Cultuureducatie met Kwaliteit projectomschrijvingen deel I 1 juni 2013 Inhoud Artiance (Alkmaar, Bergen, Graft- De Rijp, Schermer) ............................................................................ 3 Bibliotheek Oostland (Lansingerland en Pijnacker Nootdorp) ................................................................ 5 Bureau Babel (Den Bosch) ....................................................................................................................... 7 CKC Zoetermeer (Zoetermeer) ................................................................................................................ 9 Compenta (Drenthe, Emmen) ............................................................................................................... 11 ConCordia / Twaalf Enschedese cultuurinstellingen (Enschede) .......................................................... 13 CREA Centrum voor Kunsteducatie (Hengelo) ...................................................................................... 15 Cultura (Ede).......................................................................................................................................... 17 Cultuurcompagnie (Noord-Holland) ...................................................................................................... 19 CultuurContact (Helmond) .................................................................................................................... 21 Cultuurpad (Limburg, Sittard-Geleen, Heerlen) .................................................................................... 23 CultuurStation (Eindhoven) ................................................................................................................... 25 Cultuurwinkel bureau voor cultuuronderwijs (Breda ) ......................................................................... 27 De Lindenberg (Nijmegen) .................................................................................................................... 29 De Vak, centrum voor de kunsten (Delft).............................................................................................. 31 Edu-Art (Gelderland) ............................................................................................................................ 33 FluXus (Zaanstad, Wormerland, Oostzaan) ........................................................................................... 35 HART (Haarlem en Zandvoort) .............................................................................................................. 37 Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam (Rotterdam) .................................................................... 39 Keunstwurk (Friesland).......................................................................................................................... 41 Kumulus centrum voor kunsteducatie (Maastricht) ............................................................................. 43 Kunst Centraal (Provincie Utrecht)........................................................................................................ 45 1 projectomschrijvingen deel II volgt deze zomer 1 Kunstbalie (Noord-Brabant) .................................................................................................................. 47 Kunstbedrijf Arnhem (Arnhem) ............................................................................................................. 49 Kunststation C / Helpdesk CMK Groningen .......................................................................................... 51 Mocca (Amsterdam) .............................................................................................................................. 53 Museumgroep Leiden (Leiden en Holland-Rijnland) ............................................................................. 55 Music Matters (Rotterdam)................................................................................................................... 57 Muziekschool Westland (Westland)...................................................................................................... 59 Nieuw Land Erfgoed Centrum (Flevoland) ............................................................................................ 61 Stichting Pier K (Haarlemmermeer) ...................................................................................................... 63 Rijnbrink Groep (RBG) (Overijssel) ........................................................................................................ 65 Scholen in de Kunst (Amersfoort) ......................................................................................................... 67 Theater- en productiehuis BonteHond (Almere) .................................................................................. 69 ToBe (Dordrecht) ................................................................................................................................... 71 Trias (Stadsgewest Haaglanden, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk).................................................... 73 2 Artiance (Alkmaar, Bergen, Graft- De Rijp, Schermer) Cultuur Primair 3.0 Bijdrage FCP / Totale begroting: € 299.288,00 / € 598.576,00 Disciplines: alle kunstdisciplines, inclusief erfgoed en nieuwe media Bereik: 74 scholen, 11.514 leerlingen Betrokken instellingen: Bibliotheek Kennemerwaard in Alkmaar en Bergen, Theater De Vest, De Grote Kerk te Alkmaar, Provadja Film & Podium te Alkmaar, Stedelijk Museum Alkmaar, Kunstuitleen Alkmaar, Regionaal Archief te Alkmaar, Het Hollands Kaasmuseum te Alkmaar, Sint Adelbertabdij van Egmond te Egmond-Binnen, Stichting Tijdgeest, Cinebergen te Bergen, Nieuw-Kranenburg te Bergen, individuele kunstenaars, Muziekcentrum Bergen, Museum in ’t Houten Huis, regionaal historisch museum te De Rijp, Muziekschool Legato te De Rijp, Dink te Groet, Muziek Collectief Bergen te Bergen, Cultureel ondernemers te Alkmaar. AMBITIES Om kunst-, media-, en erfgoededucatie in het primair onderwijs een verdiepingsslag te laten maken en structureel onderdeel te laten worden van het curriculum wordt het huidige aanbod van de culturele instellingen Cultuur Primair als uitgangspunt genomen en doorontwikkeld tot Cultuur Primair 3.0 volgens de criteria van Cultuureducatie met Kwaliteit. Cultuuractiviteiten worden geïntegreerd in het curriculum van de school. De leerkracht koppelt cultuuractiviteiten qua onderwerp, vaardigheden, doelstelling of media aan andere onderdelen van het schoolprogramma. Scholen en cultuuraanbieders wisselen expertise uit en hebben een duidelijke rolverdeling in het uitvoeren van het cultuurprogramma. ACTIVITEITEN CultuurPrimair 3.0 bestaat uit een werkplaats (De Culturij) en een website (cultuurprimair.nl). In de werkplaats (de Culturij) wordt bestaand of nieuw te ontwikkelen aanbod gekoppeld aan de vraag van de school door middel van een creatief proces tussen leerkracht en cultuuraanbieder. Dit gebeurd door middel van praktische ontwikkelsessies tussen leerkracht en cultuuraanbieder. Hierbij staat de vraag van de leerkracht centraal. Samen komen zij tot overeenstemming over onderwerp, vaardigheden en kerndoelen. Het resultaat van de Culturij komt in het aanbod dat is te vinden op cultuurprimair.nl. De investering van de leerkracht levert hem korting op cultuurprojecten op. De website cultuurprimier.nl dient als digitaal communicatie-instrument voor aanbod van cultuuraanbieders en vraag van het onderwijs, en als etalage van in de Culturij ontwikkelde projecten Het aanbod dat de scholen op deze site aantreffen wordt gekoppeld aan de criteria van de Cultuureducatie met Kwaliteit en geplaatst in het kader van de doorlopende leerlijn. Middels de Culturij komt de vraag van de school terecht bij de culturele instellingen die hierbij aansluiten met bestaand of nieuw te ontwikkelen aanbod, waarna een creatief proces ontstaat. Door de digitale context kan het proces door anderen gevolgd worden en als format voor andere scholen en aanbieders werken. De real life variant van De Culturij dient als ontmoetingsplaats voor het onderwijs veld en het culturele veld. Er wordt scholing gegeven aan leerkrachten en cultuuraanbieders. Hierbij wordt samengewerkt met Plein C, de provinciale steunfunctie-instelling cultuureducatie. Uitgangspunt hierbij is het omzetten van de visie en het beleid in aanstekelijke en inspirerende praktijkvoorbeelden. 3 MONITORING EN EVALUATIE De scholen zijn de belangrijkste doelgroep op het gebied van monitoring en evaluatie. In de werkgroep Cultuureducatie met Kwaliteit wordt steeds besproken of de aanpak met enerzijds het aanbod op de website en anderzijds het werken met de werkplaats tot het gewenste resultaat leidt. Daarnaast wordt een online evaluatieformulier ontwikkeld, waarbij scholen gevraagd wordt te reflecteren op het aanbod in relatie tot de doelstellingen van het programma. Deze evaluaties dienen als basis voor de tussentijdse monitoring. De resultaten worden ook besproken met de betrokken culturele instellingen. Daarbij staat centraal of de digitale en fysieke werkplaatsen het gewenste resultaat opleveren. MEER INFORMATIE www.artiance.nl Contactpersoon Artiance: Tamara Roos [email protected] Contactpersoon gemeente Alkmaar:Peter Borst [email protected] Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected] 4 Bibliotheek Oostland (Lansingerland en Pijnacker Nootdorp) De Cultuurtrein: de E-lijn Bijdrage FCP / Totale begroting: € 230.120,00 / € 460.240,00 Disciplines: alle kunstzinnige oriëntatie disciplines Bereik: 25 scholen, 720 leerlingen Betrokken instellingen: stichting Muzische Vorming Bergschenhoek, stichting Muzische Vorming Berkel en Rodenrijs, Jay's Place Bergschenhoek, Centrum voor de Kunsten de Damastbloem Nootdorp, Kunstgebouw Rijswijk NB. Overige lokale culturele instellingen en kunstenaars zijn nog onbekend. AMBITIES Bibliotheek Oostland is binnen de gemeente de grootste culturele instelling en werkt samen met alle basisscholen en een groot aantal andere culturele instellingen. De bibliotheek is dan ook de aangewezen instelling om de rol van culturele kwartiermaker op zich te nemen met het programma De Cultuurtrein: de E-lijn. Om binnen enkele jaren een duurzame en intensieve infrastructuur te bewerkstelligen waarin scholen en culturele instellingen elkaar weten te vinden en van elkaars kennis en expertise op het gebied van cultuureducatie gebruik maken, richt men zich in eerste instantie op versterking van de relatie tussen onderwijsveld en cultureel veld door het verder vorm geven en verdiepen van de huidige infrastructuur. Dit kan echter pas van de grond komen als er een gezamenlijk referentiekader geldt over wat cultuureducatie inhoudt. Daarom is het belangrijk om deskundigheid van scholen, culturele instellingen en kunstenaars te bevorderen. Dit komt niet alleen de onderlinge relatie tussen onderwijsveld en culturele veld ten goede, maar draagt ook bij aan het uitvoeren van verdiepingsactiviteiten om cultuureducatie op een hoger plan te brengen. Dit gebeurt door het curriculum rondom het leergebied kunstzinnige oriëntatie te vernieuwen door doorgaande leerlijnen te realiseren. Tot slot is het streven een instrumentarium te ontwikkelen voor het beoordelen van de culturele ontwikkeling van kinderen. Hierbij wordt een duidelijke relatie gelegd met de kerndoelen op het gebied van kunstzinnige oriëntatie binnen het basisonderwijs. ACTIVITEITEN Om de infrastructuur tussen scholen, culturele instellingen en kunstenaars verder vorm te geven en te verdiepen wordt het huidige netwerk uitgebouwd en een nieuw netwerk aangeboord. Daarnaast worden bijeenkomsten georganiseerd voor kennisdeling over cultuureducatie. Ook wordt een digitaal netwerk opgezet via social media. Denk hierbij aan nieuwsbrieven, platforms en portals. Deskundigheid van leerkrachten en educatief medewerkers wordt vergroot door het organiseren van trainingen aan scholen op het gebied van cultuureducatie. Scholen die deelnemen aan de regeling krijgen de gelegenheid een leerkracht tot ICC’er te scholen. Ook vindt een keer per jaar een teamtraining plaats waarin een specifieke discipline aan bod komt. Daarnaast zijn er algemene trainingen voor zowel scholen als culturele instellingen op het gebied van didactische vaardigheden, theoretische overdracht en aansluiting van cultureel aanbod op de scholen. Ieder jaar worden vier activiteiten uit verschillende kunstdisciplines uit het programma van de Cultuurtrein georganiseerd. Per schooljaar wordt een van deze vier activiteiten in samenwerking met de cultuuraanbieder verder verdiept, waarbij veel aandacht uitgaat naar reflectieve methodiek. De focus ligt hierbij op het ontwikkelen van educatief materiaal door cultuuraanbieders dat goed aansluit. Tevens publiceren zij lesbrieven die via het digitale platform verspreid worden zodat scholen ook in de 5 jaren daarna de activiteit eventueel kunnen voortzetten. Ieder jaar krijgt een andere leergang de focus. MONITORING EN EVALUATIE Het Tympaan Instituut voert jaarlijks een procesevaluatie uit en in de tussentijd en na afloop van het project effectmeting. De procesevaluatie geeft informatie over de uitvoering van de activiteiten in relatie tot de gestelde doelen en is van belang om de mate waarin de beoogde effecten optreden te kunnen verklaren. De effectevaluatie geeft informatie over de effecten van het project die worden gemeten en beoordeeld in vergelijking met de doelen van het project en de bijdragen aan de doelstellingen van Cultuureducatie met Kwaliteit. MEER INFORMATIE www.bibliotheekoostland.nl Contactpersoon Bibliotheek Oostland: mevrouw R. Hoofs [email protected] Contactpersoon gemeente Lansingerland: Anita Stelaard [email protected] Contactpersoon gemeente Pijnacker Nootdorp: Veerle Leenhouts [email protected] Contactpersoon FCP: Josephine Lemmens [email protected] 6 Bureau Babel (Den Bosch) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP/ totale begroting: € 308.000,00 / € 1.022.824,00 Disciplines: Alle, met een nadruk op beeldende kunst en theater. Bereik: 62 scholen, 2.620 leerlingen Betrokken instellingen: De belangrijkste samenwerking is met De Muzerije. Verder: Theater Artemis, B5, Noordbrabants Museum, SM's, Makershuis, Bibliotheek, Verkadefabriek, Theater aan de Parade, November Music, Centrum Beeldende Kunst, kunstenaarsinitiatieven en meer. AMBITIES Bureau Babel gelooft dat kunst mensen tot betere burgers kan maken en dat kwaliteiten als nieuwsgierigheid naar het onbekende erdoor geprikkeld kunnen worden. Daarom vindt de organisatie het belangrijk dat iedereen op zijn minst kennis moet kunnen maken met kunst. Bureau Babel wil dat scholen over vier jaar weten waarom ze op cultureel gebied voor bepaalde voorstellingen en projecten kiezen. Scholen moeten de tools in handen hebben om hun vraag te stellen in plaats van alleen op het aanbod in te gaan. Binnen het onderwijs vinden allerlei culturele activiteiten plaats, maar het onderwijs koppelt deze activiteiten volgens de organisatie vaak niet aan de culturele ontwikkeling van de kinderen. Het cultureel aanbod sluit daarom niet altijd aan op de competenties en leerdoelen van het onderwijs. Door de nadruk te leggen op een doorgaande leerlijn en de kerndoelen kunst- en cultuureducatie, verwacht Bureau Babel meer samenhang en structuur in de veelheid van projecten. De vijf bureaus voor cultuuronderwijs in Breda, Tilburg, Helmond, Den Bosch en Eindhoven hebben gezamenlijk een doorlopende leerlijn voor cultuureducatie ontwikkeld op basis van de kerndoelen uit het onderwijs. De bureaus van de B5 steden gaan aan de hand van dit raamwerk elk een of meerdere leerlijn(en) in een kunstdiscipline ontwikkelen. Voor de beeldvorming van de doorlopende leerlijnen hebben de bureaus gekozen voor de metafoor ‘Culturele Ladekast’. De lades worden gevuld met een activiteit binnen een discipline die de school kiest. In tegenstelling tot in sommige andere B5 steden hoeven scholen in Den Bosch niet te kiezen voor één bepaalde leerlijn. De nadruk ligt op het behalen van de kerndoelen en de competenties, dit kan gebeuren dwars door alle disciplines heen. Omdat beeldende kunst en theater goed vertegenwoordigd zijn in het buitenschools aanbod zullen veel van deze activiteiten een plaats krijgen binnen de leerlijn. ACTIVITEITEN In de eerste twee jaar wil Bureau Babel de Culturele Ladekast op zes scholen implementeren. In het eerste jaar dat een school deelneemt wordt één leerlaag voorzien, het tweede jaar een aansluitende leerlaag. In de tweede periode van twee jaar wordt het aantal scholen uitgebreid en dus ook het aantal leerlagen. Met het Bosch Leerorkest, dat in november 2011 is gestart met vijf scholen, leren leerlingen in de groepen zes, zeven en acht een muziekinstrument te bespelen. Het Bosch Leerorkest gaat een structureel, meerjarig programma inrichten in die groepen, waarmee een kwaliteitsimpuls aan het muziekonderwijs op basisscholen wordt gegeven. In de eerste twee jaar vindt er verankering van het concept Bosch Leerorkest op de zes scholen plaats, zowel bij de besturen, directeuren, leerkrachten en bij de leerlingen. Einde schooljaar 2013-2014 heeft de eerste lichting Bosch Leerorkest het driejarig instrumentaal muziekonderwijsprogramma doorlopen. In 2015-2016 wordt het uitgebouwd naar tien scholen. Deze activiteit is gericht op de relatie van de school met de lokale culturele en sociale omgeving. 7 Specifiek voor Den Bosch is de grote afname van schoolvoorstellingen. Vrijwel alle Bossche leerkrachten (uitgezonderd die van groep vijf) komen met hun klas één- of tweemaal per jaar in het theater. Daarom neemt Bureau Babel een aparte ‘theaterroute’ op, die als doel heeft om het theaterbezoek te verdiepen en in te bedden in de rest van het lesprogramma. Het scholingsaanbod in Den Bosch is voor de komende twee jaar geconcentreerd op de deskundigheidsbevordering ten aanzien van de Culturele Ladekast, de kunstvak-inhoudelijke kennis van leerkrachten, het Bosch Leerorkest en de theaterroute. Gedurende deze twee jaar wordt in de gaten gehouden of dit werkt en het aanbod voor de laatste twee jaar indien nodig bijgeschaafd. MONITORING EN EVALUTATIE Bureau Babel maakt samen met de school een scan van de beginsituatie. Daarna maakt de school een cultuurbeleidsplan waarin ze op basis van de eigen visie kiest hoe zij cultuureducatie gestalte gaan geven in 2013 en 2014. Dit traject wordt gemonitord door Bureau Babel via gesprekken, lesbezoeken en interviews en eind 2014 en 2016 geëvalueerd middels een enquête. Met de deelnemende culturele instellingen houdt Bureau Babel studiebijeenkomsten over de toepassing van de leerlijnen en het onderwijskundig concept. Bureau Babel bewaakt de kwaliteit en het proces door middel van netwerkbijeenkomsten, gesprekken, lesbezoeken en interviews. Eind 2014 en 2016 vindt ook hier een evaluatie plaats door een enquête. De B5 komt iedere zes weken samen voor overleg over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de doorlopende leerlijnen en deskundigheidsbevordering. MEER INFORMATIE www.bureaubabel.nl Contactpersoon Bureau Babel: Jane van de Lest [email protected] Contactpersoon Gemeente Den Bosch: Rogier Gerritsen [email protected] Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected] 8 CKC Zoetermeer (Zoetermeer) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 268.000,00 / € 567.519,00 Disciplines: beeldende kunst, theater, muziek, dans, nieuwe media, literatuur, cultureel erfgoed Bereik: 49 scholen, 893 leerlingen Betrokken instellingen: Stadsmuseum Zoetermeer, Stadstheater Zoetermeer, Bibliotheek Zoetermeer AMBITIES CKC wil meer passie toevoegen aan de activiteiten op het gebied van cultuureducatie in het basisonderwijs. Kennismaking met kunst en cultuur moet plaatsmaken voor verdieping, samenhang en verankering in het curriculum. Hiervoor moeten leerkrachten en culturele instellingen meer verantwoording nemen. Alleen dan kan cultuureducatie een erkende plek innemen. Om dit te bereiken moet er sprake zijn van een theoretisch fundament op scholen, dat ontwikkeld wordt naar aanleiding van hun visie en missie. Hierna kan een doorgaande leerlijn worden ontwikkeld, die in het curriculum wordt geïmplementeerd. In de ogen van CKC betekent een doorgaande leerlijn niet per se dat alle kunstdisciplines aan bod moeten komen, maar dat het curriculum samenhangend is en voortbouwt op de aanwezige kennis. Belangrijk onderdeel van de leerlijn is dat de leeropbrengsten van de kerndoelen voor kunstzinnige oriëntatie beoordeeld worden. Hiervoor moeten de scholen meer kennis in huis hebben op het gebied van cultuureducatie en de bekwaamheden bij leerkrachten en educatief medewerkers van de culturele instellingen bevorderd worden. Ook wordt cultuurinstellingen gevraagd om hun beleid te versterken door meer vraaggericht te werken en hun aanbod af te stemmen op de kerndoelen van kunstzinnige oriëntatie. Zo wil CKC de ad hoc samenwerking tussen school en cultureel veld omzetten in een structurele samenwerking. ACTIVITEITEN Voor het ontwikkelen, verdiepen en verankeren van het curriculum worden jaarlijks ontmoetingen tussen scholen en culturele instellingen georganiseerd waarin scholen hun vragen kenbaar maken en culturele instellingen hun expertise. Deze bijeenkomsten vormen op deze manier niet alleen een bron van informatie op het gebied van cultuureducatie, maar zijn tegelijkertijd een bruikbaar instrument om de samenwerking te bevorderen. Naar aanleiding van deze meetings wordt een denkkader ontwikkeld met bijbehorend activiteitenaanbod. In samenwerking met CKC formuleren de scholen vervolgens hun visie en een stappenplan dat hun programma vormgeeft. Belangrijk onderdeel van het curriculum is reflectie. De uitgevoerde activiteiten worden jaarlijks afgesloten met eindpresentaties in de vorm van een open podium of een expositie. Doel hiervan is niet alleen de opbrengsten te laten zien, maar ook aan te geven waar de kinderen staan in hun culturele ontwikkeling. Om deskundigheidbevordering te stimuleren organiseert CKC de cursus Cultuur-Op-Maat voor de betrokken culturele instellingen. In deze cursus gaat men op zoek naar de unieke meerwaarde die de instellingen hebben voor het onderwijs en de ontwikkeling van de kinderen. De cursus SchoolbeleidCultuureducatie helpt de school bij het maken van beleidsplannen. Tot slot worden cursussen ontwikkeld voor leerkrachten die hun pedagogische en didactische vaardigheden vergroten, evenals hun kennis en vaardigheden in de verschillende kunstdisciplines. Doordat schoolbesturen een samenwerkingsconvenant aangaan met culturele instellingen door samen te werken, te overleggen en hun activiteiten op elkaar af te stemmen verstevigt deze relatie zich. De website www.cultuuropschool.nl wordt ingezet als communicatiemiddel en platform om alle scholen in Zoetermeer te inspireren. De relatie tussen binnenschoolse en buitenschoolse activiteiten wordt versterkt door samenwerking met de Brede School en het Integraal Kindcentrum. 