PEDAGOGISCH BELEID Mei 2017 Inleiding Het gastouderbureau bemiddelt tussen ouders die een goede opvang voor hun kind(eren) zoeken en ouders die kinderen willen opvangen (gastouders). Het gastouderbureau biedt ondersteuning aan ouders en gastouders gericht op continuïteit en kwaliteit van de opvang. Het is opvang op maat en kan inspelen op de wensen van de ouders en de individuele behoeften van het kind De opvang is kleinschalig in huiselijke sfeer De opvang kan flexibel zijn Gastouders volgen het pedagogisch beleid van het bureau die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. Het gastouderbureau houdt contact met de gastouder als controle op dit beleid. Het gastouderbureau hoopt dat dit beleid bijdraagt aan het vertrouwen van de ouders in de opvang van hun kinderen bij het gastoudergezin. Bij vermoeden van kindermishandeling wordt het stappenplan en de meldcode gevolgd van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Mei 2017 Visie op kinderopvang Het gastouderbureau is van mening dat voor een goede ontwikkeling van een kind nodig is dat het: zelfvertrouwen ontwikkelt, zijn mogelijkheden en talenten ontdekt en benut, zelfstandig beslissingen leert nemen en de consequenties van zijn handelen leert overzien, goed met anderen leert communiceren en samenwerken, respect ontwikkelt voor medemens en natuur. Opvoeden betekent voortdurend een balans vinden tussen: Het kind enerzijds geborgenheid en veiligheid bieden en anderzijds uitdagingen stellen; hiermee wordt het kind de basis geboden voor zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Het kind enerzijds waardering en respect tonen om zijn eigen mogelijkheden te ontplooien en anderzijds het kind duidelijke grenzen stellen; hiermee wordt de basis gelegd voor zelfrespect en respect voor anderen. Het kind ruimte geven zodat het zich in zijn eigen tempo kan ontplooien en anderzijds de ontwikkeling van het kind stimuleren. Deze visie op opvoeding geeft richting aan het pedagogisch handelen van de gastouders. Elke gastouder geeft hier op een eigen wijze invulling aan. Gastouders hebben verschillende achtergronden. Zij zijn bereid om door het volgen van deskundigheidsbevordering zich te verdiepen in wat het pedagogisch verantwoord opvoeden van kinderen van iemand anders inhoudt. De professionaliteit komt verder tot uiting in haar/zijn inzicht in eigen normen en waarden en houding waarmee zij/hij het werk doet. Mei 2017 Eisen aan de gastouder Bij de selectie wordt de aspirant-gastouder beoordeelt door de houder van het gastouderbureau. Indien de (eventuele) partner regelmatig aanwezig is tijdens de opvanguren, wordt hij/zij bij de selectieprocedure betrokken. De gastouder heeft affiniteit en moet in staat zijn met verschillende kinderen, ouders en opvoedingsstijlen te kunnen omgaan. Zij/hij heeft hier ook ervaring in. De gastouder is tenminste 21 jaar. De gastouder bejegent de kinderen en hun ouders met respect. Een gastouder wordt geacht in staat te zijn de ontwikkeling van de kinderen met positieve aandacht, geduld en verantwoordelijkheidsgevoel te stimuleren. De gastouder moet een veilige en hygiënische verzorging aan kinderen kunnen bieden. Een gastouder moet goed kunnen organiseren en zakelijk kunnen omgaan met afspraken en financiële zaken. Een gastouder moet goed kunnen communiceren met ouders en het gastouderbureau en haar/zijn eigen behoeften en grenzen duidelijk kunnen maken. Een gastouder mag maximaal 5 kinderen van 0 tot 4 jaar, waarvan maximaal 4 beneden 2 jaar en 2 beneden 1 jaar tegelijk opvangen inclusief haar eigen kinderen. Boven de 4 jaar mag zij 6 kinderen inclusief haar eigen kinderen tot 