Betekenis Online communities

advertisement
Online Communities
• Wat wordt verstaan onder ‘online
community’?
• Wat is de betekenis/impact van
online communities?
• Welke bijdrage kunnen software
en organisatie/beleid leveren aan
het functioneren van online
communities?
Eleonore ten Thij, 2005
Wat wordt verstaan onder een ‘(online) community’?
• historisch, als sociaal economische structuur:
Gemeinschaft/Gesellschaft
• in vergelijking met andere sociale structuren:
• team/groep - community – netwerk
• identiteit: ‘imagined community’
• tot standkoming
oprichten versus ontstaan
• in definities
• in typologieën: geen homogeen verschijnsel!
Online community: historisch, als sociaal economische
structuur
Gemeinschaft:
‘pre-industrieel’: niet-gestandaardiseerde werkprocessen, duurzame
‘onvoorwaardelijke’ relaties afhankelijk van standen, familie, clan, stam,
kleinschalig
Gesellschaft:
Industrieel: gestandaardiseerde werkprocessen, relaties gebaseerd op
contractbasis, klasse, gezin, organisatie, grootschalig
Wat wordt verstaan onder een community:
vergelijken
Swaak,Mulder e.a.(2000)
Wat wordt verstaan onder een online
community: in vergelijking
Online Team
Online Community
Resources
Task-related
On Demand
Task-exceeding
At Supply
Access
Work or study group
(+ tutor)
(Semi-)Public
Tools
Task-related
Related to identity-building
and social activities
Goal Setting
Convergent goal
setting
Divergent goal setting
Conceptual
Boundaries
Collaborative space(s)
strictly confined by
work group and task
Temporally bounded
conversation
Collaborative space(s)
roughly confined by
network and common
interests
On going conversation
ten Thij, 2000
Wat wordt verstaan onder een ‘(online) community’:
identiteit
Imagined Community:
• Benedict Anderson(1983): natiestaten
• Communties de niet primair gebaseerd zijn op f2f contact
vormen een eenheid op basis van ‘verbeelde’ identiteit
• Rol massamedia
(Imagined) online community:
• Sociale betekenis: expressievormen, identiteit, relaties, normen
• Potentieel ‘online community’ ontstaat in interactie
• Stijl waarin community wordt ‘verbeeld’
Hoe komen online communities tot stand?
externe factoren
systeem infrastructuur
(middelen)
online communities
identiteit,relatie,expressie,normen
doelen
temporele structuur
groepskenmerken
Doelen:
•
Sociaal: dating, religie&politiek, steun
• Info: productinfo en -vergelijking, portals op onderwerp
• Cultureel: literatuur, beeldende kunst, film, muziek, dans
• Entertainment : spelletjes, fanclubs
• Leren: programeertaal, taal, biologie, professionaliseren
• Transacties: veiling, bank&verzekering, reizen
Groepskenmerken:
• Demografische gegevens: leeftijd, geslacht, opleiding
• Soort internetgebruiker: ervaring, attitude
• Omvang: klein, groot
• Structuur: kerngroep, rollen
• Samenstelling: voorafgaand f2f of online contact,
heterogeen
Temporele structuur:
• synchroon/asynchroon
• ritme in wisseling onderwerpen (relatie doel)
• frekwentie deelname
• levensloop
Levensloop: verloop interactiviteit
(inter)activiteit
tijd
Levensloop: middelen
Levensloop:
• Basale info over organisatie, groep (wie, waarom,
contact)
• Uitbreiding info, interactiviteit: zoekfunctie,
mailinglijst
• Uitbreiding functionaliteit, interactiviteit: forum,
archief, uitgebreide zoekfunctie
• Verdere uitbreiding: meerdere fora, community
partijen, ‘sophisticated’ middelen
• Afname en verval: behoefte, competitie
Externe contexten