9 MONITORING EN EVALUATIE Met de deelnemende scholen en culturele instellingen worden afspraken gemaakt over de te bereiken doelen. Activiteiten worden zowel inhoudelijk als op deelname geëvalueerd. Er worden formats ontwikkeld om behaalde doelstellingen te kunnen registreren. Door middel van het Monevaplan worden de deelactiviteiten van de doelen van de regeling gemonitord en geëvalueerd. Belangrijk onderdeel hierin is het ontwikkelde denkkader. Hierin komt de samenhang van het plan naar voren. Uit het denkkader wordt duidelijk aan welke voorwaarden de projecten per leerjaar moeten voldoen; aan welke basisvaardigheden leerlingen werken, aan welke kerndoelen gewerkt moet worden en welk medium gebruikt moet worden. Tijdens de gehele periode vindt intervisie plaats met de scholen en andere partijen, zodat bijsturing, indien nodig, mogelijk is. MEER INFORMATIE www.ckc-zoetermeer.nl / www.cultuuropschool.nl Contactpersoon CKC: Ton Sandfort [email protected] Contactpersoon gemeente: Donica Buisman [email protected] Contactpersoon FCP: Willemijn in het Veld [email protected] 10 Compenta (Drenthe, Emmen) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / totale begroting: € 1.079.536,00 / € 2.279.072,00 Disciplines: alle Bereik: 280 scholen, 40.500 leerlingen Betrokken instellingen: CQ centrum voor de kunsten Emmen Coevorden, ICO Centrum voor Kunst en Cultuur Assen, K&C, expertisecentrum en projectorganisatie kunst en cultuur en Scala Hoogeveen en Meppel verenigt in Compenta. AMBITIES Compenta kiest ervoor om het begrip ‘cultuuronderwijs’ te gebruiken, in plaats van ‘cultuureducatie’. Daarmee willen de samenwerkende partijen benadrukken dat cultuur een wezenlijk onderdeel van het onderwijscurriculum moet gaan uitmaken en niet (langer) gezien kan worden als een losstaand programma. Er wordt uitgegaan van de vraag die de school heeft; het is de bedoeling dat culturele instellingen hun aanbod daarop aanpassen. Volgens Compenta blijkt uit de praktijk dat het stellen van de vraag voor een school lastig is. Het proces van samenwerken en de nieuwe werkwijze implementeren, betekent dat scholen, culturele instellingen, de gemeenten en de provincie elkaar actief moeten opzoeken, ondersteunen en begeleiden. De vijf Drentse culturele instellingen hebben stichting Compenta gevormd op verzoek van de provinciale overheid, de gemeente Emmen en de vereniging voor Drentse gemeenten. ACTIVITEITEN Compenta gaat doorgaande leerlijnen cultuuronderwijs met horizontale (in verschillende vakken) en verticale samenhang (in leerjaren) (door)ontwikkelen. Waar mogelijk wordt aangesloten bij al in gang gezette ontwikkelingen binnen de provincie Drenthe en bij bestaande netwerken, zo hoeft niet overal opnieuw het wiel te worden uitgevonden. Er wordt gewerkt vanuit het principe ‘vorm volgt inhoud’. De Drentse scholen hebben nog weinig expertise in het zelfstandig opzetten van een doorgaande leerlijn cultuuronderwijs. Om te bereiken dat scholen zelf de regie kunnen voeren, gaan scholen investeren in hun visie op het vakgebied en de deskundigheid van hun leerkrachten. Op die manier kunnen zij een gelijkwaardiger samenwerking aangaan met culturele instellingen. Het startpunt van de kwaliteitsverbetering is de school. Er wordt geïnvesteerd in het opleiden van ICC-ers/Co-experts (op zestig procent van de scholen werkt nog geen gecertificeerde ICC-er). ICC-ers/Co-experts worden bijgeschoold tot cultuurexperts. Er komt nascholing voor leerkrachten in alle kunstdisciplines, erfgoed en media en doorgaande leerlijnen en voor de combinatiefunctionarissen in doorgaande leerlijnen. Schoolleiders krijgen een scholing ‘doorgaande leerlijnen, organisatie en financiën’. Een bijrol in de kwaliteitsverbetering is weggelegd voor de PABO’s in Drenthe. Cultuuronderwijs wordt op de Drentse PABO’s als minor gegeven en zit niet in het basiscurriculum. Het streven is dat dit over vier jaar wel het geval is. MONITORING EN EVALUATIE Voorafgaand aan het schooljaar 2013-2014 heeft Compenta een nulmeting uitgevoerd naar het cultuuronderwijs in Drenthe. Alle scholen hebben in maart 2013 een uitnodiging ontvangen om hiervoor een vragenlijst in te vullen. Over twee jaar zal Compenta een eerste evaluatie uitvoeren onder alle deelnemende scholen en kan zij, door die te vergelijken met de nulmeting, de eerste resultaten tonen van het actieplan Cultuureducatie met Kwaliteit. 11 De beleidsgroep Compenta heeft een denktankfunctie: hoe kan de kwaliteit van cultuureducatie binnen het onderwijs in Drenthe versterkt en verbeterd worden? En hoe kan het culturele veld en de overheid hierop het beste inspelen? Doel van de beleidsgroep is het laten groeien van de visienota ‘cultuuronderwijs in Drenthe’. In de groep hebben zitting provinciale en gemeentelijke ambtenaren, bovenschoolse directeuren en vertegenwoordigers uit het culturele veld. MEER INFORMATIE www.compenta.nl Contactpersoon Compenta: Johan de Noord [email protected] Contactpersoon Provincie Drenthe: Anne de Jong [email protected] en Gerrit Kamstra [email protected] Contactpersoon Gemeente Emmen: Frans Meerhoff [email protected] Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected] 12 ConCordia / Twaalf Enschedese cultuurinstellingen (Enschede) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 499.568,00 / € 1.068.500,00 Disciplines: podiumkunsten, beeldende kunsten (waaronder ook media en film) en erfgoed Bereik: 24 scholen, 4.800 leerlingen Betrokken instellingen: Museum Twentse Welle, het Rijksmuseum Twenthe, Tetem kunstruimte, Wilminktheater & Muziekcentrum Enschede, Nederlands Symfonieorkest, Nationale Reisopera, Jeugdtheater Sonnevanck, de Muziekbank, poppodium Atak, De Muziekschool Twente en Bibliotheek Enschede. Fase 2: Saxion Hogescholen, ArtEZ Conservatorium, ArtEZ Art & Design, Stichting Leerplan Ontwikkeling AMBITIES Kinderen moeten optimale kansen krijgen hun talenten en persoonlijke passie te ontwikkelen. Om het cultureel bewustzijn van de leerling te bevorderen, moet cultuureducatie betekenisvol(ler) worden gemaakt. Op het gebied van ontwikkeling, verdieping en verankering van het curriculum ligt het zwaartepunt op het verbinden van de creativiteit en expertise vanuit het culturele aanbod met het onderwijscurriculum, zodat het onderwijs kwalitatief wordt versterkt in plaats van verzwaard met losse activiteiten. Door middel van een verdiepingsprogramma bestaande uit educatieve producten wil men een intensieve relatie opbouwen met het basisonderwijs, waardoor cultuureducatie een vaste plek krijgt binnen het schoolcurriculum. Hiervoor willen de 12 Enschedese culturele instellingen een gemeenschappelijk raamwerk ontwikkelen voor educatieve programma’s, die aansluiten bij de behoeften van de school en zo tot maatwerk kunnen worden gemaakt. Daarnaast wil men versnippering van het aanbod tegengaan door met elkaar een interdisciplinair aanbod te bieden voor basisscholen op basis van een gemeenschappelijk pedagogisch ontwikkelingskader. Om vakinhoudelijke deskundigheid te bevorderen moet scholen een praktische vertaling geboden worden van het ontwikkelde theoretisch kader. Dit bevordert tegelijkertijd de onderlinge samenwerking tussen de culturele instellingen. Om de relatie van de school met de lokale culturele en sociale omgeving te verduurzamen willen de instellingen niet alleen de leerlingen, maar ook hun ouders kennis laten maken met cultureel Enschede, door het organiseren van diverse activiteiten en het verlagen van de drempel naar culturele organisaties. ACTIVITEITEN Er wordt gewerkt vanuit een Master-Adoptieplan. Dit houdt in dat iedere deelnemende culturele instelling een aantal scholen adopteert. Het programma start met trainingen voor cultuureducatief medewerkers om tot eenzelfde gedachtegoed te komen. Deze educatief medewerkers brengen vervolgens dit gedachtegoed weer over op de ICC’ers en de andere betrokken leerkrachten. Behalve trainingen vinden ook conferenties plaats waarin de duo’s van educatief medewerker en leerkracht hun kennis delen met elkaar. Dit Master-Adoptieplan bevordert niet alleen de onderlinge relatie tussen onderwijs en cultureel veld, maar vormt ook de basis van de ontwikkeling, verdieping en vernieuwing van het curriculum. Een andere activiteit die een duurzaam netwerk bevorderd is de ontwikkeling van een portal die vraag- en aanbod overzichtelijk bundelt. Het ontwikkelen en verdiepen van het curriculum gebeurt concreet door vanuit het gecreëerde wetenschappelijk kader drie raamwerken op te zetten. Het raamwerk podiumkunsten geeft kinderen de mogelijkheid vaardigheden te leren en uiting te geven aan expressie. In het raamwerk beeldende kunst wordt de verbinding gelegd tussen eigen uitingen van het kind en kunst. In het raamwerk erfgoed draait het om het verhaal achter de collectie. Aan de raamwerken worden vervolgens verdiepingsprogramma’s gekoppeld, die de praktische uitvoering vormen. Denk hierbij aan lessenreeksen, workshops en bezoek aan voorstelling of expositie. Dit verdiepingsprogramma 13 resulteert uiteindelijk per school in een doorlopende leerlijn die het cultuuronderwijs integreert in het overig curriculum. Om cultuureducatie meer in het onderwijs te verankeren wordt het samenspel tussen cultuureducatief medewerker en leerkracht begeleid en gemonitord en worden de resultaten gebundeld en geanalyseerd. Bovendien worden de verdiepingsprogramma’s vastgelegd op film, waaraan interviews met leerlingen en leerkrachten worden toegevoegd om op deze manier ook reacties te kunnen monitoren. MONITORING EN EVALUATIE Voor het maken van het maatwerkprogramma vindt een dialoog plaats tussen de ICC’er en/of de leerkracht en de educatief medewerker. Jaarlijks worden leerlingen, leerkrachten en directies geïnterviewd wat betreft het behalen van de doelstellingen. Deze sluiten aan bij de doelstellingen zoals deze in de aanvraag zijn verwoord, maar zij krijgen op schoolniveau een vertaling. Ook tijdens de diverse conferenties wordt gemonitord. De praktijk wordt gedeeld via woord en beeld. De resultaten van de monitoring en evaluatie zijn belangrijke managementinformatie voor de stuurgroep, die het totale project aanstuurt. De Enschedese evaluatie is opgebouwd volgens een soortgelijke systematiek als die van de provincie Overijssel, zodat evaluatieresultaten provinciebreed vergeleken kunnen worden. MEER INFORMATIE Inhoudelijk projectleider: Marieke Hagemans [email protected] Contactpersoon penvoerder Concordia: Lies Rubingh [email protected] Contactpersoon gemeente: Dayenne Smolders [email protected] Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected] 14 CREA Centrum voor Kunsteducatie (Hengelo) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 178 000,00 / € 366 000,00 Disciplines: alle kunstvormen Bereik: 35 scholen, 7.400 leerlingen Betrokken instellingen: de Commissie Kunsteducatie Hengelo, naast CREA andere Hengelose culturele instellingen als Bibliotheek Hengelo, Muziekschool Hengelo, Twents Techniekmuseum 't HEIM, Historisch Museum en Rabotheater Hengelo, 'losse' culturele ondernemers ( ZZP'ers) uit Hengelo en omgeving, Hogeschool Edith Stein / OCT, Hogeschool Utrecht en Jeugdplein Hengelo.nl AMBITIES Om ieder kind, ongeacht persoonlijke interesse, inzet of voorkeur van ouders, leerkrachten en school de mogelijkheid te geven alle aspecten van kunst en cultuur te ervaren en te beleven (receptief zowel als actief), wil CREA basisscholen steun bieden bij het verdiepen en verankeren van het bestaande curriculum. Dit gebeurt door cultuurontmoetingen een integraal onderdeel te laten worden van dit curriculum. Hiervoor wordt het bestaande programma Cultuurwijsheid voor beeldende vorming ook doorontwikkeld op het gebied van de leerlijnen muziek, literatuur, dans en drama. Een tweede doel is de deskundigheid onder ICC’ers, educatief medewerkers en groepsleerkrachten te stimuleren. Ook het inzetten en versterken van het bestaande netwerk door de relatie tussen gemeente, onderwijs en culturele aanbieders op diverse niveaus te formaliseren is een van de ambities die CREA nastreeft. Een voorwaarde hierbij is dat alle deelnemende partijen elkaars taal (leren) spreken. Tot slot wil de instelling dat in alle kunst- en erfgoedvakken de vorderingen van de leerlingen worden beoordeeld. Hierbij gaat het om een beoordeling van de leeropbrengsten op het gebied van kennis, inzicht, vaardigheden en houding. Individuele beoordelingen worden verwerkt in leerlingvolgsystemen. ACTIVITEITEN Zowel het projectaanbod van het binnenschoolse programma Kunst op School (van instelling naar school) en de ICC wijkprojecten (van school naar instelling/aanbieder) als de diverse buitenschoolse projecten worden doorontwikkeld. Kinderen worden hierbij in aanraking gebracht met diverse cultuurontmoetingen, die aansluiten op hun cultuurvakken. Op verdiepingsniveau worden de verschillende cultuurontmoetingen ook in samenhang gebracht met andere vakken als taal, rekenen en wereld oriëntatie. Voor alle leerlingen worden diverse naschoolse activiteiten opgezet waar zij aan kunnen deelnemen en met name de meest getalenteerde leerlingen worden doorverwezen naar de instellingen. Om deskundigheidsbevordering te stimuleren krijgen groepsleerkrachten bijscholing. Hier leren zij voorbereidende en verwerkingslessen te geven bij een cultuurontmoeting , de activiteiten te toetsen aan de kern- en tussendoelen en de culturele ontwikkeling van de leerlingen te beoordelen. De educatief medewerkers leren voorbereidende en verwerkingslessen bij een cultuurontmoeting te maken en krijgen vakinhoudelijke en pedagogisch / didactische scholing om de schoolteams te begeleiden. ICC’ers volgen o.a. bijscholing om het geven van cultuurinhoudelijke sturing aan schoolteams te professionaliseren. Het organiseren van structurele bijeenkomsten voor gemeente, onderwijsveld en culturele aanbieders zorgt ervoor dat er multidisciplinaire kennisdeling kan plaatsvinden en dat de voortgang en resultaten kunnen worden besproken. Daarnaast wordt ook de site JeugdpleinHengelo.nl aangepast naar 15 aanleiding van het hernieuwde programma Kunst op School en de ICC-wijkprojecten, met als doel de toegankelijkheid te vergroten, ook voor de leerlingen. Zo kan de site meer fungeren als loket voor al het totale cultuureducatieaanbod, zowel binnen- als buitenschools. Om de vorderingen van de leerlingen te meten wordt er aangesloten bij bestaande leerlingvolgsystemen of zo nodig een instrumentarium en een leerlingvolgsysteem ontwikkeld in samenwerking met Hogeschool Edith Stein. MONITORING EN EVALUATIE Monitoring en evaluatie wordt samen met de provincie Overijssel opgepakt en is gericht op vorm, inhoud en proces. Het vindt plaats op drie niveaus. De activiteiten binnen het programma Kunst op School worden met een evaluatieformulier beoordeeld, met als toevoeging een voorbereiding en een verwerking van deze activiteiten. De ICC-wijkprojecten worden beschreven in projectplannen, die bestaan uit probleemstelling, doel, thema, doelgroep, bereik, deelnemende partijen, tijdsplanning en evaluatie. De activiteiten binnen het verdiepingsniveau van de pilotscholen krijgen hun eigen MONEVA-traject. De verschillende hierbij betrokken doelgroepen (ICC’ers, groepsleerkrachten en educatief medewerkers) ontvangen extra ondersteuning en begeleiding. MEER INFORMATIE www.crea.nl Contactpersonen CREA: Emiel Bennink [email protected] Contactpersoon gemeente Hengelo: Klaske Buis [email protected] Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected] 16 Cultura (Ede) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / totale begroting: € 240.000,00 / € 480.000,00 Disciplines: muziek, literatuur, erfgoed Bereik: 19 scholen, 2.421 leerlingen Betrokken instellingen: Historisch Museum Ede, Nederlands Tegelmuseum in Otterlo, Museum OudLunteren, Kijk en Luistermuseum in Bennekom, Museumpark Harskamp, Museum Vliegbasis Deelen, Jachthuis Sint Hubertus, Museonder Otterlo, Edu- Art Arnhem, KCG Arnhem. AMBITIES Cultura vindt dat cultuureducatie in het primair onderwijs bijdraagt aan een totaalontwikkeling van het kind omdat zowel creatieve, sociale als cognitieve vaardigheden worden gestimuleerd. Culturele leerlijnen dragen dus ook bij aan andere vakken op school. De organisatie is van mening dat structurele deelname aan cultuur op jonge leeftijd de kans op cultuurdeelname buiten school en op latere leeftijd vergroot. Dat is volgens Cultura belangrijk omdat cultuureducatie ervoor zorgt dat kinderen zich beter kunnen uiten, creatief leren denken en probleemoplossend vermogen ontwikkelen. Cultura wil er als schakel tussen het onderwijs en de culturele sector voor zorgen dat samenwerkende partners met hun neus dezelfde kant op staan en bewerkstelligen dat er meer doelstellingen voor de lange termijn worden geformuleerd. De vraag van de school staat centraal, zo wordt het beleid van culturele instellingen bevorderd. Cultura stimuleert scholen om bij de inzet van cultuureducatie verbinding te zoeken met het bestaande curriculum om zo ook kerndoelen te behalen. De bekwaamheid van leraren moet worden onderhouden en verdiept. Daardoor groeit ook het zelfvertrouwen in het zelfstandig lesgeven in cultuureducatie en worden leerkrachten zich ervan bewust dat het lesstofversterkend en zelfs vervangend ingezet kan worden. ACTIVITEITEN Cultura ontwikkelt drie doorlopende leerlijnen in de disciplines muziek, erfgoed en literatuur. Voor de leerlijn muziek wordt het project Muziek in de Klas voortgezet. Er wordt onder meer muziekles gegeven en er is een samenwerking met welzijn; vanaf groep zeven kunnen leerlingen in buurtcentra deelnemen aan het buurtorkest. Het eerste jaar wordt het aantal groepen binnen de vier al deelnemende scholen uitgebreid. Per jaar wordt er bij de nieuwe scholen een groep bij betrokken. In de leerlijn erfgoed wordt het educatief aanbod van musea verder ontwikkeld. In 2013 wil Cultura de vraag van scholen met betrekking tot cultureel erfgoed in de gemeente Ede helder in beeld hebben. Vanuit die vraag ontwikkelt Cultura samen met musea een doorlopende leerlijn. Onder professionele begeleiding (een daarvoor opgeleid educatief medewerker cultureel erfgoed) wordt de leerlijn geïmplementeerd op scholen. De doorlopende leerlijn literatuur wordt ontwikkeld om algemene taalontwikkeling te stimuleren. Samen met de school en de bibliotheek specificeert Cultura de vraag per school. Vervolgens koopt Cultura bestaande projecten cultuureducatie – ontwikkeld door kenniscentra bibliotheken – in. De gekochte projecten worden doorontwikkeld en passend gemaakt per school zodat ze aansluiten bij de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie én inhoudelijk ook gericht zijn op het leergebied taal. Voor de deskundigheidsbevordering worden twee ontwikkelarrangeurs opgeleid die de scholen ondersteunen bij het vormgeven en uitvoeren van cultuurbeleid in de praktijk. Aan de ontwikkeling en 17 uitvoering van de doorlopende leerlijnen is deskundigheidsbevordering gekoppeld van leerkrachten en educatieve medewerkers van culturele instellingen. Zo worden leerkrachten geschoold in het geven van muzieklessen en volgen medewerkers van musea een training ‘Vraaggericht ontwerpen’. MONITORING EN EVALUATIE Met alle betrokken deelnemers zal zowel mondeling als schriftelijk regelmatig monitoring en evaluatie plaatsvinden. Monitoring gebeurt in samenwerking met de afdeling Onderzoek & Statistiek van gemeente Ede. Voor de kwaliteitsbewaking tijdens de ontwikkeling van de leerlijnen en uitvoering van de pilots, gebruikt Cultura het Kwaliteitskader cultuureducatie bij culturele instellingen (Oberon 2011). Voor monitoring van de samenwerking tussen culturele aanbieder en school laat Cultura zich sturen door de samenwerkingscyclus van Josefiene Poll en Marlies Tal van Cultuurnetwerk Nederland (2009). MEER INFORMATIE www.cultura-ede.nl Contactpersoon instelling: Laura Wijnbelt [email protected] Contactpersoon Gemeente Ede: Kim van ’t Hoenderdaal [email protected] Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected] 18 Cultuurcompagnie (Noord-Holland) Cultuureducatie met kwaliteit in Noord-Holland Bijdrage FCP / Totale begroting: € 2.853.172,00 / € 5.706.344,00 Disciplines: alle disciplines inclusief erfgoed en nieuwe media Bereik: 454 scholen, 28.771 leerlingen Betrokken instellingen: Cultuurcompagnie Noord-Holland werkt samen met Artex, Triade, Bibliotheek Langedijk, Cool, De Blauwe Schuit, Muziekschool Waterland, Bibliotheek Waterland, Wherelant, Muziek- en Dansschool Heiloo, Toonbeeld, Muziekschool Heemskerk, Centrum voor de Kunsten Beverwijk, Stadsschouwburg Velsen, Muziekschool Amstelveen, Bibliotheek Hilversum, Artiance, FluXus, Hart, Pier-K, Overleg van de Centra voor de Kunsten en Inholland Academy. AMBITIES Het Cultuureducatie met Kwaliteitprogramma moet ervoor zorgen dat kinderen aan het eind van hun schoolloopbaan substantiële culturele bagage bij zich dragen. Hiervoor moet het een vast onderdeel van het curriculum worden. Om cultuur samen met andere leergebieden in één koffer te laten zitten is het van belang om kinderen een structurele basis te geven door meer aanbod te creëren in de vorm van leerlijnen die de culturele ontwikkeling van kinderen stimuleren. Dit wordt ook wel de culturele rugzak genoemd. Daarnaast moeten leerkrachten competent worden gemaakt om cultuureducatie verantwoord vorm te geven en moeten cultuuraanbieders een educatieve visie formuleren waarna zij zich ontwikkelen tot partner van het onderwijs. Een derde doel om dit te bereiken is het investeren in