10 jaar opvangen. Een gastouder is verplicht een Verklaring Omtrent Gedrag aan te vragen bij de gemeente. Dit geldt ook voor de overige volwassenen bewoners van het huis. Het huis van de gastouder is rookvrij. De gastouder spreekt Nederlands. De gastouder is in bezit van een geldig bij het Oranje Kruis geregistreerd EHBO voor kinderen diploma. De gastouder is in het bezit van MBO-2 helpende-welzijn diploma of gelijkwaardig, voldoend aan de wet Kinderopvang Mei 2017 Een veilige en schone opvangomgeving Bij de selectie van een gastouder wordt ook gekeken of het huis en de omgeving kindvriendelijk en veilig zijn ingericht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een risico-inventarisatielijst. Ook is hierin een hoofdstuk hygiëne opgenomen. De gastouder moet bereid zijn de nodige maatregelen te nemen om het huis veilig(er) te maken. Bij de jaarlijkse bezoeken aan de gastouder wordt deze risico-inventarisatie geactualiseerd. Kindvriendelijk wil zeggen dat de kinderen hun omgeving kunnen en mogen onderzoeken. Dit betekent niet dat alle kwetsbare spullen weggezet worden. Gastkinderen leren meestal snel waar ze bij de gastouder wel en niet aan mogen komen. Enkele richtlijnen: Het huis van de gastouder dient hygiënisch te zijn. De vloeren maar ook het speelgoed, de box en andere kindermeubels worden regelmatig schoongemaakt. De ruimten waar kinderen spelen of slapen moeten goed geventileerd worden. Indien er huisdieren zijn kan het nodig zijn vaker te stofzuigen om overlast van bijvoorbeeld hondenhaar te voorkomen. Er moet een rustige slaapruimte aanwezig zijn. De gastouder heeft een eigen tuin. Deze moet deugdelijk af te sluiten zijn en een vijver of andere obstakels moeten afgeschermd zijn. Huisdieren zijn nooit helemaal te vertrouwen met kinderen, daarom mag een gastkind nooit met een huisdier alleen zijn. Gastouders leren gastkinderen omgaan met de dieren, bijvoorbeeld om niet aan de etensbak te komen. Huishoudelijke taken kunnen gedaan worden, maar hebben echter geen prioriteit. Het huis van de gastouder wordt beoordeeld aan de hand van de gastkinderen. Oudere kinderen bijvoorbeeld hebben meer speelruimte nodig, jongere kinderen een rustige slaapruimte. Mei 2017 Emotionele veiligheid en uitdagingen Het gastkind moet zich op zij gemak voelen bij de gastouder en een eigen plekje binnen het gastgezin krijgen. Voor de start van de opvang is het belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan de kennismaking en de wenperiode. Op deze manier kan het gastkind de opvangomgeving en de eventuele andere (gast) kinderen in eigen tempo leren kennen. Daarnaast heeft de gastouder de gelegenheid om het gastkind beter te leren kennen en in te spelen op de behoeften van het gastkind. Uiteindelijk moet een gastkind zich tijdens de opvang vrij genoeg voelen om zijn emoties, zoals verdriet, boosheid en blijdschap aan de gastouder te tonen en met de gastouder te delen, zonder dat hij zich hierin beperkt voelt. Continuïteit en regelmaat in de opvang door de vaste gastouder zijn essentieel voor een veilig en vertrouwd gevoel voor het gastkind. Door het bieden van uitdagingen die aansluiten bij het ontwikkelingsniveau en belangstelling van het kind stimuleert de gastouder het kind op onderzoek uit te gaan. Het is belangrijk dat kinderen hun mogelijkheden en beperkingen leren ontdekken. Dit versterkt hun zelfvertrouwen. Ook kinderen met een handicap worden gestimuleerd om hun vaardigheden en talenten samen met de andere (gast)kinderen te ontdekken en vorm te geven. Het is belangrijk dat de gastouder het proces van zelfredzaamheid stimuleert. Het gaat hierbij om het mogen