Duurzame landbouw en bodembehoud Inleiding Informatieblad nr. Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen (Bron: Geertrui Louwagie) L andbouw beslaat een aanzienlijk deel van het landoppervlak in Europa. De sector heeft dan ook een belangrijke rol te vervullen bij de instandhouding van natuurlijke hulpbronnen en cultuurlandschappen en vormt daarom een voorwaarde voor andere menselijke activiteiten in het landelijk gebied. In de loop der eeuwen heeft de landbouw bijgedragen aan het ontstaan en het onderhoud van een grote variëteit aan landschappen en leefgebieden. Echter, landbouw kan ook milieuvervuiling tot gevolg hebben. Ongepaste landbouwpraktijken kunnen bodemdegradatie, bodem‑, water‑ en luchtvervuiling, versnippering van leefgebieden en het uitsterven van diersoorten tot gevolg hebben. Het Europees Parlement erkent de milieurisico’s die ontstaan door de landbouw en heeft de Europese Commissie gevraagd een proefproject uit te voeren met de naam ‘Duurzame landbouw en bodembehoud door vereenvoudigde teelttechnieken’ (SoCo). Het project wordt uitgevoerd door het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling (DG AGRI) en het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) samen. Dit vormt het eerste van een reeks van tien informatiebladen die de belangrijkste bevindingen van het SoCo-project weergeven. Drie informatiebladen richten zich op bodemdegradatieprocessen, drie andere op bodemvriendelijke landbouwpraktijken en nog drie op bodemgerichte beleidsmaatregelen. Dit informatieblad geeft de samenhang tussen de onderwerpen van de afzonderlijke informatiebladen aan (informatieblad nr. 1). De bodem bestaat uit mineralen, water, lucht en organische stof, waaronder levende organismen. (Bron: Geertrui Louwagie) 1 Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen Bodems vormen een complexe, dynamische en levende hulpbron die vele essentiële functies vervult: productie van voedsel en andere biomassa, opslag, filtering en omzetting van stoffen waaronder water, koolstof en stikstof. Bodems vormen ook een leefgebied en een genenreservoir, een ondergrond voor menselijke activiteiten, landschap en erfgoed, en een leverancier van grondstoffen. Bodems hebben te lijden van een reeks degradatieprocessen. Sommige van deze processen zijn nauw verbonden met de landbouw: erosie door water, wind en grondbewerking, verdichting, het teruglopen van het organisch koolstofgehalte en de bodembiodiversiteit, verzilting en verzouting, en bodemverontreiniging (door zware metalen en pesticiden, of een overmaat aan nitraat en fosfaat). In de bijbehorende informatiebladen wordt gedetailleerder ingegaan op watererosie en verdichting (informatieblad nr. 2), de afname van het organische stofgehalte van bodems (informatieblad nr. 3), en verzilting en verzouting (informatieblad nr. 4). Hierbij wordt ook ingegaan op verbanden met andere degradatieprocessen en milieuaspecten (zoals waterkwaliteit, biodiversiteit of landschap). Bodemdegradatieprocessen bewijzen de noodzaak van bescherming, onderhoud en verbetering van de bodemkwaliteit. De ernst van de bodemdegradatie hangt af van de bodemeigenschappen en van bodemvormende factoren zoals klimaat, landgebruik en bodembeheer. Er zijn landbouwpraktijken en -systemen die zich richten op één of meer bodemdegradatieprocessen; deze kunnen van nut zijn voor het bereiken van een betere bodembescherming en een Effecten (positieve en negatieve) van landbouwpraktijken op bodemdegradatieprocessen, verwante milieuaspecten en economie, en bevordering ervan door de eis van goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) en agromilieubetalingen, of beide Water erosie Landbouw voor bodembehoud (‘conservation ag Geen of minder grondbewerking* -/+ Bodembedekkers* + Vruchtwisseling* + Bodemvriendelijke landbouwpraktijken Combinatieteelt + Ondergrondverbetering (Bron: Stephan Hubertus Gay) Legenda: *: deze landbouwpraktijken maken deel uit van op landbouw voor bodembehoud; +: positief waargenomen effect; -: negatief waargenomen effect; [x]: verwacht effect; (x): beperkt (bijv. op korte termijn) of indirect effect; leeg veld: geen details bekend; : bevorderd door de eis van GLMC; : bevorderd door agromilieubetalingen; : bevorderd door de eis van GLMC en agromilieubetalingen Contourbouw + Bodemvriendelijke infrastructuurelementen Buffers + Terrassen + Duurzame landbouw en bodembehoud Inleiding beter bodembehoud. De informatiebladen over een landbouw voor bodembehoud (‘conservation agriculture’) (informatieblad nr. 5), bodemvriendelijke grondbewerking (informatieblad nr. 6) en bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen (informatieblad nr. 7) beschrijven dergelijke praktijken. landbouwvoorlichtingsdiensten (informatieblad nr. 10) gaan hier verder op in. Bodemdegradatieprocessen, bodemvriendelijke grondbewerking (of -systemen) en