duurzame samenwerkingsverbanden. Als scholen en aanbieders partners worden in cultuureducatie, kunnen zij samen het aanbod naar een hoger plan brengen. Digitale tools kunnen deze samenwerking ondersteunen. Tenslotte dienen de leeropbrengsten van cultuureducatie zichtbaar te worden gemaakt en waar mogelijk ook meetbaar. ACTIVITEITEN Op lokaal en regionaal niveau ligt het zwaartepunt bij het opzetten van doorgaande leerlijnen en menu’s binnen de bestaande programma’s, waarbij het ontwikkelen van curriculum centraal staat. Hiervoor worden ondersteuningsinstrumenten ontwikkeld die doorgaande leerlijnen en menu’s vormgeven. Zo wordt in de multidisciplinaire studio een instrumentarium ontworpen dat het aanbod in doorgaande leerlijnen verdiept. Tevens wordt een instrument ontworpen waarmee een cultuurmenu kan worden samengesteld. Daarnaast worden trajecten voor scholen en cultuuraanbieders uitgezet om hen te begeleiden bij het verdiepen en onderbouwen van hun aanbod en wordt voorzien in een erfgoedaanbod. In de multidisciplinaire studio wordt onderzocht welk instrumentarium nodig is om de competentieontwikkeling van leerkrachten en cultuuraanbieders te stimuleren, waarna een post-hbo traject wordt opgezet dat uit een reeks cursussen en workshops bestaat ter verdieping van vakinhoudelijke kennis. Voor kunstvakdocenten wordt nascholing georganiseerd. Scholen en cultuuraanbieders worden gekoppeld door de kennis van elkaars praktijk uit te wisselen en good practices op het gebied van samenwerking beschikbaar te stellen. Zo ontwikkelen de cultuuraanbieders een visie, vergroten zij het inzicht in elkaars praktijk en worden de opbrengsten van projecten die gericht zijn op de synergie tussen cultuurvakken en cognitieve vakken vertaald naar een breder inzetbare aanpak. Tot slot worden leerkrachten en cultuuraanbieders vertrouwd gemaakt met social media, die cultuureducatie kunnen ondersteunen. MONITORING EN EVALUATIE Monitoring en evaluatie vindt plaats op het gebied van output, proces en effect. Om output te 19 monitoren en evalueren worden kwantitatieve metingen bij scholen verricht en voortgangsgesprekken gehouden met penvoerders. Voor procesmeting worden ook voortgangsgesprekken gevoerd met penvoerders. Een panel met een representatieve afvaardiging van de betrokken gemeenten beoordeelt het programma. Om reviews te verzamelen worden online en offline mediakanalen ingezet. Op het gebied van effectmeting worden steekproefsgewijs interviews gehouden met leerkrachten en schoolbesturen. Daarnaast worden de aanbieders geïnterviewd en voortgangsgesprekken gevoerd met penvoerders. De cultuurnavigator brengt het beleid van de gemeenten in beeld. Opbrengsten en conclusies worden verwerkt in de tussen- en eindrapportage van Plein C. MEER INFORMATIE www.cultuurcompagnie.nl / www.pleinc.nl Contactpersoon Cultuurcompagnie: Vibeke Roeper [email protected] Contactpersoon provincie Noord-Holland: Ellen Koning-Vereecken [email protected] Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected] 20 CultuurContact (Helmond) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 195.356,00 / 390.712,00 Disciplines: De nadruk ligt op literatuur en muziek. Bereik: 15 scholen, 5.000 leerlingen Betrokken instellingen: Bibliotheek Helmond, Gemeentemuseum Helmond, Kunstkwartier Helmond en mogelijk ook de theaters in Helmond en/of locaties van muziekverenigingen. AMBITIES CultuurContact strijdt ervoor om cultuureducatie een vast onderdeel te maken van het onderwijs. Er zal gezocht moeten worden naar samenhang tussen de vele vakinhouden. Om dat te realiseren is er een doorgaande leerlijn ontwikkeld door de B5 (vijf bureaus voor cultuuronderwijs uit Breda, Tilburg, Helmond, Den Bosch en Eindhoven). die in het voorjaar van 2013 gepresenteerd is. In 2013 en 2014 zullen de samenwerkende bureaus bijeenkomsten organiseren voor het culturele veld om de leerlijnen op een goede manier in het werkveld te gebruiken. CultuurContact uit Helmond heeft onder meer literatuur op zich genomen, wat betekent dat ze een doorgaande leerlijn voor die discipline ontwikkeld hebben. Dat is mede besloten om vanuit de doorgaande leerlijn literatuur aansluiting te zoeken en te vinden bij het lokale project De Rode Draad, een samenwerking tussen scholen en bibliotheken. CultuurContact wil scholen die participeren aan De Rode Draad de mogelijkheid bieden om literatuur vanuit een ander perspectief te benaderen en zo een verdiepingsslag te maken. Omdat er in Helmond al jaren een goede samenwerking is met de muziekafdeling van Kunstkwartier en de scholen voor primair onderwijs, richt CultuurContact zich behalve op literatuur ook op muziek. Hiervoor wordt het door het bureau voor cultuuronderwijs uit Eindhoven ontwikkelde raamwerk voor muziek gebruikt. Als scholen liever kiezen voor een doorgaande leerlijn uit een van de andere disciplines dan staat CultuurContact daar ook voor open. ACTIVITEITEN Allereerst zijn er in het voorjaar van 2013 definitieve afspraken gemaakt met de scholen uit de klankbordgroep; aan de hand van individuele wensen zijn er plannen gemaakt voor het schooljaar 2013-2014. Naast de scholen uit de klankbordgroep zijn alle scholen die meedoen aan het project De Rode Draad geïnformeerd over de doorgaande leerlijn literatuur en de mogelijkheid om die te implementeren. Het onderdeel wordt ingevoegd in het kunstmenu ‘nieuwe stijl’. In schooljaar 2013-2014 wordt de doorgaande leerlijn literatuur geïmplementeerd (op scholen die ook meedoen aan De Rode Draad), de leerlijn muziek wordt ingevoerd op de scholen uit de klankbordgroep en de scholen die participeren in het onderdeel literatuur. Hetzelfde jaar is er in het Gemeentemuseum Helmond een tentoonstelling over Fiep Westendorp. In samenwerking met het museum wordt er vanuit de beeldende kunst een link gelegd naar literatuur (ook in samenwerking met de bibliotheek). Er zal tijdens de looptijd van Cultuureducatie met Kwaliteit structureel B5-overleg plaatsvinden over doorontwikkeling van de doorgaande leerlijnen. Er wordt gekeken naar mogelijke samenwerking op het gebied van deskundigheidsbevordering. In 2014-2015 wordt er gezocht naar scholen die zich ook willen aansluiten bij Cultuureducatie met Kwaliteit. Deze scholen kunnen gebruik maken van de ervaring die de scholen uit de klankbordgroep de afgelopen jaren hebben opgedaan. In schooljaar 2015-2016 moeten vijftien van de dertig 21 Helmondse scholen de doorgaande leerlijn literatuur en muziek geïmplementeerd hebben. CultuurContact vindt het ook belangrijk om de deskundigheid van de leerkrachten te vergroten. Ze krijgen cursussen aangeboden i.s.m. Kenniscenter de Kempel. CultuurContact is ook in gesprek met Kunstkwartier over een basis coaching AMV-docenten waarin 'AMV-docenten leren (delen van) hun lessen om te zetten naar het digibord'. Er wordt ook aandacht besteed aan de deskundigheidsbevordering van de rondleidsters in Gemeentemuseum Helmond. MONITORING EN EVALUATIE Van iedere leerling komen er portfolio’s die hun ontwikkeling aangeven – foto’s in de onderbouw en in de bovenbouw ook tekst. De nieuwe website biedt mogelijkheid tot evalueren. Het structurele overleg met de B5 speelt een grote rol als het gaat om het monitoren tijdens Cultuureducatie met Kwaliteit in Helmond. MEER INFORMATIE www.kunst-kwartier.nl Contactpersoon: Mia Naaijkens [email protected] Contactpersoon Gemeente Helmond: Yvonne Feenstra [email protected] Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected] 22 Cultuurpad (Limburg, Sittard-Geleen, Heerlen) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 2.164.344,00 / € 4.328.688,00 Disciplines: muziek, dans, theater, beeldenkunst, mediakunst, literatuur, cultureel erfgoed Bereik: 383 scholen, 80.000 leerlingen Betrokken instellingen: Stichting Moerveld, Kaleidoscoop, Historisch Goud, Parkstad Limburg Theaters, Schunck, Vazom, De Klimboom, Parkstad Bibliotheken Limburg, SMK en Cultuurbedrijf i.o, Stadsschouwburg, Het Domein, Laagland Theater, BiblioNova, Euregionaal Historisch Centrum, Artamuse, RICK, Stichting Catharijn, Bibliocenter, ECI Cultuurfabriek en Menswel, Kunstencentrum Venlo, Kunstencentrum Jerusalem, ECI-Cultuurfabriek, Perron 55, Omroep Venlo, Gemeentearchief Venlo, Odapark, Limburgs Museum, Museum van Bommel van Dam, Theater de Maaspoort, Dok 6 en Streekmuseum ’t Land van Peel en Maas AMBITIES Cultuureducatie verdient een geïntegreerde plek in het onderwijs omdat het voor deze tijd onmisbare vaardigheden als communicatie, samenwerken en verbeeldingskracht stimuleert. Daarom wil Cultuurpad leerlijnen ontwikkelen en verankeren in het curriculum die aansluiten bij de onderwijspraktijk op scholen, gebruik makend van expertise van het culturele veld. Tevens wil zij (meer) ondersteuning bieden in het leerproces van leerlingen. Een grote rol in het programma van de provincie Limburg is weggelegd voor Team SIEN. SIEN staat voor Scholen In Een Netwerk en staat onder aanvoering van Cultuurpad. Deze kennisgemeenschap, met vertegenwoordigers uit het onderwijsveld en het culturele veld, dient als motor van de ontwikkeling van cultuureducatie en vormt zo ook de brug tussen onderwijsveld en het culturele veld. In het SIEN-lab worden de doorgaande leerlijnen ontwikkeld en wordt onderzocht welke competenties nodig zijn om het leergebied kunstzinnige oriëntatie te verbeteren. Om een kwaliteitsslag te kunnen maken in cultuureducatie moet ook aandacht uitgaan naar de leerkrachten en educatief medewerkers. Hun kennis en vaardigheden moeten op een hoger plan getild worden door hen een divers scholingsaanbod te bieden. Uitgangspunt hierbij is het aangaan van de dialoog om van elkaar te leren. Dit werkt ook door in het opzetten van een duurzame relatie tussen school en culturele omgeving. In dit kader ligt dan ook de ambitie om Co-creatie en lokale allianties op te zetten om gezamenlijk producten te realiseren die uitgaan van de ambities en wensen van de scholen. Tot slot wil Cultuurpad de culturele ontwikkeling van kinderen bevorderen door een kwaliteitskader en systeem op te zetten. ACTIVITEITEN Naar aanleiding van de nulmeting die Team SIEN uitvoert worden de scholen ingedeeld in vier ambitieniveaus. Vervolgens biedt Team SIEN scholen ondersteuning die past bij de verschillende ambities. Zo kan een school ondersteuning krijgen bij het formuleren van een samenhangende visie en instellingen ondersteuning bij de omslag naar coachend producent. Ook biedt SIEN ondersteuning bij de ontwikkeling van een plan van aanpak om de samenwerking tussen beiden partijen te verbeteren en te inventariseren. In het SIEN-lab worden volgens vier scenario’s kindgerichte doorgaande leerlijnen ontwikkeld waarin de competenties die leerkrachten en cultuuraanbieders nodig hebben om kunstzinnige oriëntatie te verbeteren worden onderzocht. Deskundigheidsbevordering gebeurt door middel van de praktijkbijeenkomsten Kijk-in-de-keuken, waarbij leerkrachten en educatief medewerkers gericht expertise delen met elkaar. In de SIEN-training krijgen ICC’ers en educatief medewerkers handvatten voor een integrale aanpak van cultuureducatie en leren zij verbinding maken met het overig curriculum. Voor vakleerkrachten worden ook 23 scholingsbijeenkomsten georganiseerd waarbij zij concrete tools krijgen om cultuureducatie te integreren in het curriculum. Voor blijvend onbeantwoorde vragen zijn er de bijeenkomsten van de deskundigen: kwaliteitskringen. Een SIEN platform fungeert als online kennisgemeenschap. Er is ondersteuningsbudget voor co-creaties, een samenwerkingsvorm met een concreet product als resultaat waarin alle deelnemers invloed hebben op het proces en het resultaat ervan. Er bestaan meerdere vormen. Zo kan er een product ontwikkeld worden dat bijdraagt aan een groot gedeelte van een doorgaande leerlijn, naar aanleiding van een specifieke vraag van een school of naar een idee van de school dat is geplaatst op de digitale werkplaats op de portal. Kenmerken van Co-creatie zijn dialoog, common ground en enthousiasme. MONITORING EN EVALUATIE De monitoring en evaluatie is gericht op processen van leren en innoveren in en om het programma. Proces is hierbij zeker zo belangrijk als de resultaten zelf. Via een set van indicatoren en instrumenten worden periodiek gegevens verzameld. Na evaluatie worden de effecten beoordeeld door gebruik te maken van de monitorgegevens. Uitgangspunten hierbij zijn dat de monitor en evaluatie beleidsrelevant moeten zijn en dat er gebruik gemaakt wordt van reeds beschikbare gegevens om de partners en de instellingen zo min mogelijk te belasten. Instrumenten hiervoor zijn Team SIEN, een nulmeting, de kwaliteitskringen, evaluatie-enquête, learning history, effectenarena en kinderparlement. MEER INFORMATIE www.cultuurpad.nl Contactpersoon Cultuurpad: Ankie Rutten [email protected] Contactpersoon provincie Limburg: J. Morales [email protected] Contactpersoon gemeente Sittard-Geleen: Jan Miltenburg [email protected] Contactpersoon gemeente Heerlen: M.J. van der Weerden [email protected] Contactpersoon FCP: Josephine Lemmens [email protected] 24 CultuurStation (Eindhoven) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 686.440,00 / € 1.459.780,00 Disciplines: muziek, beeldende kunst en design Bereik: 10 scholen, 3.436 leerlingen Betrokken instellingen: De Effenaar, Het Van Abbemuseum, Philharmonie zuid Nederland, TROMP, Centrum voor de Kunsten Eindhoven, Mad Skills, Dynamo, de Desgincoalitie (Ontdekfabriek, de Krabbedans en het Designhuis), STRP-festival, MU, Kunstbende en Cultuurbasis AMBITIES CultuurStation wil de culturele ontwikkeling van leerlingen stimuleren. Dit doen zij door het implementeren van de doorlopende leerlijn “De culturele ladekast” op de school en door de samenhangende en structurele activiteiten van culturele instellingen die in samenspraak met de school zijn ontwikkeld. CultuurStation heeft samen met de bureaus voor cultuuronderwijs uit de vijf grootste Brabantse steden (B5) een doorlopende leerlijn ontwikkeld voor het gehele basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Een model is het uitgangspunt voor het raamwerk van de doorlopende leerlijn cultuureducatie algemeen. Doel van CultuurStation en de andere initiatiefnemers is om op basis van deze algemene leerlijn leerlijnen voor alle kunstdisciplines te ontwikkelen en te borgen. Iedere gemeente kiest hierin bovendien voor een eigen zwaartepunt. Cultuurstation heeft ervoor gekozen de leerlijnen muziek en beeldende kunst te verankeren en verdiepen, waarin urban culture en design terugkerende stedelijke thema’s zijn. De metafoor in de vorm van een culturele ladekast geeft het beste weer hoe men cultuureducatie wil verankeren. De verticale kolommen van de kast zijn de culturele vermogens (zie model van de leerlijn) die je bij de leerling kunt ontwikkelen elke horizontale lijn is een dubbel leerjaar met de lades die je als school zelf of in samenwerking met een culturele instelling vult. De deskundigheidsbevordering is gericht op de implementatie van de doorlopende leerlijnen muziek of beeldend zowel op de school als in de activiteiten van de instellingen. Daarnaast is er een streven om de basisvaardigheden voor muziek, beeldende kunst en het omgaan met het onderliggend creatief proces te ontwikkelen bij de leerkrachten. ACTIVITEITEN CultuurStation maakt samen met de school een scan van de beginsituatie. Daarna maakt de directie en/of ICC’ er samen met een medewerker van CultuurStation een cultuurbeleidsplan waarin ze op basis van de eigen visie kiezen hoe zij cultuureducatie gestalte gaan geven. Er wordt gestreefd naar het helder formuleren en expliciet maken van de leerdoelen, die aansluiten op de kerndoelen. In de leerlijnen muziek en beeldend worden onderscheid gemaakt tussen basisactiviteiten en specials. De laatste zijn een aanvulling en/of verdieping op de basisactiviteit. Bij de basisactiviteiten ligt het accent voornamelijk op actieve deelname van de kinderen. Een eigen inbreng van de scholen per project is een vereiste. Naar aanleiding van de gemaakte scan vindt ook scholing voor leerkrachten plaats die bestaat uit drie onderdelen: scholing rondom de doorlopende leerlijn, rondom de vaardigheden van de gekozen discipline en de verbinding met de andere vakken rondom de creatieve coëfficiënt. CultuurStation organiseert studiebijeenkomsten voor de medewerkers van instellingen waarin de implementatie en aansluiting van de ervaringen worden uitgewisseld en kennis gedeeld. Activiteiten die gericht zijn op versterking van de samenwerking tussen school en lokale omgeving worden geplaatst binnen de implementatie van de doorgaande leerlijnen voor muziek en beeldende 25 kunst. De culturele instellingen hebben vanuit hun eigen expertise plannen ontwikkeld, die worden gezien als halffabricaten en samen met de scholen verder ingevuld worden. Om variatie te waarborgen is er een vaststaande verdeling gemaakt van culturele instellingen per leerjaar en per school. MONITORING EN EVALUATIE Binnen de geplande activiteiten werken de bureaus voor cultuureducatie intensief samen met de scholen, culturele instellingen en de vijf bureaus van de B5 steden. Op basis van vastgestelde einddoelen voor Eindhoven stelt CultuurStation de tussendoelen en ijkpunten op. Naar aanleiding van een enquête wordt na twee jaar de tussenbalans opgemaakt en kan bijstelling plaatsvinden. De bureaus voor cultuuronderwijs hebben structureel overleg over de stand van zaken. Denk hierbij aan een intervisiebijeenkomst met als uitgangspunt het delen van gesignaleerde problemen. Op de website plaatst CultuurStation om de maand een nieuwsbrief met verslagen, interviews en nieuws over de voortgang. Hiervoor wordt de monitoring als basis gebruikt. MEER INFORMATIE www.cultuurstation.nl Contactpersoon CKE: Beppie Remmits [email protected] Contactpersoon gemeente: Josine Frankhuizen [email protected] Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected] 26 Cultuurwinkel bureau voor cultuuronderwijs (Breda ) De culturele ladekast Bijdrage FCP / Totale bijdrage: € 384.000,00 / € 767.875,00 Disciplines: beeldend, dans, muziek, design, drama, literatuur, met focus op beeldcultuur en erfgoed Bereik: 54 scholen, 15.500 leerlingen Betrokken instellingen: culturele instellingen, Bureau Babel Den Bosch, Cultuurstation Eindhoven, Cultuur Contact Helmond, Bureau CIST Tilburg, Erfgoed Brabant, Kunstbalie, Grote Kerk Breda, Breda’s Museum, Breda’s Archief, Chassé Theater en Cinema, De Stilte, Nieuwe Veste Centrum voor de Kunsten, Bibliotheek Breda, MOTI, Huis voor Beeldcultuur, E-Pulse, Electron, Podium Bloos, Muzipo, NLDA, Stg Cultureel Erfgoed. AMBITIES Uit onderzoek van vijf bureaus voor cultuuronderwijs uit de B5, de vijf grootste Brabantse steden, is gebleken dat er vanuit de scholen behoefte is aan meer samenhang op het gebied van cultuuronderwijs. Alleen dan kan cultuureducatie een erkende plek binnen elke school verwerven. Daarom wil Cultuurwinkel Breda het model van de bestaande doorlopende leerlijnen verder ontwikkelen door het raamwerk met specifieke leerdoelen per kunstdisciplines door de scholen zelf in te laten vullen met programmas in samenwerking met culturele instellingen. Voor een goede beeldvorming van dit plan wordt de metafoor van een culturele ladekast gebruikt. Er zijn vier kolommen (horizontaal) met culturele vermogens: receptief, creërend, reflectief en analyserend. De verticale rij met laden bestaat uit vier dubbele leerjaren met bijbehorende leerdoelen. Iedere school kiest vanuit welke kunstdiscipline en met welke binnen- of buitenschoolse activiteit de kast gevuld wordt. Deze keuze is afhankelijk van het cultuurbeleidsplan, de visie en het profiel van de school. Iedere gemeente legt vanuit zijn stedelijke speerpunten accenten op cultuureducatieve activiteiten binnen een of meerdere disciplines. Zo richt Cultuurwinkel Breda zich op de leerlijnen beeldcultuur en erfgoed, die geïmplementeerd moeten worden, maar zij legt zich ook toe op het toegankelijk maken van de andere leerlijnen voor het gehele onderwijs en culturele veld. Daarnaast wil zij in dit model deskundigheidsbevordering van leerkrachten en educatieve medewerkers bewerkstelligen. Er wordt hierbij veel zorg besteed aan het ontwikkelen van een gemeenschappelijk kader bestaande uit vragen en ijkpunten, zodat alle partijen dezelfde taal spreken. ACTIVITEITEN Het huidige cultuurmenu bestaat uit de cultuurprogramma’s De Kleine Ontdekking en De Grote Ontdekking. Om de ontwikkeling, verdieping en vernieuwing van het curriculum voor het leergebied kunstzinnige oriëntatie te realiseren vindt doorontwikkeling plaats van het bestaande model van de doorgaande leerlijn. Daarnaast gaat er aandacht uit naar het pedagogisch en didactisch verfijnen van het model. Implementatie van de leerlijn in de cultuureducatiebeleidsplannen gebeurt door middel van een ICC-cursus en door het herijken van deze plannen vanuit de scholen en door Bredase PABO studenten. Deze laatste groep verbindt zich aan de activiteiten door middel van stages bij de scholen. Ook op de culturele instellingen zullen zij begeleiding bieden in het herijken van hun programma. Om de scholen hun eigen keuzes te laten maken wordt De Ontdekking omgevormd naar een keuzemenu. Hiervoor kiezen de scholen uit een mono-leerlijn, een multi-leerlijn of een contextleerlijn. Om de deskundigheid van leerkrachten te stimuleren worden hun pedagogische en didactische vaardigheden verder ontwikkeld en hun vaardigheden in de verschillende disciplines en hun kennis over bijvoorbeeld cultureel erfgoed vergroot. Hiervoor worden studie- en netwerkbijeenkomsten georganiseerd voor de vakdocenten en scholingsmodules, coachingstrajecten en trainingen voor de leerkrachten. Om de opgedane kennis te delen wordt een steeds terugkomend symposium op touw gezet waarin de opbrengsten van de doorlopende leerlijn aan het publiek worden getoond. Hierbij 27 wordt ieder jaar aangesloten op een reeds bestaand festival. Een derde vorm van deskundigheidsbevordering vindt plaats in de vorm van opleiden van de leerlijnbegeleiders. Voor elke leerlijn wordt een begeleider opgeleid. Om de verhouding tussen school en cultureel veld te verstevigen ontwikkelen de cultuuraanbieders activiteiten in de doorgaande leerlijnen erfgoed en beeldcultuur vanuit de vraag van de scholen. Hierbij