experimenteren, een kind leert zo zelf keuzes te maken. Concreet betekent dit het kind zoveel mogelijk zelf te laten doen: eigen speen pakken, zelf laten eten en drinken, laten wat het op de boterham wil, leren speelgoed opruimen, leren zichzelf aan- en uit te kleden, leren veters strikken en ruzies met andere kinderen zelf leren oplossen. Bij schoolgaande kinderen spreken ouders en gastouder duidelijk af wat het gastkind wel en niet zelfstandig mag, zoals alleen buiten spelen, fietsen, van en naar school gaan. Dit hangt ook af van de gevaren die zich rond het huis voordoen zoals water en verkeer. Ook wordt er afgesproken in hoeverre het kind naar eigen vriendjes of clubs mag gaan. Mei 2017 Waardering en respect Het gastouderbureau gaat ervan uit dat iedereen met respect behandeld wordt, dus ook een kind. Een kind moet in zijn waarde gelaten worden en er mag geen afbreuk gedaan worden aan de eigenheid en de aard van het gastkind. Het gastkind moet bovendien voldoende aandacht krijgen op het gebied van lichamelijke en sociaal emotionele ontwikkeling, maar moet ook leren de aandacht te delen of op zijn beurt te wachten als er eventuele andere (gast) kinderen) aanwezig zijn in het gastgezin. Een gastouder leert het gastkind spelenderwijs hierin zijn weg te vinden. Een gastouder besteedt vooral aandacht aan positief gedrag van het gastkind, kijkt en luistert goed naar de behoeftes. Hierop inspelen betekent de ene keer het gastkind stimuleren en een andere keer het gastkind niet storen in zijn spel. Zo wordt het gastkind de vrijheid gegund om zijn eigen mogelijkheden te ontdekken en zich verder te ontplooien. Op deze manier leert het kind ook voor anderen respect te hebben. Het is van belang dat de kinderen uit verschillende (culturele) achtergronden van jongs af aan met elkaar opgroeien en voor elkaar respect leren hebben. Daarnaast willen kinderen, net als volwassenen, graag weten waar ze aan toe zijn. Kinderen worden grenzen gesteld vanwege: Veiligheid Het bieden van een zekere mate van rust en regelmaat Het leren rekening houden met de behoeften van anderen Het overdragen van normen en waarden Het leren verantwoordelijkheid te dragen voor het eigen gedrag Als een kind iets doet wat niet mag, kan een gastouder ervoor kiezen dit te negeren. Ze kan bijvoorbeeld afwachten of 2 kinderen hun ruzie zelf kunnen oplossen of een alternatief aanbieden. Wanneer een gastouder een kind corrigeert dan loopt ze in principe naar het kind toe, kijkt het kind (eventueel streng) aan en legt uit waarom iets niet mag. Dit bevorderd het begripsvermogen en de Mei 2017 gewetensontwikkeling van het kind. Regelmatig schreeuwen of dreigen met straf werkt eerder averechts. Een eventuele correctie vindt plaats direct na het voorval en heeft er direct verband mee. Het moet duidelijk zijn voor het kind dat het niet als persoon wordt afgewezen, maar dat bepaald concreet gedrag wordt afgekeurd. Ter verduidelijking het volgende voorbeeld: Paul slaat in de zandbak met een schepje op het hoofd van Mark. Als de gastouder zegt: “doe niet zo gemeen”, dan wijst ze het kind als persoon af. Als ze zegt: “ik wil niet dat je Mark slaat”,dan benoemt ze het gedrag dat door haar wordt afgekeurd. Regels die consequent worden toegepast bieden een kind duidelijkheid. Toch kan een kind best begrijpen als er wel eens van een regel wordt afgeweken, als dit gepaard gaat met uitleg. Morele regels moeten helder zijn en voortkomen uit een aantal (voor kinderen begrijpelijke) basisregels zoals “wij doen een ander geen pijn”. Kinderen proberen de grenzen van de regels af te tasten. Ze moeten ervaren wat er gebeurt als ze die grenzen