Cultuureducatie met Kwaliteit

advertisement
Cultuureducatie met Kwaliteit
projectomschrijvingen deel I 1
juni 2013
Inhoud
Artiance (Alkmaar, Bergen, Graft- De Rijp, Schermer) ............................................................................ 3
Bibliotheek Oostland (Lansingerland en Pijnacker Nootdorp) ................................................................ 5
Bureau Babel (Den Bosch) ....................................................................................................................... 7
CKC Zoetermeer (Zoetermeer) ................................................................................................................ 9
Compenta (Drenthe, Emmen) ............................................................................................................... 11
ConCordia / Twaalf Enschedese cultuurinstellingen (Enschede) .......................................................... 13
CREA Centrum voor Kunsteducatie (Hengelo) ...................................................................................... 15
Cultura (Ede).......................................................................................................................................... 17
Cultuurcompagnie (Noord-Holland) ...................................................................................................... 19
CultuurContact (Helmond) .................................................................................................................... 21
Cultuurpad (Limburg, Sittard-Geleen, Heerlen) .................................................................................... 23
CultuurStation (Eindhoven) ................................................................................................................... 25
Cultuurwinkel bureau voor cultuuronderwijs (Breda ) ......................................................................... 27
De Lindenberg (Nijmegen) .................................................................................................................... 29
De Vak, centrum voor de kunsten (Delft).............................................................................................. 31
Edu-Art (Gelderland) ............................................................................................................................ 33
FluXus (Zaanstad, Wormerland, Oostzaan) ........................................................................................... 35
HART (Haarlem en Zandvoort) .............................................................................................................. 37
Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam (Rotterdam) .................................................................... 39
Keunstwurk (Friesland).......................................................................................................................... 41
Kumulus centrum voor kunsteducatie (Maastricht) ............................................................................. 43
Kunst Centraal (Provincie Utrecht)........................................................................................................ 45
1
projectomschrijvingen deel II volgt deze zomer
1
Kunstbalie (Noord-Brabant) .................................................................................................................. 47
Kunstbedrijf Arnhem (Arnhem) ............................................................................................................. 49
Kunststation C / Helpdesk CMK Groningen .......................................................................................... 51
Mocca (Amsterdam) .............................................................................................................................. 53
Museumgroep Leiden (Leiden en Holland-Rijnland) ............................................................................. 55
Music Matters (Rotterdam)................................................................................................................... 57
Muziekschool Westland (Westland)...................................................................................................... 59
Nieuw Land Erfgoed Centrum (Flevoland) ............................................................................................ 61
Stichting Pier K (Haarlemmermeer) ...................................................................................................... 63
Rijnbrink Groep (RBG) (Overijssel) ........................................................................................................ 65
Scholen in de Kunst (Amersfoort) ......................................................................................................... 67
Theater- en productiehuis BonteHond (Almere) .................................................................................. 69
ToBe (Dordrecht) ................................................................................................................................... 71
Trias (Stadsgewest Haaglanden, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk).................................................... 73
2
Artiance (Alkmaar, Bergen, Graft- De Rijp, Schermer)
Cultuur Primair 3.0
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 299.288,00 / € 598.576,00
Disciplines: alle kunstdisciplines, inclusief erfgoed en nieuwe media
Bereik: 74 scholen, 11.514 leerlingen
Betrokken instellingen: Bibliotheek Kennemerwaard in Alkmaar en Bergen, Theater De Vest, De Grote
Kerk te Alkmaar, Provadja Film & Podium te Alkmaar, Stedelijk Museum Alkmaar, Kunstuitleen
Alkmaar, Regionaal Archief te Alkmaar, Het Hollands Kaasmuseum te Alkmaar, Sint Adelbertabdij van
Egmond te Egmond-Binnen, Stichting Tijdgeest, Cinebergen te Bergen, Nieuw-Kranenburg te Bergen,
individuele kunstenaars, Muziekcentrum Bergen, Museum in ’t Houten Huis, regionaal historisch
museum te De Rijp, Muziekschool Legato te De Rijp, Dink te Groet, Muziek Collectief Bergen te
Bergen, Cultureel ondernemers te Alkmaar.
AMBITIES
Om kunst-, media-, en erfgoededucatie in het primair onderwijs een verdiepingsslag te laten maken en
structureel onderdeel te laten worden van het curriculum wordt het huidige aanbod van de culturele
instellingen Cultuur Primair als uitgangspunt genomen en doorontwikkeld tot Cultuur Primair 3.0
volgens de criteria van Cultuureducatie met Kwaliteit.
Cultuuractiviteiten worden geïntegreerd in het curriculum van de school. De leerkracht koppelt cultuuractiviteiten qua onderwerp, vaardigheden, doelstelling of media aan andere onderdelen van het
schoolprogramma. Scholen en cultuuraanbieders wisselen expertise uit en hebben een duidelijke
rolverdeling in het uitvoeren van het cultuurprogramma.
ACTIVITEITEN
CultuurPrimair 3.0 bestaat uit een werkplaats (De Culturij) en een website (cultuurprimair.nl). In de
werkplaats (de Culturij) wordt bestaand of nieuw te ontwikkelen aanbod gekoppeld aan de vraag van
de school door middel van een creatief proces tussen leerkracht en cultuuraanbieder. Dit gebeurd
door middel van praktische ontwikkelsessies tussen leerkracht en cultuuraanbieder. Hierbij staat de
vraag van de leerkracht centraal. Samen komen zij tot overeenstemming over onderwerp,
vaardigheden en kerndoelen. Het resultaat van de Culturij komt in het aanbod dat is te vinden op
cultuurprimair.nl. De investering van de leerkracht levert hem korting op cultuurprojecten op.
De website cultuurprimier.nl dient als digitaal communicatie-instrument voor aanbod van
cultuuraanbieders en vraag van het onderwijs, en als etalage van in de Culturij ontwikkelde projecten
Het aanbod dat de scholen op deze site aantreffen wordt gekoppeld aan de criteria van de
Cultuureducatie met Kwaliteit en geplaatst in het kader van de doorlopende leerlijn. Middels de Culturij
komt de vraag van de school terecht bij de culturele instellingen die hierbij aansluiten met bestaand of
nieuw te ontwikkelen aanbod, waarna een creatief proces ontstaat. Door de digitale context kan het
proces door anderen gevolgd worden en als format voor andere scholen en aanbieders werken. De
real life variant van De Culturij dient als ontmoetingsplaats voor het onderwijs veld en het culturele
veld.
Er wordt scholing gegeven aan leerkrachten en cultuuraanbieders. Hierbij wordt samengewerkt met
Plein C, de provinciale steunfunctie-instelling cultuureducatie. Uitgangspunt hierbij is het omzetten
van de visie en het beleid in aanstekelijke en inspirerende praktijkvoorbeelden.
3
MONITORING EN EVALUATIE
De scholen zijn de belangrijkste doelgroep op het gebied van monitoring en evaluatie. In de
werkgroep Cultuureducatie met Kwaliteit wordt steeds besproken of de aanpak met enerzijds het
aanbod op de website en anderzijds het werken met de werkplaats tot het gewenste resultaat leidt.
Daarnaast wordt een online evaluatieformulier ontwikkeld, waarbij scholen gevraagd wordt te
reflecteren op het aanbod in relatie tot de doelstellingen van het programma. Deze evaluaties dienen
als basis voor de tussentijdse monitoring. De resultaten worden ook besproken met de betrokken
culturele instellingen. Daarbij staat centraal of de digitale en fysieke werkplaatsen het gewenste
resultaat opleveren.
MEER INFORMATIE
www.artiance.nl
Contactpersoon Artiance: Tamara Roos [email protected]
Contactpersoon gemeente Alkmaar:Peter Borst [email protected]
Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected]
4
Bibliotheek Oostland (Lansingerland en Pijnacker Nootdorp)
De Cultuurtrein: de E-lijn
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 230.120,00 / € 460.240,00
Disciplines: alle kunstzinnige oriëntatie disciplines
Bereik: 25 scholen, 720 leerlingen
Betrokken instellingen: stichting Muzische Vorming Bergschenhoek, stichting Muzische Vorming
Berkel en Rodenrijs, Jay's Place Bergschenhoek, Centrum voor de Kunsten de Damastbloem
Nootdorp, Kunstgebouw Rijswijk NB. Overige lokale culturele instellingen en kunstenaars zijn nog
onbekend.
AMBITIES
Bibliotheek Oostland is binnen de gemeente de grootste culturele instelling en werkt samen met alle
basisscholen en een groot aantal andere culturele instellingen. De bibliotheek is dan ook de
aangewezen instelling om de rol van culturele kwartiermaker op zich te nemen met het programma De
Cultuurtrein: de E-lijn.
Om binnen enkele jaren een duurzame en intensieve infrastructuur te bewerkstelligen waarin scholen
en culturele instellingen elkaar weten te vinden en van elkaars kennis en expertise op het gebied van
cultuureducatie gebruik maken, richt men zich in eerste instantie op versterking van de relatie tussen
onderwijsveld en cultureel veld door het verder vorm geven en verdiepen van de huidige
infrastructuur. Dit kan echter pas van de grond komen als er een gezamenlijk referentiekader geldt
over wat cultuureducatie inhoudt. Daarom is het belangrijk om deskundigheid van scholen, culturele
instellingen en kunstenaars te bevorderen. Dit komt niet alleen de onderlinge relatie tussen
onderwijsveld en culturele veld ten goede, maar draagt ook bij aan het uitvoeren van
verdiepingsactiviteiten om cultuureducatie op een hoger plan te brengen. Dit gebeurt door het
curriculum rondom het leergebied kunstzinnige oriëntatie te vernieuwen door doorgaande leerlijnen te
realiseren. Tot slot is het streven een instrumentarium te ontwikkelen voor het beoordelen van de
culturele ontwikkeling van kinderen. Hierbij wordt een duidelijke relatie gelegd met de kerndoelen op
het gebied van kunstzinnige oriëntatie binnen het basisonderwijs.
ACTIVITEITEN
Om de infrastructuur tussen scholen, culturele instellingen en kunstenaars verder vorm te geven en te
verdiepen wordt het huidige netwerk uitgebouwd en een nieuw netwerk aangeboord. Daarnaast
worden bijeenkomsten georganiseerd voor kennisdeling over cultuureducatie. Ook wordt een digitaal
netwerk opgezet via social media. Denk hierbij aan nieuwsbrieven, platforms en portals.
Deskundigheid van leerkrachten en educatief medewerkers wordt vergroot door het organiseren van
trainingen aan scholen op het gebied van cultuureducatie. Scholen die deelnemen aan de regeling
krijgen de gelegenheid een leerkracht tot ICC’er te scholen. Ook vindt een keer per jaar een
teamtraining plaats waarin een specifieke discipline aan bod komt. Daarnaast zijn er algemene
trainingen voor zowel scholen als culturele instellingen op het gebied van didactische vaardigheden,
theoretische overdracht en aansluiting van cultureel aanbod op de scholen.
Ieder jaar worden vier activiteiten uit verschillende kunstdisciplines uit het programma van de
Cultuurtrein georganiseerd. Per schooljaar wordt een van deze vier activiteiten in samenwerking met
de cultuuraanbieder verder verdiept, waarbij veel aandacht uitgaat naar reflectieve methodiek. De
focus ligt hierbij op het ontwikkelen van educatief materiaal door cultuuraanbieders dat goed aansluit.
Tevens publiceren zij lesbrieven die via het digitale platform verspreid worden zodat scholen ook in de
5
jaren daarna de activiteit eventueel kunnen voortzetten. Ieder jaar krijgt een andere leergang de focus.
MONITORING EN EVALUATIE
Het Tympaan Instituut voert jaarlijks een procesevaluatie uit en in de tussentijd en na afloop van het
project effectmeting. De procesevaluatie geeft informatie over de uitvoering van de activiteiten in
relatie tot de gestelde doelen en is van belang om de mate waarin de beoogde effecten optreden te
kunnen verklaren. De effectevaluatie geeft informatie over de effecten van het project die worden
gemeten en beoordeeld in vergelijking met de doelen van het project en de bijdragen aan de
doelstellingen van Cultuureducatie met Kwaliteit.
MEER INFORMATIE
www.bibliotheekoostland.nl
Contactpersoon Bibliotheek Oostland: mevrouw R. Hoofs [email protected]
Contactpersoon gemeente Lansingerland: Anita Stelaard [email protected]
Contactpersoon gemeente Pijnacker Nootdorp: Veerle Leenhouts [email protected]
Contactpersoon FCP: Josephine Lemmens [email protected]
6
Bureau Babel (Den Bosch)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP/ totale begroting: € 308.000,00 / € 1.022.824,00
Disciplines: Alle, met een nadruk op beeldende kunst en theater.
Bereik: 62 scholen, 2.620 leerlingen
Betrokken instellingen: De belangrijkste samenwerking is met De Muzerije. Verder: Theater Artemis,
B5, Noordbrabants Museum, SM's, Makershuis, Bibliotheek, Verkadefabriek, Theater aan de Parade,
November Music, Centrum Beeldende Kunst, kunstenaarsinitiatieven en meer.
AMBITIES
Bureau Babel gelooft dat kunst mensen tot betere burgers kan maken en dat kwaliteiten als
nieuwsgierigheid naar het onbekende erdoor geprikkeld kunnen worden. Daarom vindt de organisatie
het belangrijk dat iedereen op zijn minst kennis moet kunnen maken met kunst.
Bureau Babel wil dat scholen over vier jaar weten waarom ze op cultureel gebied voor bepaalde
voorstellingen en projecten kiezen. Scholen moeten de tools in handen hebben om hun vraag te
stellen in plaats van alleen op het aanbod in te gaan.
Binnen het onderwijs vinden allerlei culturele activiteiten plaats, maar het onderwijs koppelt deze
activiteiten volgens de organisatie vaak niet aan de culturele ontwikkeling van de kinderen. Het
cultureel aanbod sluit daarom niet altijd aan op de competenties en leerdoelen van het onderwijs.
Door de nadruk te leggen op een doorgaande leerlijn en de kerndoelen kunst- en cultuureducatie,
verwacht Bureau Babel meer samenhang en structuur in de veelheid van projecten.
De vijf bureaus voor cultuuronderwijs in Breda, Tilburg, Helmond, Den Bosch en Eindhoven hebben
gezamenlijk een doorlopende leerlijn voor cultuureducatie ontwikkeld op basis van de kerndoelen uit
het onderwijs. De bureaus van de B5 steden gaan aan de hand van dit raamwerk elk een of meerdere
leerlijn(en) in een kunstdiscipline ontwikkelen. Voor de beeldvorming van de doorlopende leerlijnen
hebben de bureaus gekozen voor de metafoor ‘Culturele Ladekast’. De lades worden gevuld met een
activiteit binnen een discipline die de school kiest. In tegenstelling tot in sommige andere B5 steden
hoeven scholen in Den Bosch niet te kiezen voor één bepaalde leerlijn. De nadruk ligt op het behalen
van de kerndoelen en de competenties, dit kan gebeuren dwars door alle disciplines heen. Omdat
beeldende kunst en theater goed vertegenwoordigd zijn in het buitenschools aanbod zullen veel van
deze activiteiten een plaats krijgen binnen de leerlijn.
ACTIVITEITEN
In de eerste twee jaar wil Bureau Babel de Culturele Ladekast op zes scholen implementeren. In het
eerste jaar dat een school deelneemt wordt één leerlaag voorzien, het tweede jaar een aansluitende
leerlaag. In de tweede periode van twee jaar wordt het aantal scholen uitgebreid en dus ook het aantal
leerlagen.
Met het Bosch Leerorkest, dat in november 2011 is gestart met vijf scholen, leren leerlingen in de
groepen zes, zeven en acht een muziekinstrument te bespelen. Het Bosch Leerorkest gaat een
structureel, meerjarig programma inrichten in die groepen, waarmee een kwaliteitsimpuls aan het
muziekonderwijs op basisscholen wordt gegeven. In de eerste twee jaar vindt er verankering van het
concept Bosch Leerorkest op de zes scholen plaats, zowel bij de besturen, directeuren, leerkrachten
en bij de leerlingen. Einde schooljaar 2013-2014 heeft de eerste lichting Bosch Leerorkest het driejarig
instrumentaal muziekonderwijsprogramma doorlopen. In 2015-2016 wordt het uitgebouwd naar tien
scholen. Deze activiteit is gericht op de relatie van de school met de lokale culturele en sociale
omgeving.
7
Specifiek voor Den Bosch is de grote afname van schoolvoorstellingen. Vrijwel alle Bossche
leerkrachten (uitgezonderd die van groep vijf) komen met hun klas één- of tweemaal per jaar in het
theater. Daarom neemt Bureau Babel een aparte ‘theaterroute’ op, die als doel heeft om het
theaterbezoek te verdiepen en in te bedden in de rest van het lesprogramma.
Het scholingsaanbod in Den Bosch is voor de komende twee jaar geconcentreerd op de
deskundigheidsbevordering ten aanzien van de Culturele Ladekast, de kunstvak-inhoudelijke kennis
van leerkrachten, het Bosch Leerorkest en de theaterroute. Gedurende deze twee jaar wordt in de
gaten gehouden of dit werkt en het aanbod voor de laatste twee jaar indien nodig bijgeschaafd.
MONITORING EN EVALUTATIE
Bureau Babel maakt samen met de school een scan van de beginsituatie. Daarna maakt de
school een cultuurbeleidsplan waarin ze op basis van de eigen visie kiest hoe zij
cultuureducatie gestalte gaan geven in 2013 en 2014. Dit traject wordt gemonitord door Bureau Babel
via gesprekken, lesbezoeken en interviews en eind 2014 en 2016 geëvalueerd middels een enquête.
Met de deelnemende culturele instellingen houdt Bureau Babel studiebijeenkomsten over de
toepassing van de leerlijnen en het onderwijskundig concept. Bureau Babel bewaakt de kwaliteit en
het proces door middel van netwerkbijeenkomsten, gesprekken, lesbezoeken en interviews. Eind 2014
en 2016 vindt ook hier een evaluatie plaats door een enquête. De B5 komt iedere zes weken samen
voor overleg over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de doorlopende
leerlijnen en deskundigheidsbevordering.
MEER INFORMATIE
www.bureaubabel.nl
Contactpersoon Bureau Babel: Jane van de Lest [email protected]
Contactpersoon Gemeente Den Bosch: Rogier Gerritsen [email protected]
Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected]
8
CKC Zoetermeer (Zoetermeer)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 268.000,00 / € 567.519,00
Disciplines: beeldende kunst, theater, muziek, dans, nieuwe media, literatuur, cultureel erfgoed
Bereik: 49 scholen, 893 leerlingen
Betrokken instellingen: Stadsmuseum Zoetermeer, Stadstheater Zoetermeer, Bibliotheek Zoetermeer
AMBITIES
CKC wil meer passie toevoegen aan de activiteiten op het gebied van cultuureducatie in het
basisonderwijs. Kennismaking met kunst en cultuur moet plaatsmaken voor verdieping, samenhang
en verankering in het curriculum. Hiervoor moeten leerkrachten en culturele instellingen meer
verantwoording nemen. Alleen dan kan cultuureducatie een erkende plek innemen.
Om dit te bereiken moet er sprake zijn van een theoretisch fundament op scholen, dat ontwikkeld
wordt naar aanleiding van hun visie en missie. Hierna kan een doorgaande leerlijn worden ontwikkeld,
die in het curriculum wordt geïmplementeerd. In de ogen van CKC betekent een doorgaande leerlijn
niet per se dat alle kunstdisciplines aan bod moeten komen, maar dat het curriculum samenhangend
is en voortbouwt op de aanwezige kennis. Belangrijk onderdeel van de leerlijn is dat de
leeropbrengsten van de kerndoelen voor kunstzinnige oriëntatie beoordeeld worden. Hiervoor moeten
de scholen meer kennis in huis hebben op het gebied van cultuureducatie en de bekwaamheden bij
leerkrachten en educatief medewerkers van de culturele instellingen bevorderd worden. Ook wordt
cultuurinstellingen gevraagd om hun beleid te versterken door meer vraaggericht te werken en hun
aanbod af te stemmen op de kerndoelen van kunstzinnige oriëntatie. Zo wil CKC de ad hoc
samenwerking tussen school en cultureel veld omzetten in een structurele samenwerking.
ACTIVITEITEN
Voor het ontwikkelen, verdiepen en verankeren van het curriculum worden jaarlijks ontmoetingen
tussen scholen en culturele instellingen georganiseerd waarin scholen hun vragen kenbaar maken en
culturele instellingen hun expertise. Deze bijeenkomsten vormen op deze manier niet alleen een bron
van informatie op het gebied van cultuureducatie, maar zijn tegelijkertijd een bruikbaar instrument om
de samenwerking te bevorderen. Naar aanleiding van deze meetings wordt een denkkader ontwikkeld
met bijbehorend activiteitenaanbod. In samenwerking met CKC formuleren de scholen vervolgens hun
visie en een stappenplan dat hun programma vormgeeft. Belangrijk onderdeel van het curriculum is
reflectie. De uitgevoerde activiteiten worden jaarlijks afgesloten met eindpresentaties in de vorm van
een open podium of een expositie. Doel hiervan is niet alleen de opbrengsten te laten zien, maar ook
aan te geven waar de kinderen staan in hun culturele ontwikkeling.
Om deskundigheidbevordering te stimuleren organiseert CKC de cursus Cultuur-Op-Maat voor de
betrokken culturele instellingen. In deze cursus gaat men op zoek naar de unieke meerwaarde die de
instellingen hebben voor het onderwijs en de ontwikkeling van de kinderen. De cursus SchoolbeleidCultuureducatie helpt de school bij het maken van beleidsplannen. Tot slot worden cursussen
ontwikkeld voor leerkrachten die hun pedagogische en didactische vaardigheden vergroten, evenals
hun kennis en vaardigheden in de verschillende kunstdisciplines.
Doordat schoolbesturen een samenwerkingsconvenant aangaan met culturele instellingen door
samen te werken, te overleggen en hun activiteiten op elkaar af te stemmen verstevigt deze relatie
zich. De website www.cultuuropschool.nl wordt ingezet als communicatiemiddel en platform om alle
scholen in Zoetermeer te inspireren. De relatie tussen binnenschoolse en buitenschoolse activiteiten
wordt versterkt door samenwerking met de Brede School en het Integraal Kindcentrum.
9
MONITORING EN EVALUATIE
Met de deelnemende scholen en culturele instellingen worden afspraken gemaakt over de te
bereiken doelen. Activiteiten worden zowel inhoudelijk als op deelname geëvalueerd. Er worden
formats ontwikkeld om behaalde doelstellingen te kunnen registreren. Door middel van het
Monevaplan worden de deelactiviteiten van de doelen van de regeling gemonitord en geëvalueerd.
Belangrijk onderdeel hierin is het ontwikkelde denkkader. Hierin komt de samenhang van het plan
naar voren. Uit het denkkader wordt duidelijk aan welke voorwaarden de projecten per leerjaar moeten
voldoen; aan welke basisvaardigheden leerlingen werken, aan welke kerndoelen gewerkt moet
worden en welk medium gebruikt moet worden. Tijdens de gehele periode vindt intervisie plaats met
de scholen en andere partijen, zodat bijsturing, indien nodig, mogelijk is.
MEER INFORMATIE
www.ckc-zoetermeer.nl / www.cultuuropschool.nl
Contactpersoon CKC: Ton Sandfort [email protected]
Contactpersoon gemeente: Donica Buisman [email protected]
Contactpersoon FCP: Willemijn in het Veld [email protected]
10
Compenta (Drenthe, Emmen)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / totale begroting: € 1.079.536,00 / € 2.279.072,00
Disciplines: alle
Bereik: 280 scholen, 40.500 leerlingen
Betrokken instellingen: CQ centrum voor de kunsten Emmen Coevorden, ICO Centrum voor Kunst en
Cultuur Assen, K&C, expertisecentrum en projectorganisatie kunst en cultuur en Scala Hoogeveen en
Meppel verenigt in Compenta.