wordt mede gebruik gemaakt van het bestaande erfgoedaanbod. Bovendien worden de theoretische leerlijnen vertaald naar de lokale situatie. Tot slot wordt de binnenschoolse leerlijn gebruikt als handvat voor buitenschoolse cultuureducatie. MONITORING EN EVALUATIE De bureaus voor cultuuronderwijs (B5) hebben regelmatig overleg over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de doorlopende leerlijnen en deskundigheidsbevordering. Zij voeren halfjaarlijks gesprekken met de deelnemende scholen en culturele instellingen. Per leerlijn wordt een stuurgroep opgericht met vertegenwoordigers van de scholen, culturele instellingen, de gemeente en/of het provinciale sectorinstituut. De stuurgroep komt meerdere keren per jaar bijeen voor tussentijdse afstemming van de ontwikkeling van de leerlijn. Het brede werkveld wordt in plenaire bijeenkomsten met scholen en culturele instellingen geïnformeerd over de ontwikkelingen. Ook wordt op de website van Cultuurwinkel Breda een aparte plek ingericht voor de stand van zaken van de leerlijn ontwikkeling. Daarnaast wordt de digitale nieuwsbrief gebruikt voor een maandelijkse update, in de vorm van nieuws, verslagen, interviews en foto’s over de voortgang van implementatie van de leerlijn. MEER INFORMATIE www.cultuurwinkelbreda.nl / www.nieuweveste.nl Contactpersoon Cultuurwinkel: Femke van de Wiel [email protected] Contactpersoon gemeente: Anne-Rienke Hendrikse [email protected] Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected] 28 De Lindenberg (Nijmegen) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP/ totale begroting: € 363.400,00 / € 1.103.780,00 Disciplines: alle Bereik: 18 scholen, 5.700 leerlingen Betrokken instellingen: Projectbureau Grote Broer AMBITIES De Lindenberg wil dat cultuuronderwijs zich nestelt in het hart van de school en dat de rest van het onderwijs erbij wordt betrokken. De Lindenberg kan zich vinden in het sociaal constructivistische mensbeeld. De visie die daarbij hoort, is dat leerlingen het eigen leren actief vormgeven. De Lindenberg gaat ervan uit dat leren niet alleen bestaat uit het ‘overdragen’ van kennis en vaardigheden in een lineair proces. Leerlingen construeren hun eigen kennis, vaardigheid en inzicht via authentieke taken in een voor hen betekenisvolle context. Voor het leren betekent dit, dat het in wezen ervaringsgericht is. Dat betekent ook dat de Lindenberg niet uitgaat van lineair opgebouwde leerstof. Er moet ruimte zijn voor rotondes, meanderende lijnen en vele wegen die naar het doel leiden. De leerlijnen zoals die nu zijn bedacht, zijn dus alleen een hulpmiddel bij het inrichten van een rijke omgeving, waarin leerlingen hun eigen leerproces doormaken. ACTIVITEITEN De Lindenberg legt het accent op het stimuleren van scholen die tot nu toe minder bedeeld werden met het gemeentelijk beleid. Deze scholen krijgen hierdoor een kwaliteitsimpuls. Per jaar worden er zes nieuwe scholen bij het programma betrokken, waarvan er steeds minstens één een Brede School in een aanpakwijk is. Voor het project Cultuureducatie met Kwaliteit wordt gestart met het opleiden van enkele ontwikkelarrangeurs vanuit de cultuursector en vanuit het onderwijs. Op de geselecteerde scholen voor het primair onderwijs maken zij een arrangement cultuuronderwijs dat aansluit bij het schoolcurriculum. Hoe dit arrangement eruit zal zien is afhankelijk van de onderwijsvisie van de betreffende school. Het doel is het realiseren van doorgaande leerlijnen cultuureducatie. De scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de activiteiten. De ontwikkelarrangeurs zullen het eerste jaar van het traject hun kennis, houding en vaardigheden onderzoeken, ontwikkelen, toetsen en bijstellen. Iedereen (zoals scholen, culturele instellingen of ontwikkelarrangeurs) neemt de deskundigheidsbevordering af die in zijn werkingsgebied noodzakelijk blijkt. Aanbevelingen voor het vervolg volgen aan het eind van het eerste jaar. Tijdens het tweede en derde jaar (2014-2015) breidt de scholing uit. Er zijn netwerkbijeenkomsten in Gelderland, waarbij ervaring en uitwisseling van de ontwikkelde deskundigheid centraal staat en ingezet kan worden om een optimaal mogelijke spreiding van de deskundigheid te bewerkstellingen. De laatste fase bestaat uit de definitieve verslaglegging en het overdraagbaar maken van de deskundigheidsbevordering voor derden. MONITORING EN EVALUATIE 29 Voor de evaluatie en resultaatmeting gebruikt de Lindenberg twee werkwijzen: kwalitatief en kwantitatief. Kwaliteit wordt gemeten met de ‘evaluatiemonitor’. Dat is een survey-feedback instrument dat ontworpen is om veranderingen weer te geven en te bespreken. Na het uitzetten van een vragenlijst volgen er gestructureerde feedbackgesprekken met medewerkers van deelnemende scholen, culturele instellingen, zelfstandige aanbieders en andere betrokkenen. De kwantitatieve informatie over resultaten en tevredenheid krijgt de Lindenberg via metingen op de scholen, uitgevoerd door onderzoeksbureau Blick. In 2014 is er een fundamentele tussenevaluatie, op grond daarvan kan de uitvoering worden aangepast. MEER INFORMATIE www.delindenberg.com of www.grotebroer.com Contactpersoon de Lindenberg: R. Sonnemans [email protected] Contactpersoon gemeente Nijmegen: Y. Lindsen [email protected] Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected] 30 De Vak, centrum voor de kunsten (Delft) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 217.092,00 / € 466.900,00 Disciplines: wetenschap, techniek, nieuwe media, theater, beeldende vorming, ICT, muziek, dans en erfgoed Bereik: 9 scholen, 2.475 leerlingen Betrokken instellingen: Science Center Delft, Theatergroep Maas in Rotterdam, Van Kinderenmuseum Den Haag, Erfgoed Delft, Theater de Veste, DOK. AMBITIES Om succesvol te kunnen worden in een steeds veranderende maatschappij moeten kinderen de 21st century skills innovatief vermogen, creativiteit en ondernemingszin ontwikkelen. Om deze ontwikkeling te bevorderen wil de VAK een gezamenlijk referentiekader voor leerkrachten, educatief medewerkers van culturele instellingen en kunstvakdocenten ontwikkelen. Zo delen de deelnemende partijen een begrippenkader, weten ze wat er speelt en zijn ze beter in staat samen vorm te geven aan kunst- en cultuureducatie. Daarnaast wil de VAK leerkrachten, educatief medewerkers en kunstvakdocenten vaardigheden laten ontwikkelen om authentieke, creatieve processen te herkennen, begeleiden en stimuleren, waarbij de nadruk ligt op 21st century skills. Ook investeert de VAK in inhoudelijke kennis en vaardigheden van leerkrachten in de kunstvakken om hun deskundigheid met de kern van het onderwijs en de onderwijsdoelen te verbinden. ACTIVITEITEN Het Cultuureducatie met Kwaliteitprogramma start met een basistraining eerstelijns voor kernteams van scholen. Deze training verhoogt het creativiteitsquotiënt op scholen en ontwikkelt vaardigheden om leergebiedoverstijgend te werken. Dit verwerft inzicht in de werking, herkenning en stimulering van creativiteit en de 21st century skills. Het maakt de leerkracht tot een creatieve coach, die in staat is een brede basis van cultuureducatie in het onderwijs te integreren en de creatieve vermogens van leerlingen te ontwikkelen. Tegelijkertijd vindt een basistraining tweedelijns plaats voor kunstvakdocenten en educatief medewerkers van culturele instellingen. Deze training bereidt de instellingen en medewerkers voor op een nieuwe manier van ontwikkelen van kunstprogramma’s, die verbonden zijn met het reguliere curriculum. Zij leren hoe ze hun vak kunnen inzetten om kinderen en leerkrachten te begeleiden in een creatief leerproces. Centraal hierbij staat aansluiting bij de diverse onderwijsthema’s. Na de basistrainingen volgt een reeks individuele ontwikkeltrajecten voor de deelnemende scholen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het coaching-on-the-job principe waarbij leerkrachten en kunstdocenten samen vorm geven aan het af te leggen traject. Door doorgaande leerlijnen te ontwikkelen en te implementeren die passen bij het profiel en de uitgangssituatie van de school ontstaat er een systematische opbouw van cultuureducatie door de schooljaren heen. MONITORING EN EVALUATIE Per traject wordt samen met de school en de betrokken culturele instelling/partners een projectplan gemaakt waarin eindresultaten en meetbare tussendoelstellingen per jaar worden opgenomen. De uitkomsten van de evaluaties van de trajecten wordt allereerst gedeeld met de betrokken schoolteams 31 en het betrokken ontwikkelteam vanuit De VAK. Daarnaast worden de uitkomsten met ICC'ers en andere Delftse basisscholen gedeeld tijdens ICC-netwerkbijeenkomsten. MEER INFORMATIE www.vak-delft.nl Contactpersoon De Vrije Akademie: Mirjam Bosman [email protected] Contactpersoon gemeente Delft: Wesna Snijder([email protected] Contactpersoon FCP: [email protected] 32 Edu-Art (Gelderland) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 3.145.664,00 / € 6.291.328,00 Disciplines: alle disciplines met focus op muziek en nieuwe media Bereik: 317 scholen, 57.735 leerlingen Betrokken instellingen: ’t Venster, de Gruitpoort, Cultuurplein Noord Veluwe, CU Cultuureducatie, de Muzehof, de Plantage, het Element c.q. het Musiater, de Open Academie Lingewaard, Boogiewoogie, de Muziekschool Oost Gelderland, De Stroming, Museum Flipje Tiel. Cultura, Markant, Kunstbedrijf, Lindenberg,De Plaats, De Plantage, de Poolster,ArtEZ, Radboud Universiteit, Pabo’s AMBITIES Gelderland is rijk aan cultuur en bijna alle scholen werken samen met culturele aanbieders. Toch staat cultuur vaak nog los van de rest van het programma en wordt er nog nauwelijks gewerkt in doorgaande lijnen. Om hierin een kwaliteitsslag te maken wil Edu-Art, namens de provincie Gelderland, onder andere de lokale infrastructuur voor cultuureducatie in het primair onderwijs versterken. Vanuit het programma Cultuureducatie met Kwaliteit wordt de komende jaren gestreefd naar verdieping bovenop bestaande initiatieven. Samenwerking door gemeente, onderwijs en culturele instelling is hierbij een voorwaarde, zodat dat wat in het programma wordt ontwikkeld ook lokaal kan worden verankerd. Daarnaast richt men zich op een duurzame infrastructuur tussen school en culturele instelling door de spreiding van cultuureducatie te bevorderen. Dit wordt concreet gemaakt door bij de vormgeving van het programma te streven naar minstens een deelproject per cultuur & erfgoedpact regio. Een derde doel is het ontwikkelen van een instrumentarium om de culturele ontwikkeling van kinderen te beoordelen. Om dit alles te realiseren heeft men vier programmalijnen ontwikkeld, waarin per lijn het kind, de leerkracht, de school of de omgeving centraal staat. In deze programma’s gaat speciale aandacht uit naar de disciplines muziek en nieuwe media. Op het gebied van muziek vindt een doorontwikkeling plaats van instrumentaal muziekonderwijs en op het gebied van nieuwe media draait het om digitale innovatie in cultuureducatie. Edu-Art richt zich niet alleen op het reguliere basisonderwijs; ook het speciaal onderwijs behoort tot de doelgroep. ACTIVITEITEN De eerste programmalijn, waarin het kind centraal staat, richt zich op de ontwikkeling, verdieping en vernieuwing van het curriculum voor het leergebied kunstzinnige oriëntatie door doorgaande leerlijnen te realiseren. Ontwerp en uitvoering van de programmalijn zijn gebaseerd op de culturele ontwikkeling vanuit het kind, de vakinhoudelijke ontwikkeling in relatie tot het kind en de relatie van de school tot de culturele omgeving. De leerlijnen worden vervolgens uitgetest, bijgesteld en vertaald in een eindproduct. Bij de programmalijn waarin de leerkracht centraal staat wordt de kwaliteitsverbetering bewerkstelligt door professionalisering van de leerkrachten en kunstvakdocenten door middel van scholingsmodules, coachingtrajecten en trainingen. Het gaat hierbij zowel om pedagogisch-didactische vaardigheden als om vaardigheden in de verschillende kunstdisciplines en kennis over het cultureel erfgoed. Eigenaarschap van cultuureducatie komt hierdoor meer in de basisschool te liggen. Scholing aan de kant van de cultuuraanbieders richt zich met name op werken binnen het basisonderwijs. De derde programmalijn, waarin als uitgangspunt de school genomen wordt, creëert randvoorwaarden om de kwaliteitsslag in cultuureducatie mogelijk te maken en te verankeren door een instrumentarium 33 te ontwikkelen. De leeropbrengsten staan hierbij centraal. Bovendien wordt een duidelijke relatie gelegd met de kerndoelen op het gebied van kunstzinnige oriëntatie binnen het primair onderwijs. In de vierde programmalijn worden projecten geïnitieerd rondom de culturele omgeving om de relatie tussen school en de lokale culturele en sociale omgeving te verstevigen. Deze projecten bouwen voort op bestaande samenwerkingsverbanden. Behalve hoogwaardige cultuureducatie met lokaal en regionaal aanbod op school, worden ook projecten georganiseerd die een solide basis leggen voor actieve kunstbeoefening in de vrije tijd. Op muziekgebied wordt (nog meer) geïnvesteerd door leerkrachten actief bij de muzieklessen te betrekken. Op het vlak van nieuwe media wordt gewerkt aan een leerlijn waarin optimaal gebruik wordt gemaakt van de nieuwe digitale mogelijkheden. MONITORING EN EVALUATIE Het programma Cultuureducatie met kwaliteit wordt op twee niveaus gemonitord en geëvalueerd. Op de werkvloer leveren lokale projecten gegevens voor de monitor en evaluatie van hun project. Op het niveau van de programmalijnen worden opbrengsten van het programma gerealiseerd in communities of practice. Deze leergemeenschappen leveren daarmee input voor de evaluatie van het programma als geheel. De Radboud Universiteit voert per lijn onderzoek uit, waarbij de opbrengsten van de programmalijn in een breder wetenschappelijk kader geplaatst worden. Om kennisdeling te kunnen realiseren wordt het Community of Practice model ontwikkeld waarbij de facilitator is gericht op het proces, het uitdagen van de deelnemers om kennis te delen en sfeer van openheid en de moderator verantwoordelijk is voor de digitale omgeving en het inrichten van het platform. MEER INFORMATIE www.edu-art.eu Contactpersoon : Esther Tobé [email protected] Contactpersoon Provincie Gelderland: Bianca Roelink [email protected] Marga Barink [email protected] Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected] 34 FluXus (Zaanstad, Wormerland, Oostzaan) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 380.808,00 / € 761.616,00 Disciplines: alle kunstdisciplines Bereik: 29 scholen, 4.000 leerlingen Betrokken instellingen: muziekschool Waterland, SJOO (jongerentheater) en de Oudheidkamer Oostzaan, Plein C, Zaan Primair, Agora, ROC Zaanstad, Overleg Centrum voor de Kunst NoordHolland AMBITIES In het huidige cultuureducatieprogramma Cultuurmenu ligt de focus op receptieve cultuureducatie. Kinderen van deelnemende scholen maken kennis met kunst en cultuur door middel van onder andere concertbezoeken en dans- en toneelvoorstellingen. Met het Cultuureducatie met Kwaliteitprogramma legt FluXus de nadruk op actieve kunstbeoefening. FluXus wil kinderen een binnenschoolse cultuurbasis bieden met een doorgaande buitenschoolse leerlijn. Hiervoor worden kwalitatieve en kwantitatieve cultuureducatieve leerlijnen ontwikkeld die passen binnen het onderwijscurriculum van iedere individuele school en aansluiten op de lokale culturele infrastructuur. Uiteindelijk is het de bedoeling dat actieve kunstbeoefening een vaste plaats krijgt binnen het onderwijsprogramma van de deelnemende scholen. Dit gebeurt door op inhoudelijk gebied meerdere leerlijnen in diverse disciplines te ontwikkelen en uit te voeren. De groepsleerkrachten krijgen hierbij de rol van cultuurexpert, die zij kunnen vervullen doordat ze inhoudelijk, didactisch en strategisch (bij)geschoold zijn. Een derde doel is het versterken van de culturele infrastructuur door scholen en culturele instellingen duurzame samenwerkingen op te laten zetten. Tot slot zullen schoolbesturen en directies een draagvlak creëren op basis van ervaringen, kennis en speciaal ontwikkelde formats om zodoende ook de overige scholen uit de gemeente enthousiast te maken voor dit programma. ACTIVITEITEN Met elke deelnemende school wordt een plan gemaakt voor de ontwikkeling en verankering van een leerlijn actieve kunstbeoefening. Aangezien de huidige programma’s als uitgangspunt worden genomen, wordt ook het receptieve Cultuurmenu, bestaande uit Kunstmenu en Erfgoedmenu, verder uitgewerkt. De meeste aandacht gaat echter uit naar de activiteiten rondom actieve buitenschoolse kunstbeoefening in samenwerking met de Brede School en de actieve binnenschoolse kunstbeoefening. Scholen kunnen bij het ontwikkelen van hun eigen programma’s, kiezen voor een of meerdere disciplines, als er maar wordt toegewerkt naar een doorlopende leerlijn. Ook multidisciplinaire leerlijnen en algemene leerlijnen zoals creatieve ontwikkeling behoren tot de mogelijkheden. FluXus biedt hierbij ondersteuning door aan iedere school een kunstenaardocent te koppelen. Deze docent begeleidt de leerlingen in de activiteiten, helpt schoolbesturen bij het formuleren van een visie op cultuureducatie, ontwikkelt nieuw lesmateriaal, geeft groepsleerkrachten bijscholing en helpt de ICC’ers bij het ontwikkelen en het verankeren van de leerlijn in het curriculum. Op deze manier brengt de vakdocent expertise in en competenties als creativiteit, authenticiteit en procesgericht werken. In diverse bijeenkomsten bespreken deze vakdocenten de voortgang met elkaar en voeren zij tussentijdse intervisie uit. MONITORING EN EVALUATIE Evaluatie bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste worden de beoogde kernopbrengsten gemeten bij de leerlingen. Dit gebeurt door beoordelingen van de groepsleerkracht en de kunstenaardocent en het self report van de leerling. Ten tweede wordt er gemonitord hoe en in welke mate actieve 35 kunstbeoefening verankerd wordt in het onderwijsprogramma. Jaarlijks wordt een inhoudelijke conferentie voor en met de schooldirecties en de ICC’ers georganiseerd waarin de voortgang van de resultaten en de gewenste ontwikkelingen aan de orde worden gesteld. Na vier jaar vindt een eindtoetsing plaats. MEER INFORMATIE www.fluxus.nl Contactpersoon FluXus: de heer H. Swinkels [email protected] Contactpersoon gemeente: Marlies Romeijnders [email protected] Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected] 36 HART (Haarlem en Zandvoort) HART voor Cultuureducatie Bijdrage FCP / totale begroting: EUR 370.704,00 / EUR 741.408,00 Disciplines: theater, dans, beeldend, literair, audiovisuele vorming, muziek en erfgoed/musea Bereik: 92 scholen, 21.050 leerlingen Betrokken instellingen: Frans Hals Museum, Teylers Museum, ABC, Toneelmakerij, Oorkaan, Kalebas, Music Academy InHolland, Academie van Holland Symfonia, Philharmonie/Stadsschouwburg, Toneelschuur, Patronaat, Festival Viola Viola, Artiance, Plein C, Pier K, Fluxus. AMBITIES Verbeelden, creëren, ontdekken, reflecteren en plezier maken; dat is volgens HART onlosmakelijk verbonden met cultuureducatie. De organisatie wil leerlingen in het primair onderwijs, binnen- en buitenschools, in aanraking brengen met de rijkdom van kunst- en cultuur. Creativiteit, persoonlijke ontwikkeling, zelfbewustzijn en samenwerking zijn de kernbegrippen. HART wil schoolteams, ICC'ers en leerkrachten in staat stellen om Cultuureducatie met Kwaliteit in hun curriculum op te nemen. Daarom worden er in samenwerking met het onderwijs en met culturele instellingen programma's ontwikkeld met doorlopende leerlijnen die aansluiten op de kerndoelen en de visie van de school. Voor doorgaande leerlijnen in de cultuureducatie gaat HART samenwerken met collega instellingen en gebruik maken van landelijk ontwikkelde projecten, zoals 'Cultuur in de Spiegel'. Engagement en scholing van betrokkenen is hier voor HART onlosmakelijk aan verbonden. HART wil dat scholen in de toekomst vaker hun eigen keuze kunnen maken en uit meer kwaliteit kunnen kiezen binnen de Cultuurmenu’s. ACTIVITEITEN HART gaat haar huidige aanbod vernieuwen. De organisatie wil de kwaliteit verbeteren en de verankering in het onderwijs versterken. Het huidige Kunstmenu, een breed jaarlijks aanbod van cultuureducatie voor het basisonderwijs (zoals theater-, dans-, muziek- en literaire voorstellingen en museum- en filmbezoek) dat bedoelt is als kennismaking met kunst en cultuur, wordt uitgebreid naar Cultuurmenu en het intensievere Cultuurmenu Plus. Dat betekent onder meer dat ook erfgoed een plaats krijgt in het aanbod. HART gaat de mogelijkheid bieden om de Cultuurmenu’s op te bouwen als een doorlopende leerlijn, waardoor ze verder gaan dan alleen kennismaking met kunst en cultuur. De onderdelen in het programma moeten herkenbaar bijdragen aan de culturele ontwikkeling van alle leerlingen en hun culturele zelfbewustzijn vergroten. De rol van HART zal zich uitbreiden van organisator naar adviseur en initiator. HART zal ook haar programma Muziek Lab verbreden, verdiepen en verankeren in de school. Het huidige Muziek Lab gaat uit van vernieuwende lesvormen die periodes van acht tot twaalf weken beslaan. De modules zijn gericht op verwerven van basisvaardigheden, zelf ontdekken en experimenteren, samenspelen en reflecteren. HART voor Cultuureducatie wil ervoor zorgen dat de muzieklessen verankeren in het curriculum van de school. Muziek Lab was oorspronkelijk als een leerlijn opgezet, maar die is nog onvoldoende geïmplementeerd in het onderwijs en dat moet veranderen. Aanvankelijk lag de nadruk bij Muziek Lab vooral op het bereiken van zoveel mogelijk kinderen. Vanaf 2012/13 en daarna is het accent verlegd naar minder scholen en meer kwaliteit. HART heeft geconstateerd dat veel scholen kunstvakken niet alleen als leerdoel willen inzetten maar ook als leermiddel. Van scholen kwam bijvoorbeeld de vraag ook aanbod te ontwikkelen voor de 37 groepen 1-3, bij voorkeur gekoppeld aan taalontwikkeling. Uit die constatering volgt een tweede verbeterslag, namelijk dat er meer overleg zal plaatsvinden tussen muziekdocenten en leerkrachten om de muzieklessen aan te laten sluiten bij het lesprogramma/thema’s die spelen. Waar nodig worden leerkrachten en docenten bijgeschoold of gecoacht. MONITORING