bodemgerichte beleidsmaatregelen houden nauw verband met elkaar. De tabel hieronder geeft een overzicht van de verbanden die in de bijbehorende informatiebladen worden gepresenteerd. Milieuen economische effecten van bodemvriendelijke landbouwpraktijken zijn in kleur aangeduid. Details zijn te vinden in de informatiebladen nrs. 2-9. Beleidsmakers kunnen besluiten bepaalde landbouwpraktijken (of -systemen) te ondersteunen met behulp van beleid, of kunnen deze zelfs verplicht stellen. Het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) speelt een belangrijke rol bij het voorkómen en terugdringen van bodemdegradatieprocessen. De informatiebladen over de eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden (informatieblad nr. 8), milieumaatregelen in de landbouw (‘agrienvironment measures’) (informatieblad nr. 9) en Bodemdegradatieprocessen Informatieblad nr. Meer informatie http://soco.jrc.ec.europa.eu Verwante milieuaspecten Economie Verdichting Afname organische stofgehalte Verzilting /verzouting Waterkwaliteit Broeikasgasemissies Biodiversiteit griculture’) + + -/+ -/+ [+] -/+ [+] + + + [+] + + + + (+) + + + + + + -/+ (+) [+] (+) [+] [+] -/+ + + -/+ - 1 Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen Dit informatieblad is gebaseerd op de bevindingen van het project ‘Duurzame landbouw en bodembehoud’ (SoCo). Het maakt deel uit van een serie van tien informatiebladen over de drie belangrijkste onderwerpen van het project. De bladen behandelen de volgende onderwerpen: – Introductie: – Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen; – Bodemdegradatieprocessen: – Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting; – Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte; – Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting; – Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken: – Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud; – Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking; – Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen; – Bodemgerichte beleidsmaatregelen: – Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden; – Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw; – Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten. Alle SoCo-informatiebladen en projectrapporten zijn te downloaden via: http://soco.jrc.ec.europa.eu. Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling © Europese Gemeenschappen 2009. Overneming met bronvermelding toegestaan. Mei 2009 Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemdegradatieprocessen Informatieblad nr. Watererosie en verdichting (compactie) Wat is erosie? Erosie is bodemverlies. Wanneer regendruppels op de bodem vallen, maken zij bodemdeeltjes los. De mate waarin dit gebeurt, hangt af van de grootte en snelheid van de vallende regendruppels. De losgeraakte bodemdeeltjes worden vervolgens meegenomen door de bovengrondse waterstroom. Sommige deeltjes vullen holtes in de bodem op waardoor zij het bodemoppervlak afdichten. Erosie treedt op wanneer de hoeveelheid neerslag meer is dan de hoeveelheid water die in de bodem infiltreert. (Bron: Agenzia per i Servizi nel Settore Agroalimentare delle Marche, Italië) Wat is verdichting? (Bron: Stephan Hubertus Gay) Wanneer er zware druk op de bodem wordt uitgeoefend, treedt verdichting op. Dit heeft gevolgen voor bodemeigenschappen als doorlaatbaarheid en porositeit. De bodemholtes raken ontwricht en gassen en water verplaatsen zich moeilijker door de bodem, met als gevolg een verminderde beschikbaarheid van water en zuurstof. De wortelgroei wordt gehinderd. Waarom is het van belang erosie en verdichting te bestrijden? Door erosie verdwijnt de vruchtbare bovenlaag veel sneller dan dat deze door bodemvormende processen kan worden vernieuwd. Het verlies van deze laag betekent een verminderde vruchtbaarheid met lagere opbrengsten als gevolg. Bovendien leidt de weggevoerde aarde tot de verontreiniging en het dichtslibben van waterwegen. Bodemverdichting vermindert het waterhoudend vermogen en de luchtdoorlatendheid van bodems, waardoor plantenwortels minder groeien, meer water wegvloeit en bodems gevoeliger worden voor bodemerosie. Waardoor wordt erosie of verdichting veroorzaakt? Watererosie is een natuurlijk proces, dat in eerste instantie veroorzaakt wordt door harde regenval, topografie, een laag organische stofgehalte en het percentage en type vegetatie. Erosie wordt echter verergerd en versneld door menselijke activiteiten zoals ongepaste teelttechnieken en landbouwpraktijken, veranderde hydrologische omstandigheden, ontbossing en verschraling of verwaarlozing van land. Ongepaste beheerspraktijken zijn de belangrijkste oorzaak van bodemverdichting. Voorbeelden hiervan zijn een te dichte beweiding met vee, ongepast gebruik van zware landbouwmachines en het bewerken van grond bij te natte omstandigheden. Natte bodems kunnen geen weerstand bieden aan het gewicht en dit leidt tot verdichting. 