Masha Bril, pensioenexpert Kenniscentrum Vermogensadvies & Beleggen ABN AMRO februari 2015 Minder premie en meer keuzevrijheid heeft keerzijde Staatssecretaris Kleinsma heeft eenieder uitgenodigd om deel te nemen aan het nationaal pensioendebat. Onder andere DNB en de AFM mengen zich in dit debat. Hun visie: minder pensioenpremie en meer keuzevrijheid. Daarmee wordt invulling gegeven aan de wens van veel werknemers om zelf te bepalen wat ze met hun pensioengeld doen. Toch heb ik daar wel enkele zorgen bij. Vrijwillige pensioenopbouw De Nederlandsche Bank (DNB) pleit ervoor dat hogere inkomens minder pensioenpremie gaan inleggen. Dit moet volgens de centrale bank verplicht ‘oversparen’ voorkomen. Op die manier kunnen er miljarden euro’s vrijvallen, die de betrokken werknemers bijvoorbeeld kunnen gebruiken om hun hypotheek af te lossen, meer te consumeren of vrijwillig te sparen. Ook de AFM mengt zich in het pensioendebat door te stellen, dat deelnemers moeten kunnen kiezen om minder pensioen op te bouwen, als ze dat zelf willen. Wel moet er een minimumpensioen zijn. De vertrekkende directievoorzitter van MN, de vermogensbeheerder voor onder meer de grote metaalpensioenfondsen PMT en PME deelt een soortgelijke mening: “Wie boven modaal verdiend, mag vrijwillig beslissen over zijn of haar pensioenopbouw”. Ik voorzie op termijn dat dit voorstel werkelijkheid kan worden. De eerste signalen zijn er nu al. Immers, diegenen met een inkomen boven de € 100.000,- mogen sinds 1 januari 2015 vrijwillig deelnemen aan de nettopensioen- of nettolijfrenteregeling. De klassieke pensioenopbouw geldt niet meer voor het inkomen boven de € 100.000,-.. Daarnaast wordt met dit voorstel invulling gegeven aan de wens van veel werknemers om zelf te bepalen wat ze met hun pensioengeld doen. Toch heb ik ook enkele zorgen bij dit voorstel. Deze zorgen gelden voor diegenen die meer dan modaal verdienen. Zorg voor nabestaanden Mijn eerste zorg is de zorg voor nabestaanden: zonder extra voorziening is de kans groot dat de nabestaanden het, na het overlijden van de partner of vader, financieel moeilijk zullen krijgen. Eigenlijk dezelfde zorg als bij de 100.000+ verdieners, waarbij het nabestaandenpensioen ook (fors) daalt. Dit kan worden voorkomen door nabestaandenpensioen op te bouwen over het volledige salaris (met eventueel een maximum tot € 100.000,-) Gevolgen voor hoogte ouderdomspensioen Mijn tweede zorg zijn de gevolgen voor de hoogte van het ouderdomspensioen. Immers, de meeste werknemers bouwen geen 40 jaar pensioen op over een modaal inkomen. Dat betekent dat het inkomen bij pensionering onder het bestaansminimum kan vallen. Meer beroep op de bijstand kan dan het gevolg zijn. Kortom, er kan een rekening naar de toekomst worden doorgeschoven. Ook dit kan worden voorkomen. Door te bepalen dat vrijwillige opbouw is toegestaan, indien een bepaald minimumpensioen is opgebouwd, hebben meer mensen een inkomen op bestaansminimumniveau. Deze maatregel alleen zou betekenen dat jongeren in het begin van hun werkzame leven met hun pensioenpremie geen bestedingsvrijheid hebben. Daarom zou als aanvullende maatregel toegevoegd kunnen worden dat indien dit minimum nog niet is bereikt met een beperkt deel van de premie bijvoorbeeld de hypotheek mag worden afgelost of studiekosten betaald mag worden. Overgangssituatie Voor het voorstel door de directeur van MN uitgevoerd kan worden, moet een overgangsregeling worden gecreëerd voor de bestaande doorsneepremie methodiek. In vele pensioenregelingen is de pensioenpremie een gemiddeld percentage. Dat betekent in feite dat jongeren relatief te veel aan pensioenpremie betalen en ouderen te weinig. Het omslagpunt ligt op ongeveer de 45-jarige leeftijd. De vraag is dan: hoe ga je de 40plussers compenseren? Als het voorstel wordt doorgevoerd, hebben zij in het verleden te veel premie betaald en worden hiervoor als zij de 45 zijn gepasseerd maar beperkt gecompenseerd door de dan jongere werknemers. De rekening is ongeveer 1 miljard euro. Solidariteit De basisgedachte van ons pensioenstelsel is solidariteit. Deze solidariteitsgedachte wordt met dit voorstel beperkt. De vraag is of hiervoor voldoende draagvlak is. Onderzoek wijst uit dat werknemers in bepaalde gevallen solidariteit op prijs stellen. Ook is de vraag: wat gaan werknemers met hun verhoogde loon doen? Consumeren of zelfstandig een pensioen opbouwen? Want laten we eerlijk zijn: pensioen opbouwen staat niet bij iedereen bovenaan het prioriteitenlijstje. © Copyright 2015 ABN AMRO Bank N.V. and affiliated companies ("ABN AMRO"). Alle rechten voorbehouden. Dit document dient uitsluitend ter informatie en wij geven, hoewel het document is gebaseerd op informatie die betrouwbaar wordt geacht, geen garantie aangaande de juistheid of volledigheid hiervan. ABN AMRO Bank N.V. (ABN AMRO) accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor de informatie opgenomen in dit document. De weergegeven marktinformatie alsmede de opinies, prognoses, aannames, schattingen, afgeleide waarderingen en koersdoelstelling(en) die zijn opgenomen in dit rapport en die de opinie van de auteur vormen dateren van de aangegeven datum en kunnen op enig moment zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Hoewel wij ernaar streven de in dit document opgenomen informatie en opinies naar redelijkheid te actualiseren, kunnen er op grond van de regelgeving, compliancevereisten of andere oorzaken redenen zijn waardoor dit niet mogelijk is. Dit document vormt geen uitnodiging of aanbod tot het kopen of verkopen van effecten of andere financiële instrumenten. Dit document is uitsluitend bedoeld voor de professionele beleggers actief en ervaren in de Nederlandse markt, niet zijnde natuurlijke personen, en de informatie mag niet - geheel of gedeeltelijk – voor enig doel worden vermenigvuldigd, opnieuw worden verspreid of gekopieerd zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van ABN AMRO. ABN AMRO is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam