van den meester,
en als nu, na eeuwen, de Z?ör«Z><?^<w in puin was
gevallen, dan zoude dit onvoltooide beeld aan de
schare kunnen vertoond worden, als de nieuwe,
nog in wording zijnde, Boeddha.
Groote leeuw.
Deze uitlegging van de beteekenis der verschillende beelden is aannemelijk,
DE BARABOEDOER OP JAVA.
317
zij is blijkbaar gegrond op het historisch bestaan van den Boeddha, en hoewel
door anderen het geheele verhaal omtrent zijn leven tot eene zonnemythe
wordt teruggebracht, is aan de andere
zienswijze eenvoudigsheidshalve den
voorkeur gegeven.
De beeldwerken welke ter bekleeding van de terrassen dienen, geven
voorstellingen uit het leven van Boeddha, van zijne geboorte, de wonderen
door hem verricht, zijne terugtreding
uit de samenleving en de verkondiging van zijne leer; eenige hebben
betrekking niet op den Boeddha zelven, maar op zijne volgelingen of
lieilig verklaarde personen. Voor den
geloovigen Boeddhist was de wandeFragment van een relief.
ling, langs deze beeldwerken en de
vele Boeddha's, eene weldadige inleiding voor het bereiken van het einddoel van den pelgrimstocht, den middendagob.
Moge al uit een aesthetisch oogpunt de beschouwing van de beeldhouwwerken ons nu niet meer voldoen, en zij ons slechts belang inboezemen, als
herinneringen aan eenen lang vervlogen tijd, velen kunnen tot voorwerp van
studie dienen voor de kennis van de zeden, de gebruiken en gewoonten van
de bevolking, welke gedurende den bouw van den Z>«mW^<w Java bewoonde,
en van die volksstammen, welke er toen hun invloed deden gelden. Wel
zijn nu nog in onze oogeu schoon de banden, welke de omlijsting van de
bas-reliefs vormen, de motieven daarvan zouden nog
in deze dagen kunnen worden toegepast.
Uit de getallen hierboven opgegeven voor het
aantal nissen, dagobs en
andere beeldwerken, kan
men zich eenig begrip van
de grootte van den bouwval maken, nader blijkt
die, als men in aanmerking neemt, dat, het onderste van de vijf terrassen
Fragment van een relief.
een vierkant omvat van
honderd meter zijde, en de hoogte van het geheele monument ongeveer
dertig meter bedraagt.
3i8
ELSEVIER'S GEÏLLUSTREERD
MAANDSCHRIFT.
Hoewel op J a w de laatste sporen van het Boeddhisme reeds lang zijn
Voorwand 2e omgang.
verdwenen, blijft de ruïne en in het bijzonder een van de beelden, nu nog
een voorwerp van vereering; bloemen worden aan den voet er van neder-
Achterwand 2e omgang.
gelegd, wierook er voor gebrand, als teeken van dankbaarheid voor eene
gelukkige geboorte, voor eenen vervulden wensch enz.; trouwens nog
DE BARABOEDOER OP JAVA.
319
andere aan het Islamisme geheel vreemde zaken worden
aangebeden,
men
herinnere
zich het kanon te 3^#/r<z,
dat beschouwd wordt bijzondere
eigenschappen te hebben om
aan, van kinderen verstoken,
vrouwen de moedervreugde te
kunnen bezorgen.
Aan een ieder, die er eenigszins in de gelegenheid toe is,
zij een bezoek, nog beter een
meermalen herhaald bezoek, aan
den _Z?<2Ttf<5w<2Wr ten zeerste aanbevolen ; het moge vermoeiend
wezen, dat voortdurend trappen klimmen en ronddolen
meestal in de brandende zon,
Achterwand 3e omgang.
door de steenen in alle richtinin alle opgen weerkaatst, loonend is een uitstapje naar den
zichten.
Knielend beeldje van het relief, achterwand 3e omgang.
Download