2 Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting Welke schade wordt aangericht door erosie? Plaatselijke schade door watererosie • Verlies van organische stof • Verslechtering van de bodemstructuur • Verdichting van het bodemoppervlak • Verminderde infiltratie van water • Verminderde aanvulling van het grondwater • Verlies van de vruchtbare bovenlaag • Verdwijnen van nutriënten • Toename van de grove bodemfractie • Ontstaan van geulen • Ontworteling van planten • Verminderde bodemproductiviteit Schade elders door watererosie • Watervervuiling • Eutrofiëring van water • Overstromingen • Bedelven van infrastructuur • Verstopping van drainagenetwerken • Koersverandering van waterlopen • Verstopping van waterwegen en havens Verspreiding van sediment in de Middellandse Zee als gevolg van het transport van bodemdeeltjes uit geërodeerde velden in het hinterland (Italië) (Bron: Agenzia per i Servizi nel Settore Agroalimentare delle Marche, Italië) Verspreiding en schaal Erosierisico in t/ha/jr 0 - 0.5 0.5 - 1 1.0 - 2.0 2.0 - 5.0 5.0 - 10.0 10.0 - 20.0 20.0 - 50.0 >50 Voorbeeld van geultjeserosie en redepositie van sediment aan de voet van de helling (Bron: Soil Atlas of Europe) Cyprus 0 250 500 1 000 1 500 2 000 km Kaart van het risico van watererosie in de 27 lidstaten van de Europese Unie Naar schatting 115 miljoen hectare, een achtste van het Europese landoppervlak, heeft te lijden van watererosie, en 42 miljoen hectare is aangetast door winderosie. Vooral het Middellandse Zeegebied, waar lange droogtes worden afgewisseld door zware regenval, is erosiegevoelig. Geschat wordt dat een derde van de Europese ondergrond zeer kwetsbaar is voor verdichting en een vijfde matig kwetsbaar. De gevoeligheid voor bodemverdichting hangt samen met de textuur van de bodem; deze vormt een schaal van zand (minst gevoelig) – lemig zand – zandig leem – leem – lichte kleileem – zware kleileem – klei (meest gevoelig voor natuurlijke verdichting). Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemdegradatieprocessen Informatieblad nr. Natuurlijke gevoeligheid voor verdichting Geen bodem Laag Gemiddeld Hoog Zeer hoog Geen gegevens Oogstmachine voor suikerbieten (Bron: Soil Atlas of Europe) Cyprus 00 250 250 500 500 000 11000 11 500 500 2 000 km km map shows the natural susceptibility of agricultural soils to compaction if they were to be exposed to Natural susceptibility This compaction. The evaluation of the soil’s natural susceptibility is based on the creation of logical connections Kaart van de natuurlijke voor between relevant parametersbodemgevoeligheid (pedotransfer rules). The input parameters for these pedotransfer rules are to compaction taken from the attributes of the European soil database, e.g. soil properties: type, texture and water regime, in de 27 lidstaten van de Europese Unie No soil verdichting depth to textural change and the limitation of the soil for agricultural use. Besides the main parameters auxiliary parameters have been used as impermeable layer, depth of an obstacle to roots, water management system, dominant and secondary land use. It was assumed that every soil, as a porous medium, could be compacted. Low Medium MAP INFORMATION Spatial coverage: 27 Member States of the European Union where data available Pixel size: 1 km Projection: ETRS89 Lambert Azimuthal Equal Area BIBLIOGRAPHIC INFORMATION Author: Beata Houšková For more information: Beata Houšková, European Commission, Institute of Environment and Sustainability, Land Management and Natural Hazards Unit, Ispra, Italy. Email: [email protected] Gecompacteerde bodem (Bron: Soil Atlas of Europe) Verbanden met andere bodemdegradatieprocessen en/of milieuaspecten High Very high Input data - source Soil data - European Soil Database v2 Land use - CORINE Land Cover 2000 No evaluation Digital datasets can be downloaded from http://eusoils.jrc.ec.europa.eu/ © European Communities, 2008 Het vermogen van de bodem om bestand te zijn tegen eroderende meteorologische omstandigheden (bijv. wind, regen, stromend water) is vooral afhankelijk van de textuur van de bodem en het organische stofgehalte, die het waterhoudend vermogen van de bodem en het vermogen van de bodem tot het vormen van verdichtingen of korsten beïnvloeden. Wanneer erosie optreedt, gaat de vruchtbare bovenlaag verloren, wat leidt tot een verminderde bodemvruchtbaarheid en verontreiniging van waterecosystemen. Verdergaand verlies van de bodemvruchtbaarheid en de afbraak van de bodemstructuur kan uiteindelijk verwoestijning tot gevolg hebben. Bodemverdichting kan andere bodemdegradatieprocessen in gang zetten of versnellen, zoals erosie of aardverschuivingen. Bodemverdichting vermindert de opnamesnelheid van water, waardoor bij hoogteverschillen meer water