EN EVALUATIE Voor de inhoudelijke evaluatie heeft HART Plein C als onafhankelijke derde gevraagd. Plein C neemt deze taak ook op zich voor andere gemeenten. De exacte evaluatiecriteria zijn in een gezamenlijk traject met Plein C in het voorjaar van 2013 ontwikkeld. Evaluatie zal op twee momenten plaatsvinden; eind 2014 en na afloop van het project. HART onderzoekt of vanaf 2015 de beleving van de kinderen kan worden gemeten. MEER INFORMATIE www.hart-haarlem.nl Contactpersoon HART: D. van Waveren [email protected] Contactpersoon gemeente Haarlem: Noortje Bennee [email protected] Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected] 38 Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam (Rotterdam) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 825.936,00 / € 1.725.278,00 Disciplines: beeldende kunst, theater, muziek, dans, nieuwe media, cultureel erfgoed Bereik: 46 scholen, 9.050 leerlingen Betrokken instellingen: Diverse instellingen waaronder SKVR dansschool, SKVR Beeldfabriek, Centrum Beeldende Kunst, Willem de Kooning Academie, Boijmans Van Beuningen, Rotterdams Centrum voor Theater, Bureau Beter Presteren / JOS, dienst Kunst en Cultuur AMBITIES ‘Cultuureducatie helpt kinderen zichzelf, anderen en de wereld om hen heen te leren kennen’ Daarom wil Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam dat niet alleen culturele instellingen, maar ook scholen als een huis van cultuur worden gezien, met teamleden die de rol van cultuuroverdrager vervullen. Door hen te enthousiasmeren en te betrekken bij cultuuronderwijs wordt de culturele ontwikkeling van de kinderen gestimuleerd. Deskundigheidsbevordering is hiervoor een must. Deze doelstelling staat dan ook centraal in het Cultuureducatie met Kwaliteitprogramma van het KCR. Het is een voorwaarde voor duurzame verankering van cultuureducatie. Leerkrachten zijn immers verantwoordelijk voor het onderwijs, de leerprestaties en de keuze van inhoud en vorm van cultuureducatie. Voor een goede inbedding van kunstonderwijs is verbinding met de overige onderwijsactiviteiten een voorwaarde. Dit vraagt niet alleen om deskundigheid van de groepsleerkracht, het team en de directie, maar ook van de vakleerkracht, de kunstenaar en de culturele instelling die de expertise inbrengt. Om scholen hierbij te ondersteunen wil het KCR drie programma’s ontwikkelen op het gebied van verdiepende leerlijnen, deskundigheidbevordering en infrastructuur. Het huidige stedelijke Cultuurtraject wordt hierbij ingezet als basisvoorziening. ACTIVITEITEN De eerste programmalijn is ‘Cultuur als Bron van leren’ (CBL). Bij dit begeleidingstraject ligt de focus op de ontwikkeling van het schoolteam of op de samenwerking met een culturele instelling. In beide gevallen worden doorgaande leerlijnen ontwikkeld. Er vindt verkenning plaats van de vraag bij scholen door middel van een Schoolscan Cultuureducatie. Vervolgens helpt CBL bij een planontwikkeling, afhankelijk van de wens van de school. In het CBL-lighttraject krijgen de scholen begeleiding in samenspel met de culturele instellingen: De groepsleerkrachten worden vakbekwaam gemaakt op het gebied van de kunstdisciplines en de kunstenaarsdocenten leren de onderwijsvisie van de school in de praktijk te brengen. In het intensieve CBL Plus-traject wordt de eigen kracht en visie op leren als uitgangspunt genomen. Er wordt structureel geïnvesteerd in de culturele competenties van het schoolteam met modules als coaching, methodiekontwikkeling en samenstellen van lesmateriaal. Op deze manier wordt de kinderen een grotere leeromgeving geboden waar ruimte is voor emotie, creativiteit en talenten. Op het gebied van versterking van de infrastructuur tussen school en cultureel veld vinden diverse kennis- en netwerkbijeenkomsten plaats. Kenniskring Ateliers in School is de tweede programmalijn. Hierbij wordt een kunstenaar van een culturele instelling ingezet om binnen de school in samenwerking met de leerkrachten het creatief vermogen van de kinderen aan te spreken. Dit gebeurt door binnen het atelier aan hun culturele en/of cognitieve vaardigheden te werken. De vragen en initiatieven van de leerlingen staan centraal en er wordt verbinding gelegd met vakken als rekenen en taal. In de derde programmalijn ‘Werken Leren’ draait het om het vergroten van de vakinhoudelijke kennis en vaardigheden bij de betrokken partijen via scholing, netwerk, kennisdeling, kennisontwikkeling en door het voeren van dialoog over specifieke onderwerpen. Deze onderwerpen hebben een directe relatie met de andere programmalijnen en het basisaanbod. Ook recente ontwikkelingen op gebied 39 van wetenschap, leren en media zijn van invloed op deze programmalijn. Vanuit de culturele instellingen ligt de focus op wetenschap en vakinhoud. In het onderwijs richt men zich op het professionaliseren van de eigen praktijk. De programmalijn verbindt de twee velden ook met elkaar door workshops of netwerkbijeenkomsten. MONITORING EN EVALUATIE Op scholen die deelnemen aan Ateliers in de School en CBL wordt door middel van een scorelijst de stand van zaken aan de orde gesteld. De CBL trajecten worden jaarlijks geëvalueerd. Het KCR monitort hoe de verschillende varianten van CBL uitwerken op de scholen, op welke punten er samenhang is ontstaan tussen onderwijs en cultuur en of er leerlijnen zijn ontstaan. De programmalijn Ateliers in School wordt ook gemonitord door de kenniskring. Zij reflecteert in een verslag, en doet zo nodig voorstellen voor verdere ontwikkeling. De programmalijn Werkend Leren wordt mede opgebouwd door de daarvoor opgerichte kenniskring. Deze kenniskring volgt de ontwikkeling en uitvoering van het programma op de voet en reflecteert op de thema's en vragen die aan de orde zijn gesteld MEER INFORMATIE Het KCR komt voort uit SKVR, en is momenteel bezig te verzelfstandigen. Meer informatie over het KCR is te vinden op: www.kc-r.nl Contactpersoon : Anne Marie Backes [email protected] Contactpersoon gemeente: Olga Smit [email protected] Contactpersoon FCP: Tynke Hiemstra [email protected] 40 Keunstwurk (Friesland) Kek! Kultueredukaasje mei kwaliteit Bijdrage FCP / totale begroting: € 1.214.308,00 / € 3.566.666,00 Disciplines: alle Bereik: 500 scholen, 31.000 leerlingen Betrokken instellingen: Cultuur Kwartier en Ritmyk in Sneek, Muzarthe Sint Annaparochie, Opus 3 Dokkum, De Meldij Drachten, Kunst en Coo Oosterwolde, Toanhûs Joure, Ateliers Majeur Heerenveen, Muziekschool Wâldsang Buitenpost, Kunstkade Leeuwarden, Bibliotheek Sint Annaparochie, Bibliotheek Dongeradeel Dokkum, Bibliotheek Oosterwolde, Bibliotheek Wolvega, bibliotheek Heerenveen, beleefbiliotheek Drachten, Hannemahuis Harlingen, Dekemastate Jelsum, Het Poptaslot Marssum, Themapartk de Spitkeet Harkema, Het Admiraliteitshuis Dokkum, Museum Dr8888 Drachten, Nationaal Vlechtmuseum Noordwolde, Museum Oold Ark Makkinga, Museum Sloten, Museum Belvedère Heerenveen, Museum Willem van Haren Heerenveen, Museum Damshûs Nij Beets, Streekmuseum Gorredijk, Gevangenismuseum Veenhuizen, museum het Tromps Huys Vlieland, De Noordwester Vlieland, Oud Raadhuis Vlieland, museum It Fiskershûske, Moddergat, Tresoar, Fries Museum, Fries Scheepvaartmuseum, Tryater, Museum Federatie Friesland, Pabo NHL, Pabo Stenden, Opleiding Docent Drama NHL, masteropleiding Kunsteducatie NhL/Hanzehogeschool en andere instellingen. AMBITIES De provincie Friesland wil dat inwoners vanaf jonge leeftijd in aanraking komen met wat de Friese samenleving bindt: erfgoed, taal en cultuur. Het vierjarige programma ‘Kek! Kultueredukaasje mei kwaliteit’ gaat er daarom voor zorgen dat zoveel mogelijk kinderen in heel Friesland tijdens hun schoolloopbaan kennis maken met cultuur. Op dit moment heeft circa veertig procent van de basisscholen in Friesland beleidsmatig gekozen voor cultuureducatie. Het streven is dat dit percentage in de komende jaren stijgt naar tenminste vijfenzeventig procent. Er wordt gekozen voor een regionale aanpak (naast een provincie brede benadering); Keunstwurk vindt het belangrijk dat gemeenten en dorpen in de plattelandsgebieden actief worden betrokken, zodat de kinderen die hier wonen de kans krijgen om via school kennis te maken met cultuur. Keunstwurk stimuleert structurele samenwerking tussen scholen en het culturele veld en streeft ernaar om zo vraag en aanbod dichter bij elkaar te brengen. De organisatie wil deskundigheid met betrekking tot cultuureducatie in het onderwijs en bij de culturele sector te bevorderen. ACTIVITEITEN Er worden negen regio’s onderscheiden op basis van de bestaande regionale netwerken. In een netwerk ontmoeten afnemers en aanbieders elkaar. Afhankelijk van de lokale situatie zijn dat: (een vertegenwoordiging van) scholen, centrum voor de kunsten of muziekschool, cultuurmakelaar, bibliotheek, erfgoedinstellingen, schouwburg, amateurverenigingen en zzp’ers. Samen ontwikkelen zij de regioplannen; een partij wordt aangewezen als penvoerder/coördinator (het aanspreekpunt voor Keunstwurk). Het provincie brede deel van de aanvraag richt zich op het stimuleren van deskundigheid in de gehele provincie van zowel het primair onderwijs als het culturele veld. Hierbij gaat het ook om het ontwikkelen van een gedeeld referentiekader met betrekking tot kwaliteit en om een overkoepelende werkwijze. Het gaat dan bijvoorbeeld over de manier waarop scholen worden gestimuleerd om hun vraag te formuleren en het uitdagen van het culturele veld om hun aanbod aan te laten sluiten bij de kerndoelen. Het provincie brede vierjarige activiteitenprogramma is geen doel op zich, maar is bedoeld als ondersteuning, stimulans en inspiratie van de ontwikkelingen in de regio’s. 41 MONITORING EN EVALUATIE De monitoring bestaat uit digitaal onderzoek waarbij alle basisscholen in Friesland (inclusief de gemeente Leeuwarden) worden betrokken. Allereerst wordt in kaart gebracht wat de beginsituatie in Friesland en in Leeuwarden is. Een tweede onderzoek halverwege de subsidieperiode geeft een tussenstand. Het derde en laatste monitoring onderzoek geeft een beeld van de eindsituatie en moet duidelijk maken wat de stimuleringsregeling teweeg heeft gebracht in Friesland en in Leeuwarden op het gebied van cultuureducatie in het onderwijs. De evaluatie richt zich op onderdelen van de vierjarige activiteitenprogramma’s, zoals de afzonderlijke regioplannen, het scholingsaanbod, de inspiratieprojecten en het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn muziek. Bij de evaluatie worden alleen die partijen betrokken, die deelnemen aan het onderdeel dat wordt onderzocht. Daarbij wordt meer kwalitatief onderzoek gedaan, digitaal maar ook in de vorm van interviews. Verder wordt bij de evaluatie gebruik gemaakt van een meer experimentele onderzoekvorm, het living lab. De monitoring en evaluatie worden in opdracht van Keunstwurk ontwikkeld en uitgevoerd door onderwijsadviesdienst Cedin en de masteropleiding Kunsteducatie van de NHL / Hanzehogeschool. MEER INFORMATIE www.keunstwurk.nl Contactpersoon Keunstwurk: Renée Waale [email protected] Contactpersoon provincie Friesland: Lamijne Plat [email protected] Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected] 42 Kumulus centrum voor kunsteducatie (Maastricht) Toon je talent Bijdrage FCP / Totale begroting: € 382.520,00 / € 1.303.812,00 Disciplines: dans, toneel, muziek en beeldende kunst (inclusief media en cultureel erfgoed) Bereik: 20 scholen, 4.500 leerlingen Betrokken instellingen: onderwijsstichtingen Mosa Lira en jong Leren, diverse culturele instellingen zoals Limburgs Symphonie Orkest,Filmtheater Lumière, Collectie Bonnefanten Museum, Opera Zuid, Museum aan het Vrijthof, Project Sally Danscollectief, Het Laagland Theater en Centre Ceramique. AMBITIE Kinderen die hun talent leren gebruiken ontplooien zich veelal tot betrokken, bevlogen en tolerante burgers. Daarnaast verbetert het de verhouding tussen de samenleving, culturele makers en de overheid. Daarom is Toon je talent in het leven geroepen. Dit programma moet cultuur structureel toegankelijk en beleefbaar laten zijn voor alle leerlingen uit het primair onderwijs van Maastricht. Het programma richt zich op het actief ontdekken en ontwikkelen van het cultuurtalent van de kinderen waarbij de nadruk ligt op kinderen van groep 4/5. Kumulus kiest bewust voor deze groep omdat zij verwachten dat kinderen tot ongeveer acht jaar nog helemaal open staan voor het ontdekken en tonen van hun talent. Een voorwaarde voor talentontwikkeling is een duurzame en structurele samenwerking van het culturele veld en de scholen aan de ontwikkeling, verdieping en vernieuwde van het curriculum in de doorgaande leerlijn vanaf groep 1. Hiervoor moet de vakinhoudelijke deskundigheid van leerkrachten en educatief medewerkers naar een hoger plan worden getild. Zo ontstaat er een structuur waarbinnen het culturele veld en het onderwijsveld met elkaar vergroeien. Hierbij is het van belang dat alle betrokken partners een dergelijke samenwerking als noodzakelijk ervaren. Daarnaast is een goede infrastructuur een voorwaarde voor een duurzame kwaliteitsontwikkeling. ACTIVITEITEN Toon je talent bestaat uit drie fases, die kunnen worden samengevat als kennismaken, ontdekken en ontplooien. Groep 1 tot en met 3 maken kennis met verschillende kunstdisciplines door middel van lessen die worden afgesloten met een concert, toneelvoorstelling of muziekbezoek onder de noemer Gèt Lekkers. Groepen 4 en 5 ontdekken wat kunst is door middel van de zogeheten Cultuurboost, waarin kinderen in eerste instantie lessen krijgen in alle culturele disciplines en vervolgens in één van de vier disciplines. Ouders worden hierbij betrokken door open lessen te organiseren en hen te adviseren over welke discipline het best bij het kind past. Kinderen van groep 6 tot en met 8 ontplooien hun culturele talenten verder in zowel binnen- als buitenschoolse activiteiten. Het ontwikkelen en implementeren van de leerlijnen gebeurt naar aanleiding van evaluatie van pilotprojecten. De leerlijnen worden geformuleerd in kindertaal zodat kinderen zelf weten wat er van hen verwacht wordt. Daarnaast bouwt ieder kind een portfolio op waarin het ontplooien van het talent wordt beschreven en vormgegeven. Op het gebied van deskundigheidsbevordering worden voor leerkrachten trainingen georganiseerd, die bestaan uit het leren ontdekken van talenten bij kinderen, het ontwikkelen van een visie op cultuureducatie en het aanleren van praktische vaardigheden. Per school wordt één van de vier disciplines door de leerkracht overgenomen en uitgevoerd. Daarnaast volgen kunstdocenten een training in het geven van invulling aan het programma met zowel binnenals buitenschoolse activiteiten. Tot slot worden onder andere netwerkbijeenkomsten zoals de Kunstcarrousel gefaciliteerd en vinden diverse overleggen tussen beide partijen plaats waarin het onderwijsveld haar doelen inzichtelijk maakt en het culturele veld haar aanbod daarop afstemt. MONITORING EN EVALUATIE 43 Kaleidoscoop verricht metingen op leerlingniveau door middel van het te ontwikkelen portfolio, op leerkrachtniveau en hun teams door middel van interviews en enquêtes, op beleidsniveau van de school door middel van overleg met de bovenschoolse managers en op netwerkniveau door middel van open interviews aan leerkrachten en culturele instellingen met betrekking tot binding en samenwerking tussen deze twee partijen. MEER INFORMATIE www.kumulus.nl / www.kaleidoscoop.net Contactpersoon Kumulus: Hellen Hurkens [email protected] Contactpersoon gemeente Maastricht: Jan Bessems [email protected] Contactpersoon FCP: Josephine Lemmens [email protected] 44 Kunst Centraal (Provincie Utrecht) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 1.699.688,00 / € 3.514.688,00 Disciplines: alle disciplines Bereik: individuele programma: 66 scholen, ca. 13.500 leerlingen, gemeentelijke programma: ca. 160 scholen uit 8 gemeenten (Bunschoten, Houten, Leusden, Nieuwegein, Soest, Veenendaal, Woerden en Zeist) Betrokken instellingen: Landschap Erfgoed Utrecht, Het Filiaal, Stichting KunstAanBod Houten, De KOM Theater en Kunstencentrum Nieuwegein, Kunstencentrum 't Klooster en KUVO, Cultuureducatie Scholen Woerden, Kunstgebouw Leusden, RegioCultuurCentrum Idea en Muziekschool Soest, Stichting Cultuurkoepel Veenendaal, Streekmuziekschool Zeist en Kwartiermaker combinatiefuncties Tossa Beijer, Cultuurmakelaar Aafje Hunink en Cultuurplatform Bunschoten en diverse kleine instellingen en ZZP-ers. AMBITIES Cultuureducatie is een onmisbaar onderdeel van de vorming van een kind. Het biedt verwondering, zet aan tot verbeelding en het stimuleert het vermogen tot perspectiefwisseling. Om cultuureducatie een vaste plek in het curriculum te geven, die in verbinding staat met andere vakken, heeft Kunst Centraal een provinciaal programma opgezet, waar individuele scholen aan mee kunnen doen, rondom drie pijlers, waarbij de onderliggende gemeenschappelijke deler het versterken van het creatief vermogen van de leerling en de leerkracht is. Daarnaast is er per pijler een inhoudelijk accent. De eerste pijler richt zich op het verbinden van cultuureducatie met andere vakken door middel van leerlijnen om cultuur een vaste plek in het curriculum te geven. Zo wil men hogere opbrengsten realiseren bij andere vakken en ondersteuning bieden bij scholen die thematisch willen werken. De tweede pijler sluit aan op de trend waarbij leerkrachten in toenemende mate een specialisme kiezen. In dit Scholen in Talenten programma worden leerlijnen ontwikkeld om leerkrachten vanuit hun eigen passie voor een kunstdiscipline of erfgoed te scholen en hen te laten fungeren als inspiratiebron voor hun collega’s. Ook is het de bedoeling dat leerlingen hun eigen talenten ontdekken via de stimulans van de leerkrachten. De derde pijler bouwt voort op de Brede School pilot en het uitgangspunt dat scholen actief onderdeel uitmaken van hun omgeving. Kunst Centraal wil in dit kader de school een spilfunctie geven in het culturele veld, waardoor in samenwerking met de lokale culturele partners aanbod wordt ontwikkeld en aansluiting wordt gevonden op het cultuuronderwijs van de school. Naast deze individuele verdiepingsmogelijkheid voor scholen, heeft Kunst Centraal in acht gemeenten overeenstemming kunnen bereiken met onderwijs, lokale partijen en overheid voor een plaatselijk verdiepingsprogramma. Per gemeente wordt een programma ontwikkeld dat aansluit op de reeds aanwezige culturele infrastructuur in die gemeente en de basisvoorzieningen op het gebied van cultuureducatie voor het onderwijs in die gemeente. ACTIVITEITEN Alle deelnemende scholen aan het individuele programma beginnen het programma met het opstellen van een resultatendocument dat de basis vormt van de samenwerking met Kunst Centraal, Landschap Erfgoed Utrecht en haar partners en waarin zowel activiteiten als concrete resultaten worden benoemd. Scholen die voor de eerste pijler kiezen krijgen in het ontwikkelnetwerk informatie, uitwisseling en inspiratie van ICC’ers en externe experts. De school bepaalt vervolgens de invalshoek van waaruit de leerlijnen worden ontwikkeld. Dit kan zijn cultuuronderwijs binnen taalonderwijs, als inspiratie bij wereldoriëntatie of bijvoorbeeld als onderdeel binnen het thematisch werken. Vervolgens worden trainingen voor alle partijen georganiseerd op het gebied van pedagogische en didactische vaardigheden, binnen- en buitenschoolse activiteiten en creatief vermogen. Op basis van de ervaringen in de klas worden vervolgens modules en daarna 45 leerlijnen ontwikkeld, die aansluiten bij de methodes die in de school gebruikt worden. Externe experts ondersteunen de leerkrachten bij de formulering van de leerlijnen. Scholen die kiezen voor de tweede pijler starten na het opstellen van het resultatendocument met een cultuurhappening die de leerlingen en leerkrachten inspireert en enthousiasmeert. Deze start zal verzorgd worden door theatergroep Het Filiaal. Aansluitend is er een teammiddag voor de leerkrachten van de school. De specialisten die uit de diverse teams naar voren komen krijgen een aantal trainingen per vakgebied. De getrainde leerkrachten ontmoeten elkaar in hun eigen school en provinciebreed tijdens netwerkbijeenkomsten. Door middel van digitale portfolio’s worden de vorderingen van leerlingen bijgehouden en dus ook de ontwikkeling van hun eigen talenten. Ook worden activiteiten georganiseerd waarbij de ouders worden uitgenodigd tot het inzetten van hun eigen talenten, in en rond de school. Scholen die kiezen voor de derde pijler maken deel uit van het ontwikkelnetwerk van de Brede Scholen. Ook hier worden per school werkgroepen gecreëerd waarin de inhoudelijke lijn binnen de school bepaald wordt. Na diverse teamtrainingen over onder andere het samenwerken van de school met de culturele omgeving, wordt een culturele kaart gemaakt van hun gemeente, in samenwerking met de cultuurcoach en worden leerkrachten gekoppeld aan kunstenaars of culturele instellingen. Ook in deze pijler vindt professionalisering plaats van de culturele instellingen, amateurverenigingen en kunstenaars om hun taak als ontwikkelpartner binnen de school met kwaliteit te kunnen uitoefenen. MONITORING EN EVALUATIE Bij de aanvang van de samenwerking wordt zowel met de school als de culturele instelling een nulmeting gedaan aan de hand van een vragenlijst. De vragen zijn voor een deel voor alle pijlers gelijk. Doelen en resultaten worden vastgelegd in het resultatendocument dat jaarlijks zowel kwalitatief als kwantitatief getoetst wordt. Per doelgroep benoemen ze doel en resultaten. Om de opbrengsten van de leerlingen te meten worden de digitale portfolio’s gebruikt. Een klankbordgroep evalueert jaarlijks de voortgang van de afzonderlijke pijlers. Zowel de (nul)meting, als de toetsing van de resultatendocumenten, als de evaluatie met de klankbordgroepen vormen de basis voor de verslaglegging. Ook voor de gemeentelijke programma’s wordt een vergelijkbare opzet voor monitoring en evaluatie aangehouden. MEER INFORMATIE www.kunstcentraal.nl Contactpersoon Kunst Centraal: Frank van der Hulst [email protected] Contactpersoon Provincie Utrecht: Mirjam Cloo [email protected] Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected] 46 Kunstbalie (Noord-Brabant) De Cultuur Loper Bijdrage FCP / Totale begroting: € 3.589.640,00 / € 7.179.280,00 Disciplines: kunst, erfgoed en media Bereik: 297 scholen, 73.614 leerlingen Betrokken instellingen: Erfgoed Brabant, marktplaatsen/intermediairs Cultuureducatie, ELMconcepts, centra voor de kunsten, professionele gezelschappen, cultuuraanbieders, LKCA AMBITIES Kunstbalie wil dat kinderen tijdens hun basisschoolloopbaan een samenhangende groei doormaken in hun culturele ontwikkeling, zoals dat ook het geval is bij andere vakken. Het online en interactieve instrument De Cultuur Loper moet hieraan bijdragen. Met behulp van dit programma wil Kunstbalie scholen inspireren en een handvat bieden om zelfstandig en vanuit de eigen identiteit een meerjarig samenhangend cultuureducatieprogramma met doorlopende leerlijnen te formuleren en uit te voeren. Daarnaast is het de bedoeling om culturele instellingen en kunstproducenten te faciliteren in het ontwikkelen en uitvoeren van op maat gemaakte activiteiten en producten voor scholen. Hierbij wordt een gemeenschappelijk referentiekader ontwikkeld om vraag en aanbod zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Een derde streven is medewerkers binnen onderwijs en culturele instellingen te professionaliseren zodat zij doelen kunnen formuleren die aansluiten bij de ontwikkeling van leerlingen en bij het cultuureducatieprogramma (kennis, vaardigheden, inspiratie). Daarnaast wordt er vanuit de culturele instellingen naar gestreefd het aanbod beter af te stemmen op de behoeften van het onderwijs door de leerdoelen van de activiteiten inzichtelijk te maken voor de scholen en beter aan te sluiten bij onderwijsvernieuwingen. Tot slot moeten de culturele competenties van leerlingen benoemd kunnen worden en de leeropbrengsten per leerling inzichtelijk worden gemaakt. ACTIVITEITEN De Cultuur Loper biedt scholen de mogelijkheid om een cultuureducatieprogramma te formuleren vanuit hun eigen visie. Bij het verwoorden van deze visie worden scholen gesteund door coaches. Deelnemende scholen komen na het maken van een assessment bij een van de vier voorbeeldprogramma’s terecht. Via een interactief stappenplan stelt de school vervolgens haar eigen programma samen. De Cultuur Loper kent hierin vier basisroutes met ieder eigen sterke punten en aandachtspunten. Hierbij gelden drie domeinen: ‘in huis’ (specifieke mogelijkheden binnen de school), ‘met de culturele omgeving’ (mogelijkheden tot samenwerkingen met lokale partners) en ‘uit de grote wereld’ (autonome kunsten/erfgoed). De Cultuur Loper voorziet ook in coachings- en scholingstrajecten voor scholen, marktplaatsen/intermediairs, centra voor de kunsten, cultuuraanbieders en kunstproducenten om inzicht, kennis en vaardigheden te vergroten. Zo biedt het praktische werkvormen voor het ontwikkelen van culturele portfolio’s, zet het inspirerende voorbeelden uit de praktijk uiteen en organiseert het scholing in het gebruik van een persoonlijke online omgeving en community faciliteiten. Dit om ervaringen te delen en elkaar verder te helpen in het uitvoeren van het programma. Daarnaast beschikt het online instrument over randvoorwaarden als financiering en een bronnenboek voor landelijk ontwikkelde doorgaande leerlijnen en methodes. Het ontwikkelen van een instrumentarium om de leeropbrengsten inzichtelijk te maken gebeurt aan de hand van geformuleerde competenties en bijbehorende gedragsindicatoren. Werkvormen als reflectiegesprekken en het samenstellen van een digitaal portfolio worden gehanteerd om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. 47 MONITORING EN EVALUATIE De monitoring en evaluatie komt in handen van de KPC groep. Deze onafhankelijke organisatie ontwikkelt een tweedelige onderzoeksopzet. Een deel van het onderzoek volgt de ontwikkelingen op het terrein van cultuureducatie in brede zin, het andere deel richt zich op verdieping van de activiteiten die worden georganiseerd in het kader van Cultuureducatie met Kwaliteit. Doel is om de resultaten in diverse bijeenkomsten met andere deelnemende partijen te delen. Hierin worden zowel ‘good practices’ als knelpunten gepresenteerd. MEER INFORMATIE www.kunstbalie.nl Contactpersoon Kunstbalie: Ad van Drunen [email protected] Contactpersoon provincie Noord-Brabant: Addy van Hemert [email protected] Contactpersoon FCP: Josephine Lemmens [email protected] 48 Kunstbedrijf Arnhem (Arnhem) Impulsregeling Bijdrage FCP / Totale bijdrage: € 471.556,00 / € 1.089.564,00 Disciplines: theater, beeldend, cultureel erfgoed, nieuwe media, muziek en dans Bereik: 15 scholen, 3.359 leerlingen Betrokken instellingen: 65 culturele instellingen uit Arnhem en omgeving, EduArt, PABO ArnhemNijmegen (HAN), het Community Learning Center, Radboud Universiteit, Grote Broer, Lindenberg, Conexus, Cultura, stichting Sint Josephscholen, Markant AMBITIES Kunst moet in de ogen van Kunstbedrijf Arnhem niet alleen als vak benaderd worden, maar ook als middel om 21st century competenties bij kinderen te ontwikkelen en te stimuleren. Voor kunstvakken zouden dezelfde wetten moeten gelden als voor het overig onderwijs. Voor de scholen die meedoen met het Cultuureducatie met Kwaliteitprogramma is de Impulsregeling ontwikkeld. Voor de overige scholen is de Basisregeling in het leven geroepen. Het zwaartepunt van het Impulsprogramma ligt bij het opzetten en waarborgen van structurele en verdiepende cultuureducatie door middel van een doorgaande leerlijn, die moet worden opgenomen in het overig curriculum. Daarnaast wil men meer samenhang met het reguliere onderwijs creëren. Om dit te bereiken wordt de vakinhoudelijke deskundigheid van leerkrachten, ICC’ers en educatief medewerkers van kunstinstellingen bevorderd. Zo ontwikkelen groepsleerkrachten zich tot kunstexperts en leren culturele instellingen anticiperen op de vraag van de scholen en naar aanleiding daarvan hun aanbod te ontwikkelen. Door een brug te slaan tussen onderwijsveld en cultureel veld kunnen beide partijen van elkaar leren, wat authentieke educatie bewerkstelligt. Tot slot wordt ook een instrumentarium gecreëerd om de vorderingen in de culturele ontwikkeling van de leerling te meten. ACTIVITEITEN Scholen ontwikkelen op maat samen met Kunstbedrijf Arnhem doorgaande leerlijnen die niet alleen worden uitgevoerd, maar ook geïmplementeerd en gewaarborgd. Deze leerlijnen bestaan uit een actief, receptief en reflectief deel. Iedere leerlijn heeft een relatie tot de wijk en sociale omgeving en er is een evenwichtige verhouding tussen kunst als kunstvak en kunst als middel. Tot slot hebben de leerlijnen samenhang met andere schoolvakken. Scholen kunnen kiezen uit drie formats. Zij maken een doorlopende leerlijn rondom een centrale discipline, meerdere disciplines of kiezen een werkvorm of een procesgerichte leerlijn. Na de voorbereidingsfase volgt een experimentele fase waarin de scholen de activiteiten uitvoeren. Hierin vindt ook de scholing van de leerkrachten plaats. In de vervolgimpulsfase krijgen de leerlijnen steeds meer hun definitieve vorm. Tot slot worden controle, evaluatie en sturing uitgevoerd in de borgingsfase. Ook is het ontwikkelde instrumentarium in deze fase eigen gemaakt en wordt de binnenschoolse leerlijn doorgetrokken buiten school. In samenwerking met EduArt Gelderland wordt een bijscholingscursus ontwikkeld die twee stromingen bevat. De ene bestaat uit inspirerende bijeenkomsten waarin wordt ingegaan op het belang en bekentenis van cultuureducatie en aandacht is voor verankering en voorwaarden binnen de school. In de andere wordt het instrumentarium behandeld waarmee leerkrachten en vakdocenten kunnen werken. Focus ligt hierbij op ontwikkeling van creativiteit, ondernemerszin en flexibiliteit. Daarnaast worden de leerkrachten gecoacht en getraind op kunstvaardigheden en vakdidactiek waarbij gebruikt gemaakt wordt van coaching-on-the-job. Op het gebied van de versterking van relatie tussen school en culturele veld wordt onder andere een interactieve kunstenaarssite ontwikkeld waarop scholen elkaar kunnen inspireren en ervaringen kunnen uitwisselen. Ook voor de niet-deelnemende scholen zijn de ontwikkelingen en activiteiten te volgen. Daarnaast vindt een doorstroom plaats van onderschoolse activiteiten naar naschoolse 49 activiteiten. Tot slot leggen speciaal aangewezen cultuurscouts een actieve verbinding tussen de scholen en de kunstaanbieders uit de wijk door bijvoorbeeld sociaal culturele projecten in de wijken te organiseren. MONITORING EN EVALUATIE Voor de evaluatie en resultaatmeting wordt gebruik gemaakt van twee werkwijzen: kwalitatief en kwantitatief. Het verwerven van kwalitatieve informatie gebeurt gestructureerd door middel van evaluatiegesprekken, vragenlijsten, rapportages en verslagen van en met deelnemende scholen, culturele instellingen, zelfstandige aanbieders en andere betrokkenen. Deze evaluaties vinden periodiek plaats en met gestandaardiseerde vragenlijsten, ontwikkeld in samenwerking met de schoolbesturen. De kwantitatieve informatie wordt verkregen via de metingen van resultaten en tevredenheid bij de scholen door het externe bureau Blick marktonderzoek. De kenniskring maakt resultaten en opbrengsten zichtbaar voor anderen in een digitale kwaliteitsmap. MEER INFORMATIE www.kunstbedrijfarnhem.nl Contactpersoon Kunstbedrijf: Joep Derkx [email protected] Contactpersoon gemeente: Frank van Hees [email protected] Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected] 50 Kunststation C / Helpdesk CMK Groningen (Provincie en Gemeente Groningen) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / totale begroting: € 1.466.792,00 / € 4.950.129,00 Disciplines: alle Bereik: 283 scholen, 27.275 leerlingen Betrokken instellingen: De Helpdesk-partners (IVAK de Cultuurfabriek, Kunststation C, Kunstencentrum Groep en Museumhuis Groningen), Muziekschool Veendam (samenwerking meerdere regionale muziekscholen), Poëziepaleis, RUG / Faculteit der Letteren, Biblionet, BK050 en diverse Groninger musea, culturele instellingen en bibliotheken. AMBITIES In Groningen hebben stad en provincie krachten gebundeld. CMK Groningen is een samenhangend programma waar scholen, aanbieders en instellingen in kunnen participeren. De visie berust op de gedachte: ‘goed cultuuronderwijs – dat doe je samen’. Het project heeft tot doel om cultuureducatie in het primair onderwijs een trede hoger in professionaliteit en didactiek en een laag dieper in structuur en samenhang te brengen. Provincie en gemeente Groningen zien het landelijk programma ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ als het vertrekpunt voor een nieuwe aanpak waarin beide overheden samenwerken. Het Groninger programma wil over vier jaar een situatie bereiken met een goed, breed ingevuld programma aan cultuur-educatieve activiteiten dat in relatie staat tot de kerndoelen cultuureducatie voor het primair onderwijs en verankerd is in het onderwijscurriculum Het programma levert hiervoor vier bouwstenen. 1) stevige lokale netwerken waarin op het gebied van cultuureducatie duurzaam wordt samengewerkt tussen aanbieders en scholen; 2) bekendheid van en stevig draagvlak voor cultuureducatie bij scholen, ouders, overheden en in de samenleving; 3) afstemming en kennisdeling binnen en tussen netwerken, disciplines, gemeentes (en wellicht provincies) en 4) het fundament voor een goede ondersteuningsstructuur voor de toekomst. Het beoogde resultaat is een optimale afstemming tussen aanbieders, cultuurinstellingen en afnemers (scholen) waarbij de culturele ontwikkeling van het kind centraal staat. Cultuureducatie moet structureel onderdeel gaan uitmaken van het primair onderwijs. Het is de bedoeling dat er uiteindelijk niet alleen ruimte voor cultuur als leerdoel is, maar ook als leermiddel. ACTIVITEITEN Er is gekozen voor spreiding van activiteiten en een bottum-up benadering met aandacht voor eigen initiatief, lokale identiteit en diversiteit. Er wordt zoveel mogelijk gebruik te maken van ‘dat wat er al is’. Overlappende of aangrenzende activiteiten moeten elkaar helpen / versterken, niet in de weg zitten. De regie over het programma ligt bij vier samenwerkende steuninstellingen (IVAK, de Cultuurfabriek, Kunstencentrumgroep, Kunststation C en Museumhuis Groningen) die zijn verenigd in de Helpdesk CMK. Zij dragen de verantwoordelijkheid over het programma als geheel (matchmaking tussen diverse projectpartners, projecten initiëren, samenstelling en samenhang programma, zichtbaarheid proces & resultaat, uitstraling, overdracht, verspreiden van resultaten, monitor en evaluatie). Cultuuraanbieders (kunsten, erfgoed en media) en scholen (primair onderwijs stad en provincie Groningen) kunnen ideeën of programmavoorstellen aanleveren. Dat kan zijn als projectleider of als partner van een samenwerkingsproject. Deelnemen aan het programma is een actieve bijdrage leveren: aan de inhoud, uitvoering, onderzoek en evaluatie, zichtbaarheid en overdracht van deskundigheid, ervaringen en resultaten. 51 Er is gekozen voor drie van de vier programmalijnen uit het landelijke kader, activiteiten die bijdragen aan: 1) ontwikkeling, verdieping, vernieuwing van cultuuronderwijs; 2) de relatie van de school met de lokale culturele omgeving en 3) vakinhoudelijke deskundigheidsbevordering (van leerkrachten en aanbieders). Voorwaarde om mee te doen, is dat een projectvoorstel moet voldoen aan de specifieke Groninger criteria (afgeleid van de landelijke regeling). De Helpdesk bekijkt of de ingediende programmavoorstellen potentie hebben, of ze passen binnen het inhoudelijk programma van activiteiten voor scholen en zoekt eventueel naar toegevoegde partners/maakt een match met andere ingediende voorstellen. Behalve naar kwaliteit, verankering en samenwerking wordt er ook gekeken naar geografische verdeling, vertegenwoordiging van de verschillende disciplines en samenhang binnen het programma als totaal. Projecten dienen overdraagbaar en herhaalbaar te zijn, zodat er gedurende de looptijd van de regeling een cultuureducatief pakket gevuld wordt waarmee scholen en instellingen ook na 2016 samen verder kunnen. Projecten die voor de eerste twee jaar zijn voorgeselecteerd zijn onder andere: de ‘Erfgoedtrajecten’, het project De Toon zetten (samenwerkende muziekscholen) en een project dat gaat over de overdracht van ervaringen van scholen die met ‘Cultuur in de Spiegel’ werken. Het programma voorziet nog in ‘vrije ruimte’ waardoor nieuwe projecten nog jaarlijks kunnen aanhaken. MONITORING EN EVALUATIE CMK Groningen voert in het najaar 2013 een nulmeting uit onder de scholen in stad en provincie. Het kwantitatieve onderzoek wordt in 2014 en aan het eind van de projectperiode in 2016 herhaald om het effect van het programma te meten. Voor kwalitatief onderzoek is samenwerking gezocht met de Rijksuniversiteit Groningen , de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en de Hanzehogeschool (master cultuureducatie/lectoraat duurzame onderwijsontwikkeling/RUG-project ‘Cultuur in de Spiegel’). Zij zullen helpen bij de monitoring en valorisatie van afzonderlijke projecten. Ook de Pabo kan volgens CMK Groningen een geschikte bijdrage leveren, met name aan de ‘voorkant’ van het proces: het stellen van leerdoelen, het didactisch begeleiden van ICC’ers en educatieve medewerkers van instellingen en het coachen van leerkrachten. MEER INFORMATIE www.cmkgroningen.nl Contactpersoon Kunststation C (penvoerder), Saskia van de Ree [email protected] Contactpersoon gemeente Groningen: Marc Floor [email protected] Contactpersoon Provincie Groningen: Richard Veenstra [email protected] Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected] 52 Mocca (Amsterdam) Basispakket kunst- en cultuureducatie voor kinderen van 4 tot 12 jaar Bijdrage FCP / Totale begroting: € 2.494.140,00 / € 4.988.477,00 Disciplines: muziek, cultureel erfgoed en beeldende vorming Bereik: 180 scholen, 51.660 leerlingen Betrokken instellingen: Het Leerorkest, Aslan Muziekcentrum , Het Concertgebouw, De Majellakerk, het Muziekgebouw aan ’t IJ, No Limit, Heineken Music Hall, Mediarena, individuele (lokale) kunstenaars zoals Emmy Verhey, Tania Kross, Helen MacDouglas, Frank van Laar, Kerry Woodward, Michael Gieler en Gerda Havertong, orkesten als het Nederlands Philharmonisch Orkest, Metropole Orkest en Baccarelli Orkest, pabo’s, HBO’s en universiteiten. AMBITIES De gemeente en scholen geven prioriteit aan muziek als het gaat om kunst- en cultuureducatie. Deze kunstvorm heeft niet alleen een positief effect op leerprestaties van kinderen, maar ook op hun sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling. Om elke basisschoolleerling minstens drie uur per week cultuuronderwijs te bieden wil Mocca (Match onderwijs cultuur Amsterdam)in samenwerking met de scholen, culturele instellingen en individuele experts de doorgaande muziekleerlijn de Muziek Talent Express (MTE) verdiepen, verankeren en deels vernieuwen. Tevens worden ontwikkeltrajecten voor de leerlijnen beeldend onderwijs en cultureel erfgoed opgezet. Een derde doel is het aanstellen, begeleiden en trainen van disciplinedeskundigen op het gebied van muziek, beeldend onderwijs en cultureel erfgoed. Tot slot wil Mocca coaching, begeleiding en trainingen voor leerlijnen en aanverwante onderwerpen opzetten en uitvoeren voor ICC’ers, groepsleerkrachten, vakdocenten en medewerkers van culturele instellingen. ACTIVITEITEN In de activiteiten rondom de doorgaande leerlijnen ligt het zwaartepunt bij de verdieping en vernieuwing van de MTE. Zo wordt het programma uitgebreid door het aantal leerorkesten uit te breiden en deze intensief te begeleiden. Een andere manier om kwaliteitsbevordering te bereiken is het digitaliseren van de MTE. Daarnaast wordt het jaarlijkse festival Het Podium georganiseerd en komt er meer aandacht voor het Van Talent naar Podium-onderdeel, waarin getalenteerde kinderen de kans krijgen zich aan het publiek te presenteren. Onder de naam Moccalab worden raamleerplannen ontwikkeld waarin de leerlijnen beeldend onderwijs en cultureel erfgoed worden beschreven en gegroepeerd in profielen. Het kader wordt gevormd door vijf domeinen: beleven, creëren, reflecteren, sociale competenties en presenteren. Activiteiten op het gebied van het ontwikkelen van een duurzame relatie tussen school en lokale culturele en sociale omgeving vinden plaats door middel van het organiseren van diverse binnen- en buitenschoolse activiteiten zoals workshops, concertbezoeken en orkestrepetities en optredens in wijkcentra en verzorgingshuizen. Ouderparticipatie speelt hierin een belangrijke rol. Activiteiten rondom deskundigheidsbevordering spelen zich af in de Mocca academie. Hierin krijgen leerkrachten, vakdocenten en culturele instellingen tijdens diverse studiebijeenkomsten handvatten om zelfstandig kwalitatieve kunst- en cultuurlessen te verzorgen binnen de leerlijnen. Dit scholingstraject richt zich op de verbinding tussen didactiek, cultuur en de zaakvakken. Daarnaast worden ICC-cursussen en Cultuur op Maatcursussen georganiseerd. Om een ander concreet maken worden diverse handboeken ontwikkeld. 53 MONITORING EN EVALUATIE Het Leerorkest en Aslan hebben afgelopen jaren met partners uit het HBO en de Universiteit onderzoeken opgezet om de leerprocessen te evalueren en metingen te verrichten over de ontwikkeling van de kinderen. Deze onderzoeken worden voortgezet en ingepast in de monitoring en evaluatie (MECA). In samenwerking met het Leerorkest en Aslan wordt een leerlingvolgsysteem ontwikkeld. Hierin registreert de vakdocent de resultaten van praktijk en theorie. Het leerlingvolgsysteem sluit aan op het MECA en op termijn, waar mogelijk op het reguliere leerlingvolgsysteem van een school. De resultaten van het leerlingvolgsysteem worden gepubliceerd. MEER INFORMATIE www.mocca-amsterdam.nl Contactpersoon Mocca: Peggy Brandon [email protected] Contactpersoon gemeente Amsterdam: Fenna van Hout [email protected] Contactpersoon FCP: Tynke Hiemstra [email protected] 54 Museumgroep Leiden (Leiden en Holland-Rijnland) Cultuureducatie van morgen Bijdrage FCP / Totale begroting: € 478.430,00 / € 956.860,00 Disciplines: muziek, dans, theater, beeldende kunst, foto, film, literatuur, immaterieel en materieel erfgoed en media Bereik: 200 scholen, 42.500 leerlingen Betrokken instellingen: Hortus botanicus Leiden, Rijksmuseum Volkenkunde , Naturalis , Museum De Lakenhal , Rijksmuseum van Oudheden, Erfgoed Leiden en Omgeving, SieboldHuis , Museum Boerhaave, Kunstgebouw, B plus C (bibliotheken Leiden & Leiderdorp, Leidse Volksuniversiteit, Het Leids Volkshuis, Muziekschool Leiden en omstreken), theater De Speelkring, Jeugdtheaterhuis ZuidHolland, Rembrandts dochters, PRAE, RAP Architectuurcentrum, Jeugdtheaterschool Leiden NB. Overige lokale culturele instellingen en kunstenaars zijn nog onbekend. AMBITIES De titel van het programma verwijst tevens naar het motto van de Museumgroep (acht erfgoedinstellingen uit Leiden): Leren van gisteren en vandaag voor de cultuureducatie van morgen. Kerndoelen van het programma zijn inzicht verwerven, reflectievermogen ontwikkelen en kennis en ervaring opdoen onder leerlingen(De kerndoelen 54,55 en 56 van het leergebied Kunstzinnige oriëntatie). Door een kwaliteitsslag te maken in de huidige programma’s wil de Museumgroep hoofdzakelijk meer samenhang bereiken tussen aan de ene kant kunst-, erfgoed- en media-educatie en aan de andere kant tussen deze vormen van educatie en andere leergebieden. De samenwerkende instellingen verweven hierbij doorlopende leerlijnen cultuureducatie in de volle breedte tot een totaalprogramma. Hiervoor wordt de deskundigheid van iedere school en culturele instelling bevorderd door de passies en talenten van leerkrachten en educatief medewerkers te benutten en hun inzicht en kennis te vergroten. Zij fungeren immers als begeleider in de leer- en ontwikkelprocessen en moeten in acht jaar tijd de activiteiten en ervaringen kunnen verbinden aan de doelstellingen. Dit bewerkstelligt tevens een duurzamere infrastructuur. Essentieel hierbij is een gezamenlijk referentiekader dat de scholen ondersteunt enwat ook van belang is om de doorlopende leerlijnen te kunnen creëren. Alleen als er duurzame structuur in de samenwerking tussen onderwijs en culturele sector is, kunnen de te ontwikkelen doorlopende leerlijnen beter aansluiten bij de kerndoelen, het onderwijsprogramma en de culturele ontwikkelingsstadia van kinderen. ACTIVITEITEN Huidige cultuureducatieprogramma’s als Museum en School, Kijk / Kunst, Doe / Kunst, Cultuur & School, Erfgoedspoor worden gebruikt om een nieuw en samenhangend en verdiepend programma te creëren met doorlopende leerlijnen, die aansluiten bij het curriculum. Dit betekent concreet dat iedere klas per jaar deelneemt aan een aantal activiteiten, naast de door de school georganiseerde activiteiten. Het vernieuwen van de programma’s werkt volgens het model van de drie trapsraket. De voorhoedescholen ontwikkelen en testen het nieuwe referentiekader, leerlijnen en pilots. Hierop reflecteert de klankbordgroep. De bijgestelde leerlijnen worden door het peloton overgenomen, waarna implementatie plaatsvindt. Deskundigheidbevordering vindt plaats door bestaande trajecten als studiemiddagen en nascholingstrajecten te blijven organiseren en door cursussen te op te zetten waarin deskundigen in samenwerking met scholen en culturele instellingen bestaande programma’s onder de loep nemen, helpen het referentiekader te vertalen naar dagelijks praktijk en gereedschap en tips aanbieden. Deze deskundigen zijn o.a. afkomstig van Hogeschool Leiden. Daarnaast wordt het aantal ICC-cursussen uitgebreid. 