4 juli 2008 Global Markets Weekly Groucho Marx De komiek Groucho Marx heeft wel eens gezegd dat hij geen lid zou willen worden van een club die hem uitnodigt. Nu zult u denken wat heeft deze ‘wijsheid’ van een komiek die begin vorige eeuw in Hollywood furore heeft gemaakt met zijn broers (de Marx Brothers), te maken met de Global Markets Weekly waarin een economisch onderwerp centraal moet staan. Ik begrijp uw mogelijke verwarring. In het volgende zal ik het een en ander duidelijk maken. De tweecijferige-inflatieclub De afgelopen paar maanden is het aantal landen dat een tweecijferige inflatie kent, onder invloed van fors opgelopen energie- en voedselprijzen, flink opgelopen. Zo zijn vrij recent landen als India, Indonesië, Turkije en Zuid-Afrika noodgedwongen lid geworden van deze club. Landen als Rusland, Oekraïne en Vietnam waren al langer lid. Met deze opsomming is echter de kous niet af. Wanneer we onze blik ook richten op minder vooraanstaande opkomende economieën valt op dat er in de wereld ongeveer vijftig landen een inflatie in de dubbele cijfers hebben. Oftewel, ongeveer een kwart van de bij de Verenigde Naties aangesloten landen (=192) heeft te kampen met hoge inflatiecijfers. Het merendeel van deze landen is gemeten naar bevolkingsomvang klein. Echter, met landen als India, Indonesië, Pakistan, Bangladesh, Nigeria en Rusland als lid, vertegenwoordigt deze club wel ongeveer 42% van de wereldbevolking. Oftewel bijna drie miljard consumenten hebben te maken met een inflatie in de dubbele cijfers. De kenmerken van de clubleden Het is wellicht een open deur, maar het eerste wat opvalt aan de leden van deze club is dat ze (nagenoeg) allemaal geclassificeerd kunnen worden als opkomende economieën. IJsland is het enige Westerse land dat lid is. Wat maakt nu dat alleen opkomende economieën noodgedwongen lid worden van deze club? De belangrijkste reden volgens mij is het simpele feit dat energie- en vooral voedselprijzen in de consumentenprijsindex (CPI) van de opkomende economieën een groter aandeel hebben dan bij de geïndustrialiseerde landen. De consument in de opkomende landen besteet immers in vergelijking met die in de Westerse landen een groter deel van zijn inkomen aan deze goederen. Een fikse prijsstijging van deze goederen leidt derhalve in de opkomende markten tot een sterkere stijging van de CPI dan in de geïndustrialiseerde landen. Ten tweede hebben opkomende landen in vergelijking met de Westerse landen zwakkere instituties, waaronder bijvoorbeeld niet een (volledig) onafhankelijke centrale bank die wanneer de situatie er om vraagt daadkrachtig kan optreden. Ten derde is het beleid vaak gericht op het realiseren van hoge groeicijfers. Ten vierde is het leeuwendeel van de grondstoffenproducerende en -exporterende landen een opkomende economie. De sterke stijging van de grondstofprijzen heeft tot een grote stroom van kapitaal naar deze landen geleid. Tot slot hebben meerdere opkomende landen hun nationale munten gekoppeld aan de Amerikaanse dollar. Daar de Amerikaanse centrale bank (de Fed) de voorbije maanden de rente fors heeft verlaagd, hebben veel centrale banken in deze landen noodgedwongen de Fed moeten volgen terwijl de economie absoluut niet om een renteverlaging vroeg. Alle in de vorige alinea opgesomde vijf punten kunnen dus afzonderlijk al als uitleg dienen waarom de opkomende economieën in vergelijking met de geïndustrialiseerde landen zwaarder geraakt worden door stijgende energie- en voedselprijzen. De realiteit is nog een stuk erger, omdat de opkomende landen dikwijls bloot staan aan een samenspel van de hierboven opgesomde punten. Zo hebben bijvoorbeeld de olieproducerende en -exporterende landen in het Midden-Oosten hun munten gekoppeld aan de Amerikaanse dollar, waardoor ze noodgedwongen het beleid van de Fed hebben moeten volgen, terwijl de economie, mede door de grote toestroom van petrodollars al overuren maakt en dus een extra duw in de rug niet nodig heeft. Dit feit gecombineerd met de realiteit dat deze landen voor hun voedselvoorziening vooral zijn aangewezen op de invoer, verklaart de fors opgelopen inflatie in deze landen. SERDAR KUCUKAKIN (020) 6295086 ECONOMISCH BUREAU / TREASURY RESEARCH 4 juli 2008 Twee implicaties van hoge inflatie Wat zijn nu de implicaties van deze hoge inflatie voor de opkomende economieën? Ten eerste zijn meerdere centrale banken in de opkomende economieën reeds bezig de monetaire terugels flink aan te halen, of