afvloeit. De aanwezigheid van een laag met een lage doorlaatbaarheid leidt ertoe dat de bovenste bodemlaag eerder verzadigd is met water en dus zwaarder is. Op vlaktes kan verdichting daarom leiden tot wateroverlast, met korstvorming als gevolg. Door organische stof wordt de bodemstructuur verbeterd en vermindert de gevoeligheid van de bodem voor verdichting, erosie en aardverschuivingen. Meer informatie http://soco.jrc.ec.europa.eu http://eusoils.jrc.ec.europa.eu/projects/soil_atlas/ 2 Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting Dit informatieblad is gebaseerd op de bevindingen van het project ‘Duurzame landbouw en bodembehoud’ (SoCo). Het maakt deel uit van een serie van tien informatiebladen over de drie belangrijkste onderwerpen van het project. De bladen behandelen de volgende onderwerpen: – Introductie: – Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen; – Bodemdegradatieprocessen: – Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting; – Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte; – Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting; – Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken: – Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud; – Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking; – Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen; – Bodemgerichte beleidsmaatregelen: – Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden; – Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw; – Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten. Alle SoCo-informatiebladen en projectrapporten zijn te downloaden via: http://soco.jrc.ec.europa.eu. Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling © Europese Gemeenschappen 2009. Overneming met bronvermelding toegestaan. Mei 2009 Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemdegradatieprocessen Informatieblad nr. Afname van het organische stofgehalte Wat is afname van het organische stofgehalte? Organische stof in de bodem omvat alle levende organismen, en ook de resten van dode organismen in opeenvolgende stadia van verrotting. Het organische koolstofgehalte van een bodem bestaat uit heterogene mengsels van zowel eenvoudige als samengestelde koolstofhoudende stoffen. Organische stof ontstaat uit plantenresten, dierlijke en plantaardige mest, compost en ander organisch materiaal. Een afname in organische stof wordt veroorzaakt door een vermindering van het aantal verrottende organismen, of een versneld verrottingsproces ten gevolge van veranderde natuurlijke of antropogene factoren. Organische stof wordt beschouwd als een essentieel element van een gezonde bodem; afname ervan leidt tot een gedegradeerde bodem. Een bodem rijk aan organisch materiaal (Bron: Soil Atlas of Europe) Wat is het belang van organische stof in de bodem? Organische stof in bodems vormt een voedselbron voor het bodemleven en draagt bij aan de bodembiodiversiteit doordat er veel bodemnutriënten zoals stikstof, fosfor en zwavel in opgeslagen zijn; het is de belangrijkste factor voor de bodemvruchtbaarheid. De organische koolstof in de bodem ondersteunt de bodemstructuur en zorgt voor de juiste fysieke omstandigheden waarbij wortels in de bodem kunnen doordringen. Organische stof absorbeert water: het kan ongeveer zes keer zoveel water opnemen als het eigen gewicht, waardoor het van levensbelang is voor vegetatie in bodems die van nature droog en zandig zijn. Bodems met organische stof bezitten een betere structuur die de infiltratie van water verbetert en de gevoeligheid van bodems voor verdichting, erosie, verwoestijning en aardverschuivingen vermindert. Bodems bevatten wereldwijd ongeveer twee keer zoveel koolstof als aanwezig is in de atmosfeer en drie keer zoveel als is vastgelegd in vegetatie. De bodems van Europa vormen een enorm reservoir aan koolstof, met een inhoud van ongeveer 75 miljard ton organische koolstof. Wanneer organische stof uit de bodem verrot, komt dit als kooldioxide (CO2) vrij in de atmosfeer; maar wanneer organische stof wordt gevormd, wordt CO2 onttrokken aan de atmosfeer. 3 Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte Waardoor wordt afname van organische stof veroorzaakt? Het organische stofgehalte van bodems wordt beïnvloed door klimaat, textuur, hydrologie, landgebruik en vegetatie. Klimaat Bij hogere temperaturen is organische stof sneller onderhevig aan verrotting, waardoor bodems in warmere klimaten meestal minder organische stof bevatten dan die in koelere klimaatzones. Bodemtextuur Bodems met een fijnere textuur bevatten meer organische stof dan grovere bodems; zij houden nutriënten en water beter vast en bieden dus gunstiger omstandigheden voor plantengroei. Grovere bodems zijn beter doorlucht, en de aanwezigheid van zuurstof heeft een snellere verrotting van organische stof tot gevolg. Bodemhydrologie (drainage) Hoe