55 Dit alles bewerkstelligt een fysiek netwerk in de vorm van meerdere bijeenkomsten per jaar en een digitaal netwerk in de vorm van Linked In. Voorde scholen en de stakeholders wordt een digitale nieuwsbrief ontwikkeld waarin de procesvoortgang staat beschreven. De te ontwikkelen website doet dienst als platform om kennis te delen, het geven van achtergrondinformatie en het creëren van een virtueel netwerk. MONITORING EN EVALUATIE Zowel onder de schooldirecteuren als onder de gemeenten vindt aan het halverwege 2013 een kwantitatieve en kwalitatieve nulmeting plaats. In de periode daarna wordt de schooldirecteuren jaarlijks om resultaten gevraagd en worden twee keer per jaar werkbijeenkomsten georganiseerd voor de deelnemende gemeenten waarin de resultaten worden besproken. In 2016 vindt de eindmeting plaats waarin de inhoudelijke, financiële en organisatorische verankering van het cultuuronderwijs in de regio wordt gemeten. MEER INFORMATIE www.museumgroep.nl Contactpersoon Museumgroep: Hans van Oel [email protected] Contactpersoon Gemeente Leiden: B. Voskamp [email protected] Contactpersoon regio Holland Rijnland : Ida van Breda [email protected] Contactpersoon FCP: Willemijn in het Veld [email protected] 56 Music Matters (Rotterdam) Overal muziek Bijdrage FCP / Totale begroting: € 500.000,00 / € 1.173.500,00 Disciplines: muziek Bereik: 130 scholen, 36.000 leerlingen Betrokken instellingen: De Rotterdamse Muziekcoalitie bestaande uit SKVR, Codarts Hogeschool voor de Kunsten, Rotterdams Philharmonisch Orkest, Concert- en congresgebouw De Doelen, World Music and Dance Centre en Music Matters, Zangmakers, het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam, Hellendaal Instituut, Watch That Sound en diverse muzikanten AMBITIES In 2016 wil De Rotterdamse Muziekcoalitie dat Rotterdam over een breed, samenhangend muziekeducatief aanbod beschikt, waaraan ieder kind actief kan deelnemen, zodat het tijdens zijn volwassen leven actief of receptief van muziek kan blijven genieten. Hiervoor wil De Rotterdamse Muziekcoalitie haar inzet op scholen verdiepen, verbeteren en verankeren. Behalve het verder ontwikkelen van een leerlijn voor actieve muziekbeoefening komen daar receptieve elementen bij in de vorm van concert- en repetitiebezoek, repertoirekennis en muziekgeschiedenis en productieve elementen zoals componeren en improviseren. Deze ingrediënten worden samengebracht in een coherente doorgaande leerlijn die aansluit bij de belevingswereld en de ontwikkelingsfase van kinderen en die verbonden is met muziekbeleving in de vrije tijd. Het verankeren van deze huidige programma’s in het curriculum is alleen mogelijk als de deskundigheid onder leerkrachten wordt bevorderd en een intensieve samenwerking tussen het onderwijsveld en het culturele veld wordt gestimuleerd. Voor dit laatste is het niet alleen van belang te investeren in de onderlinge relaties tussen school, cultuuraanbieders en muzikanten, maar ook ouders bij de projecten te betrekken. Om de leerlijn en methodiek van Overal Muziek te verbinden met het theoretisch kader vindt ondersteuning en begeleiding plaats van Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam. ACTIVITEITEN Door de bestaande Zangmakersmethode uit te bouwen en te verdiepen wordt zang weer op de kaart gezet in het basisonderwijs via een teach-the-teacher-methode. Er wordt nieuw repertoire ontwikkeld dat aansluit bij de onderwijsdoelstellingen, de Zangmakers-leerkrachten worden gecertificeerd, er worden workshops en optredens georganiseerd voor talentvolle kinderen en de digitale lesomgeving waarin lesmateriaal en liedjes zijn te vinden wordt aangepast. Ook de Instrumentale Kennismakingslessen en het receptieve aanbod wordt uitgebouwd en verdiept door de kennismaking met muziek breder in te zetten en vanuit meerdere perspectieven tegelijkertijd. Concreet betekent dit onder andere dat de digitale muziekmethode Winstons Muziekschool, kennismakingstraject Multi Jam en, in een later stadium, compositieleerlijn Watch That Sound met elkaar verbonden worden. Daarnaast worden de digitale lessenseries als onderdeel van instrumentale kennismaking uitgebreid en komt er een digitaal platform gericht op basisschoolleerlingen om onder andere concertbezoek te bevorderen. Tot slot zal ook het programma Ieder Kind een Instrument structureel aansluiting vinden met Zangmakers en Winstons Muziekschool. Daarnaast wordt het programma uitgebouwd door het ontwikkelen van een digitale portfolio per groep. Ook vindt verdieping plaats door de banden met het Rotterdams Philharmosich Orkest aan te halen. Om specifieke talentontwikkeling te bewerkstelligen vindt een samenwerking plaats met het Hellendaal Muziekinstituut. 57 Door de scholen presentaties van muziekactiviteiten te laten organiseren wordt een actieve rol van ouders op het gebied van muziekeducatie gestimuleerd. Ook muziekdocenten krijgen de opdracht het omgevingsbewustzijn te vergroten en te investeren in een netwerk in en buiten de school. Op het gebied van samenwerking tussen gemeente, school en muziekaanbieder vindt tevens kennisdeling, methodeuitwisseling en ervaringsuitwisseling plaats via digitale en fysieke netwerken. MONITORING EN EVALUATIE In de zomer van 2013 krijgt een onafhankelijk onderzoeksinstituut opdracht de gestelde doelen te operationaliseren naar criteria en eenvoudig meetbare kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren waarmee de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de inzet getoetst wordt. Vanaf 2014 vinden jaarlijkse evaluaties en tussenafrekeningen plaats. En eind 2016 wordt een eindevaluatie en een eindafrekening gerapporteerd. Music Matters heeft in dit alles de rol van opdrachtgever. Bij het uitvoeren van deze evaluaties wordt gebruik gemaakt van de eerder opgedane ervaring bij het uitgebreide onderzoek rondom het Music Matters programma. MEER INFORMATIE www.musicmatters.nu Contactpersoon Music Matters: Marianne van de Velde [email protected] Contactpersoon gemeente Rotterdam: Olga Smit [email protected] Contactpersoon FCP: Tynke Hiemstra [email protected] 58 Muziekschool Westland (Westland) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 220.000,00 / € 437.990,00 Disciplines: muziek, dans, theater, beeldende kunst, media kunst, literatuur en erfgoed Bereik: 36 scholen , 10.000 leerlingen Betrokken instellingen: Kunstgebouw, HAFA vereniging Fusica, Dans Creatie Wateringen, Kunsthuis 18, Bibliotheek Westland, diverse beeldend kunstenaars AMBITIES Cultuureducatie moet deel uitmaken van het DNA van Westland door middel van een vraaggericht en geborgd cultuureducatief aanbod, dat is ontwikkeld voor en door het primair onderwijs en het lokale culturele veld. De beste manier om deze ambitie te verwezenlijken is door scholen een gestructureerd programma te laten creëren in samenspraak met culturele instellingen dat gebaseerd is op doorlopende leerlijnen die passen bij de kerndoelen van kunstzinnige oriëntatie. Hiervoor is de Kennisboom (werktitel) in het leven geroepen. Deze virtuele boom, die doorlopend groeit naarmate het programma meer vorm krijgt, beschikt over programma’s op basis van Cultuur in de Spiegel, de 8 intelligenties van Gardner, ander wetenschappelijk onderzoek, de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en de expertise van primair onderwijsdocenten en educatief medewerkers van de verschillende disciplines. De initiatiefnemers streven er uiteindelijk naar dat alle basisscholen uit Westland naar behoefte en vanuit hun eigen omgeving vraaggericht aanbod van dit programma kunnen afnemen. Om hierin een kwaliteitsslag te kunnen maken, wil MSW de benodigde kennis en didactische vaardigheden van leerkrachten en educatieve medewerkers vergroten door middel van bijscholing en de relatie van de school met de lokale culturele en sociale omgeving versterken door diverse activiteiten op touw te zetten. ACTIVITEITEN De eerste fase van de Kennisboom betreft de ontwikkeling van een referentiekader, met hierin een systematische beschrijving van een opvatting over en visie op cultuureducatie en een beschrijving van wat leerlingen in opeenvolgende fasen van het onderwijs moeten kennen en kunnen aan basisvaardigheden en beheersingsniveaus. De tweede stap is vanuit dit referentiekader doorlopende leerlijnen ontwikkelen met hieraan gekoppeld cultuureducatie programma’s. Hiervoor kunnen scholen kiezen tussen het Small, Medium, Large of Xtra large programma, dat aansluit bij hun behoeften. Zo bestaat het Small programma uit drie disciplines en vijf leerlijnen, die ieder jaar worden uitgebouwd. Om de Kennisboom vervolgens praktisch en breed toegankelijk te maken wordt een gebruiksvriendelijke website ontworpen, die gekoppeld is aan de bestaande site www.cultuurpuntwestland.nl. Op het gebied van deskundigheidsbevordering wordt onder andere een digitale cultuurcourant ontwikkeld en uitgegeven. Deze nieuwsbrief dient als communicatiemiddel om de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van cultuureducatie, interviews, succesverhalen en leermomenten te verspreiden. Daarnaast worden ICC’ers opgeleid in de verdiepende cursus Cultuurin-de-Spiegel. In de Train-de-trainers-cursus leren ICC’ers hoe zij hun collega’s ook kunnen opleiden tot ICC’er. In de Kunst en School conferentie worden (wetenschappelijke) kennis en ervaringen uitgewisseld met lezingen, workshops, voorstellingen, best-practises en exposities. Ook wordt er een openbaar cultuurprofiel ontwikkeld waarin scholen hun visie, samenwerkingsverbanden en gekozen kunstdisciplines kunnen delen. Een aantal van deze activiteiten versterken de relatie van de school met de lokale omgeving. Daarnaast wordt in dit kader één loket ‘Cultuureducatie’ opgezet wat heldere communicatie bevordert, bewaking van de kwaliteit en scholen van advies voorziet. Dit loket wordt onderdeel van het 59 Cultuurweb dat onder andere zorg draagt voor kwaliteitbewaking en de koppeling vraag en aanbod. Een andere activiteit op dit gebied is de grootse aftrap die wordt georganiseerd voor alle betrokken partijen om het programma gezamenlijk van start te laten gaan. MONITORING EN EVALUATIE Er is een plan van aanpak op gebied van procesevaluatie en effectevaluatie. In de jaarlijkse procesevaluatie komt aan de orde of de vooraf bepaalde doelstellingen zijn behaald. Instrumentarium hiervoor is een database en een checklist, interviews en enquêtes. Naar aanleiding van de opgestelde rapportage kan het uitvoeringsplan aangepast worden. Op het gebied van effectevaluatie vinden diverse nul- tussen- en eindmetingen plaats door een content-analyse van de websites van de scholen en aanvullende interviews. De stuurgroep zorgt voor kennisdeling door middel van netwerkbijeenkomsten, nieuwsbrief en conferenties. MEER INFORMATIE www.muziekschoolwestland.nl / www.cultuurpuntwestland.nl Contactpersoon Muziekschool: Wilma Franchimon [email protected] Contactpersoon gemeente Westland: Lille Witsen Elias [email protected] Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected] 60 Nieuw Land Erfgoed Centrum (Flevoland) De Culturele Haven Bijdrage FCP / Totale begroting: € 445.092,00 / € 964.234,00 Disciplines: beeldende kunst, theater, muziek, erfgoed Bereik: 30 scholen, 3.000 leerlingen Betrokken instellingen: Museum De Paviljoens, Theater- en productiehuis BonteHond, De Kubus AMBITIES Ieder opgroeiend kind begint zijn culturele loopbaan in de veilige haven van het onderwijs waar hij zijn culturele scheepskist vult en zich zo voorbereidt op zijn eigen reis naar zee: de culturele weg naar volwassenheid. Provincie Flevoland wil losse cultuurlessen op school met elkaar en met andere vakken verbinden tot een samenhangend geheel. Ook wil men het niveau van waarnemen en verbeelden in cultuurvakken overstijgen en de leerlingen cultureel zelfbewust(er) maken. Hiervoor is vernieuwing en verdieping van het curriculum nodig in de vorm van een leerlijn cultuureducatie. Een tweede streven is de deskundigheid van leerkrachten in het geven van kwalitatief hoogwaardig cultuuronderwijs te vergroten. Om dit bereiken willen de initiatiefnemers De Culturele Haven opzetten: een breed opgezette en specifieke doorlopende leerlijn van Flevolandse bodem. De Culturele Haven biedt op basis van de kerndoelen voor het leergebieden kunstzinnige oriëntatie een cultuurprogramma waarin kunst en erfgoed, breedte en verdieping, binnenschools en buitenschools leren, samenhang en kwaliteit samengaan. Met dit programma moet cultuureducatie een vaste plek in het curriculum veroveren. ACTIVITEITEN Het programma kent een trapsgewijze opstelling waarbij de metafoor van de haven herhaaldelijk terugkomt. Voor de organisatie van het programma slaan de ontwikkelscholen, de culturele instellingen en eventueel andere partners de handen ineen. Een projectgroep met afgevaardigden opereert vanuit het huis van de havenmeester. Fundering van dit huis is de gebruiksvriendelijke website. Deze bevat het digitale lesboek voor de doorlopende leerlijn, met informatie, instructiefilmpjes en het leerlijn gerelateerde overzicht. De site is multimediaal en interactief en gaat uit van een groeimodel, waardoor een duurzame cultuurdatabase ontstaat. Concrete lessituaties en diverse basisactiviteiten vormen het materiaal waarmee leerkrachten zelf op school hun lessen cultuureducatie kunnen verzorgen. De website dient ook als plek voor kennisdeling. Zo kunnen klassen online een portfolio bijhouden om ervaringen en resultaten te delen. De basisstof wordt verrijkt met de expertise van kustenaars en wetenschappers. Ieder jaar worden projecten uit de leerlijn uitgelicht door extra activiteiten en lesmaterialen toe te voegen. De jaarlijkse projectweek De Vuurtoren waaraan alle groepen provinciebreed mee doen, wordt georganiseerd om de omgeving te laten zien waar de kinderen mee bezig zijn en als marketingtool voor de scholen die nog niet meedoen. Omdat de leerlingen in deze leerprocessen goed begeleid moeten worden organiseert men diverse algemene en maatwerk activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering van groepsleerkrachten en cultuurvakdocenten. Voor leerkrachten wordt een doorlopende leerlijn opgezet en voor de educatief medewerkers wordt bijscholing en kenniswerking door studiedagen, rondleidingen en informatiemiddagen op touw gezet. MONITORING EN EVALUATIE Er vindt tweeledige monitoring en evaluatie plaats. Enerzijds op invulling van de leerlijn (op basis van de portfolio’s), anderzijds op de doeltreffendheid van de leerlijn. Tot monitoring behoren onderwerpen 61 als verloop van het project, zoals struikelblokken, vorderingen en resultaten. Daarnaast wordt zowel het project als het proces, de lessen en activiteiten geëvalueerd om de doeltreffendheid ervan te kunnen beoordelen en zodanig bij te sturen. Elke evaluatie kan aanleiding zijn tot het aanpassen van de leerlijn of onderdelen daaruit. De belangrijkste bevindingen, aanpak en ervaringen worden doorgemaild aan de betrokkenen en/ of gepubliceerd op de website. MEER INFORMATIE www.nieuwlanderfgoed.nl Contactpersoon : Arjan Agema [email protected] Contactpersoon Provincie Flevoland: Els Joosten [email protected] Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected] 62 Stichting Pier K (Haarlemmermeer) Kunst in Leren Bijdrage FCP: Totale begroting € 316.000,00 / € 1.043.015,00 Disciplines: Muziek, dans, theater, schrijven, beeldende kunst, nieuwe media, erfgoed en architectuur. Bereik: 14 scholen, 3.800 leerlingen Betrokken instellingen: (Primair) Bibliotheek Haarlemmermeer, Kunstfort Vijfhuizen, het Cruquius Museum, het Historisch Museum Haarlemmermeer en (secundair) Podium Duycker en Schouwburg De Meerse. AMBITIES Kunst maakt niet alleen betere leerlingen maar ook betere burgers, zo gelooft Pier K. Daarom investeert de organisatie samen met gemeente Haarlemmermeer in talentontwikkeling door middel van het lesprogramma Kunst in Leren. De organisatie wil zoveel mogelijk mensen zo jong mogelijk in aanraking laten komen met kunst en cultuur. Daarnaast wil Pier K het creatieve en kunstzinnige vermogen van kinderen en jongeren vergroten door aansluiting van kunst en cultuur bij het onderwijs. Pier K vindt het belangrijk dat er meer maatwerk wordt geleverd aan het onderwijs. De ontwikkeling van plezier in cultuur en kunstzinnig talent bij kinderen moet worden gestimuleerd. Kunst in Leren zoekt naar nieuwe manieren waarop leerstof aangeboden kan worden en draait om de wezenlijke samenwerking tussen kunstdocenten en leerkrachten. ACTIVITEITEN De activiteiten voor de komende vier jaar kunnen in de drie categorieën worden gerangschikt: het ontwikkelen en uitvoeren van het project Kunst in Leren, de versterking van inhoudelijke deskundigheid en de aansluiting tussen primair en voorgezet onderwijs. Pier K ontwikkelt de activiteiten van Kunst in Leren in nauwe samenwerking met de leerkracht, de scholen en de culturele partners. Per project staan de kerndoelen (of een andere vraag) van scholen centraal. Er wordt gewerkt met een mix van disciplines, zoals muziek, dans, theater, schrijven, beeldende kunst, nieuwe media, erfgoed en architectuur. De activiteiten vinden voor het overgrote deel plaats op de school en waar zinvol wordt met kinderen een plek gezocht die relevant is voor het project. De school geeft een kerndoel of centraal thema aan waarbij de kunstenaars/docenten hun vakmanschap inzetten om meervoudige intelligenties bij kinderen aan te spreken bij de aangeboden stof of een bepaald onderwerp. Bij het ontwerpen van de lessen stemmen de kunstenaars nauw af met de leerkrachten. Leerkrachten hebben een sleutelpositie in de uitvoering van Kunst in Leren, daarom worden er trainingen met concrete voorbeelden gegeven in de klas. Daarnaast ondersteunt Pier K directies, ICCers en bestuursleden bij visieontwikkeling, de financiering en het creëren van draagvlak binnen de school. Kunstenaars/docenten die uit het kunstvakonderwijs komen hebben soms weinig kennis van didactische vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het werken met grote groepen. Voor hen organiseert Pier K bijscholing en training voor versterking van hun didactische vaardigheden. 