AMBITIES
Compenta kiest ervoor om het begrip ‘cultuuronderwijs’ te gebruiken, in plaats van ‘cultuureducatie’.
Daarmee willen de samenwerkende partijen benadrukken dat cultuur een wezenlijk onderdeel van het
onderwijscurriculum moet gaan uitmaken en niet (langer) gezien kan worden als een losstaand
programma. Er wordt uitgegaan van de vraag die de school heeft; het is de bedoeling dat culturele
instellingen hun aanbod daarop aanpassen. Volgens Compenta blijkt uit de praktijk dat het stellen van
de vraag voor een school lastig is. Het proces van samenwerken en de nieuwe werkwijze
implementeren, betekent dat scholen, culturele instellingen, de gemeenten en de provincie elkaar
actief moeten opzoeken, ondersteunen en begeleiden. De vijf Drentse culturele instellingen hebben
stichting Compenta gevormd op verzoek van de provinciale overheid, de gemeente Emmen en de
vereniging voor Drentse gemeenten.
ACTIVITEITEN
Compenta gaat doorgaande leerlijnen cultuuronderwijs met horizontale (in verschillende vakken) en
verticale samenhang (in leerjaren) (door)ontwikkelen. Waar mogelijk wordt aangesloten bij al in gang
gezette ontwikkelingen binnen de provincie Drenthe en bij bestaande netwerken, zo hoeft niet overal
opnieuw het wiel te worden uitgevonden. Er wordt gewerkt vanuit het principe ‘vorm volgt inhoud’.
De Drentse scholen hebben nog weinig expertise in het zelfstandig opzetten van een doorgaande
leerlijn cultuuronderwijs. Om te bereiken dat scholen zelf de regie kunnen voeren, gaan scholen
investeren in hun visie op het vakgebied en de deskundigheid van hun leerkrachten. Op die manier
kunnen zij een gelijkwaardiger samenwerking aangaan met culturele instellingen. Het startpunt van de
kwaliteitsverbetering is de school. Er wordt geïnvesteerd in het opleiden van ICC-ers/Co-experts (op
zestig procent van de scholen werkt nog geen gecertificeerde ICC-er). ICC-ers/Co-experts worden
bijgeschoold tot cultuurexperts. Er komt nascholing voor leerkrachten in alle kunstdisciplines, erfgoed
en media en doorgaande leerlijnen en voor de combinatiefunctionarissen in doorgaande leerlijnen.
Schoolleiders krijgen een scholing ‘doorgaande leerlijnen, organisatie en financiën’.
Een bijrol in de kwaliteitsverbetering is weggelegd voor de PABO’s in Drenthe. Cultuuronderwijs wordt
op de Drentse PABO’s als minor gegeven en zit niet in het basiscurriculum. Het streven is dat dit over
vier jaar wel het geval is.
MONITORING EN EVALUATIE
Voorafgaand aan het schooljaar 2013-2014 heeft Compenta een nulmeting uitgevoerd naar het
cultuuronderwijs in Drenthe. Alle scholen hebben in maart 2013 een uitnodiging ontvangen om
hiervoor een vragenlijst in te vullen. Over twee jaar zal Compenta een eerste evaluatie uitvoeren
onder alle deelnemende scholen en kan zij, door die te vergelijken met de nulmeting, de eerste
resultaten tonen van het actieplan Cultuureducatie met Kwaliteit.
11
De beleidsgroep Compenta heeft een denktankfunctie: hoe kan de kwaliteit van cultuureducatie
binnen het onderwijs in Drenthe versterkt en verbeterd worden? En hoe kan het culturele veld en de
overheid hierop het beste inspelen? Doel van de beleidsgroep is het laten groeien van de visienota
‘cultuuronderwijs in Drenthe’. In de groep hebben zitting provinciale en gemeentelijke ambtenaren,
bovenschoolse directeuren en vertegenwoordigers uit het culturele veld.
MEER INFORMATIE
www.compenta.nl
Contactpersoon Compenta: Johan de Noord [email protected]
Contactpersoon Provincie Drenthe: Anne de Jong [email protected] en Gerrit Kamstra
[email protected]
Contactpersoon Gemeente Emmen: Frans Meerhoff [email protected]
Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected]
12
ConCordia / Twaalf Enschedese cultuurinstellingen (Enschede)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 499.568,00 / € 1.068.500,00
Disciplines: podiumkunsten, beeldende kunsten (waaronder ook media en film) en erfgoed
Bereik: 24 scholen, 4.800 leerlingen
Betrokken instellingen: Museum Twentse Welle, het Rijksmuseum Twenthe, Tetem kunstruimte,
Wilminktheater & Muziekcentrum Enschede, Nederlands Symfonieorkest, Nationale Reisopera,
Jeugdtheater Sonnevanck, de Muziekbank, poppodium Atak, De Muziekschool Twente en Bibliotheek
Enschede. Fase 2: Saxion Hogescholen, ArtEZ Conservatorium, ArtEZ Art & Design, Stichting
Leerplan Ontwikkeling
AMBITIES
Kinderen moeten optimale kansen krijgen hun talenten en persoonlijke passie te ontwikkelen. Om het
cultureel bewustzijn van de leerling te bevorderen, moet cultuureducatie betekenisvol(ler) worden
gemaakt.
Op het gebied van ontwikkeling, verdieping en verankering van het curriculum ligt het zwaartepunt op
het verbinden van de creativiteit en expertise vanuit het culturele aanbod met het onderwijscurriculum,
zodat het onderwijs kwalitatief wordt versterkt in plaats van verzwaard met losse activiteiten. Door
middel van een verdiepingsprogramma bestaande uit educatieve producten wil men een intensieve
relatie opbouwen met het basisonderwijs, waardoor cultuureducatie een vaste plek krijgt binnen het
schoolcurriculum. Hiervoor willen de 12 Enschedese culturele instellingen een gemeenschappelijk
raamwerk ontwikkelen voor educatieve programma’s, die aansluiten bij de behoeften van de school en
zo tot maatwerk kunnen worden gemaakt. Daarnaast wil men versnippering van het aanbod
tegengaan door met elkaar een interdisciplinair aanbod te bieden voor basisscholen op basis van een
gemeenschappelijk pedagogisch ontwikkelingskader. Om vakinhoudelijke deskundigheid te
bevorderen moet scholen een praktische vertaling geboden worden van het ontwikkelde theoretisch
kader. Dit bevordert tegelijkertijd de onderlinge samenwerking tussen de culturele instellingen. Om de
relatie van de school met de lokale culturele en sociale omgeving te verduurzamen willen de
instellingen niet alleen de leerlingen, maar ook hun ouders kennis laten maken met cultureel
Enschede, door het organiseren van diverse activiteiten en het verlagen van de drempel naar culturele
organisaties.
ACTIVITEITEN
Er wordt gewerkt vanuit een Master-Adoptieplan. Dit houdt in dat iedere deelnemende culturele
instelling een aantal scholen adopteert. Het programma start met trainingen voor cultuureducatief
medewerkers om tot eenzelfde gedachtegoed te komen. Deze educatief medewerkers brengen
vervolgens dit gedachtegoed weer over op de ICC’ers en de andere betrokken leerkrachten. Behalve
trainingen vinden ook conferenties plaats waarin de duo’s van educatief medewerker en leerkracht
hun kennis delen met elkaar. Dit Master-Adoptieplan bevordert niet alleen de onderlinge relatie tussen
onderwijs en cultureel veld, maar vormt ook de basis van de ontwikkeling, verdieping en vernieuwing
van het curriculum. Een andere activiteit die een duurzaam netwerk bevorderd is de ontwikkeling van
een portal die vraag- en aanbod overzichtelijk bundelt.
Het ontwikkelen en verdiepen van het curriculum gebeurt concreet door vanuit het gecreëerde
wetenschappelijk kader drie raamwerken op te zetten. Het raamwerk podiumkunsten geeft kinderen
de mogelijkheid vaardigheden te leren en uiting te geven aan expressie. In het raamwerk beeldende
kunst wordt de verbinding gelegd tussen eigen uitingen van het kind en kunst. In het raamwerk
erfgoed draait het om het verhaal achter de collectie. Aan de raamwerken worden vervolgens
verdiepingsprogramma’s gekoppeld, die de praktische uitvoering vormen. Denk hierbij aan
lessenreeksen, workshops en bezoek aan voorstelling of expositie. Dit verdiepingsprogramma
13
resulteert uiteindelijk per school in een doorlopende leerlijn die het cultuuronderwijs integreert in het
overig curriculum. Om cultuureducatie meer in het onderwijs te verankeren wordt het samenspel
tussen cultuureducatief medewerker en leerkracht begeleid en gemonitord en worden de resultaten
gebundeld en geanalyseerd. Bovendien worden de verdiepingsprogramma’s vastgelegd op film,
waaraan interviews met leerlingen en leerkrachten worden toegevoegd om op deze manier ook
reacties te kunnen monitoren.
MONITORING EN EVALUATIE
Voor het maken van het maatwerkprogramma vindt een dialoog plaats tussen de ICC’er en/of de
leerkracht en de educatief medewerker. Jaarlijks worden leerlingen, leerkrachten en directies
geïnterviewd wat betreft het behalen van de doelstellingen. Deze sluiten aan bij de doelstellingen
zoals deze in de aanvraag zijn verwoord, maar zij krijgen op schoolniveau een vertaling. Ook tijdens
de diverse conferenties wordt gemonitord. De praktijk wordt gedeeld via woord en beeld. De resultaten
van de monitoring en evaluatie zijn belangrijke managementinformatie voor de stuurgroep, die het
totale project aanstuurt. De Enschedese evaluatie is opgebouwd volgens een soortgelijke systematiek
als die van de provincie Overijssel, zodat evaluatieresultaten provinciebreed vergeleken kunnen
worden.
MEER INFORMATIE
Inhoudelijk projectleider: Marieke Hagemans [email protected]
Contactpersoon penvoerder Concordia: Lies Rubingh [email protected]
Contactpersoon gemeente: Dayenne Smolders [email protected]
Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected]
14
CREA Centrum voor Kunsteducatie (Hengelo)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 178 000,00 / € 366 000,00
Disciplines: alle kunstvormen
Bereik: 35 scholen, 7.400 leerlingen
Betrokken instellingen: de Commissie Kunsteducatie Hengelo, naast CREA andere Hengelose
culturele instellingen als Bibliotheek Hengelo, Muziekschool Hengelo, Twents Techniekmuseum 't
HEIM, Historisch Museum en Rabotheater Hengelo, 'losse' culturele ondernemers ( ZZP'ers) uit
Hengelo en omgeving, Hogeschool Edith Stein / OCT, Hogeschool Utrecht en Jeugdplein Hengelo.nl
AMBITIES
Om ieder kind, ongeacht persoonlijke interesse, inzet of voorkeur van ouders, leerkrachten en school
de mogelijkheid te geven alle aspecten van kunst en cultuur te ervaren en te beleven (receptief zowel
als actief), wil CREA basisscholen steun bieden bij het verdiepen en verankeren van het bestaande
curriculum.
Dit gebeurt door cultuurontmoetingen een integraal onderdeel te laten worden van dit curriculum.
Hiervoor wordt het bestaande programma Cultuurwijsheid voor beeldende vorming ook
doorontwikkeld op het gebied van de leerlijnen muziek, literatuur, dans en drama.
Een tweede doel is de deskundigheid onder ICC’ers, educatief medewerkers en groepsleerkrachten te
stimuleren.
Ook het inzetten en versterken van het bestaande netwerk door de relatie tussen gemeente, onderwijs
en culturele aanbieders op diverse niveaus te formaliseren is een van de ambities die CREA nastreeft.
Een voorwaarde hierbij is dat alle deelnemende partijen elkaars taal (leren) spreken.
Tot slot wil de instelling dat in alle kunst- en erfgoedvakken de vorderingen van de leerlingen worden
beoordeeld. Hierbij gaat het om een beoordeling van de leeropbrengsten op het gebied van kennis,
inzicht, vaardigheden en houding. Individuele beoordelingen worden verwerkt in leerlingvolgsystemen.
ACTIVITEITEN
Zowel het projectaanbod van het binnenschoolse programma Kunst op School (van instelling naar
school) en de ICC wijkprojecten (van school naar instelling/aanbieder) als de diverse buitenschoolse
projecten worden doorontwikkeld. Kinderen worden hierbij in aanraking gebracht met diverse
cultuurontmoetingen, die aansluiten op hun cultuurvakken. Op verdiepingsniveau worden de
verschillende cultuurontmoetingen ook in samenhang gebracht met andere vakken als taal, rekenen
en wereld oriëntatie. Voor alle leerlingen worden diverse naschoolse activiteiten opgezet waar zij aan
kunnen deelnemen en met name de meest getalenteerde leerlingen worden doorverwezen naar de
instellingen.
Om deskundigheidsbevordering te stimuleren krijgen groepsleerkrachten bijscholing. Hier leren zij
voorbereidende en verwerkingslessen te geven bij een cultuurontmoeting , de activiteiten te toetsen
aan de kern- en tussendoelen en de culturele ontwikkeling van de leerlingen te beoordelen. De
educatief medewerkers leren voorbereidende en verwerkingslessen bij een cultuurontmoeting te
maken en krijgen vakinhoudelijke en pedagogisch / didactische scholing om de schoolteams te
begeleiden. ICC’ers volgen o.a. bijscholing om het geven van cultuurinhoudelijke sturing aan
schoolteams te professionaliseren.
Het organiseren van structurele bijeenkomsten voor gemeente, onderwijsveld en culturele aanbieders
zorgt ervoor dat er multidisciplinaire kennisdeling kan plaatsvinden en dat de voortgang en resultaten
kunnen worden besproken. Daarnaast wordt ook de site JeugdpleinHengelo.nl aangepast naar
15
aanleiding van het hernieuwde programma Kunst op School en de ICC-wijkprojecten, met als doel de
toegankelijkheid te vergroten, ook voor de leerlingen. Zo kan de site meer fungeren als loket voor al
het totale cultuureducatieaanbod, zowel binnen- als buitenschools. Om de vorderingen van de
leerlingen te meten wordt er aangesloten bij bestaande leerlingvolgsystemen of zo nodig een
instrumentarium en een leerlingvolgsysteem ontwikkeld in samenwerking met Hogeschool Edith Stein.
MONITORING EN EVALUATIE
Monitoring en evaluatie wordt samen met de provincie Overijssel opgepakt en is gericht op vorm,
inhoud en proces. Het vindt plaats op drie niveaus. De activiteiten binnen het programma Kunst op
School worden met een evaluatieformulier beoordeeld, met als toevoeging een voorbereiding en een
verwerking van deze activiteiten. De ICC-wijkprojecten worden beschreven in projectplannen, die
bestaan uit probleemstelling, doel, thema, doelgroep, bereik, deelnemende partijen, tijdsplanning en
evaluatie. De activiteiten binnen het verdiepingsniveau van de pilotscholen krijgen hun eigen
MONEVA-traject. De verschillende hierbij betrokken doelgroepen (ICC’ers, groepsleerkrachten en
educatief medewerkers) ontvangen extra ondersteuning en begeleiding.
MEER INFORMATIE
www.crea.nl
Contactpersonen CREA: Emiel Bennink [email protected]
Contactpersoon gemeente Hengelo: Klaske Buis [email protected]
Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected]
16
Cultura (Ede)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / totale begroting: € 240.000,00 / € 480.000,00
Disciplines: muziek, literatuur, erfgoed
Bereik: 19 scholen, 2.421 leerlingen
Betrokken instellingen: Historisch Museum Ede, Nederlands Tegelmuseum in Otterlo, Museum OudLunteren, Kijk en Luistermuseum in Bennekom, Museumpark Harskamp, Museum Vliegbasis Deelen,
Jachthuis Sint Hubertus, Museonder Otterlo, Edu- Art Arnhem, KCG Arnhem.
AMBITIES
Cultura vindt dat cultuureducatie in het primair onderwijs bijdraagt aan een totaalontwikkeling van het
kind omdat zowel creatieve, sociale als cognitieve vaardigheden worden gestimuleerd. Culturele
leerlijnen dragen dus ook bij aan andere vakken op school.
De organisatie is van mening dat structurele deelname aan cultuur op jonge leeftijd de kans op
cultuurdeelname buiten school en op latere leeftijd vergroot. Dat is volgens Cultura belangrijk omdat
cultuureducatie ervoor zorgt dat kinderen zich beter kunnen uiten, creatief leren denken en
probleemoplossend vermogen ontwikkelen.
Cultura wil er als schakel tussen het onderwijs en de culturele sector voor zorgen dat samenwerkende
partners met hun neus dezelfde kant op staan en bewerkstelligen dat er meer doelstellingen voor de
lange termijn worden geformuleerd. De vraag van de school staat centraal, zo wordt het beleid van
culturele instellingen bevorderd. Cultura stimuleert scholen om bij de inzet van cultuureducatie
verbinding te zoeken met het bestaande curriculum om zo ook kerndoelen te behalen.
De bekwaamheid van leraren moet worden onderhouden en verdiept. Daardoor groeit ook het
zelfvertrouwen in het zelfstandig lesgeven in cultuureducatie en worden leerkrachten zich ervan
bewust dat het lesstofversterkend en zelfs vervangend ingezet kan worden.
ACTIVITEITEN
Cultura ontwikkelt drie doorlopende leerlijnen in de disciplines muziek, erfgoed en literatuur.
Voor de leerlijn muziek wordt het project Muziek in de Klas voortgezet. Er wordt onder meer muziekles
gegeven en er is een samenwerking met welzijn; vanaf groep zeven kunnen leerlingen in buurtcentra
deelnemen aan het buurtorkest. Het eerste jaar wordt het aantal groepen binnen de vier al
deelnemende scholen uitgebreid. Per jaar wordt er bij de nieuwe scholen een groep bij betrokken.
In de leerlijn erfgoed wordt het educatief aanbod van musea verder ontwikkeld. In 2013 wil Cultura de
vraag van scholen met betrekking tot cultureel erfgoed in de gemeente Ede helder in beeld hebben.
Vanuit die vraag ontwikkelt Cultura samen met musea een doorlopende leerlijn. Onder professionele
begeleiding (een daarvoor opgeleid educatief medewerker cultureel erfgoed) wordt de leerlijn
geïmplementeerd op scholen.
De doorlopende leerlijn literatuur wordt ontwikkeld om algemene taalontwikkeling te stimuleren.
Samen met de school en de bibliotheek specificeert Cultura de vraag per school. Vervolgens koopt
Cultura bestaande projecten cultuureducatie – ontwikkeld door kenniscentra bibliotheken – in. De
gekochte projecten worden doorontwikkeld en passend gemaakt per school zodat ze aansluiten bij de
kerndoelen kunstzinnige oriëntatie én inhoudelijk ook gericht zijn op het leergebied taal.
Voor de deskundigheidsbevordering worden twee ontwikkelarrangeurs opgeleid die de scholen
ondersteunen bij het vormgeven en uitvoeren van cultuurbeleid in de praktijk. Aan de ontwikkeling en
17
uitvoering van de doorlopende leerlijnen is deskundigheidsbevordering gekoppeld van leerkrachten en
educatieve medewerkers van culturele instellingen. Zo worden leerkrachten geschoold in het geven
van muzieklessen en volgen medewerkers van musea een training ‘Vraaggericht ontwerpen’.
MONITORING EN EVALUATIE
Met alle betrokken deelnemers zal zowel mondeling als schriftelijk regelmatig monitoring en evaluatie
plaatsvinden. Monitoring gebeurt in samenwerking met de afdeling Onderzoek & Statistiek van
gemeente Ede.
Voor de kwaliteitsbewaking tijdens de ontwikkeling van de leerlijnen en uitvoering van de pilots,
gebruikt Cultura het Kwaliteitskader cultuureducatie bij culturele instellingen (Oberon 2011). Voor
monitoring van de samenwerking tussen culturele aanbieder en school laat Cultura zich sturen door
de samenwerkingscyclus van Josefiene Poll en Marlies Tal van Cultuurnetwerk Nederland (2009).
MEER INFORMATIE
www.cultura-ede.nl
Contactpersoon instelling: Laura Wijnbelt [email protected]
Contactpersoon Gemeente Ede: Kim van ’t Hoenderdaal [email protected]
Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected]
18
Cultuurcompagnie (Noord-Holland)
Cultuureducatie met kwaliteit in Noord-Holland
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 2.853.172,00 / € 5.706.344,00
Disciplines: alle disciplines inclusief erfgoed en nieuwe media
Bereik: 454 scholen, 28.771 leerlingen
Betrokken instellingen: Cultuurcompagnie Noord-Holland werkt samen met Artex, Triade, Bibliotheek
Langedijk, Cool, De Blauwe Schuit, Muziekschool Waterland, Bibliotheek Waterland, Wherelant,
Muziek- en Dansschool Heiloo, Toonbeeld, Muziekschool Heemskerk, Centrum voor de Kunsten
Beverwijk, Stadsschouwburg Velsen, Muziekschool Amstelveen, Bibliotheek Hilversum, Artiance,
FluXus, Hart, Pier-K, Overleg van de Centra voor de Kunsten en Inholland Academy.
AMBITIES
Het Cultuureducatie met Kwaliteitprogramma moet ervoor zorgen dat kinderen aan het eind van hun
schoolloopbaan substantiële culturele bagage bij zich dragen. Hiervoor moet het een vast onderdeel
van het curriculum worden.
Om cultuur samen met andere leergebieden in één koffer te laten zitten is het van belang om kinderen
een structurele basis te geven door meer aanbod te creëren in de vorm van leerlijnen die de culturele
ontwikkeling van kinderen stimuleren. Dit wordt ook wel de culturele rugzak genoemd.
Daarnaast moeten leerkrachten competent worden gemaakt om cultuureducatie verantwoord vorm te
geven en moeten cultuuraanbieders een educatieve visie formuleren waarna zij zich ontwikkelen tot
partner van het onderwijs. Een derde doel om dit te bereiken is het investeren in duurzame
samenwerkingsverbanden. Als scholen en aanbieders partners worden in cultuureducatie, kunnen zij
samen het aanbod naar een hoger plan brengen. Digitale tools kunnen deze samenwerking
ondersteunen. Tenslotte dienen de leeropbrengsten van cultuureducatie zichtbaar te worden gemaakt
en waar mogelijk ook meetbaar.
ACTIVITEITEN
Op lokaal en regionaal niveau ligt het zwaartepunt bij het opzetten van doorgaande leerlijnen en
menu’s binnen de bestaande programma’s, waarbij het ontwikkelen van curriculum centraal staat.
Hiervoor worden ondersteuningsinstrumenten ontwikkeld die doorgaande leerlijnen en menu’s
vormgeven. Zo wordt in de multidisciplinaire studio een instrumentarium ontworpen dat het aanbod in
doorgaande leerlijnen verdiept. Tevens wordt een instrument ontworpen waarmee een cultuurmenu
kan worden samengesteld. Daarnaast worden trajecten voor scholen en cultuuraanbieders uitgezet
om hen te begeleiden bij het verdiepen en onderbouwen van hun aanbod en wordt voorzien in een
erfgoedaanbod. In de multidisciplinaire studio wordt onderzocht welk instrumentarium nodig is om de
competentieontwikkeling van leerkrachten en cultuuraanbieders te stimuleren, waarna een post-hbo
traject wordt opgezet dat uit een reeks cursussen en workshops bestaat ter verdieping van
vakinhoudelijke kennis. Voor kunstvakdocenten wordt nascholing georganiseerd.
Scholen en cultuuraanbieders worden gekoppeld door de kennis van elkaars praktijk uit te wisselen en
good practices op het gebied van samenwerking beschikbaar te stellen. Zo ontwikkelen de
cultuuraanbieders een visie, vergroten zij het inzicht in elkaars praktijk en worden de opbrengsten van
projecten die gericht zijn op de synergie tussen cultuurvakken en cognitieve vakken vertaald naar een
breder inzetbare aanpak. Tot slot worden leerkrachten en cultuuraanbieders vertrouwd gemaakt met
social media, die cultuureducatie kunnen ondersteunen.