natter een bodem, hoe minder zuurstof er beschikbaar is voor verrotting van organische stof, zodat dit kan toenemen. Landgebruik (grondbewerking) Door grondbewerking komt er zuurstof in de bodem en wordt deze gemiddeld warmer, waardoor de verrotting van organische stof toeneemt. Wanneer door erosie humus en de vruchtbare bovenlaag wegstromen, gaat ook organische stof verloren. Over het algemeen wordt door landbouw minder organische stof aan de bodem teruggegeven dan door andere vegetatie. Vegetatie Wortels dragen veel bij aan het organische stofgehalte in een bodem. Grasland geeft diepe beworteling; diep in de bodem verrotten de wortels. Bosgronden daarentegen zijn voor de levering van organische stof vooral aangewezen op vergane bladresten. Landbouwgewassen produceren meer bovengrondse biomassa dan wortels. De toevoer van organische stof op bouwland is daarom afhankelijk van de beheerspraktijken, zoals het achterlaten of verwijderen van gewasresten. Verspreiding en schaal Door recente ontwikkelingen in landgebruik en klimaatsverandering is het verlies van organische stof in de bodem opgelopen tot een equivalent van 10 % van de totale fossiele brandstofemissies in Europa. Over het algemeen bevinden de bodems met een laag organische stofgehalte zich in de warme, droge klimaatzones en bodems met een hoger organische stofgehalte in koelere en nattere klimaten. Echter bijna de helft van de Europese bodems heeft een laag organische stofgehalte, vooral in zuidelijk Europa maar ook in delen van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Een voorbeeld van ruimtelijke variabiliteit van organische koolstofgehalte in de bodem (Bron: Soil Atlas of Europe) Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemdegradatieprocessen Informatieblad nr. Huidige organische stofgehalte in t C/ha <20 21 - 40 41 - 60 61 - 80 81 - 100 101 - 200 201 - 400 >400 Cyprus 00 250 250 500 500 in t C/ha < 20 21 - 40 000 11000 11 500 500 000 22 000 km km This map shows the actual carbon content of mineral soils in agricultural areas. The actual soil organic carbon content (Act SOC) refers to the amount of carbon (kg/m2 or t C/ha) derived by pedotransfer rule for the Soil Typological Units. The Act SOC (in %) is calculated from the equation: The pedotransfer rule (Jones et al. , 2004) provides its results in four classes: very low < 1.0 %, Low 1.1-2.0 %, medium 2.1-6.0 % and high > 6 %. The actual amount of soil organic carbon (kg/m2 or t C/ha) can then be calculated for each within a bioclimatic region using Act SOC = C*BD*Depth*(1-Frag), where C is the percentage of SOC content, BD is the bulk density of soil (in kg/m3 or t/ha), Depth is the thickness of a soil layer (in m) and, (1-Frag) is the content of stones (in %). Verbanden met andere bodemdegradatieprocessen en milieuaspecten 41 - 60 61 - 80 81 - 100 101 - 200 201 - 400 > 400 Kaart van het huidige organische stofgehalte in landbouwgronden in de 27 lidstaten van de Europese Unie MAP INFORMATION BIBLIOGRAPHIC INFORMATION Spatial coverage: 27 Member States of the European Union where data available Authors: Vladimir Stolbovoy, Brechje Maréchal Pixel size: 1 km Projection: ETRS89 Lambert Azimuthal Equal Area Input data - source Soil data - European Soil Database v2 Land use - CORINE Land Cover 2000 Climatic areas - Soil regions map of Europe For more information: Vladimir Stolbovoy, European Commission, Institute of Environment and Sustainability, Land Management and Natural Hazards Unit, Ispra, Italy. Email: [email protected] Digital datasets can be downloaded from http://eusoils.jrc.ec.europa.eu/ Het verlies van organische koolstof kan betekenen dat de bodem armer wordt aan nutriënten, en minder duurzame opbrengst voortbrengt. Dit kan leiden tot kleinere oogsten, wat op haar beurt de voedselveiligheid in gevaar kan brengen. Minder organische koolstof betekent ook minder voedsel voor de levende organismen in de bodem, en dus een kleinere bodembiodiversiteit. Het verlies van organische stof in de bodem vermindert de infiltratiecapaciteit van een bodem, met meer afvloeiing en erosie als gevolg. Erosie heeft op haar beurt weer tot gevolg dat de vruchtbare bovenlaag van de aarde wegspoelt. In een semi-arid klimaat kan dit zelfs tot verwoestijning leiden. Het is te verwachten dat de opwarming van de aarde het tempo van het vergaan van organische stof versnelt, waardoor meer CO2 vrijkomt en klimaatsverandering toeneemt. Verwoestijning kan zich daardoor noordelijker voordoen. Uit koolstofreservoirs die onder koele en natte klimatologische omstandigheden koolstof vasthouden kunnen door opwarming aanzienlijke hoeveelheden CO2 en methaan (CH4) in de atmosfeer vrijkomen. Hetzelfde kan gebeuren wanneer natte gebieden worden ontwaterd of als veen wordt afgegraven. Zo zou door de voortgezette ontwatering van de laatste overgebleven veenmoerassen in