63 Net afgestudeerde leerkrachten van de PABO hebben beperkte kennis van kunstvakken in de klas en van de potentiële opbrengsten van Kunst in Leren. Pier K wil in 2014 lessen ontwikkelen en als pilot laten draaien op een of twee PABO's. In datzelfde jaar wil Pier K lessen ontwikkelen voor kunstvakopleidingen (vooral conservatoria) waar ze relaties mee heeft en daar eveneens twee of drie pilots draaien. Ook de culturele partners van Pier K krijgen een basistraining. Pier K besteedt in het jaar 2013 en 2014 ook nadrukkelijk aandacht aan de aansluiting van Kunst in Leren met het Voortgezet Onderwijs. Momenteel loopt er al een pilotproject. MONITORING EN EVALUATIE Pier K heeft besloten om voor monitoring en evaluatie aan te sluiten bij het plan dat Plein C heeft ontwikkeld voor de kleinere gemeenten in Noord Holland. De belangrijkste vraag die speelt tijdens het monitoren van dit programma is of de leeropbrengsten voor de kinderen zijn vergroot. Pier K zal de uitvoering van dit programma ook op uitvoerend niveau evalueren. Per project wordt de effectiviteit onder de loep genomen. Dit gebeurt door het houden van interviews met betrokken leerkrachten en kunstenaars/docenten. Net als tijdens de pilots zal Pier K ervaringen op film vastleggen en delen. MEER INFORMATIE www.pier-k.nl Contactpersoon Pier K: Monika van der Ent [email protected] Contactpersoon Gemeente Haarlemmermeer: Emilie Feij [email protected] E-mailadres contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected] 64 Rijnbrink Groep (RBG) (Overijssel) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale bijdrage: € 1.492.520,00 / € 3.652.206,00 Disciplines: beeldende kunst, muziek, drama, cultureel erfgoed Bereik: 95 scholen, 14.159 leerlingen Betrokken instellingen: Introdance, Hardenberg Art, HistorischeKring Haaksbergen, Kunstencentrum Muzerie, Museum De Fundatie, Museum Natura Docet, Museum Oud Vriezenveen, Muziekschool de Sleutel, Muziekschool Twente, Objectentheater Tam Tam, Oversticht, Rijksmuseum Twente, Scala centrum voor de kunsten, Stichting Nieuwe Kunst Twente, Stichting virenden van de vloeivelden, TETEM kunstruimte, The Young Ones, Theaterschip, Quintus centrum voor de kunsten, ArtEZ, Gereformeerde Pabo, Hogeschool Edith Stein, Katholieke Pabo Zwolle, Pabo Deventer, Pabo Windesheim, Stichting Leerplan ontwikkeling AMBITIES Het ontbreken van een doorlopende leerlijn met een onderliggend model en het bestaan van incidentele en losstaande activiteiten op het gebied van cultuureducatie zijn niet bevorderlijk voor het cultureel bewustzijn en de talentontwikkeling bij kinderen. Daarom wil de RBG een basisstructuur voor een provinciaal cultuureducatieprogramma ontwikkelen, implementeren en verankeren door middel van doorgaande leerlijnen die niet alleen aansluiten bij de vier doelstellingen van Cultuureducatie met Kwaliteit, maar die ook aansluiten op de wensen van het onderwijs. Daarnaast wil zij draagvlak bij onderwijs, gemeenten en culturele instellingen creëren en aandacht hebben voor deskundigheidsbevordering en advies en voortzetting van lokale culturele en sociale netwerken. Hiertoe hebben scholen naar eigen behoefte pilots geformuleerd in samenwerking met culturele partners, die men nu wil gaan uitvoeren. De activiteiten van deze pilots zijn niet alleen lesstofvervangend en vakoverstijgend, maar verbinden ook binnenschoolse met buitenschoolse activiteiten. Bij het uitvoeren van deze pilots is het voor RBG van groots belang dat inhoudelijk ontwikkelde kennis en ervaring openbaar zijn en worden overgedragen naar anderen. Hiervoor ontwikkelt RBG instrumentarium voor procesevaluatie. ACTIVITEITEN Op het gebied van ontwikkeling, verdieping en vernieuwing van doorgaande leerlijnen zijn door de scholen veertien pilots geformuleerd, naar aanleiding van visie, behoeften en bestaand aanbod. Bij een aantal van deze pilots speelt lokale context een belangrijke rol. Deze pilots richten zich dan ook op de cultureel erfgoed leerlijnen, waarbij onderwerpen met plaatselijk cultuurhistorisch belang een grote rol spelen. Binnen de andere pilots draait het om activiteiten in de leerlijnen beeldende kunst, muziek en drama, al dan niet crossdisciplinair. Het merendeel van de activiteiten die bijdragen aan de vakinhoudelijke deskundigheid is bedoeld voor de medewerkers uit het onderwijs en zijn in veel gevallen onderdeel van de geformuleerde pilots. Denk hierbij aan creatieve brainstorms, werksessies, workshops, groepstrainingen, individuele coaching en het concretiseren van de cultuurvisie. Het overig deel van de activiteiten rondom vakinhoudelijke deskundigheid richt zich op het versterken van de provinciale structuur en de vakinhoudelijke deskundigheid van alle betrokken partijen, zoals ICC-trainingen en een learning on the job-traject waarin leerkrachten kennis en inzicht verwerven en een gemeenschappelijk referentiekader wordt ontwikkeld. Tot slot worden evaluatie-instrumenten ontwikkeld om beleid en activiteiten te kunnen verbeteren. Tot slot worden activiteiten georganiseerd om de relatie tussen school en lokale culturele en sociale omgeving te verstevigen. Een provinciebrede activiteit zijn de diverse netwerkbijeenkomsten waarin 65 onderwerpen als talentherkenning en talentontwikkeling aan bod komen, doorlopende leerervaringen binnen- en buitenschools en de verschuiving van cultuureducatie naar cultuurparticipatie. Daarnaast zijn er enkele specifieke activiteiten op touw gezet waarbij binnen- en buitenschoolse activiteiten aan elkaar gekoppeld worden. MONITORING EN EVALUATIE Elke activiteit heeft een eigen doelstelling die gericht is op een probleemstelling van het project en de bijdrage van het project aan de grotere doelstelling van het programma. Deze doelstellingen staan centraal bij monitoring en evaluatie, die zich richt op vorm, inhoud en proces. Monitoring en evaluatie is in handen van een externe partij die alle opgedane kennis en ervaring bundelt en beschikbaar maakt voor algemeen publiek. Deze partij organiseert tevens een training met als doel een gezamenlijk taak en begrippenkader te ontwikkelen en over te dragen. MEER INFORMATIE www.rijnbrinkgroep.nl Contactpersoon Rijnbrinkgroep: Ingrid Welmer, projectleider cultuureducatie [email protected] ofTineke van Ham, bestuurder RBG [email protected] Contactpersoon provincie Overijssel: Ineke van Balen [email protected] Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected] 66 Scholen in de Kunst (Amersfoort) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP/ totale begroting: € 326.109,00 / € 652.216,00 Disciplines: theater, dans, muziek, beeldende vorming, literatuur, nieuwe media en erfgoed. Bereik: 20 scholen, 5.400 leerlingen Betrokken instellingen: Museum Flehite, Kunsthal KadE, Mondriaanhuis, Cavaleriemuseum, Holland Opera, Poppentheater, Cassiopeia, Bibliotheken Eemland, Theater De Lieve Vrouw, Theater de Flint, Poppodium de Kelder, De War, Kamp Amersfoort, Landschap Erfgoed Utrecht en Cinekid. AMBITIES Scholen in de Kunst vindt cultuur belangrijk omdat het kinderen leert na te denken over zichzelf en over hun omgeving. Het maakt ze bewust van wie ze zijn en wat ze kunnen. Om kinderen deze kans te geven dient er volgens Scholen in de Kunst een rijk leerklimaat te zijn, waarin geschoolde leerkrachten uit het primair onderwijs en educatief medewerkers van culturele instellingen een rol spelen. Scholen in de Kunst heeft als doelstelling dat het primair onderwijs samen met culturele partners in de stad vorm en inhoud geeft aan doorlopende leerlijnen op het gebied van cultuureducatie. De leerlijnen moeten vervolgens worden verankerd in het onderwijscurriculum. Een nieuw cultuureducatieprogramma zou volgens Scholen in de Kunst moeten bijdragen aan verdere versterking en verbetering van het huidige cultuureducatiestelsel. De kern van bestaande cultuureducatieprogramma’s moet geïntegreerd worden. ACTIVITEITEN Scholen in de Kunst heeft een groeimodel van drie niveaus ontwikkeld. Niveau één is de opvolger van het huidige Kunstmenu dat Kunst Centraal in samenwerking met Scholen in de Kunst organiseerde en uitvoerde. Scholen die meer willen dan alleen kennismaken met cultuur kiezen voor ambitieniveau twee. Scholen in niveau twee hebben een duidelijke visie op cultuureducatie in het primair onderwijs en leggen deze visie schriftelijk vast in een cultureel jaarplan onder begeleiding van Scholen in de Kunst. Bij de praktische uitvoering van dit plan geven ze in samenwerking met culturele aanbieders in de stad invulling aan doorlopende leerlijnen volgens de richtlijnen van de SLO in de school. In principe nemen alle groepen aan het programma deel. Niveau drie bouwt voort op niveau twee. Door inbedding van cultuureducatie in het onderwijscurriculum kan cultuureducatie een bijdrage leveren aan andere vakken. Dit betekent dat ze niet alleen als doel, maar ook als middel ingezet kan worden. De doorlopende leerlijnen bestaan uit een serie op elkaar voortbouwende activiteiten in de school of op locatie en worden uitgevoerd door een kunstvakdocent of een gekwalificeerde (of door Scholen in de Kunst geschoolde) leerkracht. Onderdeel van de leerlijn kan een bezoek aan een culturele instelling in de stad zijn. Lessenseries kunnen uit één of meer kunstdisciplines bestaan, Leerlijnen worden zoveel mogelijk op het profiel en de wensen van de school afgestemd. Een flankerend programma, dat bestaat uit de website Cultuurkiezels (een online database met het cultuureducatieve aanbod van Amersfoort), een cultuureducatiemarkt, de ICC-training en het ICCnetwerk, zet het door de scholen gekozen ambitieniveau kracht bij of ondersteunt de school bij de overgang naar een volgend niveau. MONITORING EN EVALUATIE Tijdens de uitvoering monitort een klankbordgroep (vier scholen, vijf culturele instellingen, één zelfstandig cultureel ondernemer en een beleidsmedewerker van de gemeente Amersfoort) de uitvoering en aan het eind van elk schooljaar evalueren zij de resultaten van het programma. Jaarlijks 67 wordt het Cultuureducatieprogramma zowel inhoudelijk als procesmatig geëvalueerd door Scholen in de Kunst. Zowel de scholen als de culturele instellingen ontvangen ieder jaar een evaluatieformulier over de uitvoering van het Cultuureducatieprogramma. Aan het eind van het schooljaar schrijft de school een cultureel verslag. De kwantitatieve en kwalitatieve gegevens uit de culturele jaarverslagen van de scholen worden geanalyseerd door de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amersfoort. Deze analyse wordt aangevuld met de resultaten van interviews met deelnemende scholen. Voor de monitoring van Scholen in de Kunst wordt Peter van der Zand van Bureau Art gevraagd. MEER INFORMATIE www.scholenindekunst.nl Contactpersoon Scholen in de Kunst: Tanja Kerkvliet [email protected] Contactpersoon gemeente Amersfoort: Anne Arendsen [email protected] Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs, [email protected] 68 Theater- en productiehuis BonteHond (Almere) Kunst is dichterbij dan je denkt Bijdrage FCP / Totale bijdrage: € 600.000,00 / € 1.300.868,00 Disciplines: theater, beeldende kunst, architectuur en cultureel erfgoed Bereik: 15 scholen, 15.568 leerlingen Betrokken instellingen: Museum De Paviljoens, de Almeerse Scholen Groep (ASG), Bureau Archeologie en Monumentenzorg Almere, cASLa (centrum voor Architectuur, Stedenbouw en Landschap van Almere) en internationaal theaterfestival 2 Turven Hoog , Pabo Windesheim Flevoland, diverse kunstenaars, theatermakers en kunstvakdocenten. AMBITIES BonteHond wil kinderen in de loop van hun basisschoolcarrière cultuurwijs te maken en zodoende een zelfbewustzijn ontwikkelen dat is geworteld in een manier van denken en in het leven staan. De leerlijn Kunst is dichterbij dan je denkt moet hieraan bijdragen. Deze leerlijn brengt kinderen dichterbij kunst en cultuur door kinderen op een actieve manier bezig te laten zijn met de disciplines theater en beeldende kunst. De eigen leefomgeving staat centraal en stimuleert een kennismaking met kunst in openbare ruimtes, land art, architectuur, opgravingen en kunstinstellingen in Almere. Om deze leerlijn te verdiepen is het versterken van de relatie tussen school en de lokale culturele en sociale omgeving een vereiste. Het bewerkstelligen van verdieping wordt vooral geprobeerd te bereiken door verbindingen te leggen tussen leerling, docent en de kunstenaar. Daarnaast richt men zich op deskundigheidsbevordering van degenen die lesgeven in het kader van deze leerlijn. Zowel de onderwijsteams van de scholen als diverse kunstenaars, theatermakers, kunstvakdocenten, Pabo studenten en educatief medewerkers worden getraind in de leerlijn en de daaraan gekoppelde methodes. Bekwame pedagogen zijn noodzakelijk om een kwaliteitsslag te maken in cultuureducatie en om de leerlijn verder te kunnen ontwikkelen. De initiatiefnemers richten zich niet uitsluitend op het primair onderwijs, maar betrekken ook een voortgezet onderwijsschool in hun programma, aangezien zij ervan overtuigd zijn dat culturele ontwikkelingen niet stoppen zodra de kinderen naar de brugklas gaan. ACTIVITEITEN Een speciaal ontwikkelde website wordt het kloppend hart van het programma. Op deze site wordt een interactief lesboek met kant- en klare digitale lessen aangeboden, ontwikkeld door theater-, beeldend- en erfgoed specialisten. De lessen bestaan uit een theoriegedeelte met beeldmateriaal en teksten over de kunstwerken en cultureel erfgoed uit Almere en Flevoland. En een praktijkopdracht waarbij leerlingen aan de hand van creatieve opdrachten reflecteren op kunst en cultuur. Daarnaast beschikt de site over extra achtergrondinformatie met een interactieve kaart die zichtbaar maakt dat kunst dichterbij is dan je denkt. Ook ontwikkelen leerkrachten samen met de leerlingen een portfolio waarin de ondernomen activiteiten en de vorderingen vermeld worden. In aanvulling op de digitale lessen worden er masterclasses in de klas gegeven en excursies in Almere of Flevoland georganiseerd. Voor de leerkrachten vindt kennisoverdracht plaats via de website door middel van het interactieve lesboek met achtergrond informatie en kennisuitwisseling, maar ook door culturele instellingen te bezoeken en via een jaarlijkse scholing. Er worden trainingen gegeven, zoals bijvoorbeeld een training filosoferen met kinderen of didactische vaardigheden en er worden trainingsdagen georganiseerd over de leerlijn en bijbehorende methode. Door de activiteiten van het programma geworteld te laten zijn in 69 de leefomgeving van de kinderen wordt de relatie tussen scholen en de lokale culturele en sociale omgeving versterkt. MONITORING EN EVALUATIE Monitoring en evaluatie vindt plaats in een klankbordgroep, met vertegenwoordigers van deelnemende scholen, het projectteam en ontwikkelaars. Op het gebied van monitoring wordt het tijdpad bewaakt en het ontwikkelde lesmateriaal gedocumenteerd en van feedback voorzien door de leerkrachten die met de leerlijn werken. Hiervoor vinden in eerste plaats vergaderingen en evaluaties plaats en wordt een gedeeld begrippenkader ontwikkeld. Na evaluatie worden de belangrijkste conclusies en veranderingen openbaar gemaakt op de site of via een digitale nieuwsbrief. Het programma wordt afgerond met een vakconferentie met sprekers uit en van buiten het programma. MEER INFORMATIE www.bontehond.net Contactpersoon Theater en productiehuis: Roeland Dekkers [email protected] Contactpersoon gemeente: Julius Riemersma [email protected] Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected] 70 ToBe (Dordrecht) 5 x Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: € 261.536,00 / € 640.245,00 Disciplines: beeldende kunst, muziek, cultureel erfgoed, theater, dans, letteren en nieuwe media Bereik: 48 scholen, 10.500 leerlingen Betrokken instellingen: NDC, Dordrechts Museum, DIEP, CBK, Huis van Gijn, Kunstmin, Kunstkerk, Bibelot AMBITIES Alle basisscholen in Dordrecht nemen deel aan het huidige cultuurprogramma Kunstmenu. Dit geeft alle kinderen de kans kennis te maken met kunst en cultuur. Om hierin een kwaliteitsslag te maken heeft ToBe een programma ontwikkeld bestaande uit vijf onderdelen. Deze onderdelen richten zich hoofdzakelijk op verdieping en verankering van het nieuw te ontwikkelen curriculum, het bevorderen van de vakdeskundigheid van de groepsleerkrachten en educatief medewerkers van culturele instellingen en het versterken van de infrastructuur tussen school en cultureel veld. Zo wordt het Kunstmenu vernieuwd en uitgerust met keuzeroutes om scholen een stap te kunnen laten zetten naar een doorgaande leerlijn. Het tweede doel is om met het muziekproject een leerlijn te ontwikkelen rondom deze discipline die in het schoolprogramma verankerd wordt. In het derde onderdeel van het programma draait het om leerlijnen op niveau, waarbij scholen ondersteunt worden in het ontwikkelen van de doorgaande leerlijn cultuureducatie. Het vierde onderdeel richt zich op het opzetten van een verzamelplaats van dit programma waar kennis en informatie wordt verstrekt, ontmoetingen plaatsvinden en ervaringen worden uitgewisseld. Tot slot gaat er aandacht uit naar gezamenlijke planvorming tussen scholen en culturele instellingen met Totaal Verhaal. Dit initiatief brengt culturele instellingen in contact met scholen en ondersteunt bij het gezamenlijk ontwikkelen van een jaarlijks cultuurproject. ACTIVITEITEN Het Kunstmenu Gold beschikt over keuzeroutes, die een relatie hebben met de kerndoelen van kunstzinnige oriëntatie en mogelijke andere onderwijsdoelen. Scholen gebruiken dit vernieuwde Kunstmenu als eerste stap naar een doorgaande leerlijn voor hun educatieaanbod. Het ontwikkelen van de keuzeroutes gebeurt in samenwerking met scholen en culturele instellingen. Om de kunstdiscipline muziek meer in het curriculum te verankeren wordt de leerlijn verbreed met een zangleerlijn en een instrumentale leerlijn, die past bij de visie en het beleid van de school. Het Alle Scholen Zingen project brengt zingen terug in de klas door leerkrachten tot Zangmakers op te leiden. Het Instrumentaal in het Klaslokaal project is in het leven geroepen om het bespelen van instrumenten, componeren en muzikaal improviseren te stimuleren. Het project Leerlijnen op Niveau ondersteunt de scholen in het ontwikkelen van de doorgaande leerlijn in het Op weg naar het Curriculum traject. Men doelt hierbij op leerlijnen die gebaseerd zijn op een kunstdiscipline, leerlijnen die gebaseerd zijn op vakoverstijgende cultuureducatie en leerlijnen die gebaseerd zijn op competenties. Een aantal scholen worden vervolgens ook begeleid in het uitvoeren en verankeren van de leerlijn in Leerlijnen Next Level. Uiteindelijk krijgt een van deze scholen zelfs de kans zich te ontwikkelen tot de Tweede Kunst & Cultuurschool, waarbij kunst en cultuur volledig is geïntegreerd in het schoolprogramma. Om de vakinhoudelijke deskundigheid te bevorderen zet Kennisplaats CultuurEducatie (CE) een wervingscampagne op voor 5x cultuureducatie met Kwaliteit. Bovendien bevordert zij de deskundigheid voor leerkrachten, directies, ICC’ers, educatief medewerkers, vakdocenten door middel van onder andere vakinhoudelijke trainingen en studiedagen. Ook informeert zij over cultuureducatie 71 in het algemeen en over 5x cultuureducatie met Kwaliteit in het bijzonder, onder andere door de organisatie van een symposium met praktijkvoorbeelden, lezingen en workshops. Totaal Verhaal richt zich op de duurzame relatie tussen school en lokale sociale en culturele omgeving door culturele instellingen structurele partners van scholen te laten zijn bij de invulling van het programma. Zo organiseren beide partijen jaarlijks een cultuurproject waarbij de uitgangspunten en de specifieke doelstellingen samen bepaald worden. MONITORING EN EVALUATIE Er wordt een speciaal team samengesteld, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de monitoring. Dit team heeft ook de taak te evalueren. Dit gebeurt in samenwerking met het Tympaan Instituut. De metingen die worden gedaan hebben betrekking op het bereik van scholen en deelnemers, het tijdspad, en de processen die in de plannen beschreven staan. De nulsituatie wordt voorafgaand aan de plannen onderzocht en vastgelegd. Dit gebeurt aan de hand van korte enquêtes op scholen en instellingen. Vertegenwoordigers van scholen die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van het programma worden betrokken bij de bespreking van evaluatie- en monitorgegevens wanneer die aanleiding geven om de koers van de plannen aan te passen. MEER INFORMATIE www.stichtingtobe.nl Contactpersoon ToBe: Charlotte Hegeman [email protected] Contactpersoon Gemeente Dordrecht: Guido Jochems [email protected] Contactpersoon FCP: Willemijn in ’t Veld [email protected] 72 Trias (Stadsgewest Haaglanden, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk) Cultuureducatie met Kwaliteit Bijdrage FCP / Totale begroting: 263.436,00 / EUR 591.872,00 Disciplines: dans, literatuur, theater Bereik: 19 scholen, 4.750 leerlingen Betrokken instellingen: Bibliotheek aan de Vliet AMBITIES Als opvoeders het niet doen of niet kunnen, moeten scholen en leerkrachten de weg wijzen naar culturele activiteiten in de vrije tijd, dat is een uitgangspunt van Trias. Want door deel te nemen aan culturele activiteiten, leren kinderen om een eigen levenspad te ontwerpen en de problemen van hun tijd oplossen. Trias wil zorgen voor meer samenhang tussen de verschillende aanbieders cultuureducatie in de gemeentes Voorburg en Rijswijk. Bovendien moet het aanbod de kennismakingsfase in de toekomst overstijgen. Door meer samenhang aan te brengen tussen de inhoudelijke activiteiten van de verschillende regelingen en projecten, moet de inhoud van het cultuuronderwijs worden verdiept. Zo kunnen scholen leerlijnen in het curriculum borgen en het kennisniveau en de vaardigheden van leerkrachten, kunstdocenten, ICC-ers en educatieve medewerkers verhogen. ACTIVITEITEN In het kader van de ontwikkeling, verdieping en vernieuwing van het curriculum wordt er onder meer een zogeheten ‘Gold leerlijn’ ontwikkeld, een leerlijn cultuuronderwijs die het cultuurmenu aanvult. Scholen die een intensiever programma wensen, kunnen kiezen voor de leerlijn 'Cultuurprofiel'. Als basis daarvoor wordt het theoretisch kader van Cultuur in de Spiegel gebruikt, aangevuld met andere bestaande leerlijnen. Cultuurprofiel is net als ‘Gold’ een cumulatief programma voor kinderen van vier tot twaalf jaar, met het verschil dat het door meer kunstdocenten wordt verzorgd. Scholen kunnen kiezen tussen literatuur/lezen (wordt doorontwikkeld in samenwerking met Bibliotheek aan de Vliet), muziek/dans (vanuit de leerlijn ‘Ik ben muziek’, in samenwerking met muziekverenigingen en de cultuurcoach) en theater (wordt ontwikkeld in samenwerking met de cultuurcoach). Vanaf 2013 zullen er voor leerkrachten van de deelnemende scholen, kunstdocenten en educatieve medewerkers vakinhoudelijke workshops (per leerlijn) worden gegeven. Het ontwikkelteam, dat bestaat uit vertegenwoordigers van scholen (ICC-ers), cultuurcoaches en educatieve medewerkers van de bibliotheek en verantwoordelijke Trias, organiseert de scholing. Vanaf 2014 wordt er jaarlijks een studiemiddag voor leerkrachten, vakdocenten, ICC-ers, cultuurcoaches en educatieve medewerkers en directeuren van alle scholen en culturele instellingen uit Rijswijk en LeidschendamVoorburg georganiseerd. Tijdens deze studiemiddag wordt het ‘Gold’ programma gepresenteerd en uitleg gegeven over de ‘doelen’ (kennis, vaardigheden, houding) binnen de leerlijnen. Er is permanente educatie rond de leerlijnen. Het doel is dat zowel de leerkrachten als de educatief medewerkers meer kennis van de kerndoelen verwerven, zodat er een bewustere relatie gelegd wordt tussen de leerdoelen voor kunstzinnige oriëntatie en de andere leergebieden van het primair onderwijs. Voor iedere leerlijn wordt een (digitaal) portfolio ontwikkeld waarin de ontwikkeling van de leerlingen in beeld kan worden gebracht. Op drie scholen zal een experiment worden uitgezet met het portfolio als uitgangspunt. Het beoordelingsinstrumentarium brengt de individuele leerresultaten van kinderen in 73 kaart. Aan de hand van het portfolio kan tot een beoordeling van het werk gekomen worden. De beoordeling kan plaats vinden door leerlingen zelf en/of de docent. MONITORING EN EVALUATIE De cultuurnetwerker van de Ras-regio Haaglanden is verantwoordelijk voor de monitoring en evaluatie. Samen met een stagiair die een onderzoeksopdracht heeft, werkt ze door middel van vragenlijsten en vraaggesprekken aan de monitoring en evaluatie. Als experiment zal in 2016 de inhoud van de (digitale) portfolio’s met een kleine groep beoordelaars en met leerkrachten worden beoordeeld. Niet alleen om een uitspraak te doen over de ontwikkeling van individuele kinderen, maar ook om het behalen van de doelen van de leerlijn te evalueren. MEER INFORMATIE www.stichting-trias.nl Contactpersoon Trias: Patty Jacobs [email protected] Contactpersoon Rijswijk: Glenn ter Veer [email protected] Contactpersoon Leidschendam – Voorburg: Ton van der Weele [email protected] Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected] 74