overschrijden. Door kinderen hierop aan te spreken, leren ze verantwoordelijkheid te dragen voor hun gedrag. Het gastouderbureau hanteert de stelregel dat de gastouder een kind niet corrigeert door het geven van een tik. Dit zou de vertrouwensrelatie tussen de gastouder en het kind kunnen schaden. Gastouders hebben een voorbeeldfunctie: jonge kinderen leren veel gedrag door imitatie. Met de ouders wordt besproken hoe de gastouder het gedrag van het kind corrigeert. Normen en waarden Normen en waarden spelen een belangrijke rol bij de opvoeding. Maar wat door iemand belangrijk wordt gevonden, verschilt van mens tot mens. De gastouder en de ouders moeten belangrijke normen en waarden met elkaar kunnen bespreken. Denk hierbij aan godsdienst, taalgebruik, omgaan met anderen, respect voor elkaars mening en spullen. Bij de intake van zowel ouder als gastouder brengt het gastouderbureau deze belangrijke zaken aan de orde. Zo ontstaat er vooraf al een beeld hoe er over deze zaken gedacht wordt en kan er bij het kennismaken van beide partijen rekening Mei 2017 mee worden gehouden. Sommige dingen zullen bij de gastouder anders gaan dan thuis, dat wil echter niet zeggen dat dit een probleem oplevert. Kinderen zien zo dat er verschillen kunnen zijn en leren hier op een positieve manier mee omgaan. Ontwikkeling van het gastkind Ieder kind ontwikkeld zich in een eigen tempo en zal zich op het ene gebied wat sneller en beter ontwikkelen dan op een ander gebied. Dat maakt ieder kind ook uniek en bijzonder. Het is belangrijk dat de gastouder dit onderkent en respecteert. Het heeft geen zin een kind iets bij te brengen waar het nog niet aan toe is.De gastouder begeleidt, volgt en stimuleert het gastkind in zijn ontwikkeling en houdt de ouders op de hoogte van deze ontwikkelingen. Indien nodig of wenselijk kan in overleg met de ouders aan sommige zaken meer of speciale aandacht besteedt worden. Het kan zijn dat de ouders deze zorg niet delen of er niet voor openstaan. De gastouder kan in dat geval contact opnemen met het gastouderbureau. Als het gastouderbureau ook van mening is dat er sprake is van een belemmerende factor met betrekking tot de ontwikkeling van het gastkind, dan zal de kwestie opnieuw met de ouders worden besproken. De gastouder kan tevens een signaalfunctie hebben bij een vermoeden van verwaarlozing of misbruik van het gastkind in de eigen omgeving. - de verstandelijke ontwikkeling Hiermee bedoelen we de ontwikkeling van het denken, het leren, het geweten en de taalontwikkeling. Het verstandelijk inzicht van het kind wordt vergroot door veel met het kind te praten over wat het ziet en meemaakt, bijvoorbeeld door aandacht te besteden aan begrippen als groot, klein, hoog, laag, gisteren, morgen en het leren onderscheiden van kleuren. De ontwikkeling van het geweten hangt samen met het begripsvermogen van een kind; leren begrijpen wat “nee” betekent, leren dat een verbod ook geldt als het kind alleen in de kamer is. Deze ontwikkeling voltrekt zich niet in een logische volgorde. De impuls Mei 2017 van het kind om aan een knopje te komen terwijl hij weet dat het niet mag, kan opeens veel sterker zijn dan de herinnering aan dat verbod. De taalontwikkeling wordt vooral aangemoedigd doordat de gastouder zelf goed Nederlands spreekt en zich niet bedient van grove taal. Een kind dat leert praten, kan tegelijkertijd positief gewaardeerd en in zijn taalontwikkeling gestimuleerd worden door goed te herhalen wat een kind zegt. Als het kind zegt: “bootje peren”, kan de gastouder reageren met: “ja, we gaan een broodje smeren”. Voor de taalontwikkeling is het beter dat er niet voortdurend