Europa jaarlijks 30 miljoen ton koolstof vrijkomen, wat overeenkomt met 40 miljoen extra auto’s op de Europese wegen. © European Communities, 2008 Meer informatie http://soco.jrc.ec.europa.eu http://eusoils.jrc.ec.europa.eu/projects/soil_atlas/ 3 Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte Dit informatieblad is gebaseerd op de bevindingen van het project ‘Duurzame landbouw en bodembehoud’ (SoCo). Het maakt deel uit van een serie van tien informatiebladen over de drie belangrijkste onderwerpen van het project. De bladen behandelen de volgende onderwerpen: – Introductie: – Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen; – Bodemdegradatieprocessen: – Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting; – Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte; – Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting; – Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken: – Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud; – Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking; – Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen; – Bodemgerichte beleidsmaatregelen: – Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden; – Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw; – Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten. Alle SoCo-informatiebladen en projectrapporten zijn te downloaden via: http://soco.jrc.ec.europa.eu. Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling © Europese Gemeenschappen 2009. Overneming met bronvermelding toegestaan. Mei 2009 Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemdegradatieprocessen Informatieblad nr. Verzilting en verzouting Wat zijn verzilting en verzouting? Verzilting is de ophoping van in water oplosbare zouten in de bodem. Het gaat daarbij om de zouten kalium (K+), magnesium (Mg2+), calcium (Ca2+), chloor (Cl-), sulfaat (SO42-), carbonaat (CO32-), bicarbonaat (HCO3 -) en natrium (Na+). De ophoping van natrium wordt ook verzouting genoemd. Zouten lossen op en bewegen zich door het water. Wanneer water verdampt blijven de zouten achter. Van primaire verzilting is sprake wanneer zoutophoping plaatsvindt door natuurlijke processen ten gevolge van een hoog zoutgehalte in het moedermateriaal of in grondwater. Secundaire verzilting wordt veroorzaakt door menselijk ingrijpen zoals ongepaste irrigatiepraktijken, bijvoorbeeld met zoutrijk bevloeiingswater en/of onvoldoende ontwatering. Vernietiging van de bodemstructuur als gevolg van een teveel aan natrium (Bron: Soil Atlas of Europe) Waarom is de bestrijding van verzilting en verzouting van belang? De ophoping van zouten (vooral natriumzouten) is één van de belangrijkste fysiologische bedreigingen van ecosystemen. Zout verstoort de ontwikkeling van planten door een verminderde opname van nutriënten en een verslechtering van de waterkwaliteit. Het tast het metabolisme van bodemorganismen aan, waardoor de bodemvruchtbaarheid ernstig vermindert. Een hoog zoutgehalte in een bodem leidt tot de verwelking van de planten die er groeien, zowel door een toename van de osmotische druk als door de toxische effecten van de zouten. Te veel natrium leidt tot de vernietiging van de bodemstructuur, die door het gebrek aan zuurstof geen planten- of dierenleven meer toelaat. Verzilting vergroot de ondoorlaatbaarheid van de diepere bodemlagen, waardoor het onmogelijk wordt om gewassen op het land te verbouwen. Oorzaken Factoren die leiden tot een sterke ophoping van zouten in de bodem kunnen van natuurlijke of antropogene aard zijn. Milieufactoren die leiden tot verzilting of verzouting: • geologische gebeurtenissen waardoor de concentratie van zouten in het grondwater en daardoor de bodems stijgt; • natuurlijke factoren waardoor zout grondwater aan de oppervlakte, onder de oppervlakte of naar de lagen boven de grondwaterspiegel komt; 4 Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting • het sijpelen van grondwater naar gebieden onder de zeespiegel, dat wil zeggen kleine laagliggende gebieden met weinig tot geen afwatering; • water dat bij overstromingen uit gebieden met geologische lagen die grote hoeveelheden zouten bevatten, komt; • windkracht waardoor in kuststreken redelijke hoeveelheden zouten landinwaarts kunnen waaien. Natuurlijke factoren die verzilting van bodems tot gevolg hebben zijn klimaat, moedermateriaal van bodems, landbedekking, vegetatietype en topografie. Menselijke factoren die kunnen leiden tot verzilting of verzouting: • irrigatie met zoutrijk of brak water; • stijging van de grondwaterspiegel door menselijke activiteiten (filtratie uit onbedijkte kanalen en reservoirs, ongelijke verdeling van irrigatiewater, slechte irrigatiepraktijken, slecht uitgevoerde drainage); • het gebruik van kunstmest en andere grondstoffen, vooral in gebieden waar intensieve landbouwgrond weinig doorlaatbaar is en de mogelijkheden