MONITORING EN EVALUATIE
Monitoring en evaluatie vindt plaats op het gebied van output, proces en effect. Om output te
19
monitoren en evalueren worden kwantitatieve metingen bij scholen verricht en voortgangsgesprekken
gehouden met penvoerders. Voor procesmeting worden ook voortgangsgesprekken gevoerd met
penvoerders. Een panel met een representatieve afvaardiging van de betrokken gemeenten
beoordeelt het programma. Om reviews te verzamelen worden online en offline mediakanalen ingezet.
Op het gebied van effectmeting worden steekproefsgewijs interviews gehouden met leerkrachten en
schoolbesturen. Daarnaast worden de aanbieders geïnterviewd en voortgangsgesprekken gevoerd
met penvoerders. De cultuurnavigator brengt het beleid van de gemeenten in beeld. Opbrengsten en
conclusies worden verwerkt in de tussen- en eindrapportage van Plein C.
MEER INFORMATIE
www.cultuurcompagnie.nl / www.pleinc.nl
Contactpersoon Cultuurcompagnie: Vibeke Roeper [email protected]
Contactpersoon provincie Noord-Holland: Ellen Koning-Vereecken [email protected]
Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected]
20
CultuurContact (Helmond)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 195.356,00 / 390.712,00
Disciplines: De nadruk ligt op literatuur en muziek.
Bereik: 15 scholen, 5.000 leerlingen
Betrokken instellingen: Bibliotheek Helmond, Gemeentemuseum Helmond, Kunstkwartier Helmond en
mogelijk ook de theaters in Helmond en/of locaties van muziekverenigingen.
AMBITIES
CultuurContact strijdt ervoor om cultuureducatie een vast onderdeel te maken van het onderwijs. Er
zal gezocht moeten worden naar samenhang tussen de vele vakinhouden.
Om dat te realiseren is er een doorgaande leerlijn ontwikkeld door de B5 (vijf bureaus voor
cultuuronderwijs uit Breda, Tilburg, Helmond, Den Bosch en Eindhoven). die in het voorjaar van 2013
gepresenteerd is. In 2013 en 2014 zullen de samenwerkende bureaus bijeenkomsten organiseren
voor het culturele veld om de leerlijnen op een goede manier in het werkveld te gebruiken.
CultuurContact uit Helmond heeft onder meer literatuur op zich genomen, wat betekent dat ze een
doorgaande leerlijn voor die discipline ontwikkeld hebben. Dat is mede besloten om vanuit de
doorgaande leerlijn literatuur aansluiting te zoeken en te vinden bij het lokale project De Rode Draad,
een samenwerking tussen scholen en bibliotheken. CultuurContact wil scholen die participeren aan De
Rode Draad de mogelijkheid bieden om literatuur vanuit een ander perspectief te benaderen en zo
een verdiepingsslag te maken.
Omdat er in Helmond al jaren een goede samenwerking is met de muziekafdeling van Kunstkwartier
en de scholen voor primair onderwijs, richt CultuurContact zich behalve op literatuur ook op muziek.
Hiervoor wordt het door het bureau voor cultuuronderwijs uit Eindhoven ontwikkelde raamwerk voor
muziek gebruikt. Als scholen liever kiezen voor een doorgaande leerlijn uit een van de andere
disciplines dan staat CultuurContact daar ook voor open.
ACTIVITEITEN
Allereerst zijn er in het voorjaar van 2013 definitieve afspraken gemaakt met de scholen uit de
klankbordgroep; aan de hand van individuele wensen zijn er plannen gemaakt voor het schooljaar
2013-2014. Naast de scholen uit de klankbordgroep zijn alle scholen die meedoen aan het project De
Rode Draad geïnformeerd over de doorgaande leerlijn literatuur en de mogelijkheid om die te
implementeren. Het onderdeel wordt ingevoegd in het kunstmenu ‘nieuwe stijl’.
In schooljaar 2013-2014 wordt de doorgaande leerlijn literatuur geïmplementeerd (op scholen die ook
meedoen aan De Rode Draad), de leerlijn muziek wordt ingevoerd op de scholen uit de
klankbordgroep en de scholen die participeren in het onderdeel literatuur. Hetzelfde jaar is er in het
Gemeentemuseum Helmond een tentoonstelling over Fiep Westendorp. In samenwerking met het
museum wordt er vanuit de beeldende kunst een link gelegd naar literatuur (ook in samenwerking met
de bibliotheek).
Er zal tijdens de looptijd van Cultuureducatie met Kwaliteit structureel B5-overleg plaatsvinden over
doorontwikkeling van de doorgaande leerlijnen. Er wordt gekeken naar mogelijke samenwerking op
het gebied van deskundigheidsbevordering.
In 2014-2015 wordt er gezocht naar scholen die zich ook willen aansluiten bij Cultuureducatie met
Kwaliteit. Deze scholen kunnen gebruik maken van de ervaring die de scholen uit de klankbordgroep
de afgelopen jaren hebben opgedaan. In schooljaar 2015-2016 moeten vijftien van de dertig
21
Helmondse scholen de doorgaande leerlijn literatuur en muziek geïmplementeerd hebben.
CultuurContact vindt het ook belangrijk om de deskundigheid van de leerkrachten te vergroten. Ze
krijgen cursussen aangeboden i.s.m. Kenniscenter de Kempel. CultuurContact is ook in gesprek met
Kunstkwartier over een basis coaching AMV-docenten waarin 'AMV-docenten leren (delen van) hun
lessen om te zetten naar het digibord'. Er wordt ook aandacht besteed aan de
deskundigheidsbevordering van de rondleidsters in Gemeentemuseum Helmond.
MONITORING EN EVALUATIE
Van iedere leerling komen er portfolio’s die hun ontwikkeling aangeven – foto’s in de onderbouw en in
de bovenbouw ook tekst. De nieuwe website biedt mogelijkheid tot evalueren. Het structurele overleg
met de B5 speelt een grote rol als het gaat om het monitoren tijdens Cultuureducatie met Kwaliteit in
Helmond.
MEER INFORMATIE
www.kunst-kwartier.nl
Contactpersoon: Mia Naaijkens [email protected]
Contactpersoon Gemeente Helmond: Yvonne Feenstra [email protected]
Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected]
22
Cultuurpad (Limburg, Sittard-Geleen, Heerlen)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 2.164.344,00 / € 4.328.688,00
Disciplines: muziek, dans, theater, beeldenkunst, mediakunst, literatuur, cultureel erfgoed
Bereik: 383 scholen, 80.000 leerlingen
Betrokken instellingen: Stichting Moerveld, Kaleidoscoop, Historisch Goud, Parkstad Limburg
Theaters, Schunck, Vazom, De Klimboom, Parkstad Bibliotheken Limburg, SMK en Cultuurbedrijf i.o,
Stadsschouwburg, Het Domein, Laagland Theater, BiblioNova, Euregionaal Historisch Centrum,
Artamuse, RICK, Stichting Catharijn, Bibliocenter, ECI Cultuurfabriek en Menswel, Kunstencentrum
Venlo, Kunstencentrum Jerusalem, ECI-Cultuurfabriek, Perron 55, Omroep Venlo, Gemeentearchief
Venlo, Odapark, Limburgs Museum, Museum van Bommel van Dam, Theater de Maaspoort, Dok 6 en
Streekmuseum ’t Land van Peel en Maas
AMBITIES
Cultuureducatie verdient een geïntegreerde plek in het onderwijs omdat het voor deze tijd onmisbare
vaardigheden als communicatie, samenwerken en verbeeldingskracht stimuleert.
Daarom wil Cultuurpad leerlijnen ontwikkelen en verankeren in het curriculum die aansluiten bij de
onderwijspraktijk op scholen, gebruik makend van expertise van het culturele veld. Tevens wil zij
(meer) ondersteuning bieden in het leerproces van leerlingen. Een grote rol in het programma van de
provincie Limburg is weggelegd voor Team SIEN. SIEN staat voor Scholen In Een Netwerk en staat
onder aanvoering van Cultuurpad. Deze kennisgemeenschap, met vertegenwoordigers uit het
onderwijsveld en het culturele veld, dient als motor van de ontwikkeling van cultuureducatie en vormt
zo ook de brug tussen onderwijsveld en het culturele veld.
In het SIEN-lab worden de doorgaande leerlijnen ontwikkeld en wordt onderzocht welke competenties
nodig zijn om het leergebied kunstzinnige oriëntatie te verbeteren. Om een kwaliteitsslag te kunnen
maken in cultuureducatie moet ook aandacht uitgaan naar de leerkrachten en educatief medewerkers.
Hun kennis en vaardigheden moeten op een hoger plan getild worden door hen een divers
scholingsaanbod te bieden. Uitgangspunt hierbij is het aangaan van de dialoog om van elkaar te
leren. Dit werkt ook door in het opzetten van een duurzame relatie tussen school en culturele
omgeving. In dit kader ligt dan ook de ambitie om Co-creatie en lokale allianties op te zetten om
gezamenlijk producten te realiseren die uitgaan van de ambities en wensen van de scholen. Tot slot
wil Cultuurpad de culturele ontwikkeling van kinderen bevorderen door een kwaliteitskader en systeem op te zetten.
ACTIVITEITEN
Naar aanleiding van de nulmeting die Team SIEN uitvoert worden de scholen ingedeeld in vier
ambitieniveaus. Vervolgens biedt Team SIEN scholen ondersteuning die past bij de verschillende
ambities. Zo kan een school ondersteuning krijgen bij het formuleren van een samenhangende visie
en instellingen ondersteuning bij de omslag naar coachend producent. Ook biedt SIEN ondersteuning
bij de ontwikkeling van een plan van aanpak om de samenwerking tussen beiden partijen te
verbeteren en te inventariseren. In het SIEN-lab worden volgens vier scenario’s kindgerichte
doorgaande leerlijnen ontwikkeld waarin de competenties die leerkrachten en cultuuraanbieders nodig
hebben om kunstzinnige oriëntatie te verbeteren worden onderzocht.
Deskundigheidsbevordering gebeurt door middel van de praktijkbijeenkomsten Kijk-in-de-keuken,
waarbij leerkrachten en educatief medewerkers gericht expertise delen met elkaar. In de SIEN-training
krijgen ICC’ers en educatief medewerkers handvatten voor een integrale aanpak van cultuureducatie
en leren zij verbinding maken met het overig curriculum. Voor vakleerkrachten worden ook
23
scholingsbijeenkomsten georganiseerd waarbij zij concrete tools krijgen om cultuureducatie te
integreren in het curriculum. Voor blijvend onbeantwoorde vragen zijn er de bijeenkomsten van de
deskundigen: kwaliteitskringen. Een SIEN platform fungeert als online kennisgemeenschap. Er is
ondersteuningsbudget voor co-creaties, een samenwerkingsvorm met een concreet product als
resultaat waarin alle deelnemers invloed hebben op het proces en het resultaat ervan. Er bestaan
meerdere vormen. Zo kan er een product ontwikkeld worden dat bijdraagt aan een groot gedeelte van
een doorgaande leerlijn, naar aanleiding van een specifieke vraag van een school of naar een idee
van de school dat is geplaatst op de digitale werkplaats op de portal. Kenmerken van Co-creatie zijn
dialoog, common ground en enthousiasme.
MONITORING EN EVALUATIE
De monitoring en evaluatie is gericht op processen van leren en innoveren in en om het programma.
Proces is hierbij zeker zo belangrijk als de resultaten zelf. Via een set van indicatoren en instrumenten
worden periodiek gegevens verzameld. Na evaluatie worden de effecten beoordeeld door gebruik te
maken van de monitorgegevens. Uitgangspunten hierbij zijn dat de monitor en evaluatie
beleidsrelevant moeten zijn en dat er gebruik gemaakt wordt van reeds beschikbare gegevens om de
partners en de instellingen zo min mogelijk te belasten. Instrumenten hiervoor zijn Team SIEN, een
nulmeting, de kwaliteitskringen, evaluatie-enquête, learning history, effectenarena en kinderparlement.
MEER INFORMATIE
www.cultuurpad.nl
Contactpersoon Cultuurpad: Ankie Rutten [email protected]
Contactpersoon provincie Limburg: J. Morales [email protected]
Contactpersoon gemeente Sittard-Geleen: Jan Miltenburg [email protected]
Contactpersoon gemeente Heerlen: M.J. van der Weerden [email protected]
Contactpersoon FCP: Josephine Lemmens [email protected]
24
CultuurStation (Eindhoven)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 686.440,00 / € 1.459.780,00
Disciplines: muziek, beeldende kunst en design
Bereik: 10 scholen, 3.436 leerlingen
Betrokken instellingen: De Effenaar, Het Van Abbemuseum, Philharmonie zuid Nederland,
TROMP, Centrum voor de Kunsten Eindhoven, Mad Skills, Dynamo, de Desgincoalitie
(Ontdekfabriek, de Krabbedans en het Designhuis), STRP-festival, MU, Kunstbende en Cultuurbasis
AMBITIES
CultuurStation wil de culturele ontwikkeling van leerlingen stimuleren. Dit doen zij door het
implementeren van de doorlopende leerlijn “De culturele ladekast” op de school en door de
samenhangende en structurele activiteiten van culturele instellingen die in samenspraak met de
school zijn ontwikkeld.
CultuurStation heeft samen met de bureaus voor cultuuronderwijs uit de vijf grootste Brabantse steden
(B5) een doorlopende leerlijn ontwikkeld voor het gehele basisonderwijs en de onderbouw van het
voortgezet onderwijs. Een model is het uitgangspunt voor het raamwerk van de doorlopende leerlijn
cultuureducatie algemeen. Doel van CultuurStation en de andere initiatiefnemers is om op basis van
deze algemene leerlijn leerlijnen voor alle kunstdisciplines te ontwikkelen en te borgen. Iedere
gemeente kiest hierin bovendien voor een eigen zwaartepunt. Cultuurstation heeft ervoor gekozen de
leerlijnen muziek en beeldende kunst te verankeren en verdiepen, waarin urban culture en design
terugkerende stedelijke thema’s zijn. De metafoor in de vorm van een culturele ladekast geeft het
beste weer hoe men cultuureducatie wil verankeren. De verticale kolommen van de kast zijn de
culturele vermogens (zie model van de leerlijn) die je bij de leerling kunt ontwikkelen elke horizontale
lijn is een dubbel leerjaar met de lades die je als school zelf of in samenwerking met een culturele
instelling vult.
De deskundigheidsbevordering is gericht op de implementatie van de doorlopende leerlijnen muziek of
beeldend zowel op de school als in de activiteiten van de instellingen. Daarnaast is er een streven om
de basisvaardigheden voor muziek, beeldende kunst en het omgaan met het onderliggend creatief
proces te ontwikkelen bij de leerkrachten.
ACTIVITEITEN
CultuurStation maakt samen met de school een scan van de beginsituatie. Daarna maakt de directie
en/of ICC’ er samen met een medewerker van CultuurStation een cultuurbeleidsplan waarin ze op
basis van de eigen visie kiezen hoe zij cultuureducatie gestalte gaan geven. Er wordt gestreefd naar
het helder formuleren en expliciet maken van de leerdoelen, die aansluiten op de kerndoelen. In de
leerlijnen muziek en beeldend worden onderscheid gemaakt tussen basisactiviteiten en specials. De
laatste zijn een aanvulling en/of verdieping op de basisactiviteit. Bij de basisactiviteiten ligt het accent
voornamelijk op actieve deelname van de kinderen. Een eigen inbreng van de scholen per project is
een vereiste.
Naar aanleiding van de gemaakte scan vindt ook scholing voor leerkrachten plaats die bestaat uit drie
onderdelen: scholing rondom de doorlopende leerlijn, rondom de vaardigheden van de gekozen
discipline en de verbinding met de andere vakken rondom de creatieve coëfficiënt. CultuurStation
organiseert studiebijeenkomsten voor de medewerkers van instellingen waarin de implementatie en
aansluiting van de ervaringen worden uitgewisseld en kennis gedeeld.
Activiteiten die gericht zijn op versterking van de samenwerking tussen school en lokale omgeving
worden geplaatst binnen de implementatie van de doorgaande leerlijnen voor muziek en beeldende
25
kunst. De culturele instellingen hebben vanuit hun eigen expertise plannen ontwikkeld, die worden
gezien als halffabricaten en samen met de scholen verder ingevuld worden. Om variatie te
waarborgen is er een vaststaande verdeling gemaakt van culturele instellingen per leerjaar en per
school.
MONITORING EN EVALUATIE
Binnen de geplande activiteiten werken de bureaus voor cultuureducatie intensief samen met de
scholen, culturele instellingen en de vijf bureaus van de B5 steden. Op basis van vastgestelde
einddoelen voor Eindhoven stelt CultuurStation de tussendoelen en ijkpunten op. Naar aanleiding van
een enquête wordt na twee jaar de tussenbalans opgemaakt en kan bijstelling plaatsvinden. De
bureaus voor cultuuronderwijs hebben structureel overleg over de stand van zaken. Denk hierbij aan
een intervisiebijeenkomst met als uitgangspunt het delen van gesignaleerde problemen. Op de
website plaatst CultuurStation om de maand een nieuwsbrief met verslagen, interviews en nieuws
over de voortgang. Hiervoor wordt de monitoring als basis gebruikt.
MEER INFORMATIE
www.cultuurstation.nl
Contactpersoon CKE: Beppie Remmits [email protected]
Contactpersoon gemeente: Josine Frankhuizen [email protected]
Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected]
26
Cultuurwinkel bureau voor cultuuronderwijs (Breda )
De culturele ladekast
Bijdrage FCP / Totale bijdrage: € 384.000,00 / € 767.875,00
Disciplines: beeldend, dans, muziek, design, drama, literatuur, met focus op beeldcultuur en erfgoed
Bereik: 54 scholen, 15.500 leerlingen
Betrokken instellingen: culturele instellingen, Bureau Babel Den Bosch, Cultuurstation Eindhoven,
Cultuur Contact Helmond, Bureau CIST Tilburg, Erfgoed Brabant, Kunstbalie, Grote Kerk Breda,
Breda’s Museum, Breda’s Archief, Chassé Theater en Cinema, De Stilte, Nieuwe Veste Centrum
voor de Kunsten, Bibliotheek Breda, MOTI, Huis voor Beeldcultuur, E-Pulse, Electron, Podium Bloos,
Muzipo, NLDA, Stg Cultureel Erfgoed.
AMBITIES
Uit onderzoek van vijf bureaus voor cultuuronderwijs uit de B5, de vijf grootste Brabantse steden, is
gebleken dat er vanuit de scholen behoefte is aan meer samenhang op het gebied van
cultuuronderwijs. Alleen dan kan cultuureducatie een erkende plek binnen elke school verwerven.
Daarom wil Cultuurwinkel Breda het model van de bestaande doorlopende leerlijnen verder
ontwikkelen door het raamwerk met specifieke leerdoelen per kunstdisciplines door de scholen zelf in
te laten vullen met programmas in samenwerking met culturele instellingen. Voor een goede
beeldvorming van dit plan wordt de metafoor van een culturele ladekast gebruikt. Er zijn vier
kolommen (horizontaal) met culturele vermogens: receptief, creërend, reflectief en analyserend. De
verticale rij met laden bestaat uit vier dubbele leerjaren met bijbehorende leerdoelen. Iedere school
kiest vanuit welke kunstdiscipline en met welke binnen- of buitenschoolse activiteit de kast gevuld
wordt. Deze keuze is afhankelijk van het cultuurbeleidsplan, de visie en het profiel van de school.
Iedere gemeente legt vanuit zijn stedelijke speerpunten accenten op cultuureducatieve activiteiten
binnen een of meerdere disciplines. Zo richt Cultuurwinkel Breda zich op de leerlijnen beeldcultuur en
erfgoed, die geïmplementeerd moeten worden, maar zij legt zich ook toe op het toegankelijk maken
van de andere leerlijnen voor het gehele onderwijs en culturele veld. Daarnaast wil zij in dit model
deskundigheidsbevordering van leerkrachten en educatieve medewerkers bewerkstelligen. Er wordt
hierbij veel zorg besteed aan het ontwikkelen van een gemeenschappelijk kader bestaande uit vragen
en ijkpunten, zodat alle partijen dezelfde taal spreken.
ACTIVITEITEN
Het huidige cultuurmenu bestaat uit de cultuurprogramma’s De Kleine Ontdekking en De Grote
Ontdekking. Om de ontwikkeling, verdieping en vernieuwing van het curriculum voor het leergebied
kunstzinnige oriëntatie te realiseren vindt doorontwikkeling plaats van het bestaande model van de
doorgaande leerlijn. Daarnaast gaat er aandacht uit naar het pedagogisch en didactisch verfijnen van
het model. Implementatie van de leerlijn in de cultuureducatiebeleidsplannen gebeurt door middel van
een ICC-cursus en door het herijken van deze plannen vanuit de scholen en door Bredase PABO
studenten.
Deze laatste groep verbindt zich aan de activiteiten door middel van stages bij de scholen. Ook op de
culturele instellingen zullen zij begeleiding bieden in het herijken van hun programma. Om de scholen
hun eigen keuzes te laten maken wordt De Ontdekking omgevormd naar een keuzemenu. Hiervoor
kiezen de scholen uit een mono-leerlijn, een multi-leerlijn of een contextleerlijn.
Om de deskundigheid van leerkrachten te stimuleren worden hun pedagogische en didactische
vaardigheden verder ontwikkeld en hun vaardigheden in de verschillende disciplines en hun kennis
over bijvoorbeeld cultureel erfgoed vergroot. Hiervoor worden studie- en netwerkbijeenkomsten
georganiseerd voor de vakdocenten en scholingsmodules, coachingstrajecten en trainingen voor de
leerkrachten. Om de opgedane kennis te delen wordt een steeds terugkomend symposium op touw
gezet waarin de opbrengsten van de doorlopende leerlijn aan het publiek worden getoond. Hierbij
27
wordt ieder jaar aangesloten op een reeds bestaand festival. Een derde vorm van
deskundigheidsbevordering vindt plaats in de vorm van opleiden van de leerlijnbegeleiders. Voor elke
leerlijn wordt een begeleider opgeleid.
Om de verhouding tussen school en cultureel veld te verstevigen ontwikkelen de cultuuraanbieders
activiteiten in de doorgaande leerlijnen erfgoed en beeldcultuur vanuit de vraag van de scholen.
Hierbij wordt mede gebruik gemaakt van het bestaande erfgoedaanbod. Bovendien worden de
theoretische leerlijnen vertaald naar de lokale situatie. Tot slot wordt de binnenschoolse leerlijn
gebruikt als handvat voor buitenschoolse cultuureducatie.
MONITORING EN EVALUATIE
De bureaus voor cultuuronderwijs (B5) hebben regelmatig overleg over de stand van zaken met
betrekking tot de ontwikkeling van de doorlopende leerlijnen en deskundigheidsbevordering.
Zij voeren halfjaarlijks gesprekken met de deelnemende scholen en culturele instellingen. Per leerlijn
wordt een stuurgroep opgericht met vertegenwoordigers van de scholen, culturele instellingen, de
gemeente en/of het provinciale sectorinstituut. De stuurgroep komt meerdere keren per jaar bijeen
voor tussentijdse afstemming van de ontwikkeling van de leerlijn. Het brede werkveld wordt in
plenaire bijeenkomsten met scholen en culturele instellingen geïnformeerd over de ontwikkelingen.
Ook wordt op de website van Cultuurwinkel Breda een aparte plek ingericht voor de stand van zaken
van de leerlijn ontwikkeling. Daarnaast wordt de digitale nieuwsbrief gebruikt voor een maandelijkse
update, in de vorm van nieuws, verslagen, interviews en foto’s over de voortgang van implementatie
van de leerlijn.