achtergrondlawaai is van bijvoorbeeld een radio. Het is belangrijk dat een gastouder positief staat tegenover een tweetalige opvoeding als dit bij een gastkind voorkomt in de thuissituatie. Het kan ook zijn dat er sprake is van tweetaligheid in het gastgezin. Het is raadzaam dat ouders en gastouders de consequenties voor het gastkind bespreken in het kennismakingsgesprek. - de lichamelijke ontwikkeling Dit betreft de groei van het lichaam, de spierontwikkeling en de ontwikkelingen van de zintuigen. Bij de spierontwikkeling maken we een onderscheiding tussen de grove- en de fijne motoriek. De grove motoriek zijn de bewegingen van armen en benen zoals trappelen, kruipen, lopen, springen en fietsen. De fijne motoriek zijn alle kleine bewegingen van handen, vingers en tenen zoals grijpen, vasthouden, kleine dingen oppakken en knippen. 0 – 4 jaar In de eerste weken van een baby treden spontane en reactieve bewegingen op, er is nog geen sprake van bewuste of planmatige activiteit. Daarna volgt een spectaculaire ontwikkeling van lachen, rollen, zitten e.d. In deze eerste jaren wordt de wereld vooral via de zintuigen ontdekt. Waarneming door tast, zicht en gehoor gaat samen met de ontwikkeling van de motoriek. Door alles te betasten en in zijn mond te stoppen ontdekt het kind verschillen tussen hard en zacht, warm en koud, zoet en bitter. Een kind leert letterlijk door vallen en opstaan. Als de volwassene even wacht met reageren zal een kind na een val dikwijls zonder huilen opstaan en verder doorgaan waar het mee bezig was. Mei 2017 Het kind ondersteunen in het zindelijk worden gebeurt in overleg met de ouder. Het initiatief om ermee te beginnen kan zowel van de ouder als van de gastouder uitgaan. Als besloten wordt om ermee te beginnen, is het raadzaam dat zowel thuis als bij de gastouder dezelfde aanpak gehanteerd wordt. 5 – 13 jaar Door motivatie en stimulatie ontwikkelt een kind zich vlotter. Naarmate het kind ouder wordt is er meer invloed van buitenaf nodig om nieuwe functies, zoals fietsen, schaatsen, fluiten, schrijven etc., te ontwikkelen. Het kind ontdekt en onderzoekt ook zijn eigen lichaam en kan het fijn vinden bloot te spelen en te zwemmen zonder schaamte en taboes. Ouders en gastouders hebben hierin hun eigen grenzen wat zij wel en niet toelaatbaar vinden. Het is raadzaam hierover te overleggen met elkaar. -de emotionele en sociale ontwikkeling Onder de emotionele ontwikkeling wordt de ontwikkeling van het gevoelsleven van het kind verstaan. Bij de sociale ontwikkeling leert het kind omgaan met andere kinderen en volwassenen. 0 – 5 maanden Dit is de autistisch-symbiotische fase. Het kind is puur op zichzelf en maakt nog geen onderscheid tussen zichzelf en de buitenwereld. In aanwezigheid van moeder (voeding, warmte, gezicht, stem) voelt het kind zich prettig. 5 – 10 maanden Dit is de differentiatiefase. Het kind ziet steeds meer het verschil tussen vertrouwde en vreemde gezichten. De bekende eenkennigheid is vaak het meest zichtbare gevolg. In deze fase krijgen andere vaste verzorgers naast de moeder een belangrijke rol. 10 – 18 maanden Dit is de oefeningsfase. Het kind gebruikt, bij de oefening om de wereld te ontdekken, vaak een knuffel of iets dergelijks als Mei 2017 hulpmiddel om de angst voor de scheiding met het bekende te verzachten. 18 – 22 maanden Dit is de toenaderingsfase. Het kind begint te begrijpen dat het los van de moeder bestaat. In deze fase klampt het kind zich vaak weer vast aan de ouders. Deze periode van afhankelijkheid duurt echter niet lang, doordat de spraak zich ontwikkeld wat een nieuw hulpmiddel is om de wereld te verkennen. 