door renteverhogingen of met behulp van andere beleidsinstrumenten, zoals het verhogen van de kasreserveverplichting of openmarktoperaties. Wel moet hierbij opgemerkt worden dat verschillende centrale banken niet al te hard van stapel zullen (willen) lopen met het verhogen van de rente. Om te beginnen om de groei niet helemaal af te knijpen, maar ook om het renteverschil met de VS niet te veel te laten oplopen om zo de grote toestroom van speculatief kapitaal tegen te gaan. Ten tweede kan indien de huidige hoge inflatieniveaus lang voortduren het groeipotentieel van een land geschaad worden. De ratio hierachter is dat hoge inflatieniveaus hand in hand gaan met een hoge schommelingen in de inflatie, waardoor de onzekerheid toeneemt, wat dus een drukkend effect op vooral de (toekomstige) investeringsuitgaven heeft. Conclusie Ik hoop dat het u na het lezen van het bovenstaande duidelijk is geworden waarom ik mijn weekly ben begonnen met een citaat van een komiek uit Hollywood, die al in 1977 is gestorven. De hoge energie- en voedselprijzen nodigen (vooral) de opkomende economieën uit lid te worden van een club waar ze absoluut geen lid van willen worden. De uitnodiging zal echter nog wel even blijven voortduren en het is dus aan de stuurkunst van de monetaire en fiscale autoriteiten in deze landen om de uitnodiging in dit geval zeer onbeleefd af te slaan. 4 juli 2008 Agenda Tijd Land Data/event Periode Eenheid Verwacht Vorige maandag 7 juli 10.30 VK 12.00 Duitsland Industriële productie Industriële productie Mei Mei % j-o-j % j-o-j -0.8 3.2 0.2 4.8 dinsdag 8 juli 14.30 VS 16.00 VS 16.00 VS 21.00 VS Bernanke spreekt Op handen zijnde huizenverkopen Groothandelsvooraden Consumenten krediet Mei Mei Mei % m-o-m % USD (mld) -2.5 0.7 7.5 6.3 1.3 8.9 woensdag 9 juli 01.01 VK 08.00 Duitsland 10.30 VK 10.30 VK Consumentenvertrouwen Handelsbalans Handelsbalans BRC prijzenindex Juni Mei Mei Juni Index Euro (mld) GBP (mld) % j-o-j 65 18 -4.2 69 18.7 -4.3 1.8 donderdag 10 juli 11.00 Eurozone 13.00 VK 16.30 VS Maandrapportage van ECB Rentebesluit BoE Nieuwe werkloosheidsaanvragen Juli Week % 5 395K 5 404K vrijdag 11 juli 14.30 VS 14.30 VS 16.00 VS Importprijzen Handelsbalans Consumentenvertrouwen (Universiteit van Michigan) Juni Mei Juli % j-o-j USD (mld) index -62.1 56.0 17.8 -60.9 56.4 Bron: ABN AMRO, Bloomberg. Cijfer van de week: Industriële productie VK % j-o-j De cijfer van de week is zoals het zien in het plaatje hiernaast de industriële productie van het VK. De productiegroei in deze 4 sector bevindt zich reeds op jaarbasis rond het nulniveau. 2 Indien we de vorige week gepubliceerde PMI voor de industrie 0 als een voorlopende indicator nemen, komt de industrie van -2 terecht. De vorige week gepubliceerde PMI heeft immers met -4 een niveau van 45.8 in juni het laagste niveau in zesjaar het VK in de voorliggende maanden mogelijk in zwaar weer bereikt. -6 00 01 02 03 04 05 06 07 08 Bron: Thomson Financial. © Copyright 2008 ABN AMRO Bank N.V. and affiliated companies ("ABN AMRO"). Alle rechten voorbehouden. Dit document dient uitsluitend ter informatie en wij geven, hoewel het document is gebaseerd op informatie die betrouwbaar wordt geacht, geen garantie aangaande de juistheid of volledigheid hiervan. ABN AMRO Bank N.V. (ABN AMRO) accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor de informatie opgenomen in dit document. De weergegeven marktinformatie alsmede de opinies, prognoses, aannames, schattingen, afgeleide waarderingen en koersdoelstelling(en) die zijn opgenomen in dit rapport en die de opinie van de auteur vormen dateren van de aangegeven datum en kunnen op enig moment zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Hoewel wij ernaar streven de in dit document opgenomen informatie en opinies naar redelijkheid te actualiseren, kunnen er op grond van de regelgeving, compliancevereisten of andere oorzaken redenen zijn waardoor dit niet mogelijk is. Dit document vormt geen uitnodiging of aanbod tot het kopen of verkopen van effecten of andere financiële instrumenten. Dit document is uitsluitend bedoeld voor de professionele beleggers actief en ervaren in de Nederlandse markt, niet zijnde natuurlijke personen, en de informatie mag niet - geheel of gedeeltelijk – voor enig doel worden vermenigvuldigd, opnieuw worden verspreid of gekopieerd zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van ABN AMRO. ABN AMRO is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.