MEER INFORMATIE
www.cultuurwinkelbreda.nl / www.nieuweveste.nl
Contactpersoon Cultuurwinkel: Femke van de Wiel [email protected]
Contactpersoon gemeente: Anne-Rienke Hendrikse [email protected]
Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected]
28
De Lindenberg (Nijmegen)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP/ totale begroting: € 363.400,00 / € 1.103.780,00
Disciplines: alle
Bereik: 18 scholen, 5.700 leerlingen
Betrokken instellingen: Projectbureau Grote Broer
AMBITIES
De Lindenberg wil dat cultuuronderwijs zich nestelt in het hart van de school en dat de rest van het
onderwijs erbij wordt betrokken.
De Lindenberg kan zich vinden in het sociaal constructivistische mensbeeld. De visie die daarbij hoort,
is dat leerlingen het eigen leren actief vormgeven. De Lindenberg gaat ervan uit dat leren niet alleen
bestaat uit het ‘overdragen’ van kennis en vaardigheden in een lineair proces. Leerlingen construeren
hun eigen kennis, vaardigheid en inzicht via authentieke taken in een voor hen betekenisvolle context.
Voor het leren betekent dit, dat het in wezen ervaringsgericht is. Dat betekent ook dat de Lindenberg
niet uitgaat van lineair opgebouwde leerstof. Er moet ruimte zijn voor rotondes, meanderende lijnen en
vele wegen die naar het doel leiden. De leerlijnen zoals die nu zijn bedacht, zijn dus alleen een
hulpmiddel bij het inrichten van een rijke omgeving, waarin leerlingen hun eigen leerproces
doormaken.
ACTIVITEITEN
De Lindenberg legt het accent op het stimuleren van scholen die tot nu toe minder bedeeld werden
met het gemeentelijk beleid. Deze scholen krijgen hierdoor een kwaliteitsimpuls. Per jaar worden er
zes nieuwe scholen bij het programma betrokken, waarvan er steeds minstens één een Brede School
in een aanpakwijk is.
Voor het project Cultuureducatie met Kwaliteit wordt gestart met het opleiden van enkele
ontwikkelarrangeurs vanuit de cultuursector en vanuit het onderwijs. Op de geselecteerde scholen
voor het primair onderwijs maken zij een arrangement cultuuronderwijs dat aansluit bij het
schoolcurriculum. Hoe dit arrangement eruit zal zien is afhankelijk van de onderwijsvisie van de
betreffende school. Het doel is het realiseren van doorgaande leerlijnen cultuureducatie. De scholen
zijn zelf verantwoordelijk voor de activiteiten.
De ontwikkelarrangeurs zullen het eerste jaar van het traject hun kennis, houding en vaardigheden
onderzoeken, ontwikkelen, toetsen en bijstellen. Iedereen (zoals scholen, culturele instellingen of
ontwikkelarrangeurs) neemt de deskundigheidsbevordering af die in zijn werkingsgebied noodzakelijk
blijkt. Aanbevelingen voor het vervolg volgen aan het eind van het eerste jaar.
Tijdens het tweede en derde jaar (2014-2015) breidt de scholing uit. Er zijn netwerkbijeenkomsten in
Gelderland, waarbij ervaring en uitwisseling van de ontwikkelde deskundigheid centraal staat en
ingezet kan worden om een optimaal mogelijke spreiding van de deskundigheid te bewerkstellingen.
De laatste fase bestaat uit de definitieve verslaglegging en het overdraagbaar maken van de
deskundigheidsbevordering voor derden.
MONITORING EN EVALUATIE
29
Voor de evaluatie en resultaatmeting gebruikt de Lindenberg twee werkwijzen: kwalitatief en
kwantitatief. Kwaliteit wordt gemeten met de ‘evaluatiemonitor’. Dat is een survey-feedback
instrument dat ontworpen is om veranderingen weer te geven en te bespreken. Na het uitzetten van
een vragenlijst volgen er gestructureerde feedbackgesprekken met medewerkers van deelnemende
scholen, culturele instellingen, zelfstandige aanbieders en andere betrokkenen.
De kwantitatieve informatie over resultaten en tevredenheid krijgt de Lindenberg via metingen op de
scholen, uitgevoerd door onderzoeksbureau Blick. In 2014 is er een fundamentele tussenevaluatie, op
grond daarvan kan de uitvoering worden aangepast.
MEER INFORMATIE
www.delindenberg.com of www.grotebroer.com
Contactpersoon de Lindenberg: R. Sonnemans [email protected]
Contactpersoon gemeente Nijmegen: Y. Lindsen [email protected]
Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected]
30
De Vak, centrum voor de kunsten (Delft)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 217.092,00 / € 466.900,00
Disciplines: wetenschap, techniek, nieuwe media, theater, beeldende vorming, ICT, muziek, dans en
erfgoed
Bereik: 9 scholen, 2.475 leerlingen
Betrokken instellingen: Science Center Delft, Theatergroep Maas in Rotterdam, Van Kinderenmuseum
Den Haag, Erfgoed Delft, Theater de Veste, DOK.
AMBITIES
Om succesvol te kunnen worden in een steeds veranderende maatschappij moeten kinderen de 21st
century skills innovatief vermogen, creativiteit en ondernemingszin ontwikkelen.
Om deze ontwikkeling te bevorderen wil de VAK een gezamenlijk referentiekader voor leerkrachten,
educatief medewerkers van culturele instellingen en kunstvakdocenten ontwikkelen. Zo delen de
deelnemende partijen een begrippenkader, weten ze wat er speelt en zijn ze beter in staat samen
vorm te geven aan kunst- en cultuureducatie. Daarnaast wil de VAK leerkrachten, educatief
medewerkers en kunstvakdocenten vaardigheden laten ontwikkelen om authentieke, creatieve
processen te herkennen, begeleiden en stimuleren, waarbij de nadruk ligt op 21st century skills. Ook
investeert de VAK in inhoudelijke kennis en vaardigheden van leerkrachten in de kunstvakken om hun
deskundigheid met de kern van het onderwijs en de onderwijsdoelen te verbinden.
ACTIVITEITEN
Het Cultuureducatie met Kwaliteitprogramma start met een basistraining eerstelijns voor kernteams
van scholen. Deze training verhoogt het creativiteitsquotiënt op scholen en ontwikkelt vaardigheden
om leergebiedoverstijgend te werken. Dit verwerft inzicht in de werking, herkenning en stimulering van
creativiteit en de 21st century skills. Het maakt de leerkracht tot een creatieve coach, die in staat is
een brede basis van cultuureducatie in het onderwijs te integreren en de creatieve vermogens van
leerlingen te ontwikkelen.
Tegelijkertijd vindt een basistraining tweedelijns plaats voor kunstvakdocenten en educatief
medewerkers van culturele instellingen. Deze training bereidt de instellingen en medewerkers voor op
een nieuwe manier van ontwikkelen van kunstprogramma’s, die verbonden zijn met het reguliere
curriculum. Zij leren hoe ze hun vak kunnen inzetten om kinderen en leerkrachten te begeleiden in
een creatief leerproces. Centraal hierbij staat aansluiting bij de diverse onderwijsthema’s.
Na de basistrainingen volgt een reeks individuele ontwikkeltrajecten voor de deelnemende scholen.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van het coaching-on-the-job principe waarbij leerkrachten en
kunstdocenten samen vorm geven aan het af te leggen traject. Door doorgaande leerlijnen te
ontwikkelen en te implementeren die passen bij het profiel en de uitgangssituatie van de school
ontstaat er een systematische opbouw van cultuureducatie door de schooljaren heen.
MONITORING EN EVALUATIE
Per traject wordt samen met de school en de betrokken culturele instelling/partners een projectplan
gemaakt waarin eindresultaten en meetbare tussendoelstellingen per jaar worden opgenomen. De
uitkomsten van de evaluaties van de trajecten wordt allereerst gedeeld met de betrokken schoolteams
31
en het betrokken ontwikkelteam vanuit De VAK. Daarnaast worden de uitkomsten met ICC'ers en
andere Delftse basisscholen gedeeld tijdens ICC-netwerkbijeenkomsten.
MEER INFORMATIE
www.vak-delft.nl
Contactpersoon De Vrije Akademie: Mirjam Bosman [email protected]
Contactpersoon gemeente Delft: Wesna Snijder([email protected]
Contactpersoon FCP: [email protected]
32
Edu-Art (Gelderland)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 3.145.664,00 / € 6.291.328,00
Disciplines: alle disciplines met focus op muziek en nieuwe media
Bereik: 317 scholen, 57.735 leerlingen
Betrokken instellingen: ’t Venster, de Gruitpoort, Cultuurplein Noord Veluwe, CU Cultuureducatie, de
Muzehof, de Plantage, het Element c.q. het Musiater, de Open Academie Lingewaard, Boogiewoogie,
de Muziekschool Oost Gelderland, De Stroming, Museum Flipje Tiel. Cultura, Markant, Kunstbedrijf,
Lindenberg,De Plaats, De Plantage, de Poolster,ArtEZ, Radboud Universiteit, Pabo’s
AMBITIES
Gelderland is rijk aan cultuur en bijna alle scholen werken samen met culturele aanbieders. Toch staat
cultuur vaak nog los van de rest van het programma en wordt er nog nauwelijks gewerkt in
doorgaande lijnen.
Om hierin een kwaliteitsslag te maken wil Edu-Art, namens de provincie Gelderland, onder andere de
lokale infrastructuur voor cultuureducatie in het primair onderwijs versterken. Vanuit het programma
Cultuureducatie met Kwaliteit wordt de komende jaren gestreefd naar verdieping bovenop bestaande
initiatieven. Samenwerking door gemeente, onderwijs en culturele instelling is hierbij een voorwaarde,
zodat dat wat in het programma wordt ontwikkeld ook lokaal kan worden verankerd. Daarnaast richt
men zich op een duurzame infrastructuur tussen school en culturele instelling door de spreiding van
cultuureducatie te bevorderen. Dit wordt concreet gemaakt door bij de vormgeving van het programma
te streven naar minstens een deelproject per cultuur & erfgoedpact regio. Een derde doel is het
ontwikkelen van een instrumentarium om de culturele ontwikkeling van kinderen te beoordelen. Om dit
alles te realiseren heeft men vier programmalijnen ontwikkeld, waarin per lijn het kind, de leerkracht,
de school of de omgeving centraal staat. In deze programma’s gaat speciale aandacht uit naar de
disciplines muziek en nieuwe media. Op het gebied van muziek vindt een doorontwikkeling plaats van
instrumentaal muziekonderwijs en op het gebied van nieuwe media draait het om digitale innovatie in
cultuureducatie. Edu-Art richt zich niet alleen op het reguliere basisonderwijs; ook het speciaal
onderwijs behoort tot de doelgroep.
ACTIVITEITEN
De eerste programmalijn, waarin het kind centraal staat, richt zich op de ontwikkeling, verdieping en
vernieuwing van het curriculum voor het leergebied kunstzinnige oriëntatie door doorgaande leerlijnen
te realiseren. Ontwerp en uitvoering van de programmalijn zijn gebaseerd op de culturele ontwikkeling
vanuit het kind, de vakinhoudelijke ontwikkeling in relatie tot het kind en de relatie van de school tot de
culturele omgeving. De leerlijnen worden vervolgens uitgetest, bijgesteld en vertaald in een
eindproduct.
Bij de programmalijn waarin de leerkracht centraal staat wordt de kwaliteitsverbetering bewerkstelligt
door professionalisering van de leerkrachten en kunstvakdocenten door middel van scholingsmodules,
coachingtrajecten en trainingen. Het gaat hierbij zowel om pedagogisch-didactische vaardigheden als
om vaardigheden in de verschillende kunstdisciplines en kennis over het cultureel erfgoed.
Eigenaarschap van cultuureducatie komt hierdoor meer in de basisschool te liggen. Scholing aan de
kant van de cultuuraanbieders richt zich met name op werken binnen het basisonderwijs.
De derde programmalijn, waarin als uitgangspunt de school genomen wordt, creëert randvoorwaarden
om de kwaliteitsslag in cultuureducatie mogelijk te maken en te verankeren door een instrumentarium
33
te ontwikkelen. De leeropbrengsten staan hierbij centraal. Bovendien wordt een duidelijke relatie
gelegd met de kerndoelen op het gebied van kunstzinnige oriëntatie binnen het primair onderwijs.
In de vierde programmalijn worden projecten geïnitieerd rondom de culturele omgeving om de relatie
tussen school en de lokale culturele en sociale omgeving te verstevigen. Deze projecten bouwen voort
op bestaande samenwerkingsverbanden. Behalve hoogwaardige cultuureducatie met lokaal en
regionaal aanbod op school, worden ook projecten georganiseerd die een solide basis leggen voor
actieve kunstbeoefening in de vrije tijd. Op muziekgebied wordt (nog meer) geïnvesteerd door
leerkrachten actief bij de muzieklessen te betrekken. Op het vlak van nieuwe media wordt gewerkt aan
een leerlijn waarin optimaal gebruik wordt gemaakt van de nieuwe digitale mogelijkheden.
MONITORING EN EVALUATIE
Het programma Cultuureducatie met kwaliteit wordt op twee niveaus gemonitord en geëvalueerd. Op
de werkvloer leveren lokale projecten gegevens voor de monitor en evaluatie van hun project. Op het
niveau van de programmalijnen worden opbrengsten van het programma gerealiseerd in communities
of practice. Deze leergemeenschappen leveren daarmee input voor de evaluatie van het programma
als geheel. De Radboud Universiteit voert per lijn onderzoek uit, waarbij de opbrengsten van de
programmalijn in een breder wetenschappelijk kader geplaatst worden. Om kennisdeling te kunnen
realiseren wordt het Community of Practice model ontwikkeld waarbij de facilitator is gericht op het
proces, het uitdagen van de deelnemers om kennis te delen en sfeer van openheid en de moderator
verantwoordelijk is voor de digitale omgeving en het inrichten van het platform.
MEER INFORMATIE
www.edu-art.eu
Contactpersoon : Esther Tobé [email protected]
Contactpersoon Provincie Gelderland: Bianca Roelink [email protected]
Marga Barink [email protected]
Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected]
34
FluXus (Zaanstad, Wormerland, Oostzaan)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 380.808,00 / € 761.616,00
Disciplines: alle kunstdisciplines
Bereik: 29 scholen, 4.000 leerlingen
Betrokken instellingen: muziekschool Waterland, SJOO (jongerentheater) en de Oudheidkamer
Oostzaan, Plein C, Zaan Primair, Agora, ROC Zaanstad, Overleg Centrum voor de Kunst NoordHolland
AMBITIES
In het huidige cultuureducatieprogramma Cultuurmenu ligt de focus op receptieve cultuureducatie.
Kinderen van deelnemende scholen maken kennis met kunst en cultuur door middel van onder andere
concertbezoeken en dans- en toneelvoorstellingen. Met het Cultuureducatie met Kwaliteitprogramma
legt FluXus de nadruk op actieve kunstbeoefening.
FluXus wil kinderen een binnenschoolse cultuurbasis bieden met een doorgaande buitenschoolse
leerlijn. Hiervoor worden kwalitatieve en kwantitatieve cultuureducatieve leerlijnen ontwikkeld die
passen binnen het onderwijscurriculum van iedere individuele school en aansluiten op de lokale
culturele infrastructuur. Uiteindelijk is het de bedoeling dat actieve kunstbeoefening een vaste plaats
krijgt binnen het onderwijsprogramma van de deelnemende scholen. Dit gebeurt door op inhoudelijk
gebied meerdere leerlijnen in diverse disciplines te ontwikkelen en uit te voeren. De
groepsleerkrachten krijgen hierbij de rol van cultuurexpert, die zij kunnen vervullen doordat ze
inhoudelijk, didactisch en strategisch (bij)geschoold zijn. Een derde doel is het versterken van de
culturele infrastructuur door scholen en culturele instellingen duurzame samenwerkingen op te laten
zetten. Tot slot zullen schoolbesturen en directies een draagvlak creëren op basis van ervaringen,
kennis en speciaal ontwikkelde formats om zodoende ook de overige scholen uit de gemeente
enthousiast te maken voor dit programma.
ACTIVITEITEN
Met elke deelnemende school wordt een plan gemaakt voor de ontwikkeling en verankering van een
leerlijn actieve kunstbeoefening. Aangezien de huidige programma’s als uitgangspunt worden
genomen, wordt ook het receptieve Cultuurmenu, bestaande uit Kunstmenu en Erfgoedmenu, verder
uitgewerkt. De meeste aandacht gaat echter uit naar de activiteiten rondom actieve buitenschoolse
kunstbeoefening in samenwerking met de Brede School en de actieve binnenschoolse
kunstbeoefening. Scholen kunnen bij het ontwikkelen van hun eigen programma’s, kiezen voor een of
meerdere disciplines, als er maar wordt toegewerkt naar een doorlopende leerlijn. Ook
multidisciplinaire leerlijnen en algemene leerlijnen zoals creatieve ontwikkeling behoren tot de
mogelijkheden. FluXus biedt hierbij ondersteuning door aan iedere school een kunstenaardocent te
koppelen. Deze docent begeleidt de leerlingen in de activiteiten, helpt schoolbesturen bij het
formuleren van een visie op cultuureducatie, ontwikkelt nieuw lesmateriaal, geeft groepsleerkrachten
bijscholing en helpt de ICC’ers bij het ontwikkelen en het verankeren van de leerlijn in het curriculum.
Op deze manier brengt de vakdocent expertise in en competenties als creativiteit, authenticiteit en
procesgericht werken. In diverse bijeenkomsten bespreken deze vakdocenten de voortgang met
elkaar en voeren zij tussentijdse intervisie uit.
MONITORING EN EVALUATIE
Evaluatie bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste worden de beoogde kernopbrengsten gemeten bij
de leerlingen. Dit gebeurt door beoordelingen van de groepsleerkracht en de kunstenaardocent en het
self report van de leerling. Ten tweede wordt er gemonitord hoe en in welke mate actieve
35
kunstbeoefening verankerd wordt in het onderwijsprogramma. Jaarlijks wordt een inhoudelijke
conferentie voor en met de schooldirecties en de ICC’ers georganiseerd waarin de voortgang van de
resultaten en de gewenste ontwikkelingen aan de orde worden gesteld. Na vier jaar vindt een
eindtoetsing plaats.
MEER INFORMATIE
www.fluxus.nl
Contactpersoon FluXus: de heer H. Swinkels [email protected]
Contactpersoon gemeente: Marlies Romeijnders [email protected]
Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected]
36
HART (Haarlem en Zandvoort)
HART voor Cultuureducatie
Bijdrage FCP / totale begroting: EUR 370.704,00 / EUR 741.408,00
Disciplines: theater, dans, beeldend, literair, audiovisuele vorming, muziek en erfgoed/musea
Bereik: 92 scholen, 21.050 leerlingen
Betrokken instellingen: Frans Hals Museum, Teylers Museum, ABC, Toneelmakerij, Oorkaan,
Kalebas, Music Academy InHolland, Academie van Holland Symfonia,
Philharmonie/Stadsschouwburg, Toneelschuur, Patronaat, Festival Viola Viola, Artiance, Plein C, Pier
K, Fluxus.
AMBITIES
Verbeelden, creëren, ontdekken, reflecteren en plezier maken; dat is volgens HART onlosmakelijk
verbonden met cultuureducatie. De organisatie wil leerlingen in het primair onderwijs, binnen- en
buitenschools, in aanraking brengen met de rijkdom van kunst- en cultuur. Creativiteit, persoonlijke
ontwikkeling, zelfbewustzijn en samenwerking zijn de kernbegrippen.
HART wil schoolteams, ICC'ers en leerkrachten in staat stellen om Cultuureducatie met Kwaliteit in
hun curriculum op te nemen. Daarom worden er in samenwerking met het onderwijs en met culturele
instellingen programma's ontwikkeld met doorlopende leerlijnen die aansluiten op de kerndoelen en de
visie van de school. Voor doorgaande leerlijnen in de cultuureducatie gaat HART samenwerken met
collega instellingen en gebruik maken van landelijk ontwikkelde projecten, zoals 'Cultuur in de
Spiegel'. Engagement en scholing van betrokkenen is hier voor HART onlosmakelijk aan verbonden.
HART wil dat scholen in de toekomst vaker hun eigen keuze kunnen maken en uit meer kwaliteit
kunnen kiezen binnen de Cultuurmenu’s.
ACTIVITEITEN
HART gaat haar huidige aanbod vernieuwen. De organisatie wil de kwaliteit verbeteren en de
verankering in het onderwijs versterken. Het huidige Kunstmenu, een breed jaarlijks aanbod van
cultuureducatie voor het basisonderwijs (zoals theater-, dans-, muziek- en literaire voorstellingen en
museum- en filmbezoek) dat bedoelt is als kennismaking met kunst en cultuur, wordt uitgebreid naar
Cultuurmenu en het intensievere Cultuurmenu Plus. Dat betekent onder meer dat ook erfgoed een
plaats krijgt in het aanbod. HART gaat de mogelijkheid bieden om de Cultuurmenu’s op te bouwen als
een doorlopende leerlijn, waardoor ze verder gaan dan alleen kennismaking met kunst en cultuur. De
onderdelen in het programma moeten herkenbaar bijdragen aan de culturele ontwikkeling van alle
leerlingen en hun culturele zelfbewustzijn vergroten. De rol van HART zal zich uitbreiden van
organisator naar adviseur en initiator.
HART zal ook haar programma Muziek Lab verbreden, verdiepen en verankeren in de school. Het
huidige Muziek Lab gaat uit van vernieuwende lesvormen die periodes van acht tot twaalf weken
beslaan. De modules zijn gericht op verwerven van basisvaardigheden, zelf ontdekken en
experimenteren, samenspelen en reflecteren. HART voor Cultuureducatie wil ervoor zorgen dat de
muzieklessen verankeren in het curriculum van de school. Muziek Lab was oorspronkelijk als een
leerlijn opgezet, maar die is nog onvoldoende geïmplementeerd in het onderwijs en dat moet
veranderen. Aanvankelijk lag de nadruk bij Muziek Lab vooral op het bereiken van zoveel mogelijk
kinderen. Vanaf 2012/13 en daarna is het accent verlegd naar minder scholen en meer kwaliteit.
HART heeft geconstateerd dat veel scholen kunstvakken niet alleen als leerdoel willen inzetten maar
ook als leermiddel. Van scholen kwam bijvoorbeeld de vraag ook aanbod te ontwikkelen voor de
37
groepen 1-3, bij voorkeur gekoppeld aan taalontwikkeling. Uit die constatering volgt een tweede
verbeterslag, namelijk dat er meer overleg zal plaatsvinden tussen muziekdocenten en leerkrachten
om de muzieklessen aan te laten sluiten bij het lesprogramma/thema’s die spelen.
Waar nodig worden leerkrachten en docenten bijgeschoold of gecoacht.
MONITORING EN EVALUATIE
Voor de inhoudelijke evaluatie heeft HART Plein C als onafhankelijke derde gevraagd. Plein C neemt
deze taak ook op zich voor andere gemeenten. De exacte evaluatiecriteria zijn in een gezamenlijk
traject met Plein C in het voorjaar van 2013 ontwikkeld. Evaluatie zal op twee momenten plaatsvinden;
eind 2014 en na afloop van het project. HART onderzoekt of vanaf 2015 de beleving van de kinderen
kan worden gemeten.