Geografisch: fysieke locatie: stad, regio, wijk , online

Demografisch: leeftijd, ras, geslacht, nationaliteit


Thematisch: werk of beroep, interesse
Op activiteit: spel, winkelen, bankieren, muziek
(Kim 2000)
Externe contexten: mobiliseren netwerken
Traditioneel bedrijf: merk-bekendheid
Cross-Over: partnerschap traditionele organisatie +
sterke internetorganisatie
Aggregaten: breed aanbod op 1 product, meerdere
organisaties
Verticale portals: breed aanbod producten, 1 organisatie
Nation Cities: partnerschap giganten
Communities: partnerschap met bestaande community
Cross over: partnerschap met sterke internetclub
Aggregaten
Verticale portal
Nation Cities
Portal
Registered Users Partner
Yahoo!
65 Million
Bank of America
Telebank
Excite
34 Million
Bank One
Charles Schwab
Lycos
32 Million
WingspanBank
Netscape/AOL
25 Million
Citibank,
Ameritrade,
Waterhouse, DLJ
Direct, E+Trade
(gegevens 2003)
Communities
Systeeminfrastructuur/middelen:
• Fysieke configuratie:
type en locatie computers, snelheid verbinding, kanalen
• Aanpasbaarheid:
nieuw forum starten, organisatie forums veranderen,
rollen (ondersteuning privileges), profielen
• Gebruikersgemak:
constistentie, voorspelbaarheid, navigatie,
toegankelijkheid, leerbaarheid, opstartkosten
• Functionaliteit
info deelnemers, posts, privacy, regulatie deelneming
Wat wordt verstaan onder een ‘(online) community’: in
definities
Rheingold 1993:
Social aggregations that emerge form the Net when enough
people carry on those public discussions long enough,
with sufficient human feeling, to form webs of personal
relationships
Preece 2000:
People socially interacting (over a longer period of time) to satisfy
their needs, with a shared purpose, policies to guide their
interaction, and computer systems to support and mediate
social interaction
Wat wordt onder ‘online community’ verstaan:
in typologieën
Heterogeen fenomeen:
• aggregaties - communities
• onderscheid op doel, sociaal profiel, business model,
organisatie-context, software
Doel typologieën:
• design, support, management, marketing, onderzoek
Online Communities: typologieën 1
• Software: listservers, Usenet, Chat, IM, BB, MUD, etc.
consumer
geografisch, demografisch, thematisch
• Commerciële focus
(Hagel&Armstrong, 1997)
business-to-business
verticale, functionele, geografische, type
• Organisatie-context: regulated – non-regulated (Plant 2004)
• Doel: interest, gaming, learning, CoP, consumer
Online Communities: typologieën 2
Hummel, Lechner(2002): games, interest, B2B, B2C, C2C
Groepsgrenzen
Bonding
Interactie
Common Place
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
focus content
bestaande comm.
registratie
authorisatie
regels
sancties
+games, +interest
chat/forums
bijdrage content
screening bijdragen
actieve organisatie
events
interactie rondom events
-B2B, -B2C, +/-C2C
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
privacy
personalisering
sub communities
usability
identificatie organisator
identificatie leden
+ interest (??)
archief
analyse participanten
vrijwilligers
rituelen
rollen
+games
Hummel, Lechner, 2002
Online Communities: typologieën 3a
Porter 2004
Online Communities: typologieën 3b
Porter, 2004
Betekenis Online Communities
Historische veranderingen (Europa, USA, Azie(?)):
• Verdwijnen grote ideologieën: postmodernisme
• Secularisatie
• Verminderde deelname vakbonden en verenigingen
• Geboortebeperking en scheidingsmogelijkheden
• Scheiding werk – wonen
• Techniek: infrastructuur, communicatie
Gevolgen:
• Globalisatie en localisatie
• van locale, regionale groepen naar ‘glocale’ netwerken
(Wellman (2003): ‘networked individualism’)
Betekenis online communites: het debat
Critici:
• homogeniteit
• gebrek aan commitment
• selectieve deelname (digitale kloof)
• nostalgische mythe van gemeenschap verhult problemen IRL
Aanhangers:
• utopie (globale) gemeenschapszin, vrijheid, gelijkheid,
broederschap
• bijdrage sociaal kapitaal
• (geld verdienen....)
Betekenis Online communities: effect Internet
empirisch onderzocht