2 – 3 jaar Bevestiging van de individuatie. Motorisch is het kind beter in staat om zich vrij te bewegen en letterlijk afstand te nemen. Het kind leert ook om nee te zeggen. 3 – 4 jaar De eerder ingezette lijn naar zelfstandigheid zet zich door. Het kind begint andere kinderen na te doen. Ook leert het kind te spelen met andere kinderen. 0 – 13 jaar Bij de gastouder krijgt het kind de ruimte om gevoelens en emoties van uiteenlopende aard te ervaren en te uiten. Als een kind verdrietig is, bijvoorbeeld bij het afscheid nemen, mag het huilen. Als een gastouder zegt “je bent verdrietig omdat papa weggaat”, geeft ze te kennen dat ze het verdriet van het kind begrijpt en accepteert. Reageert ze daarentegen met te zeggen dat het kind niet hoeft te huilen omdat papa straks weer terug komt, dan zegt ze eigenlijk dat het kind niet verdrietig mag zijn. Soms geven ouders aan dat het kind altijd even huilt voordat het in slaap valt. Het kind is er dan niet bij gebaat als het door de gastouder zou worden opgepakt om te troosten. Jonge kinderen kunnen allerlei angsten hebben: voor afscheid, voor alleen zijn, voor een monster, voor beschadiging van zijn lichaam, voor de dood, etc. Angsten worden serieus genomen, besproken en zo mogelijk wordt samen met het kind naar een oplossing gezocht. Het kind mag boos zijn en dit uiten indien hij hierbij zichzelf of een ander geen geweld aandoet. Een jong kind ontdekt dat het een eigen Mei 2017 wil heeft en dat hij zijn omgeving kan beïnvloeden. Het is belangrijk dat de wil van het kind niet gebroken wordt; het kind geeft met zijn wil immers richting aan zijn leven. Gedurende de koppigheidsfase vraagt dit veel geduld en tact van de gastouder. Het kind moet nog leren dat het niet alles mag doen wat het wil. Een driftbui door een gevoel van machteloosheid kan hiervan een gevolg zijn. Soms is het nodig om het kind rustig tot zichzelf te laten komen op de bank of op de gang. Dit gebeurt in overleg vooraf met de ouders. Als het kind weer rustig is, kan de gastouder stilstaan bij hetgeen er gebeurd is en tevens het kind geruststellen. Soms is een driftbui te voorkomen door een kind tijdig voor te bereiden op wat er komen gaat, bijvoorbeeld door aan te geven dat het kind nog even kan spelen en dat er daarna opgeruimd gaat worden. Door met kinderen te praten over hun eigen gevoelens en die van anderen wordt bij hen het vermogen zich in anderen te kunnen verplaatsen vergroot. Bij de gastouder zijn er dikwijls tijdens de opvanguren andere kinderen, waarmee het kind verschillende relaties kan hebben. Kinderen kunnen met elkaar belangrijke vriendschapsrelaties ontwikkelen. Als gastouder kun je een gevoel van saamhorigheid bevorderen door te stimuleren dat kinderen elkaar helpen en troosten. Ook door te praten over gezamenlijk meegemaakte gebeurtenissen en avonturen. Het kan ook voorkomen dat de gastkinderen en/of de eigen kinderen jaloers zijn op de aandacht en het speelgoed die ze moeten delen. In de praktijk lossen de gastouders deze problemen meestal op door gerichte, individuele aandacht te geven en duidelijke afspraken te maken over het delen van speelgoed. Kinderen moeten af en toe ook de gelegenheid krijgen om alleen met iets te spelen en niet te hoeven delen. Kinderen worden niet verplicht met elkaar op te trekken. Gastkinderen kunnen eigen vriendschappen ontwikkelen met andere kinderen die in de buurt van het gastgezin wonen. Mei 2017 Activiteiten Er zij steeds terugkerende activiteiten en speciale activiteiten. De behoeften van de kinderen spelen ook mee. Kinderen die overdag naar de peuterspeelzaal of basisschool zijn geweest hebben wellicht meer de behoefte