MEER INFORMATIE
www.hart-haarlem.nl
Contactpersoon HART: D. van Waveren [email protected]
Contactpersoon gemeente Haarlem: Noortje Bennee [email protected]
Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected]
38
Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam (Rotterdam)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 825.936,00 / € 1.725.278,00
Disciplines: beeldende kunst, theater, muziek, dans, nieuwe media, cultureel erfgoed
Bereik: 46 scholen, 9.050 leerlingen
Betrokken instellingen: Diverse instellingen waaronder SKVR dansschool, SKVR Beeldfabriek,
Centrum Beeldende Kunst, Willem de Kooning Academie, Boijmans Van Beuningen, Rotterdams
Centrum voor Theater, Bureau Beter Presteren / JOS, dienst Kunst en Cultuur
AMBITIES
‘Cultuureducatie helpt kinderen zichzelf, anderen en de wereld om hen heen te leren kennen’
Daarom wil Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam dat niet alleen culturele instellingen, maar ook
scholen als een huis van cultuur worden gezien, met teamleden die de rol van cultuuroverdrager
vervullen. Door hen te enthousiasmeren en te betrekken bij cultuuronderwijs wordt de culturele
ontwikkeling van de kinderen gestimuleerd. Deskundigheidsbevordering is hiervoor een must. Deze
doelstelling staat dan ook centraal in het Cultuureducatie met Kwaliteitprogramma van het KCR. Het is
een voorwaarde voor duurzame verankering van cultuureducatie. Leerkrachten zijn immers
verantwoordelijk voor het onderwijs, de leerprestaties en de keuze van inhoud en vorm van
cultuureducatie. Voor een goede inbedding van kunstonderwijs is verbinding met de overige
onderwijsactiviteiten een voorwaarde. Dit vraagt niet alleen om deskundigheid van de
groepsleerkracht, het team en de directie, maar ook van de vakleerkracht, de kunstenaar en de
culturele instelling die de expertise inbrengt. Om scholen hierbij te ondersteunen wil het KCR drie
programma’s ontwikkelen op het gebied van verdiepende leerlijnen, deskundigheidbevordering en
infrastructuur. Het huidige stedelijke Cultuurtraject wordt hierbij ingezet als basisvoorziening.
ACTIVITEITEN
De eerste programmalijn is ‘Cultuur als Bron van leren’ (CBL). Bij dit begeleidingstraject ligt de focus
op de ontwikkeling van het schoolteam of op de samenwerking met een culturele instelling. In beide
gevallen worden doorgaande leerlijnen ontwikkeld. Er vindt verkenning plaats van de vraag bij scholen
door middel van een Schoolscan Cultuureducatie. Vervolgens helpt CBL bij een planontwikkeling,
afhankelijk van de wens van de school. In het CBL-lighttraject krijgen de scholen begeleiding in
samenspel met de culturele instellingen: De groepsleerkrachten worden vakbekwaam gemaakt op het
gebied van de kunstdisciplines en de kunstenaarsdocenten leren de onderwijsvisie van de school in
de praktijk te brengen. In het intensieve CBL Plus-traject wordt de eigen kracht en visie op leren als
uitgangspunt genomen. Er wordt structureel geïnvesteerd in de culturele competenties van het
schoolteam met modules als coaching, methodiekontwikkeling en samenstellen van lesmateriaal. Op
deze manier wordt de kinderen een grotere leeromgeving geboden waar ruimte is voor emotie,
creativiteit en talenten. Op het gebied van versterking van de infrastructuur tussen school en cultureel
veld vinden diverse kennis- en netwerkbijeenkomsten plaats.
Kenniskring Ateliers in School is de tweede programmalijn. Hierbij wordt een kunstenaar van een
culturele instelling ingezet om binnen de school in samenwerking met de leerkrachten het creatief
vermogen van de kinderen aan te spreken. Dit gebeurt door binnen het atelier aan hun culturele en/of
cognitieve vaardigheden te werken. De vragen en initiatieven van de leerlingen staan centraal en er
wordt verbinding gelegd met vakken als rekenen en taal.
In de derde programmalijn ‘Werken Leren’ draait het om het vergroten van de vakinhoudelijke kennis
en vaardigheden bij de betrokken partijen via scholing, netwerk, kennisdeling, kennisontwikkeling en
door het voeren van dialoog over specifieke onderwerpen. Deze onderwerpen hebben een directe
relatie met de andere programmalijnen en het basisaanbod. Ook recente ontwikkelingen op gebied
39
van wetenschap, leren en media zijn van invloed op deze programmalijn. Vanuit de culturele
instellingen ligt de focus op wetenschap en vakinhoud. In het onderwijs richt men zich op het
professionaliseren van de eigen praktijk. De programmalijn verbindt de twee velden ook met elkaar
door workshops of netwerkbijeenkomsten.
MONITORING EN EVALUATIE
Op scholen die deelnemen aan Ateliers in de School en CBL wordt door middel van een scorelijst de
stand van zaken aan de orde gesteld. De CBL trajecten worden jaarlijks geëvalueerd. Het KCR
monitort hoe de verschillende varianten van CBL uitwerken op de scholen, op welke punten er
samenhang is ontstaan tussen onderwijs en cultuur en of er leerlijnen zijn ontstaan. De programmalijn
Ateliers in School wordt ook gemonitord door de kenniskring. Zij reflecteert in een verslag, en doet zo
nodig voorstellen voor verdere ontwikkeling. De programmalijn Werkend Leren wordt mede
opgebouwd door de daarvoor opgerichte kenniskring. Deze kenniskring volgt de ontwikkeling en
uitvoering van het programma op de voet en reflecteert op de thema's en vragen die aan de orde zijn
gesteld
MEER INFORMATIE
Het KCR komt voort uit SKVR, en is momenteel bezig te verzelfstandigen. Meer informatie over het
KCR is te vinden op: www.kc-r.nl
Contactpersoon : Anne Marie Backes [email protected]
Contactpersoon gemeente: Olga Smit [email protected]
Contactpersoon FCP: Tynke Hiemstra [email protected]
40
Keunstwurk (Friesland)
Kek! Kultueredukaasje mei kwaliteit
Bijdrage FCP / totale begroting: € 1.214.308,00 / € 3.566.666,00
Disciplines: alle
Bereik: 500 scholen, 31.000 leerlingen
Betrokken instellingen: Cultuur Kwartier en Ritmyk in Sneek, Muzarthe Sint Annaparochie, Opus 3
Dokkum, De Meldij Drachten, Kunst en Coo Oosterwolde, Toanhûs Joure, Ateliers Majeur
Heerenveen, Muziekschool Wâldsang Buitenpost, Kunstkade Leeuwarden, Bibliotheek Sint
Annaparochie, Bibliotheek Dongeradeel Dokkum, Bibliotheek Oosterwolde, Bibliotheek Wolvega,
bibliotheek Heerenveen, beleefbiliotheek Drachten, Hannemahuis Harlingen, Dekemastate Jelsum,
Het Poptaslot Marssum, Themapartk de Spitkeet Harkema, Het Admiraliteitshuis Dokkum, Museum
Dr8888 Drachten, Nationaal Vlechtmuseum Noordwolde, Museum Oold Ark Makkinga, Museum
Sloten, Museum Belvedère Heerenveen, Museum Willem van Haren Heerenveen, Museum Damshûs
Nij Beets, Streekmuseum Gorredijk, Gevangenismuseum Veenhuizen, museum het Tromps Huys
Vlieland, De Noordwester Vlieland, Oud Raadhuis Vlieland, museum It Fiskershûske, Moddergat,
Tresoar, Fries Museum, Fries Scheepvaartmuseum, Tryater, Museum Federatie Friesland, Pabo NHL,
Pabo Stenden, Opleiding Docent Drama NHL, masteropleiding Kunsteducatie NhL/Hanzehogeschool
en andere instellingen.
AMBITIES
De provincie Friesland wil dat inwoners vanaf jonge leeftijd in aanraking komen met wat de Friese
samenleving bindt: erfgoed, taal en cultuur.
Het vierjarige programma ‘Kek! Kultueredukaasje mei kwaliteit’ gaat er daarom voor zorgen dat zoveel
mogelijk kinderen in heel Friesland tijdens hun schoolloopbaan kennis maken met cultuur. Op dit
moment heeft circa veertig procent van de basisscholen in Friesland beleidsmatig gekozen voor
cultuureducatie. Het streven is dat dit percentage in de komende jaren stijgt naar tenminste
vijfenzeventig procent.
Er wordt gekozen voor een regionale aanpak (naast een provincie brede benadering); Keunstwurk
vindt het belangrijk dat gemeenten en dorpen in de plattelandsgebieden actief worden betrokken,
zodat de kinderen die hier wonen de kans krijgen om via school kennis te maken met cultuur.
Keunstwurk stimuleert structurele samenwerking tussen scholen en het culturele veld en streeft ernaar
om zo vraag en aanbod dichter bij elkaar te brengen. De organisatie wil deskundigheid met betrekking
tot cultuureducatie in het onderwijs en bij de culturele sector te bevorderen.
ACTIVITEITEN
Er worden negen regio’s onderscheiden op basis van de bestaande regionale netwerken. In een
netwerk ontmoeten afnemers en aanbieders elkaar. Afhankelijk van de lokale situatie zijn dat: (een
vertegenwoordiging van) scholen, centrum voor de kunsten of muziekschool, cultuurmakelaar,
bibliotheek, erfgoedinstellingen, schouwburg, amateurverenigingen en zzp’ers. Samen ontwikkelen zij
de regioplannen; een partij wordt aangewezen als penvoerder/coördinator (het aanspreekpunt voor
Keunstwurk).
Het provincie brede deel van de aanvraag richt zich op het stimuleren van deskundigheid in de gehele
provincie van zowel het primair onderwijs als het culturele veld. Hierbij gaat het ook om het
ontwikkelen van een gedeeld referentiekader met betrekking tot kwaliteit en om een overkoepelende
werkwijze. Het gaat dan bijvoorbeeld over de manier waarop scholen worden gestimuleerd om hun
vraag te formuleren en het uitdagen van het culturele veld om hun aanbod aan te laten sluiten bij de
kerndoelen. Het provincie brede vierjarige activiteitenprogramma is geen doel op zich, maar is
bedoeld als ondersteuning, stimulans en inspiratie van de ontwikkelingen in de regio’s.
41
MONITORING EN EVALUATIE
De monitoring bestaat uit digitaal onderzoek waarbij alle basisscholen in Friesland (inclusief de
gemeente Leeuwarden) worden betrokken. Allereerst wordt in kaart gebracht wat de beginsituatie in
Friesland en in Leeuwarden is. Een tweede onderzoek halverwege de subsidieperiode geeft een
tussenstand. Het derde en laatste monitoring onderzoek geeft een beeld van de eindsituatie en moet
duidelijk maken wat de stimuleringsregeling teweeg heeft gebracht in Friesland en in Leeuwarden op
het gebied van cultuureducatie in het onderwijs.
De evaluatie richt zich op onderdelen van de vierjarige activiteitenprogramma’s, zoals de afzonderlijke
regioplannen, het scholingsaanbod, de inspiratieprojecten en het ontwikkelen van een doorlopende
leerlijn muziek. Bij de evaluatie worden alleen die partijen betrokken, die deelnemen aan het
onderdeel dat wordt onderzocht. Daarbij wordt meer kwalitatief onderzoek gedaan, digitaal maar ook
in de vorm van interviews. Verder wordt bij de evaluatie gebruik gemaakt van een meer experimentele
onderzoekvorm, het living lab.
De monitoring en evaluatie worden in opdracht van Keunstwurk ontwikkeld en uitgevoerd door
onderwijsadviesdienst Cedin en de masteropleiding Kunsteducatie van de NHL / Hanzehogeschool.
MEER INFORMATIE
www.keunstwurk.nl
Contactpersoon Keunstwurk: Renée Waale [email protected]
Contactpersoon provincie Friesland: Lamijne Plat [email protected]
Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected]
42
Kumulus centrum voor kunsteducatie (Maastricht)
Toon je talent
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 382.520,00 / € 1.303.812,00
Disciplines: dans, toneel, muziek en beeldende kunst (inclusief media en cultureel erfgoed)
Bereik: 20 scholen, 4.500 leerlingen
Betrokken instellingen: onderwijsstichtingen Mosa Lira en jong Leren, diverse culturele instellingen
zoals Limburgs Symphonie Orkest,Filmtheater Lumière, Collectie Bonnefanten Museum, Opera Zuid,
Museum aan het Vrijthof, Project Sally Danscollectief, Het Laagland Theater en Centre Ceramique.
AMBITIE
Kinderen die hun talent leren gebruiken ontplooien zich veelal tot betrokken, bevlogen en tolerante
burgers. Daarnaast verbetert het de verhouding tussen de samenleving, culturele makers en de
overheid. Daarom is Toon je talent in het leven geroepen.
Dit programma moet cultuur structureel toegankelijk en beleefbaar laten zijn voor alle leerlingen uit het
primair onderwijs van Maastricht. Het programma richt zich op het actief ontdekken en ontwikkelen
van het cultuurtalent van de kinderen waarbij de nadruk ligt op kinderen van groep 4/5. Kumulus kiest
bewust voor deze groep omdat zij verwachten dat kinderen tot ongeveer acht jaar nog helemaal open
staan voor het ontdekken en tonen van hun talent. Een voorwaarde voor talentontwikkeling is een
duurzame en structurele samenwerking van het culturele veld en de scholen aan de ontwikkeling,
verdieping en vernieuwde van het curriculum in de doorgaande leerlijn vanaf groep 1. Hiervoor moet
de vakinhoudelijke deskundigheid van leerkrachten en educatief medewerkers naar een hoger plan
worden getild. Zo ontstaat er een structuur waarbinnen het culturele veld en het onderwijsveld met
elkaar vergroeien. Hierbij is het van belang dat alle betrokken partners een dergelijke samenwerking
als noodzakelijk ervaren. Daarnaast is een goede infrastructuur een voorwaarde voor een duurzame
kwaliteitsontwikkeling.
ACTIVITEITEN
Toon je talent bestaat uit drie fases, die kunnen worden samengevat als kennismaken, ontdekken en
ontplooien. Groep 1 tot en met 3 maken kennis met verschillende kunstdisciplines door middel van
lessen die worden afgesloten met een concert, toneelvoorstelling of muziekbezoek onder de noemer
Gèt Lekkers. Groepen 4 en 5 ontdekken wat kunst is door middel van de zogeheten Cultuurboost,
waarin kinderen in eerste instantie lessen krijgen in alle culturele disciplines en vervolgens in één van
de vier disciplines. Ouders worden hierbij betrokken door open lessen te organiseren en hen te
adviseren over welke discipline het best bij het kind past. Kinderen van groep 6 tot en met 8
ontplooien hun culturele talenten verder in zowel binnen- als buitenschoolse activiteiten.
Het ontwikkelen en implementeren van de leerlijnen gebeurt naar aanleiding van evaluatie van
pilotprojecten. De leerlijnen worden geformuleerd in kindertaal zodat kinderen zelf weten wat er van
hen verwacht wordt. Daarnaast bouwt ieder kind een portfolio op waarin het ontplooien van het talent
wordt beschreven en vormgegeven. Op het gebied van deskundigheidsbevordering worden voor
leerkrachten trainingen georganiseerd, die bestaan uit het leren ontdekken van talenten bij kinderen,
het ontwikkelen van een visie op cultuureducatie en het aanleren van praktische vaardigheden. Per
school wordt één van de vier disciplines door de leerkracht overgenomen en uitgevoerd. Daarnaast
volgen kunstdocenten een training in het geven van invulling aan het programma met zowel binnenals buitenschoolse activiteiten. Tot slot worden onder andere netwerkbijeenkomsten zoals de
Kunstcarrousel gefaciliteerd en vinden diverse overleggen tussen beide partijen plaats waarin het
onderwijsveld haar doelen inzichtelijk maakt en het culturele veld haar aanbod daarop afstemt.
MONITORING EN EVALUATIE
43
Kaleidoscoop verricht metingen op leerlingniveau door middel van het te ontwikkelen portfolio, op
leerkrachtniveau en hun teams door middel van interviews en enquêtes, op beleidsniveau van de
school door middel van overleg met de bovenschoolse managers en op netwerkniveau door middel
van open interviews aan leerkrachten en culturele instellingen met betrekking tot binding en
samenwerking tussen deze twee partijen.
MEER INFORMATIE
www.kumulus.nl / www.kaleidoscoop.net
Contactpersoon Kumulus: Hellen Hurkens [email protected]
Contactpersoon gemeente Maastricht: Jan Bessems [email protected]
Contactpersoon FCP: Josephine Lemmens [email protected]
44
Kunst Centraal (Provincie Utrecht)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 1.699.688,00 / € 3.514.688,00
Disciplines: alle disciplines
Bereik: individuele programma: 66 scholen, ca. 13.500 leerlingen, gemeentelijke programma: ca.
160 scholen uit 8 gemeenten (Bunschoten, Houten, Leusden, Nieuwegein, Soest, Veenendaal,
Woerden en Zeist)
Betrokken instellingen: Landschap Erfgoed Utrecht, Het Filiaal, Stichting KunstAanBod Houten, De
KOM Theater en Kunstencentrum Nieuwegein, Kunstencentrum 't Klooster en KUVO, Cultuureducatie
Scholen Woerden, Kunstgebouw Leusden, RegioCultuurCentrum Idea en Muziekschool Soest,
Stichting Cultuurkoepel Veenendaal, Streekmuziekschool Zeist en Kwartiermaker combinatiefuncties
Tossa Beijer, Cultuurmakelaar Aafje Hunink en Cultuurplatform Bunschoten en diverse kleine
instellingen en ZZP-ers.
AMBITIES
Cultuureducatie is een onmisbaar onderdeel van de vorming van een kind. Het biedt verwondering,
zet aan tot verbeelding en het stimuleert het vermogen tot perspectiefwisseling. Om cultuureducatie
een vaste plek in het curriculum te geven, die in verbinding staat met andere vakken, heeft Kunst
Centraal een provinciaal programma opgezet, waar individuele scholen aan mee kunnen doen,
rondom drie pijlers, waarbij de onderliggende gemeenschappelijke deler het versterken van het
creatief vermogen van de leerling en de leerkracht is. Daarnaast is er per pijler een inhoudelijk accent.
De eerste pijler richt zich op het verbinden van cultuureducatie met andere vakken door middel van
leerlijnen om cultuur een vaste plek in het curriculum te geven. Zo wil men hogere opbrengsten
realiseren bij andere vakken en ondersteuning bieden bij scholen die thematisch willen werken. De
tweede pijler sluit aan op de trend waarbij leerkrachten in toenemende mate een specialisme kiezen.
In dit Scholen in Talenten programma worden leerlijnen ontwikkeld om leerkrachten vanuit hun eigen
passie voor een kunstdiscipline of erfgoed te scholen en hen te laten fungeren als inspiratiebron voor
hun collega’s. Ook is het de bedoeling dat leerlingen hun eigen talenten ontdekken via de stimulans
van de leerkrachten. De derde pijler bouwt voort op de Brede School pilot en het uitgangspunt dat
scholen actief onderdeel uitmaken van hun omgeving. Kunst Centraal wil in dit kader de school een
spilfunctie geven in het culturele veld, waardoor in samenwerking met de lokale culturele partners
aanbod wordt ontwikkeld en aansluiting wordt gevonden op het cultuuronderwijs van de school. Naast
deze individuele verdiepingsmogelijkheid voor scholen, heeft Kunst Centraal in acht gemeenten
overeenstemming kunnen bereiken met onderwijs, lokale partijen en overheid voor een plaatselijk
verdiepingsprogramma. Per gemeente wordt een programma ontwikkeld dat aansluit op de reeds
aanwezige culturele infrastructuur in die gemeente en de basisvoorzieningen op het gebied van
cultuureducatie voor het onderwijs in die gemeente.
ACTIVITEITEN
Alle deelnemende scholen aan het individuele programma beginnen het programma met het opstellen
van een resultatendocument dat de basis vormt van de samenwerking met Kunst Centraal, Landschap
Erfgoed Utrecht en haar partners en waarin zowel activiteiten als concrete resultaten worden
benoemd. Scholen die voor de eerste pijler kiezen krijgen in het ontwikkelnetwerk informatie,
uitwisseling en inspiratie van ICC’ers en externe experts.
De school bepaalt vervolgens de invalshoek van waaruit de leerlijnen worden ontwikkeld. Dit kan zijn
cultuuronderwijs binnen taalonderwijs, als inspiratie bij wereldoriëntatie of bijvoorbeeld als onderdeel
binnen het thematisch werken. Vervolgens worden trainingen voor alle partijen georganiseerd op het
gebied van pedagogische en didactische vaardigheden, binnen- en buitenschoolse activiteiten en
creatief vermogen. Op basis van de ervaringen in de klas worden vervolgens modules en daarna
45
leerlijnen ontwikkeld, die aansluiten bij de methodes die in de school gebruikt worden. Externe experts
ondersteunen de leerkrachten bij de formulering van de leerlijnen.
Scholen die kiezen voor de tweede pijler starten na het opstellen van het resultatendocument met een
cultuurhappening die de leerlingen en leerkrachten inspireert en enthousiasmeert. Deze start zal
verzorgd worden door theatergroep Het Filiaal. Aansluitend is er een teammiddag voor de
leerkrachten van de school. De specialisten die uit de diverse teams naar voren komen krijgen een
aantal trainingen per vakgebied. De getrainde leerkrachten ontmoeten elkaar in hun eigen school en
provinciebreed tijdens netwerkbijeenkomsten. Door middel van digitale portfolio’s worden de
vorderingen van leerlingen bijgehouden en dus ook de ontwikkeling van hun eigen talenten. Ook
worden activiteiten georganiseerd waarbij de ouders worden uitgenodigd tot het inzetten van hun
eigen talenten, in en rond de school.
Scholen die kiezen voor de derde pijler maken deel uit van het ontwikkelnetwerk van de Brede
Scholen. Ook hier worden per school werkgroepen gecreëerd waarin de inhoudelijke lijn binnen de
school bepaald wordt. Na diverse teamtrainingen over onder andere het samenwerken van de school
met de culturele omgeving, wordt een culturele kaart gemaakt van hun gemeente, in samenwerking
met de cultuurcoach en worden leerkrachten gekoppeld aan kunstenaars of culturele instellingen. Ook
in deze pijler vindt professionalisering plaats van de culturele instellingen, amateurverenigingen en
kunstenaars om hun taak als ontwikkelpartner binnen de school met kwaliteit te kunnen uitoefenen.
MONITORING EN EVALUATIE
Bij de aanvang van de samenwerking wordt zowel met de school als de culturele instelling een
nulmeting gedaan aan de hand van een vragenlijst. De vragen zijn voor een deel voor alle pijlers
gelijk. Doelen en resultaten worden vastgelegd in het resultatendocument dat jaarlijks zowel kwalitatief
als kwantitatief getoetst wordt. Per doelgroep benoemen ze doel en resultaten. Om de opbrengsten
van de leerlingen te meten worden de digitale portfolio’s gebruikt. Een klankbordgroep evalueert
jaarlijks de voortgang van de afzonderlijke pijlers. Zowel de (nul)meting, als de toetsing van de
resultatendocumenten, als de evaluatie met de klankbordgroepen vormen de basis voor de
verslaglegging. Ook voor de gemeentelijke programma’s wordt een vergelijkbare opzet voor
monitoring en evaluatie aangehouden.
MEER INFORMATIE www.kunstcentraal.nl
Contactpersoon Kunst Centraal: Frank van der Hulst [email protected]
Contactpersoon Provincie Utrecht: Mirjam Cloo [email protected]
Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected]
46
Kunstbalie (Noord-Brabant)
De Cultuur Loper
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 3.589.640,00 / € 7.179.280,00
Disciplines: kunst, erfgoed en media
Bereik: 297 scholen, 73.614 leerlingen
Betrokken instellingen: Erfgoed Brabant, marktplaatsen/intermediairs Cultuureducatie, ELMconcepts,
centra voor de kunsten, professionele gezelschappen, cultuuraanbieders, LKCA
AMBITIES
Kunstbalie wil dat kinderen tijdens hun basisschoolloopbaan een samenhangende groei doormaken in
hun culturele ontwikkeling, zoals dat ook het geval is bij andere vakken. Het online en interactieve
instrument De Cultuur Loper moet hieraan bijdragen.