Internet vermindert deelname aan community:
geen evidentie
Internet verandert deelname aan community:
intensievere contacten, ‘interest communities’
Internet draagt bij aan bijdrage community:
aanvulling bestaande communicatipatronen
Wat kunnen software en beleid aan functioneren van
online communities bijdragen?
• Afstemming middelen
• Regulatie interactie
• Afstemming organisatie, services
Bijdrage software: afstemming
Hoe ‘groep’ zijn we hier eigenlijk?
• Wederzijdse afhankelijkheid in doelen en taakuitvoering
• Intensiteit interactie
• Duur interactie
• Formeel lidmaatschap
• Omvang
Standaard
Adressering
Permanent
Context
Thematisch
Presence
Email
+
1/1;1/n
+
-
-
-
Mailinglijst
+
1/n;n/n
+
- (+)
+/-
-
BBS
-
n/n
+ (-)
+
+
+
Chat
-
1/1;n/n
- (+)
+/-
+/-
+
MUD/MOO
-
n/n
- (+)
+/-
+/-
++
Blog
-
1/n;n/n
+
+
++
+/-
Bijdrage: regulatie (sociale) interactie
Sturen/ondersteunen interactie
• social presence
• persoonlijke informatie: profielen, signatures, emoticons,
aanwezigheid, communicatiekanalen
• informatie sociale netwerken
• regels
• rollen
• waardering (rating, reputation systems)
• “boundaries”
• usability
• intelligentie
Social Presence
Regulatie: IRC screenshot
Regulatie: community driven filters
Regulatie: reputatiesystemen (Karma points)
Bijdrage: organisatie en beleid
Online Communities zijn in principe zelforganiserend:
• geen centrale sturing, coordinatie door lokale agenten
• sociaal dilemma
(Smith&Kollock, 1996)
 condities voor coöperatie
• herhaald contact  continuïteit bewerkstelligen (bijv. registratie)
• identificatie van de ander
• info over voorafgaand gedrag  stabiele identiteit, vertrouwen
bewerkstelligen (profiel, unieke login, archief)
(Axelrod, 1984)
Organisatieprincipes voor ‘common pool resources’
(Ostrom, 1990):
• Group boundaries are clearly defined
• Rules governing the use of collective goods are well matched to
local needs and conditions
• Most individuals affected by these rules can participate in modifying
the rules
• The right of community members to devise their own rules is
respected by external authorities
• A system for monitoring members' behavior exists; this monitoring
is undertaken by the community members themselves
• A graduated system of sanctions is used
• Community members have access to low-cost conflict resolution
mechanisms
Organisatie ‘common pool resources’: open source communities
Van Wendel de Joode, 2005
grenzen
licenties, stichtingen, mailinglijsten
regels productie
elegantie broncode, modulariteit,
concurrent versions system,
handboeken, bug-tracking,
mailinglijsten, rollen (projectleiders)
conflicthantering
paralelle ontwikkelingslijnen
collectieve besluitvorming
individuele input, kwaliteit product
(elegantie, reputatie, corpus)
toezicht en sanctionering
transparantie, distributie
ontwikkelingen, testen, discussie,
toevoeging database onthouden
afstemming productieregels op
lokale behoefte (organisatieniveaus)
individuele input, taakspecialisatie,
emergente taakverdeling
externe erkenning
Developers Certificate of Origin,
stichtingen, projectleiders,
marketingafdelingen
Onderzoeksopdracht Online Communities:
• ‘imagined community’
• typologie
• software
• organisatie
Download