om zelf te bepalen wat ze gaan doen. De meeste gastouders gaan in principe elke dag naar buiten, tenzij het bijzonder slecht weer is. Als kinderen van en naar school gebracht moeten worden, komen kinderen overdag altijd buiten. Gastouders kunnen met de kinderen praten over allerlei dingen die ze tegen komen; ook het weer en de wisselingen van de seizoenen krijgen aandacht. De kinderen wordt respect voor de natuur bijgebracht. Een geliefd uitje voor veel kinderen is de kinderboerderij, speeltuin of zwembad. Veel gastouders bezoeken ook de bibliotheek met de kinderen. Ook boodschappen doen is geliefd: in het karretje zitten, boodschappen uit de vakken pakken, groente wegen en afrekenen bij de kassa. Bij het creatief bezig zijn, zoals knutselen, kun je kinderen stimuleren door zelf enthousiast aan de gang te gaan; kinderen ‘moeten’ niet. Bij peuters gaat het om het doen, niet om het resultaat. Bij oudere kinderen kan het resultaat een goed gevoel geven van trots op eigen kunnen. Prestatiedrang en onderlinge competitie tussen de kinderen wordt door de gastouder niet bevorderd. De mate waarin iets creatiefs gedaan wordt, hangt samen met het plezier dat de gastouder hier zelf in heeft en de behoefte van de kinderen. Gastouders gaan bewust om met televisie kijken. Dit wil zeggen dat er met mate naar de televisie wordt gekeken en alleen naar programma’s die geschikt zijn voor kinderen. In principe kijkt de gastouder mee, zodat de kinderen hun indrukken en vragen kunnen delen. Bij het kennismakingsgesprek is het belangrijk dat de gastouder laat weten wanneer en waarnaar er tijdens de opvanguren wordt gekeken. Als gastouders voor zichzelf activiteiten doen zoals bezoek ontvangen of zelf bij een ander op bezoek gaan, moet rekening gehouden worden met het belang van de gastkinderen. Gedurende de wenperiode is het Mei 2017 niet verstandig het gastkind mee naar elders te nemen. Als een gastouder een kind meeneemt buiten de woonplaats, dan wordt eerst met de ouders overlegd. De met ouders gemaakte afspraken over roken moeten ook nagekomen worden bij het ontvangen van bezoek en het op bezoek gaan. Spel en speelgoed Het is belangrijk dat er voor de leeftijd van de gastkinderen geschikt speelmateriaal binnen aanwezig is. Een creatieve gastouder weet voor het kind interessant materiaal aan te bieden, bestaande uit pollepels, pannen, oude tijdschriften, kartonnen dozen of lappen. Goed speelgoed is multifunctioneel en uitnodigend voor de fantasie; het stimuleert verschillende aspecten van de ontwikkeling. Alle speelgoed wordt zowel aan jongens als aan meisjes aangeboden, die dan zelf een keuze kunnen maken op grond van hun interesse. De gastouder mag op kosten van het gastouderbureau een abonnement nemen bij de speel-o-theek, zodat het speelgoedaanbod gevarieerd en uitdagend blijft. Kinderen krijgen de gelegenheid om via spel hun fantasie, creativiteit en muzikaliteit te ontdekken. Kinderen in de basisschoolleeftijd kunnen genieten van het samen spelen van gezelschapsspelletjes. Ouder en gastouder kunnen overleggen over de wenselijkheid van computerspelletjes en/of chatboxen en/of sociale media. Het samen lezen van kinderboeken biedt kinderen op allerlei manieren iets waardevols: de mogelijkheid om zich geborgen te voelen op schoot, stimulering van de taalontwikkeling, verrijking van de fantasiewereld van het kind. Een verhaal kan ook een uitgangspunt zijn om met elkaar een fantasiespel te doen: een reis maken in de modder, over de bergen, door een tunnel. Hierbij kunnen de kinderen zich op allerlei manieren voortbewegen, geluiden maken en gebruik maken van huishoudelijke voorwerpen. Mei 2017