Met behulp van dit programma wil Kunstbalie scholen inspireren en een handvat bieden om
zelfstandig en vanuit de eigen identiteit een meerjarig samenhangend cultuureducatieprogramma met
doorlopende leerlijnen te formuleren en uit te voeren. Daarnaast is het de bedoeling om culturele
instellingen en kunstproducenten te faciliteren in het ontwikkelen en uitvoeren van op maat gemaakte
activiteiten en producten voor scholen. Hierbij wordt een gemeenschappelijk referentiekader
ontwikkeld om vraag en aanbod zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Een derde streven is
medewerkers binnen onderwijs en culturele instellingen te professionaliseren zodat zij doelen kunnen
formuleren die aansluiten bij de ontwikkeling van leerlingen en bij het cultuureducatieprogramma
(kennis, vaardigheden, inspiratie). Daarnaast wordt er vanuit de culturele instellingen naar gestreefd
het aanbod beter af te stemmen op de behoeften van het onderwijs door de leerdoelen van de
activiteiten inzichtelijk te maken voor de scholen en beter aan te sluiten bij onderwijsvernieuwingen.
Tot slot moeten de culturele competenties van leerlingen benoemd kunnen worden en de
leeropbrengsten per leerling inzichtelijk worden gemaakt.
ACTIVITEITEN
De Cultuur Loper biedt scholen de mogelijkheid om een cultuureducatieprogramma te formuleren
vanuit hun eigen visie. Bij het verwoorden van deze visie worden scholen gesteund door coaches.
Deelnemende scholen komen na het maken van een assessment bij een van de vier
voorbeeldprogramma’s terecht. Via een interactief stappenplan stelt de school vervolgens haar eigen
programma samen. De Cultuur Loper kent hierin vier basisroutes met ieder eigen sterke punten en
aandachtspunten. Hierbij gelden drie domeinen: ‘in huis’ (specifieke mogelijkheden binnen de school),
‘met de culturele omgeving’ (mogelijkheden tot samenwerkingen met lokale partners) en ‘uit de grote
wereld’ (autonome kunsten/erfgoed).
De Cultuur Loper voorziet ook in coachings- en scholingstrajecten voor scholen,
marktplaatsen/intermediairs, centra voor de kunsten, cultuuraanbieders en kunstproducenten om
inzicht, kennis en vaardigheden te vergroten. Zo biedt het praktische werkvormen voor het
ontwikkelen van culturele portfolio’s, zet het inspirerende voorbeelden uit de praktijk uiteen en
organiseert het scholing in het gebruik van een persoonlijke online omgeving en community
faciliteiten. Dit om ervaringen te delen en elkaar verder te helpen in het uitvoeren van het programma.
Daarnaast beschikt het online instrument over randvoorwaarden als financiering en een bronnenboek
voor landelijk ontwikkelde doorgaande leerlijnen en methodes.
Het ontwikkelen van een instrumentarium om de leeropbrengsten inzichtelijk te maken gebeurt aan de
hand van geformuleerde competenties en bijbehorende gedragsindicatoren. Werkvormen als
reflectiegesprekken en het samenstellen van een digitaal portfolio worden gehanteerd om de
ontwikkeling van de leerlingen te volgen.
47
MONITORING EN EVALUATIE
De monitoring en evaluatie komt in handen van de KPC groep. Deze onafhankelijke organisatie
ontwikkelt een tweedelige onderzoeksopzet. Een deel van het onderzoek volgt de ontwikkelingen op
het terrein van cultuureducatie in brede zin, het andere deel richt zich op verdieping van de activiteiten
die worden georganiseerd in het kader van Cultuureducatie met Kwaliteit. Doel is om de resultaten in
diverse bijeenkomsten met andere deelnemende partijen te delen. Hierin worden zowel ‘good
practices’ als knelpunten gepresenteerd.
MEER INFORMATIE
www.kunstbalie.nl
Contactpersoon Kunstbalie: Ad van Drunen [email protected]
Contactpersoon provincie Noord-Brabant: Addy van Hemert [email protected]
Contactpersoon FCP: Josephine Lemmens [email protected]
48
Kunstbedrijf Arnhem (Arnhem)
Impulsregeling
Bijdrage FCP / Totale bijdrage: € 471.556,00 / € 1.089.564,00
Disciplines: theater, beeldend, cultureel erfgoed, nieuwe media, muziek en dans
Bereik: 15 scholen, 3.359 leerlingen
Betrokken instellingen: 65 culturele instellingen uit Arnhem en omgeving, EduArt, PABO ArnhemNijmegen (HAN), het Community Learning Center, Radboud Universiteit, Grote Broer, Lindenberg,
Conexus, Cultura, stichting Sint Josephscholen, Markant
AMBITIES
Kunst moet in de ogen van Kunstbedrijf Arnhem niet alleen als vak benaderd worden, maar ook als
middel om 21st century competenties bij kinderen te ontwikkelen en te stimuleren. Voor kunstvakken
zouden dezelfde wetten moeten gelden als voor het overig onderwijs.
Voor de scholen die meedoen met het Cultuureducatie met Kwaliteitprogramma is de Impulsregeling
ontwikkeld. Voor de overige scholen is de Basisregeling in het leven geroepen. Het zwaartepunt van
het Impulsprogramma ligt bij het opzetten en waarborgen van structurele en verdiepende
cultuureducatie door middel van een doorgaande leerlijn, die moet worden opgenomen in het overig
curriculum. Daarnaast wil men meer samenhang met het reguliere onderwijs creëren. Om dit te
bereiken wordt de vakinhoudelijke deskundigheid van leerkrachten, ICC’ers en educatief medewerkers
van kunstinstellingen bevorderd. Zo ontwikkelen groepsleerkrachten zich tot kunstexperts en leren
culturele instellingen anticiperen op de vraag van de scholen en naar aanleiding daarvan hun aanbod
te ontwikkelen. Door een brug te slaan tussen onderwijsveld en cultureel veld kunnen beide partijen
van elkaar leren, wat authentieke educatie bewerkstelligt. Tot slot wordt ook een instrumentarium
gecreëerd om de vorderingen in de culturele ontwikkeling van de leerling te meten.
ACTIVITEITEN
Scholen ontwikkelen op maat samen met Kunstbedrijf Arnhem doorgaande leerlijnen die niet alleen
worden uitgevoerd, maar ook geïmplementeerd en gewaarborgd. Deze leerlijnen bestaan uit een
actief, receptief en reflectief deel. Iedere leerlijn heeft een relatie tot de wijk en sociale omgeving en er
is een evenwichtige verhouding tussen kunst als kunstvak en kunst als middel. Tot slot hebben de
leerlijnen samenhang met andere schoolvakken. Scholen kunnen kiezen uit drie formats. Zij maken
een doorlopende leerlijn rondom een centrale discipline, meerdere disciplines of kiezen een werkvorm
of een procesgerichte leerlijn. Na de voorbereidingsfase volgt een experimentele fase waarin de
scholen de activiteiten uitvoeren. Hierin vindt ook de scholing van de leerkrachten plaats. In de
vervolgimpulsfase krijgen de leerlijnen steeds meer hun definitieve vorm. Tot slot worden controle,
evaluatie en sturing uitgevoerd in de borgingsfase. Ook is het ontwikkelde instrumentarium in deze
fase eigen gemaakt en wordt de binnenschoolse leerlijn doorgetrokken buiten school.
In samenwerking met EduArt Gelderland wordt een bijscholingscursus ontwikkeld die twee stromingen
bevat. De ene bestaat uit inspirerende bijeenkomsten waarin wordt ingegaan op het belang en
bekentenis van cultuureducatie en aandacht is voor verankering en voorwaarden binnen de school. In
de andere wordt het instrumentarium behandeld waarmee leerkrachten en vakdocenten kunnen
werken. Focus ligt hierbij op ontwikkeling van creativiteit, ondernemerszin en flexibiliteit. Daarnaast
worden de leerkrachten gecoacht en getraind op kunstvaardigheden en vakdidactiek waarbij gebruikt
gemaakt wordt van coaching-on-the-job.
Op het gebied van de versterking van relatie tussen school en culturele veld wordt onder andere een
interactieve kunstenaarssite ontwikkeld waarop scholen elkaar kunnen inspireren en ervaringen
kunnen uitwisselen. Ook voor de niet-deelnemende scholen zijn de ontwikkelingen en activiteiten te
volgen. Daarnaast vindt een doorstroom plaats van onderschoolse activiteiten naar naschoolse
49
activiteiten. Tot slot leggen speciaal aangewezen cultuurscouts een actieve verbinding tussen de
scholen en de kunstaanbieders uit de wijk door bijvoorbeeld sociaal culturele projecten in de wijken te
organiseren.
MONITORING EN EVALUATIE
Voor de evaluatie en resultaatmeting wordt gebruik gemaakt van twee werkwijzen: kwalitatief en
kwantitatief. Het verwerven van kwalitatieve informatie gebeurt gestructureerd door middel van
evaluatiegesprekken, vragenlijsten, rapportages en verslagen van en met deelnemende scholen,
culturele instellingen, zelfstandige aanbieders en andere betrokkenen. Deze evaluaties vinden
periodiek plaats en met gestandaardiseerde vragenlijsten, ontwikkeld in samenwerking met de
schoolbesturen. De kwantitatieve informatie wordt verkregen via de metingen van resultaten en
tevredenheid bij de scholen door het externe bureau Blick marktonderzoek. De kenniskring maakt
resultaten en opbrengsten zichtbaar voor anderen in een digitale kwaliteitsmap.
MEER INFORMATIE
www.kunstbedrijfarnhem.nl
Contactpersoon Kunstbedrijf: Joep Derkx [email protected]
Contactpersoon gemeente: Frank van Hees [email protected]
Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected]
50
Kunststation C / Helpdesk CMK Groningen
(Provincie en Gemeente Groningen)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / totale begroting: € 1.466.792,00 / € 4.950.129,00
Disciplines: alle
Bereik: 283 scholen, 27.275 leerlingen
Betrokken instellingen: De Helpdesk-partners (IVAK de Cultuurfabriek, Kunststation C,
Kunstencentrum Groep en Museumhuis Groningen), Muziekschool Veendam (samenwerking
meerdere regionale muziekscholen), Poëziepaleis, RUG / Faculteit der Letteren, Biblionet, BK050 en
diverse Groninger musea, culturele instellingen en bibliotheken.
AMBITIES
In Groningen hebben stad en provincie krachten gebundeld. CMK Groningen is een samenhangend
programma waar scholen, aanbieders en instellingen in kunnen participeren. De visie berust op de
gedachte: ‘goed cultuuronderwijs – dat doe je samen’. Het project heeft tot doel om cultuureducatie in
het primair onderwijs een trede hoger in professionaliteit en didactiek en een laag dieper in structuur
en samenhang te brengen. Provincie en gemeente Groningen zien het landelijk programma
‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ als het vertrekpunt voor een nieuwe aanpak waarin beide overheden
samenwerken.
Het Groninger programma wil over vier jaar een situatie bereiken met een goed, breed ingevuld
programma aan cultuur-educatieve activiteiten dat in relatie staat tot de kerndoelen cultuureducatie
voor het primair onderwijs en verankerd is in het onderwijscurriculum
Het programma levert hiervoor vier bouwstenen. 1) stevige lokale netwerken waarin op het gebied
van cultuureducatie duurzaam wordt samengewerkt tussen aanbieders en scholen; 2) bekendheid van
en stevig draagvlak voor cultuureducatie bij scholen, ouders, overheden en in de samenleving; 3)
afstemming en kennisdeling binnen en tussen netwerken, disciplines, gemeentes (en wellicht
provincies) en 4) het fundament voor een goede ondersteuningsstructuur voor de toekomst.
Het beoogde resultaat is een optimale afstemming tussen aanbieders, cultuurinstellingen en afnemers
(scholen) waarbij de culturele ontwikkeling van het kind centraal staat. Cultuureducatie moet
structureel onderdeel gaan uitmaken van het primair onderwijs. Het is de bedoeling dat er uiteindelijk
niet alleen ruimte voor cultuur als leerdoel is, maar ook als leermiddel.
ACTIVITEITEN
Er is gekozen voor spreiding van activiteiten en een bottum-up benadering met aandacht voor eigen
initiatief, lokale identiteit en diversiteit. Er wordt zoveel mogelijk gebruik te maken van ‘dat wat er al is’.
Overlappende of aangrenzende activiteiten moeten elkaar helpen / versterken, niet in de weg zitten.
De regie over het programma ligt bij vier samenwerkende steuninstellingen (IVAK, de Cultuurfabriek,
Kunstencentrumgroep, Kunststation C en Museumhuis Groningen) die zijn verenigd in de Helpdesk
CMK. Zij dragen de verantwoordelijkheid over het programma als geheel (matchmaking tussen
diverse projectpartners, projecten initiëren, samenstelling en samenhang programma, zichtbaarheid
proces & resultaat, uitstraling, overdracht, verspreiden van resultaten, monitor en evaluatie).
Cultuuraanbieders (kunsten, erfgoed en media) en scholen (primair onderwijs stad en provincie
Groningen) kunnen ideeën of programmavoorstellen aanleveren. Dat kan zijn als projectleider of als
partner van een samenwerkingsproject. Deelnemen aan het programma is een actieve bijdrage
leveren: aan de inhoud, uitvoering, onderzoek en evaluatie, zichtbaarheid en overdracht van
deskundigheid, ervaringen en resultaten.
51
Er is gekozen voor drie van de vier programmalijnen uit het landelijke kader, activiteiten die bijdragen
aan: 1) ontwikkeling, verdieping, vernieuwing van cultuuronderwijs; 2) de relatie van de school met de
lokale culturele omgeving en 3) vakinhoudelijke deskundigheidsbevordering (van leerkrachten en
aanbieders). Voorwaarde om mee te doen, is dat een projectvoorstel moet voldoen aan de specifieke
Groninger criteria (afgeleid van de landelijke regeling). De Helpdesk bekijkt of de ingediende
programmavoorstellen potentie hebben, of ze passen binnen het inhoudelijk programma van
activiteiten voor scholen en zoekt eventueel naar toegevoegde partners/maakt een match met andere
ingediende voorstellen. Behalve naar kwaliteit, verankering en samenwerking wordt er ook gekeken
naar geografische verdeling, vertegenwoordiging van de verschillende disciplines en samenhang
binnen het programma als totaal. Projecten dienen overdraagbaar en herhaalbaar te zijn, zodat er
gedurende de looptijd van de regeling een cultuureducatief pakket gevuld wordt waarmee scholen en
instellingen ook na 2016 samen verder kunnen.
Projecten die voor de eerste twee jaar zijn voorgeselecteerd zijn onder andere: de ‘Erfgoedtrajecten’,
het project De Toon zetten (samenwerkende muziekscholen) en een project dat gaat over de
overdracht van ervaringen van scholen die met ‘Cultuur in de Spiegel’ werken. Het programma
voorziet nog in ‘vrije ruimte’ waardoor nieuwe projecten nog jaarlijks kunnen aanhaken.
MONITORING EN EVALUATIE
CMK Groningen voert in het najaar 2013 een nulmeting uit onder de scholen in stad en provincie. Het
kwantitatieve onderzoek wordt in 2014 en aan het eind van de projectperiode in 2016 herhaald om het
effect van het programma te meten.
Voor kwalitatief onderzoek is samenwerking gezocht met de Rijksuniversiteit Groningen , de
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en de Hanzehogeschool (master cultuureducatie/lectoraat
duurzame onderwijsontwikkeling/RUG-project ‘Cultuur in de Spiegel’). Zij zullen helpen bij de
monitoring en valorisatie van afzonderlijke projecten.
Ook de Pabo kan volgens CMK Groningen een geschikte bijdrage leveren, met name aan de
‘voorkant’ van het proces: het stellen van leerdoelen, het didactisch begeleiden van ICC’ers en
educatieve medewerkers van instellingen en het coachen van leerkrachten.
MEER INFORMATIE
www.cmkgroningen.nl
Contactpersoon Kunststation C (penvoerder), Saskia van de Ree [email protected]
Contactpersoon gemeente Groningen: Marc Floor [email protected]
Contactpersoon Provincie Groningen: Richard Veenstra [email protected]
Contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected]
52
Mocca (Amsterdam)
Basispakket kunst- en cultuureducatie voor kinderen van 4 tot 12 jaar
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 2.494.140,00 / € 4.988.477,00
Disciplines: muziek, cultureel erfgoed en beeldende vorming
Bereik: 180 scholen, 51.660 leerlingen
Betrokken instellingen: Het Leerorkest, Aslan Muziekcentrum , Het Concertgebouw, De Majellakerk,
het Muziekgebouw aan ’t IJ, No Limit, Heineken Music Hall, Mediarena, individuele (lokale)
kunstenaars zoals Emmy Verhey, Tania Kross, Helen MacDouglas, Frank van Laar, Kerry Woodward,
Michael Gieler en Gerda Havertong, orkesten als het Nederlands Philharmonisch Orkest, Metropole
Orkest en Baccarelli Orkest, pabo’s, HBO’s en universiteiten.
AMBITIES
De gemeente en scholen geven prioriteit aan muziek als het gaat om kunst- en cultuureducatie. Deze
kunstvorm heeft niet alleen een positief effect op leerprestaties van kinderen, maar ook op hun
sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling.
Om elke basisschoolleerling minstens drie uur per week cultuuronderwijs te bieden wil Mocca (Match
onderwijs cultuur Amsterdam)in samenwerking met de scholen, culturele instellingen en individuele
experts de doorgaande muziekleerlijn de Muziek Talent Express (MTE) verdiepen, verankeren en
deels vernieuwen. Tevens worden ontwikkeltrajecten voor de leerlijnen beeldend onderwijs en
cultureel erfgoed opgezet. Een derde doel is het aanstellen, begeleiden en trainen van
disciplinedeskundigen op het gebied van muziek, beeldend onderwijs en cultureel erfgoed. Tot slot wil
Mocca coaching, begeleiding en trainingen voor leerlijnen en aanverwante onderwerpen opzetten en
uitvoeren voor ICC’ers, groepsleerkrachten, vakdocenten en medewerkers van culturele instellingen.
ACTIVITEITEN
In de activiteiten rondom de doorgaande leerlijnen ligt het zwaartepunt bij de verdieping en
vernieuwing van de MTE. Zo wordt het programma uitgebreid door het aantal leerorkesten uit te
breiden en deze intensief te begeleiden. Een andere manier om kwaliteitsbevordering te bereiken is
het digitaliseren van de MTE. Daarnaast wordt het jaarlijkse festival Het Podium georganiseerd en
komt er meer aandacht voor het Van Talent naar Podium-onderdeel, waarin getalenteerde kinderen
de kans krijgen zich aan het publiek te presenteren.
Onder de naam Moccalab worden raamleerplannen ontwikkeld waarin de leerlijnen beeldend
onderwijs en cultureel erfgoed worden beschreven en gegroepeerd in profielen. Het kader wordt
gevormd door vijf domeinen: beleven, creëren, reflecteren, sociale competenties en presenteren.
Activiteiten op het gebied van het ontwikkelen van een duurzame relatie tussen school en lokale
culturele en sociale omgeving vinden plaats door middel van het organiseren van diverse binnen- en
buitenschoolse activiteiten zoals workshops, concertbezoeken en orkestrepetities en optredens in
wijkcentra en verzorgingshuizen. Ouderparticipatie speelt hierin een belangrijke rol.
Activiteiten rondom deskundigheidsbevordering spelen zich af in de Mocca academie. Hierin krijgen
leerkrachten, vakdocenten en culturele instellingen tijdens diverse studiebijeenkomsten handvatten
om zelfstandig kwalitatieve kunst- en cultuurlessen te verzorgen binnen de leerlijnen. Dit
scholingstraject richt zich op de verbinding tussen didactiek, cultuur en de zaakvakken. Daarnaast
worden ICC-cursussen en Cultuur op Maatcursussen georganiseerd. Om een ander concreet maken
worden diverse handboeken ontwikkeld.
53
MONITORING EN EVALUATIE
Het Leerorkest en Aslan hebben afgelopen jaren met partners uit het HBO en de Universiteit
onderzoeken opgezet om de leerprocessen te evalueren en metingen te verrichten over de
ontwikkeling van de kinderen. Deze onderzoeken worden voortgezet en ingepast in de monitoring en
evaluatie (MECA). In samenwerking met het Leerorkest en Aslan wordt een leerlingvolgsysteem
ontwikkeld. Hierin registreert de vakdocent de resultaten van praktijk en theorie. Het
leerlingvolgsysteem sluit aan op het MECA en op termijn, waar mogelijk op het reguliere
leerlingvolgsysteem van een school. De resultaten van het leerlingvolgsysteem worden gepubliceerd.
MEER INFORMATIE
www.mocca-amsterdam.nl
Contactpersoon Mocca: Peggy Brandon [email protected]
Contactpersoon gemeente Amsterdam: Fenna van Hout [email protected]
Contactpersoon FCP: Tynke Hiemstra [email protected]
54
Museumgroep Leiden (Leiden en Holland-Rijnland)
Cultuureducatie van morgen
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 478.430,00 / € 956.860,00
Disciplines: muziek, dans, theater, beeldende kunst, foto, film, literatuur, immaterieel en materieel
erfgoed en media
Bereik: 200 scholen, 42.500 leerlingen
Betrokken instellingen: Hortus botanicus Leiden, Rijksmuseum Volkenkunde , Naturalis , Museum De
Lakenhal , Rijksmuseum van Oudheden, Erfgoed Leiden en Omgeving, SieboldHuis , Museum
Boerhaave, Kunstgebouw, B plus C (bibliotheken Leiden & Leiderdorp, Leidse Volksuniversiteit, Het
Leids Volkshuis, Muziekschool Leiden en omstreken), theater De Speelkring, Jeugdtheaterhuis ZuidHolland, Rembrandts dochters, PRAE, RAP Architectuurcentrum, Jeugdtheaterschool Leiden
NB. Overige lokale culturele instellingen en kunstenaars zijn nog onbekend.
AMBITIES
De titel van het programma verwijst tevens naar het motto van de Museumgroep (acht
erfgoedinstellingen uit Leiden): Leren van gisteren en vandaag voor de cultuureducatie van morgen.
Kerndoelen van het programma zijn inzicht verwerven, reflectievermogen ontwikkelen en kennis en
ervaring opdoen onder leerlingen(De kerndoelen 54,55 en 56 van het leergebied Kunstzinnige
oriëntatie).
Door een kwaliteitsslag te maken in de huidige programma’s wil de Museumgroep hoofdzakelijk meer
samenhang bereiken tussen aan de ene kant kunst-, erfgoed- en media-educatie en aan de andere
kant tussen deze vormen van educatie en andere leergebieden. De samenwerkende instellingen
verweven hierbij doorlopende leerlijnen cultuureducatie in de volle breedte tot een totaalprogramma.
Hiervoor wordt de deskundigheid van iedere school en culturele instelling bevorderd door de passies
en talenten van leerkrachten en educatief medewerkers te benutten en hun inzicht en kennis te
vergroten. Zij fungeren immers als begeleider in de leer- en ontwikkelprocessen en moeten in acht
jaar tijd de activiteiten en ervaringen kunnen verbinden aan de doelstellingen. Dit bewerkstelligt tevens
een duurzamere infrastructuur. Essentieel hierbij is een gezamenlijk referentiekader dat de scholen
ondersteunt enwat ook van belang is om de doorlopende leerlijnen te kunnen creëren. Alleen als er
duurzame structuur in de samenwerking tussen onderwijs en culturele sector is, kunnen de te
ontwikkelen doorlopende leerlijnen beter aansluiten bij de kerndoelen, het onderwijsprogramma en de
culturele ontwikkelingsstadia van kinderen.
ACTIVITEITEN
Huidige cultuureducatieprogramma’s als Museum en School, Kijk / Kunst, Doe / Kunst, Cultuur &
School, Erfgoedspoor worden gebruikt om een nieuw en samenhangend en verdiepend programma te
creëren met doorlopende leerlijnen, die aansluiten bij het curriculum. Dit betekent concreet dat iedere
klas per jaar deelneemt aan een aantal activiteiten, naast de door de school georganiseerde
activiteiten. Het vernieuwen van de programma’s werkt volgens het model van de drie trapsraket. De
voorhoedescholen ontwikkelen en testen het nieuwe referentiekader, leerlijnen en pilots. Hierop
reflecteert de klankbordgroep. De bijgestelde leerlijnen worden door het peloton overgenomen,
waarna implementatie plaatsvindt.
Deskundigheidbevordering vindt plaats door bestaande trajecten als studiemiddagen en
nascholingstrajecten te blijven organiseren en door cursussen te op te zetten waarin deskundigen in
samenwerking met scholen en culturele instellingen bestaande programma’s onder de loep nemen,
helpen het referentiekader te vertalen naar dagelijks praktijk en gereedschap en tips aanbieden. Deze
deskundigen zijn o.a. afkomstig van Hogeschool Leiden. Daarnaast wordt het aantal ICC-cursussen
uitgebreid.
55
Dit alles bewerkstelligt een fysiek netwerk in de vorm van meerdere bijeenkomsten per jaar en een
digitaal netwerk in de vorm van Linked In. Voorde scholen en de stakeholders wordt een digitale
nieuwsbrief ontwikkeld waarin de procesvoortgang staat beschreven. De te ontwikkelen website doet
dienst als platform om kennis te delen, het geven van achtergrondinformatie en het creëren van een
virtueel netwerk.
MONITORING EN EVALUATIE
Zowel onder de schooldirecteuren als onder de gemeenten vindt aan het halverwege 2013 een
kwantitatieve en kwalitatieve nulmeting plaats. In de periode daarna wordt de schooldirecteuren
jaarlijks om resultaten gevraagd en worden twee keer per jaar werkbijeenkomsten georganiseerd voor
de deelnemende gemeenten waarin de resultaten worden besproken. In 2016 vindt de eindmeting
plaats waarin de inhoudelijke, financiële en organisatorische verankering van het cultuuronderwijs in
de regio wordt gemeten.
MEER INFORMATIE
www.museumgroep.nl
Contactpersoon Museumgroep: Hans van Oel [email protected]
Contactpersoon Gemeente Leiden: B. Voskamp [email protected]
Contactpersoon regio Holland Rijnland : Ida van Breda [email protected]
Contactpersoon FCP: Willemijn in het Veld [email protected]
56
Music Matters (Rotterdam)
Overal muziek
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 500.000,00 / € 1.173.500,00
Disciplines: muziek
Bereik: 130 scholen, 36.000 leerlingen
Betrokken instellingen: De Rotterdamse Muziekcoalitie bestaande uit SKVR, Codarts Hogeschool
voor de Kunsten, Rotterdams Philharmonisch Orkest, Concert- en congresgebouw De Doelen, World
Music and Dance Centre en Music Matters, Zangmakers, het Kenniscentrum Cultuureducatie
Rotterdam, Hellendaal Instituut, Watch That Sound en diverse muzikanten
AMBITIES
In 2016 wil De Rotterdamse Muziekcoalitie dat Rotterdam over een breed, samenhangend
muziekeducatief aanbod beschikt, waaraan ieder kind actief kan deelnemen, zodat het tijdens zijn
volwassen leven actief of receptief van muziek kan blijven genieten.
Hiervoor wil De Rotterdamse Muziekcoalitie haar inzet op scholen verdiepen, verbeteren en
verankeren. Behalve het verder ontwikkelen van een leerlijn voor actieve muziekbeoefening komen
daar receptieve elementen bij in de vorm van concert- en repetitiebezoek, repertoirekennis en
muziekgeschiedenis en productieve elementen zoals componeren en improviseren. Deze ingrediënten
worden samengebracht in een coherente doorgaande leerlijn die aansluit bij de belevingswereld en de
ontwikkelingsfase van kinderen en die verbonden is met muziekbeleving in de vrije tijd.
Het verankeren van deze huidige programma’s in het curriculum is alleen mogelijk als de
deskundigheid onder leerkrachten wordt bevorderd en een intensieve samenwerking tussen het
onderwijsveld en het culturele veld wordt gestimuleerd. Voor dit laatste is het niet alleen van belang te
investeren in de onderlinge relaties tussen school, cultuuraanbieders en muzikanten, maar ook ouders
bij de projecten te betrekken. Om de leerlijn en methodiek van Overal Muziek te verbinden met het
theoretisch kader vindt ondersteuning en begeleiding plaats van Kenniscentrum Cultuureducatie
Rotterdam.
ACTIVITEITEN
Door de bestaande Zangmakersmethode uit te bouwen en te verdiepen wordt zang weer op de kaart
gezet in het basisonderwijs via een teach-the-teacher-methode. Er wordt nieuw repertoire ontwikkeld
dat aansluit bij de onderwijsdoelstellingen, de Zangmakers-leerkrachten worden gecertificeerd, er
worden workshops en optredens georganiseerd voor talentvolle kinderen en de digitale lesomgeving
waarin lesmateriaal en liedjes zijn te vinden wordt aangepast. Ook de Instrumentale
Kennismakingslessen en het receptieve aanbod wordt uitgebouwd en verdiept door de kennismaking
met muziek breder in te zetten en vanuit meerdere perspectieven tegelijkertijd. Concreet betekent dit
onder andere dat de digitale muziekmethode Winstons Muziekschool, kennismakingstraject Multi Jam
en, in een later stadium, compositieleerlijn Watch That Sound met elkaar verbonden worden.
Daarnaast worden de digitale lessenseries als onderdeel van instrumentale kennismaking uitgebreid
en komt er een digitaal platform gericht op basisschoolleerlingen om onder andere concertbezoek te
bevorderen.
Tot slot zal ook het programma Ieder Kind een Instrument structureel aansluiting vinden met
Zangmakers en Winstons Muziekschool. Daarnaast wordt het programma uitgebouwd door het
ontwikkelen van een digitale portfolio per groep. Ook vindt verdieping plaats door de banden met het
Rotterdams Philharmosich Orkest aan te halen. Om specifieke talentontwikkeling te bewerkstelligen
vindt een samenwerking plaats met het Hellendaal Muziekinstituut.
57
Door de scholen presentaties van muziekactiviteiten te laten organiseren wordt een actieve rol van
ouders op het gebied van muziekeducatie gestimuleerd. Ook muziekdocenten krijgen de opdracht het
omgevingsbewustzijn te vergroten en te investeren in een netwerk in en buiten de school. Op het
gebied van samenwerking tussen gemeente, school en muziekaanbieder vindt tevens kennisdeling,
methodeuitwisseling en ervaringsuitwisseling plaats via digitale en fysieke netwerken.
MONITORING EN EVALUATIE
In de zomer van 2013 krijgt een onafhankelijk onderzoeksinstituut opdracht de gestelde doelen te
operationaliseren naar criteria en eenvoudig meetbare kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
waarmee de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de inzet getoetst wordt. Vanaf 2014 vinden
jaarlijkse evaluaties en tussenafrekeningen plaats. En eind 2016 wordt een eindevaluatie en een
eindafrekening gerapporteerd. Music Matters heeft in dit alles de rol van opdrachtgever. Bij het
uitvoeren van deze evaluaties wordt gebruik gemaakt van de eerder opgedane ervaring bij het
uitgebreide onderzoek rondom het Music Matters programma.
MEER INFORMATIE
www.musicmatters.nu
Contactpersoon Music Matters: Marianne van de Velde [email protected]
Contactpersoon gemeente Rotterdam: Olga Smit [email protected]
Contactpersoon FCP: Tynke Hiemstra [email protected]
58
Muziekschool Westland (Westland)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 220.000,00 / € 437.990,00
Disciplines: muziek, dans, theater, beeldende kunst, media kunst, literatuur en erfgoed
Bereik: 36 scholen , 10.000 leerlingen
Betrokken instellingen: Kunstgebouw, HAFA vereniging Fusica, Dans Creatie Wateringen, Kunsthuis
18, Bibliotheek Westland, diverse beeldend kunstenaars
AMBITIES
Cultuureducatie moet deel uitmaken van het DNA van Westland door middel van een vraaggericht en
geborgd cultuureducatief aanbod, dat is ontwikkeld voor en door het primair onderwijs en het lokale
culturele veld.
De beste manier om deze ambitie te verwezenlijken is door scholen een gestructureerd programma te
laten creëren in samenspraak met culturele instellingen dat gebaseerd is op doorlopende leerlijnen die
passen bij de kerndoelen van kunstzinnige oriëntatie. Hiervoor is de Kennisboom (werktitel) in het
leven geroepen. Deze virtuele boom, die doorlopend groeit naarmate het programma meer vorm krijgt,
beschikt over programma’s op basis van Cultuur in de Spiegel, de 8 intelligenties van Gardner, ander
wetenschappelijk onderzoek, de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en de expertise van primair
onderwijsdocenten en educatief medewerkers van de verschillende disciplines. De initiatiefnemers
streven er uiteindelijk naar dat alle basisscholen uit Westland naar behoefte en vanuit hun eigen
omgeving vraaggericht aanbod van dit programma kunnen afnemen. Om hierin een kwaliteitsslag te
kunnen maken, wil MSW de benodigde kennis en didactische vaardigheden van leerkrachten en
educatieve medewerkers vergroten door middel van bijscholing en de relatie van de school met de
lokale culturele en sociale omgeving versterken door diverse activiteiten op touw te zetten.
ACTIVITEITEN
De eerste fase van de Kennisboom betreft de ontwikkeling van een referentiekader, met hierin een
systematische beschrijving van een opvatting over en visie op cultuureducatie en een beschrijving van
wat leerlingen in opeenvolgende fasen van het onderwijs moeten kennen en kunnen aan
basisvaardigheden en beheersingsniveaus. De tweede stap is vanuit dit referentiekader doorlopende
leerlijnen ontwikkelen met hieraan gekoppeld cultuureducatie programma’s. Hiervoor kunnen scholen
kiezen tussen het Small, Medium, Large of Xtra large programma, dat aansluit bij hun behoeften. Zo
bestaat het Small programma uit drie disciplines en vijf leerlijnen, die ieder jaar worden uitgebouwd.
Om de Kennisboom vervolgens praktisch en breed toegankelijk te maken wordt een
gebruiksvriendelijke website ontworpen, die gekoppeld is aan de bestaande site
www.cultuurpuntwestland.nl.
Op het gebied van deskundigheidsbevordering wordt onder andere een digitale cultuurcourant
ontwikkeld en uitgegeven. Deze nieuwsbrief dient als communicatiemiddel om de nieuwste
wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van cultuureducatie, interviews, succesverhalen en
leermomenten te verspreiden. Daarnaast worden ICC’ers opgeleid in de verdiepende cursus Cultuurin-de-Spiegel. In de Train-de-trainers-cursus leren ICC’ers hoe zij hun collega’s ook kunnen opleiden
tot ICC’er. In de Kunst en School conferentie worden (wetenschappelijke) kennis en ervaringen
uitgewisseld met lezingen, workshops, voorstellingen, best-practises en exposities. Ook wordt er een
openbaar cultuurprofiel ontwikkeld waarin scholen hun visie, samenwerkingsverbanden en gekozen
kunstdisciplines kunnen delen.
Een aantal van deze activiteiten versterken de relatie van de school met de lokale omgeving.
Daarnaast wordt in dit kader één loket ‘Cultuureducatie’ opgezet wat heldere communicatie bevordert,
bewaking van de kwaliteit en scholen van advies voorziet. Dit loket wordt onderdeel van het
59
Cultuurweb dat onder andere zorg draagt voor kwaliteitbewaking en de koppeling vraag en aanbod.
Een andere activiteit op dit gebied is de grootse aftrap die wordt georganiseerd voor alle betrokken
partijen om het programma gezamenlijk van start te laten gaan.
MONITORING EN EVALUATIE
Er is een plan van aanpak op gebied van procesevaluatie en effectevaluatie. In de jaarlijkse
procesevaluatie komt aan de orde of de vooraf bepaalde doelstellingen zijn behaald. Instrumentarium
hiervoor is een database en een checklist, interviews en enquêtes. Naar aanleiding van de opgestelde
rapportage kan het uitvoeringsplan aangepast worden. Op het gebied van effectevaluatie vinden
diverse nul- tussen- en eindmetingen plaats door een content-analyse van de websites van de
scholen en aanvullende interviews. De stuurgroep zorgt voor kennisdeling door middel van
netwerkbijeenkomsten, nieuwsbrief en conferenties.
MEER INFORMATIE
www.muziekschoolwestland.nl / www.cultuurpuntwestland.nl
Contactpersoon Muziekschool: Wilma Franchimon [email protected]
Contactpersoon gemeente Westland: Lille Witsen Elias [email protected]
Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected]
60
Nieuw Land Erfgoed Centrum (Flevoland)
De Culturele Haven
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 445.092,00 / € 964.234,00
Disciplines: beeldende kunst, theater, muziek, erfgoed
Bereik: 30 scholen, 3.000 leerlingen
Betrokken instellingen: Museum De Paviljoens, Theater- en productiehuis BonteHond, De Kubus
AMBITIES
Ieder opgroeiend kind begint zijn culturele loopbaan in de veilige haven van het onderwijs waar hij zijn
culturele scheepskist vult en zich zo voorbereidt op zijn eigen reis naar zee: de culturele weg naar
volwassenheid.
Provincie Flevoland wil losse cultuurlessen op school met elkaar en met andere vakken verbinden tot
een samenhangend geheel. Ook wil men het niveau van waarnemen en verbeelden in cultuurvakken
overstijgen en de leerlingen cultureel zelfbewust(er) maken. Hiervoor is vernieuwing en verdieping
van het curriculum nodig in de vorm van een leerlijn cultuureducatie. Een tweede streven is de
deskundigheid van leerkrachten in het geven van kwalitatief hoogwaardig cultuuronderwijs te
vergroten. Om dit bereiken willen de initiatiefnemers De Culturele Haven opzetten: een breed
opgezette en specifieke doorlopende leerlijn van Flevolandse bodem. De Culturele Haven biedt op
basis van de kerndoelen voor het leergebieden kunstzinnige oriëntatie een cultuurprogramma waarin
kunst en erfgoed, breedte en verdieping, binnenschools en buitenschools leren, samenhang en
kwaliteit samengaan. Met dit programma moet cultuureducatie een vaste plek in het curriculum
veroveren.
ACTIVITEITEN
Het programma kent een trapsgewijze opstelling waarbij de metafoor van de haven herhaaldelijk
terugkomt. Voor de organisatie van het programma slaan de ontwikkelscholen, de culturele
instellingen en eventueel andere partners de handen ineen. Een projectgroep met afgevaardigden
opereert vanuit het huis van de havenmeester. Fundering van dit huis is de gebruiksvriendelijke
website. Deze bevat het digitale lesboek voor de doorlopende leerlijn, met informatie, instructiefilmpjes
en het leerlijn gerelateerde overzicht. De site is multimediaal en interactief en gaat uit van een
groeimodel, waardoor een duurzame cultuurdatabase ontstaat. Concrete lessituaties en diverse
basisactiviteiten vormen het materiaal waarmee leerkrachten zelf op school hun lessen
cultuureducatie kunnen verzorgen. De website dient ook als plek voor kennisdeling. Zo kunnen
klassen online een portfolio bijhouden om ervaringen en resultaten te delen. De basisstof wordt verrijkt
met de expertise van kustenaars en wetenschappers. Ieder jaar worden projecten uit de leerlijn
uitgelicht door extra activiteiten en lesmaterialen toe te voegen. De jaarlijkse projectweek De
Vuurtoren waaraan alle groepen provinciebreed mee doen, wordt georganiseerd om de omgeving te
laten zien waar de kinderen mee bezig zijn en als marketingtool voor de scholen die nog niet
meedoen.
Omdat de leerlingen in deze leerprocessen goed begeleid moeten worden organiseert men diverse
algemene en maatwerk activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering van
groepsleerkrachten en cultuurvakdocenten. Voor leerkrachten wordt een doorlopende leerlijn opgezet
en voor de educatief medewerkers wordt bijscholing en kenniswerking door studiedagen,
rondleidingen en informatiemiddagen op touw gezet.
MONITORING EN EVALUATIE
Er vindt tweeledige monitoring en evaluatie plaats. Enerzijds op invulling van de leerlijn (op basis van
de portfolio’s), anderzijds op de doeltreffendheid van de leerlijn. Tot monitoring behoren onderwerpen
61
als verloop van het project, zoals struikelblokken, vorderingen en resultaten. Daarnaast wordt zowel
het project als het proces, de lessen en activiteiten geëvalueerd om de doeltreffendheid ervan te
kunnen beoordelen en zodanig bij te sturen. Elke evaluatie kan aanleiding zijn tot het aanpassen van
de leerlijn of onderdelen daaruit. De belangrijkste bevindingen, aanpak en ervaringen worden
doorgemaild aan de betrokkenen en/ of gepubliceerd op de website.
MEER INFORMATIE
www.nieuwlanderfgoed.nl
Contactpersoon : Arjan Agema [email protected]
Contactpersoon Provincie Flevoland: Els Joosten [email protected]
Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected]
62
Stichting Pier K (Haarlemmermeer)
Kunst in Leren
Bijdrage FCP: Totale begroting € 316.000,00 / € 1.043.015,00
Disciplines: Muziek, dans, theater, schrijven, beeldende kunst, nieuwe media, erfgoed en architectuur.
Bereik: 14 scholen, 3.800 leerlingen
Betrokken instellingen: (Primair) Bibliotheek Haarlemmermeer, Kunstfort Vijfhuizen, het Cruquius
Museum, het Historisch Museum Haarlemmermeer en (secundair) Podium Duycker en Schouwburg
De Meerse.
AMBITIES
Kunst maakt niet alleen betere leerlingen maar ook betere burgers, zo gelooft Pier K. Daarom
investeert de organisatie samen met gemeente Haarlemmermeer in talentontwikkeling door middel
van het lesprogramma Kunst in Leren.
De organisatie wil zoveel mogelijk mensen zo jong mogelijk in aanraking laten komen met kunst en
cultuur. Daarnaast wil Pier K het creatieve en kunstzinnige vermogen van kinderen en jongeren
vergroten door aansluiting van kunst en cultuur bij het onderwijs. Pier K vindt het belangrijk dat er
meer maatwerk wordt geleverd aan het onderwijs. De ontwikkeling van plezier in cultuur en
kunstzinnig talent bij kinderen moet worden gestimuleerd. Kunst in Leren zoekt naar nieuwe manieren
waarop leerstof aangeboden kan worden en draait om de wezenlijke samenwerking tussen
kunstdocenten en leerkrachten.
ACTIVITEITEN
De activiteiten voor de komende vier jaar kunnen in de drie categorieën worden gerangschikt: het
ontwikkelen en uitvoeren van het project Kunst in Leren, de versterking van inhoudelijke
deskundigheid en de aansluiting tussen primair en voorgezet onderwijs.
Pier K ontwikkelt de activiteiten van Kunst in Leren in nauwe samenwerking met de leerkracht, de
scholen en de culturele partners. Per project staan de kerndoelen (of een andere vraag) van scholen
centraal. Er wordt gewerkt met een mix van disciplines, zoals muziek, dans, theater, schrijven,
beeldende kunst, nieuwe media, erfgoed en architectuur. De activiteiten vinden voor het overgrote
deel plaats op de school en waar zinvol wordt met kinderen een plek gezocht die relevant is voor het
project.
De school geeft een kerndoel of centraal thema aan waarbij de kunstenaars/docenten hun
vakmanschap inzetten om meervoudige intelligenties bij kinderen aan te spreken bij de aangeboden
stof of een bepaald onderwerp. Bij het ontwerpen van de lessen stemmen de kunstenaars nauw af
met de leerkrachten.
Leerkrachten hebben een sleutelpositie in de uitvoering van Kunst in Leren, daarom worden er
trainingen met concrete voorbeelden gegeven in de klas. Daarnaast ondersteunt Pier K directies, ICCers en bestuursleden bij visieontwikkeling, de financiering en het creëren van draagvlak binnen de
school.
Kunstenaars/docenten die uit het kunstvakonderwijs komen hebben soms weinig kennis van
didactische vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het werken met grote groepen. Voor hen
organiseert Pier K bijscholing en training voor versterking van hun didactische vaardigheden.
63
Net afgestudeerde leerkrachten van de PABO hebben beperkte kennis van kunstvakken in de klas en
van de potentiële opbrengsten van Kunst in Leren. Pier K wil in 2014 lessen ontwikkelen en als pilot
laten draaien op een of twee PABO's. In datzelfde jaar wil Pier K lessen ontwikkelen voor
kunstvakopleidingen (vooral conservatoria) waar ze relaties mee heeft en daar eveneens twee of drie
pilots draaien. Ook de culturele partners van Pier K krijgen een basistraining.
Pier K besteedt in het jaar 2013 en 2014 ook nadrukkelijk aandacht aan de aansluiting van
Kunst in Leren met het Voortgezet Onderwijs. Momenteel loopt er al een pilotproject.
MONITORING EN EVALUATIE
Pier K heeft besloten om voor monitoring en evaluatie aan te sluiten bij het plan dat Plein C heeft
ontwikkeld voor de kleinere gemeenten in Noord Holland. De belangrijkste vraag die speelt tijdens het
monitoren van dit programma is of de leeropbrengsten voor de kinderen zijn vergroot.
Pier K zal de uitvoering van dit programma ook op uitvoerend niveau evalueren. Per project wordt de
effectiviteit onder de loep genomen. Dit gebeurt door het houden van interviews met betrokken
leerkrachten en kunstenaars/docenten. Net als tijdens de pilots zal Pier K ervaringen op film
vastleggen en delen.
MEER INFORMATIE
www.pier-k.nl
Contactpersoon Pier K: Monika van der Ent [email protected]
Contactpersoon Gemeente Haarlemmermeer: Emilie Feij [email protected]
E-mailadres contactpersoon FCP: Julia Terlunen [email protected]
64
Rijnbrink Groep (RBG) (Overijssel)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale bijdrage: € 1.492.520,00 / € 3.652.206,00
Disciplines: beeldende kunst, muziek, drama, cultureel erfgoed
Bereik: 95 scholen, 14.159 leerlingen
Betrokken instellingen: Introdance, Hardenberg Art, HistorischeKring Haaksbergen, Kunstencentrum
Muzerie, Museum De Fundatie, Museum Natura Docet, Museum Oud Vriezenveen, Muziekschool de
Sleutel, Muziekschool Twente, Objectentheater Tam Tam, Oversticht, Rijksmuseum Twente, Scala
centrum voor de kunsten, Stichting Nieuwe Kunst Twente, Stichting virenden van de vloeivelden,
TETEM kunstruimte, The Young Ones, Theaterschip, Quintus centrum voor de kunsten, ArtEZ,
Gereformeerde Pabo, Hogeschool Edith Stein, Katholieke Pabo Zwolle, Pabo Deventer, Pabo
Windesheim, Stichting Leerplan ontwikkeling
AMBITIES
Het ontbreken van een doorlopende leerlijn met een onderliggend model en het bestaan van
incidentele en losstaande activiteiten op het gebied van cultuureducatie zijn niet bevorderlijk voor het
cultureel bewustzijn en de talentontwikkeling bij kinderen.
Daarom wil de RBG een basisstructuur voor een provinciaal cultuureducatieprogramma ontwikkelen,
implementeren en verankeren door middel van doorgaande leerlijnen die niet alleen aansluiten bij de
vier doelstellingen van Cultuureducatie met Kwaliteit, maar die ook aansluiten op de wensen van het
onderwijs. Daarnaast wil zij draagvlak bij onderwijs, gemeenten en culturele instellingen creëren en
aandacht hebben voor deskundigheidsbevordering en advies en voortzetting van lokale culturele en
sociale netwerken. Hiertoe hebben scholen naar eigen behoefte pilots geformuleerd in samenwerking
met culturele partners, die men nu wil gaan uitvoeren. De activiteiten van deze pilots zijn niet alleen
lesstofvervangend en vakoverstijgend, maar verbinden ook binnenschoolse met buitenschoolse
activiteiten. Bij het uitvoeren van deze pilots is het voor RBG van groots belang dat inhoudelijk
ontwikkelde kennis en ervaring openbaar zijn en worden overgedragen naar anderen. Hiervoor
ontwikkelt RBG instrumentarium voor procesevaluatie.
ACTIVITEITEN
Op het gebied van ontwikkeling, verdieping en vernieuwing van doorgaande leerlijnen zijn door de
scholen veertien pilots geformuleerd, naar aanleiding van visie, behoeften en bestaand aanbod. Bij
een aantal van deze pilots speelt lokale context een belangrijke rol. Deze pilots richten zich dan ook
op de cultureel erfgoed leerlijnen, waarbij onderwerpen met plaatselijk cultuurhistorisch belang een
grote rol spelen. Binnen de andere pilots draait het om activiteiten in de leerlijnen beeldende kunst,
muziek en drama, al dan niet crossdisciplinair.
Het merendeel van de activiteiten die bijdragen aan de vakinhoudelijke deskundigheid is bedoeld voor
de medewerkers uit het onderwijs en zijn in veel gevallen onderdeel van de geformuleerde pilots.
Denk hierbij aan creatieve brainstorms, werksessies, workshops, groepstrainingen, individuele
coaching en het concretiseren van de cultuurvisie. Het overig deel van de activiteiten rondom
vakinhoudelijke deskundigheid richt zich op het versterken van de provinciale structuur en de
vakinhoudelijke deskundigheid van alle betrokken partijen, zoals ICC-trainingen en een learning on
the job-traject waarin leerkrachten kennis en inzicht verwerven en een gemeenschappelijk
referentiekader wordt ontwikkeld. Tot slot worden evaluatie-instrumenten ontwikkeld om beleid en
activiteiten te kunnen verbeteren.
Tot slot worden activiteiten georganiseerd om de relatie tussen school en lokale culturele en sociale
omgeving te verstevigen. Een provinciebrede activiteit zijn de diverse netwerkbijeenkomsten waarin
65
onderwerpen als talentherkenning en talentontwikkeling aan bod komen, doorlopende leerervaringen
binnen- en buitenschools en de verschuiving van cultuureducatie naar cultuurparticipatie. Daarnaast
zijn er enkele specifieke activiteiten op touw gezet waarbij binnen- en buitenschoolse activiteiten aan
elkaar gekoppeld worden.
MONITORING EN EVALUATIE
Elke activiteit heeft een eigen doelstelling die gericht is op een probleemstelling van het project en de
bijdrage van het project aan de grotere doelstelling van het programma. Deze doelstellingen staan
centraal bij monitoring en evaluatie, die zich richt op vorm, inhoud en proces.
Monitoring en evaluatie is in handen van een externe partij die alle opgedane kennis en ervaring
bundelt en beschikbaar maakt voor algemeen publiek. Deze partij organiseert tevens een training met
als doel een gezamenlijk taak en begrippenkader te ontwikkelen en over te dragen.
MEER INFORMATIE
www.rijnbrinkgroep.nl
Contactpersoon Rijnbrinkgroep: Ingrid Welmer, projectleider cultuureducatie
[email protected] ofTineke van Ham, bestuurder RBG [email protected]
Contactpersoon provincie Overijssel: Ineke van Balen [email protected]
Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected]
66
Scholen in de Kunst (Amersfoort)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP/ totale begroting: € 326.109,00 / € 652.216,00
Disciplines: theater, dans, muziek, beeldende vorming, literatuur, nieuwe media en erfgoed.
Bereik: 20 scholen, 5.400 leerlingen
Betrokken instellingen: Museum Flehite, Kunsthal KadE, Mondriaanhuis, Cavaleriemuseum, Holland
Opera, Poppentheater, Cassiopeia, Bibliotheken Eemland, Theater De Lieve Vrouw, Theater de Flint,
Poppodium de Kelder, De War, Kamp Amersfoort, Landschap Erfgoed Utrecht en Cinekid.
AMBITIES
Scholen in de Kunst vindt cultuur belangrijk omdat het kinderen leert na te denken over zichzelf en
over hun omgeving. Het maakt ze bewust van wie ze zijn en wat ze kunnen.
Om kinderen deze kans te geven dient er volgens Scholen in de Kunst een rijk leerklimaat te zijn,
waarin geschoolde leerkrachten uit het primair onderwijs en educatief medewerkers van culturele
instellingen een rol spelen. Scholen in de Kunst heeft als doelstelling dat het primair onderwijs samen
met culturele partners in de stad vorm en inhoud geeft aan doorlopende leerlijnen op het gebied van
cultuureducatie. De leerlijnen moeten vervolgens worden verankerd in het onderwijscurriculum. Een
nieuw cultuureducatieprogramma zou volgens Scholen in de Kunst moeten bijdragen aan verdere
versterking en verbetering van het huidige cultuureducatiestelsel. De kern van bestaande
cultuureducatieprogramma’s moet geïntegreerd worden.
ACTIVITEITEN
Scholen in de Kunst heeft een groeimodel van drie niveaus ontwikkeld. Niveau één is de opvolger van
het huidige Kunstmenu dat Kunst Centraal in samenwerking met Scholen in de Kunst organiseerde en
uitvoerde. Scholen die meer willen dan alleen kennismaken met cultuur kiezen voor ambitieniveau
twee. Scholen in niveau twee hebben een duidelijke visie op cultuureducatie in het primair onderwijs
en leggen deze visie schriftelijk vast in een cultureel jaarplan onder begeleiding van Scholen in de
Kunst. Bij de praktische uitvoering van dit plan geven ze in samenwerking met culturele aanbieders in
de stad invulling aan doorlopende leerlijnen volgens de richtlijnen van de SLO in de school. In principe
nemen alle groepen aan het programma deel. Niveau drie bouwt voort op niveau twee. Door
inbedding van cultuureducatie in het onderwijscurriculum kan cultuureducatie een bijdrage leveren
aan andere vakken. Dit betekent dat ze niet alleen als doel, maar ook als middel ingezet kan worden.
De doorlopende leerlijnen bestaan uit een serie op elkaar voortbouwende activiteiten in de school of
op locatie en worden uitgevoerd door een kunstvakdocent of een gekwalificeerde (of door Scholen in
de Kunst geschoolde) leerkracht. Onderdeel van de leerlijn kan een bezoek aan een culturele
instelling in de stad zijn. Lessenseries kunnen uit één of meer kunstdisciplines bestaan, Leerlijnen
worden zoveel mogelijk op het profiel en de wensen van de school afgestemd.
Een flankerend programma, dat bestaat uit de website Cultuurkiezels (een online database met het
cultuureducatieve aanbod van Amersfoort), een cultuureducatiemarkt, de ICC-training en het ICCnetwerk, zet het door de scholen gekozen ambitieniveau kracht bij of ondersteunt de school bij de
overgang naar een volgend niveau.
MONITORING EN EVALUATIE
Tijdens de uitvoering monitort een klankbordgroep (vier scholen, vijf culturele instellingen, één
zelfstandig cultureel ondernemer en een beleidsmedewerker van de gemeente Amersfoort) de
uitvoering en aan het eind van elk schooljaar evalueren zij de resultaten van het programma. Jaarlijks
67
wordt het Cultuureducatieprogramma zowel inhoudelijk als procesmatig geëvalueerd door Scholen in
de Kunst. Zowel de scholen als de culturele instellingen ontvangen ieder jaar een evaluatieformulier
over de uitvoering van het Cultuureducatieprogramma. Aan het eind van het schooljaar schrijft de
school een cultureel verslag. De kwantitatieve en kwalitatieve gegevens uit de culturele jaarverslagen
van de scholen worden geanalyseerd door de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente
Amersfoort. Deze analyse wordt aangevuld met de resultaten van interviews met deelnemende
scholen. Voor de monitoring van Scholen in de Kunst wordt Peter van der Zand van Bureau Art
gevraagd.
MEER INFORMATIE
www.scholenindekunst.nl
Contactpersoon Scholen in de Kunst: Tanja Kerkvliet [email protected]
Contactpersoon gemeente Amersfoort: Anne Arendsen [email protected]
Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs, [email protected]
68
Theater- en productiehuis BonteHond (Almere)
Kunst is dichterbij dan je denkt
Bijdrage FCP / Totale bijdrage: € 600.000,00 / € 1.300.868,00
Disciplines: theater, beeldende kunst, architectuur en cultureel erfgoed
Bereik: 15 scholen, 15.568 leerlingen
Betrokken instellingen: Museum De Paviljoens, de Almeerse Scholen Groep (ASG), Bureau
Archeologie en Monumentenzorg Almere, cASLa (centrum voor Architectuur, Stedenbouw en
Landschap van Almere) en internationaal theaterfestival 2 Turven Hoog , Pabo Windesheim
Flevoland, diverse kunstenaars, theatermakers en kunstvakdocenten.
AMBITIES
BonteHond wil kinderen in de loop van hun basisschoolcarrière cultuurwijs te maken en zodoende een
zelfbewustzijn ontwikkelen dat is geworteld in een manier van denken en in het leven staan. De leerlijn
Kunst is dichterbij dan je denkt moet hieraan bijdragen.
Deze leerlijn brengt kinderen dichterbij kunst en cultuur door kinderen op een actieve manier bezig te
laten zijn met de disciplines theater en beeldende kunst. De eigen leefomgeving staat centraal en
stimuleert een kennismaking met kunst in openbare ruimtes, land art, architectuur, opgravingen en
kunstinstellingen in Almere. Om deze leerlijn te verdiepen is het versterken van de relatie tussen
school en de lokale culturele en sociale omgeving een vereiste. Het bewerkstelligen van verdieping
wordt vooral geprobeerd te bereiken door verbindingen te leggen tussen leerling, docent en de
kunstenaar. Daarnaast richt men zich op deskundigheidsbevordering van degenen die lesgeven in het
kader van deze leerlijn. Zowel de onderwijsteams van de scholen als diverse kunstenaars,
theatermakers, kunstvakdocenten, Pabo studenten en educatief medewerkers worden getraind in de
leerlijn en de daaraan gekoppelde methodes. Bekwame pedagogen zijn noodzakelijk om een
kwaliteitsslag te maken in cultuureducatie en om de leerlijn verder te kunnen ontwikkelen.
De initiatiefnemers richten zich niet uitsluitend op het primair onderwijs, maar betrekken ook een
voortgezet onderwijsschool in hun programma, aangezien zij ervan overtuigd zijn dat culturele
ontwikkelingen niet stoppen zodra de kinderen naar de brugklas gaan.
ACTIVITEITEN
Een speciaal ontwikkelde website wordt het kloppend hart van het programma. Op deze site wordt
een interactief lesboek met kant- en klare digitale lessen aangeboden, ontwikkeld door theater-,
beeldend- en erfgoed specialisten. De lessen bestaan uit een theoriegedeelte met beeldmateriaal en
teksten over de kunstwerken en cultureel erfgoed uit Almere en Flevoland. En een praktijkopdracht
waarbij leerlingen aan de hand van creatieve opdrachten reflecteren op kunst en cultuur. Daarnaast
beschikt de site over extra achtergrondinformatie met een interactieve kaart die zichtbaar maakt dat
kunst dichterbij is dan je denkt. Ook ontwikkelen leerkrachten samen met de leerlingen een portfolio
waarin de ondernomen activiteiten en de vorderingen vermeld worden. In aanvulling op de digitale
lessen worden er masterclasses in de klas gegeven en excursies in Almere of Flevoland
georganiseerd.
Voor de leerkrachten vindt kennisoverdracht plaats via de website door middel van het interactieve
lesboek met achtergrond informatie en kennisuitwisseling, maar ook door culturele instellingen te
bezoeken en via een jaarlijkse scholing. Er worden trainingen gegeven, zoals bijvoorbeeld een training
filosoferen met kinderen of didactische vaardigheden en er worden trainingsdagen georganiseerd over
de leerlijn en bijbehorende methode. Door de activiteiten van het programma geworteld te laten zijn in
69
de leefomgeving van de kinderen wordt de relatie tussen scholen en de lokale culturele en sociale
omgeving versterkt.
MONITORING EN EVALUATIE
Monitoring en evaluatie vindt plaats in een klankbordgroep, met vertegenwoordigers van
deelnemende scholen, het projectteam en ontwikkelaars. Op het gebied van monitoring wordt het
tijdpad bewaakt en het ontwikkelde lesmateriaal gedocumenteerd en van feedback voorzien door de
leerkrachten die met de leerlijn werken. Hiervoor vinden in eerste plaats vergaderingen en evaluaties
plaats en wordt een gedeeld begrippenkader ontwikkeld. Na evaluatie worden de belangrijkste
conclusies en veranderingen openbaar gemaakt op de site of via een digitale nieuwsbrief. Het
programma wordt afgerond met een vakconferentie met sprekers uit en van buiten het programma.
MEER INFORMATIE
www.bontehond.net
Contactpersoon Theater en productiehuis: Roeland Dekkers [email protected]
Contactpersoon gemeente: Julius Riemersma [email protected]
Contactpersoon FCP: Michelle Jacobs [email protected]
70
ToBe (Dordrecht)
5 x Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: € 261.536,00 / € 640.245,00
Disciplines: beeldende kunst, muziek, cultureel erfgoed, theater, dans, letteren en nieuwe media
Bereik: 48 scholen, 10.500 leerlingen
Betrokken instellingen: NDC, Dordrechts Museum, DIEP, CBK, Huis van Gijn, Kunstmin, Kunstkerk,
Bibelot
AMBITIES
Alle basisscholen in Dordrecht nemen deel aan het huidige cultuurprogramma Kunstmenu. Dit geeft
alle kinderen de kans kennis te maken met kunst en cultuur.
Om hierin een kwaliteitsslag te maken heeft ToBe een programma ontwikkeld bestaande uit vijf
onderdelen. Deze onderdelen richten zich hoofdzakelijk op verdieping en verankering van het nieuw te
ontwikkelen curriculum, het bevorderen van de vakdeskundigheid van de groepsleerkrachten en
educatief medewerkers van culturele instellingen en het versterken van de infrastructuur tussen school
en cultureel veld. Zo wordt het Kunstmenu vernieuwd en uitgerust met keuzeroutes om scholen een
stap te kunnen laten zetten naar een doorgaande leerlijn. Het tweede doel is om met het
muziekproject een leerlijn te ontwikkelen rondom deze discipline die in het schoolprogramma
verankerd wordt. In het derde onderdeel van het programma draait het om leerlijnen op niveau,
waarbij scholen ondersteunt worden in het ontwikkelen van de doorgaande leerlijn cultuureducatie.
Het vierde onderdeel richt zich op het opzetten van een verzamelplaats van dit programma waar
kennis en informatie wordt verstrekt, ontmoetingen plaatsvinden en ervaringen worden uitgewisseld.
Tot slot gaat er aandacht uit naar gezamenlijke planvorming tussen scholen en culturele instellingen
met Totaal Verhaal. Dit initiatief brengt culturele instellingen in contact met scholen en ondersteunt bij
het gezamenlijk ontwikkelen van een jaarlijks cultuurproject.
ACTIVITEITEN
Het Kunstmenu Gold beschikt over keuzeroutes, die een relatie hebben met de kerndoelen van
kunstzinnige oriëntatie en mogelijke andere onderwijsdoelen. Scholen gebruiken dit vernieuwde
Kunstmenu als eerste stap naar een doorgaande leerlijn voor hun educatieaanbod. Het ontwikkelen
van de keuzeroutes gebeurt in samenwerking met scholen en culturele instellingen.
Om de kunstdiscipline muziek meer in het curriculum te verankeren wordt de leerlijn verbreed met een
zangleerlijn en een instrumentale leerlijn, die past bij de visie en het beleid van de school. Het Alle
Scholen Zingen project brengt zingen terug in de klas door leerkrachten tot Zangmakers op te leiden.
Het Instrumentaal in het Klaslokaal project is in het leven geroepen om het bespelen van
instrumenten, componeren en muzikaal improviseren te stimuleren.
Het project Leerlijnen op Niveau ondersteunt de scholen in het ontwikkelen van de doorgaande leerlijn
in het Op weg naar het Curriculum traject. Men doelt hierbij op leerlijnen die gebaseerd zijn op een
kunstdiscipline, leerlijnen die gebaseerd zijn op vakoverstijgende cultuureducatie en leerlijnen die
gebaseerd zijn op competenties. Een aantal scholen worden vervolgens ook begeleid in het uitvoeren
en verankeren van de leerlijn in Leerlijnen Next Level. Uiteindelijk krijgt een van deze scholen zelfs de
kans zich te ontwikkelen tot de Tweede Kunst & Cultuurschool, waarbij kunst en cultuur volledig is
geïntegreerd in het schoolprogramma.
Om de vakinhoudelijke deskundigheid te bevorderen zet Kennisplaats CultuurEducatie (CE) een
wervingscampagne op voor 5x cultuureducatie met Kwaliteit. Bovendien bevordert zij de
deskundigheid voor leerkrachten, directies, ICC’ers, educatief medewerkers, vakdocenten door middel
van onder andere vakinhoudelijke trainingen en studiedagen. Ook informeert zij over cultuureducatie
71
in het algemeen en over 5x cultuureducatie met Kwaliteit in het bijzonder, onder andere door de
organisatie van een symposium met praktijkvoorbeelden, lezingen en workshops.
Totaal Verhaal richt zich op de duurzame relatie tussen school en lokale sociale en culturele omgeving
door culturele instellingen structurele partners van scholen te laten zijn bij de invulling van het
programma. Zo organiseren beide partijen jaarlijks een cultuurproject waarbij de uitgangspunten en de
specifieke doelstellingen samen bepaald worden.
MONITORING EN EVALUATIE
Er wordt een speciaal team samengesteld, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de
monitoring. Dit team heeft ook de taak te evalueren. Dit gebeurt in samenwerking met het Tympaan
Instituut. De metingen die worden gedaan hebben betrekking op het bereik van scholen en
deelnemers, het tijdspad, en de processen die in de plannen beschreven staan. De nulsituatie wordt
voorafgaand aan de plannen onderzocht en vastgelegd. Dit gebeurt aan de hand van korte enquêtes
op scholen en instellingen. Vertegenwoordigers van scholen die hebben meegewerkt aan de
totstandkoming van het programma worden betrokken bij de bespreking van evaluatie- en
monitorgegevens wanneer die aanleiding geven om de koers van de plannen aan te passen.
MEER INFORMATIE
www.stichtingtobe.nl
Contactpersoon ToBe: Charlotte Hegeman [email protected]
Contactpersoon Gemeente Dordrecht: Guido Jochems [email protected]
Contactpersoon FCP: Willemijn in ’t Veld [email protected]
72
Trias (Stadsgewest Haaglanden, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk)
Cultuureducatie met Kwaliteit
Bijdrage FCP / Totale begroting: 263.436,00 / EUR 591.872,00
Disciplines: dans, literatuur, theater
Bereik: 19 scholen, 4.750 leerlingen
Betrokken instellingen: Bibliotheek aan de Vliet
AMBITIES
Als opvoeders het niet doen of niet kunnen, moeten scholen en leerkrachten de weg wijzen naar
culturele activiteiten in de vrije tijd, dat is een uitgangspunt van Trias. Want door deel te nemen aan
culturele activiteiten, leren kinderen om een eigen levenspad te ontwerpen en de problemen van hun
tijd oplossen.
Trias wil zorgen voor meer samenhang tussen de verschillende aanbieders cultuureducatie in de
gemeentes Voorburg en Rijswijk. Bovendien moet het aanbod de kennismakingsfase in de toekomst
overstijgen. Door meer samenhang aan te brengen tussen de inhoudelijke activiteiten van de
verschillende regelingen en projecten, moet de inhoud van het cultuuronderwijs worden verdiept. Zo
kunnen scholen leerlijnen in het curriculum borgen en het kennisniveau en de vaardigheden van
leerkrachten, kunstdocenten, ICC-ers en educatieve medewerkers verhogen.
ACTIVITEITEN
In het kader van de ontwikkeling, verdieping en vernieuwing van het curriculum wordt er onder meer
een zogeheten ‘Gold leerlijn’ ontwikkeld, een leerlijn cultuuronderwijs die het cultuurmenu aanvult.
Scholen die een intensiever programma wensen, kunnen kiezen voor de leerlijn 'Cultuurprofiel'. Als
basis daarvoor wordt het theoretisch kader van Cultuur in de Spiegel gebruikt, aangevuld met andere
bestaande leerlijnen. Cultuurprofiel is net als ‘Gold’ een cumulatief programma voor kinderen van vier
tot twaalf jaar, met het verschil dat het door meer kunstdocenten wordt verzorgd.
Scholen kunnen kiezen tussen literatuur/lezen (wordt doorontwikkeld in samenwerking met Bibliotheek
aan de Vliet), muziek/dans (vanuit de leerlijn ‘Ik ben muziek’, in samenwerking met
muziekverenigingen en de cultuurcoach) en theater (wordt ontwikkeld in samenwerking met de
cultuurcoach).
Vanaf 2013 zullen er voor leerkrachten van de deelnemende scholen, kunstdocenten en educatieve
medewerkers vakinhoudelijke workshops (per leerlijn) worden gegeven. Het ontwikkelteam, dat
bestaat uit vertegenwoordigers van scholen (ICC-ers), cultuurcoaches en educatieve medewerkers
van de bibliotheek en verantwoordelijke Trias, organiseert de scholing. Vanaf 2014 wordt er jaarlijks
een studiemiddag voor leerkrachten, vakdocenten, ICC-ers, cultuurcoaches en educatieve
medewerkers en directeuren van alle scholen en culturele instellingen uit Rijswijk en LeidschendamVoorburg georganiseerd. Tijdens deze studiemiddag wordt het ‘Gold’ programma gepresenteerd en
uitleg gegeven over de ‘doelen’ (kennis, vaardigheden, houding) binnen de leerlijnen. Er is
permanente educatie rond de leerlijnen. Het doel is dat zowel de leerkrachten als de educatief
medewerkers meer kennis van de kerndoelen verwerven, zodat er een bewustere relatie gelegd wordt
tussen de leerdoelen voor kunstzinnige oriëntatie en de andere leergebieden van het primair
onderwijs.
Voor iedere leerlijn wordt een (digitaal) portfolio ontwikkeld waarin de ontwikkeling van de leerlingen in
beeld kan worden gebracht. Op drie scholen zal een experiment worden uitgezet met het portfolio als
uitgangspunt. Het beoordelingsinstrumentarium brengt de individuele leerresultaten van kinderen in
73
kaart. Aan de hand van het portfolio kan tot een beoordeling van het werk gekomen worden. De
beoordeling kan plaats vinden door leerlingen zelf en/of de docent.
MONITORING EN EVALUATIE
De cultuurnetwerker van de Ras-regio Haaglanden is verantwoordelijk voor de monitoring en
evaluatie. Samen met een stagiair die een onderzoeksopdracht heeft, werkt ze door middel van
vragenlijsten en vraaggesprekken aan de monitoring en evaluatie.
Als experiment zal in 2016 de inhoud van de (digitale) portfolio’s met een kleine groep beoordelaars
en met leerkrachten worden beoordeeld. Niet alleen om een uitspraak te doen over de ontwikkeling
van individuele kinderen, maar ook om het behalen van de doelen van de leerlijn te evalueren.
MEER INFORMATIE
www.stichting-trias.nl
Contactpersoon Trias: Patty Jacobs [email protected]
Contactpersoon Rijswijk: Glenn ter Veer [email protected]
Contactpersoon Leidschendam – Voorburg: Ton van der Weele [email protected]
Contactpersoon FCP: Karlijn op het Veld [email protected]
74
Download