van doorsijpelen beperkt zijn; • het gebruik van zoutrijk afvalwater als irrigatiewater; • storten van zoutrijk afvalwater op bodems; verontreiniging van bodems met zoutrijk water en industriële restproducten. De belangrijkste menselijke factoren zijn landgebruik, landbouwsystemen, landbeheer en landdegradatie. Zowel ongepaste irrigatiepraktijken (zoals het gebruik van zoutrijk irrigatiewater) als onvoldoende afwatering hebben verzilting tot gevolg. Verzilting en verzouting worden vaak in verband gebracht met geïrrigeerde gebieden waar de zouten niet uit de bodem kunnen spoelen ten gevolge van weinig neerslag, grote verdamping of bodemtextuurkenmerken. Bevloeiing met water met een hoog zoutgehalte verergert het probleem dramatisch. In kustgebieden kan verzilting samenhangen met een te grote onttrekking van grondwater als gevolg van toenemende urbanisatie, industrie of landbouw. Door een te hoge grondwaterwinning kan het normale waterpeil dalen, waardoor zeewater binnendringt. Verspreiding en schaal Verzilting is één van de meest voorkomende bodemdegradatieprocessen op aarde. In Europa komen verzilte bodems voor in Hongarije, Roemenië, Griekenland, Italië en op het Iberisch Schiereiland. In de noordelijke landen kan het strooien tegen gladheid plaatselijk verzilting veroorzaken. In de Europese Unie is naar schatting 1 tot 3 miljoen hectare door bodemverzilting aangetast. Verzilting geldt als één van de hoofdoorzaken van verwoestijning en vormt daarom een ernstige vorm van bodemdegradatie. De toename in temperatuur en de afname van neerslag die het klimaat de laatste jaren kenmerken, leiden tot een verergering van het probleem. Afzetting van zouten in een bodemprofiel (Hongarije) (Mollic Solonetz ‑ World Reference Base for Soil Resources 2006) (Bron: Gergely Tóth) Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemdegradatieprocessen Informatieblad nr. Vóórkomen van verzilting/verzouting Verzilting >50 % van het gebied Verzouting >50 % van het gebied Verzilting <50 % van het gebied Verzouting <50 % van het gebied Mogelijk aangetaste gebieden Cyprus 00 250 250 500 500 11000 000 500 1 500 2 000 000 km km map shows the of salt affected areas andvan potentially affected areas in Occurrence of salinisation/ Kaart van verzilte en verzoute This bodems inoccurrence de 27 lidstaten desaltEuropese Unie agricultural areas on a scale of 1:1 000 000. To produce an overview of most significant salt-affected regions the most appropriate is to use 3 main classes (saline soils, sodic or sodification alkali soils and potentially salt-affected soils). Saline >50 % of the area MAP INFORMATION BIBLIOGRAPHIC INFORMATION Verbanden met andere bodemdegradatieprocessen en Saline <50 % of the area milieuaspecten Sodic <50 % of the area Sodic >50 % of the area Spatial coverage: 27 Member States of the European Union where data available Pixel size: 1 km Projection: ETRS89 Lambert Azimuthal Equal Area Input data - source Map of salt affected soils in Europe (Szabolcs (1974)) Soil data - European Soil Database Land use - CORINE Land Cover 2000 Authors: Gergely Tóth, Kabindra Adhikari, Vladimir Stolbovoy and Katalin Bódis For more information: Gergely Tóth, European Commission, Institute of Environment and Sustainability, Land Management and Natural Hazards Unit, Ispra, Italy. Email: [email protected] datasets can be downloaded from met vegetatie. Door de Potentially affected areas Verzilting leidt tot een sterke vermindering van bodemkwaliteit enDigital bodembedekking © European Communities, 2008 http://eusoils.jrc.ec.europa.eu/ aantasting van de bodemstructuur raken verzilte en verzoute bodems gemakkelijker geërodeerd door water en wind. Wanneer landdegradatie optreedt in aride, semi-aride en semi-humide gebieden wordt gesproken van verwoestijning. Verzilting leidt tot verwoestijningseffecten zoals: verlies van bodemvruchtbaarheid en bodemstructuur, verdichting en verkorsting van de bodem. Meer informatie http://soco.jrc.ec.europa.eu http://eusoils.jrc.ec.europa.eu/projects/soil_atlas/ 4 Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting Dit informatieblad is gebaseerd op de bevindingen van het project ‘Duurzame landbouw en bodembehoud’ (SoCo). Het maakt deel uit van een serie van tien informatiebladen over de drie belangrijkste onderwerpen van het project. De bladen behandelen de volgende onderwerpen: – Introductie: – Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen; – Bodemdegradatieprocessen: – Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting; – Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte; – Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting; – Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken: – Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud; – Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking; – Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen; – Bodemgerichte beleidsmaatregelen: – Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden; – Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw; – Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten. Alle SoCo-informatiebladen en projectrapporten zijn te downloaden via: http://soco.jrc.ec.europa.eu. Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling © Europese Gemeenschappen 2009. Overneming met bronvermelding toegestaan. Mei 2009 Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken Informatieblad nr. Landbouw voor bodembehoud (‘conservation agriculture’) Wat is landbouw voor bodembehoud en waarom is het nuttig? Landbouw voor bodembehoud omvat een aantal elkaar aanvullende landbouwpraktijken: • minimale verstoring van de bodemlagen (door minder of geen grondbewerking) om de bodemstructuur, het bodemleven en de organische stof te beschermen; • permanente bodembedekking (bodembedekkers, plantenresten of strooisel) om de bodem te beschermen en bij te dragen aan het onderdrukken van onkruid; • gevarieerde vruchtwisseling en teeltcombinaties die micro-organismen in de bodem bevorderen en onkruiden, plaagdieren en ziekten hinderen. Landbouw voor bodembehoud heeft ten doel de landbouwproductie te vergroten door optimaal gebruik van hulpbronnen en het voorkómen van grootschalige landdegradatie door geïntegreerd beheer van de beschikbare bodem-, water- en biologische hulpbronnen in combinatie met externe hulpbronnen. Mechanische grondbewerking wordt vervangen door biologisch mengen van de bodem, waarbij microorganismen en ander bodemleven de functies van het ploegen en het in balans brengen van de nutriënten overnemen. De bodemvruchtbaarheid (nutriënten en water) wordt tot stand gebracht door bodembedekking, vruchtwisseling en onkruidbeheer. Schijveneg gebruikt bij verminderde bodembewerking (Duitsland) (Bron: Stephan Hubertus Gay) 5 Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud Implementatie Implementatie van het landbouwsysteem voor bodembehoud kent de volgende stappen, die ieder twee of meer jaar duren. • Eerste fase. Stoppen met kerend ploegen, en toepassing van een regime met minder of geen grondbewerking in de plaats. Tenminste een derde van het bodemoppervlak blijft bedekt met gewasresten, en na de oogst van het hoofdgewas wordt een bodembedekker ingezaaid. Schijveneggen, eggen met stijve tanden en roterende eggen worden gebruikt, en wanneer niet geploegd wordt, wordt het nieuwe gewas direct ingezaaid op de plantenresten. Een verminderde opbrengst is mogelijk. • Tweede fase. Natuurlijke verbetering van de bodemconditie en de ‑vruchtbaarheid treden op door het organisch materiaal van de gewasresten. Onkruiden en ongedierte kunnen veel vóórkomen en dienen te worden bestreden, chemisch of op andere wijze. • Derde fase. Differentiëring van de teelten (vruchtwisseling) kan worden ingevoerd. Het systeem als geheel wordt steeds stabieler. • Vierde fase. Het landbouwsysteem bereikt een evenwicht en de opbrengsten kunnen beter worden in vergelijking met het conventionele systeem. Daardoor zijn minder chemicaliën nodig voor het bestrijden van onkruid en ongedierte, of minder bijkomende meststoffen om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden. Agrariërs hebben training nodig in iedere fase. Ervaring groeit met de praktijk, maar de opbrengst en de winst kunnen op de korte termijn lager zijn. Het systeem is ongeschikt voor verdichte bodems; deze dienen eerst losgemaakt te worden. Voordelen Landbouw voor bodembehoud heeft diverse voordelen, waarvan sommige (verbeterde opbrengst, biodiversiteit etc.) pas zichtbaar worden wanneer het systeem stabiel is. • Het organische stofgehalte, de biologische activiteit, biodiversiteit boven en onder de grond en de bodemstructuur verbeteren. Een grotere biologische activiteit leidt tot de vorming van een uitgebreid stelsel van vooral verticale macro-bioporiën die de waterdoorlaatbaarheid vergroten en bestand zijn tegen zware druk. Bodemdegradatie, in het bijzonder bodemerosie en afvloeiing, vermindert aanzienlijk, waardoor de opbrengsten vaak stijgen. Door de kleinere verliezen van bovenlaag en nutriënten in combinatie met de snellere afbraak van pesticiden en een grotere waterabsorptie (door het hogere organische stofgehalte en het toegenomen bodemleven) stijgt tevens de waterkwaliteit. Kooldioxide-emissies (CO2) dalen door minder gebruik van landbouwmachines en meer vastlegging van organische koolstof. Door de praktijken van dit landbouwsysteem kan jaarlijks tussen de 50 en 100 miljoen ton koolstof vastgelegd worden in Europese bodems – het equivalent van de uitlaatgassen van 70130 miljoen auto’s. • Er is veel minder arbeid en energie nodig voor landbewerking en onkruidbestrijding. • Er zijn minder kunstmest en andere ingrepen nodig om de bodem te herstellen. Nadelen Machine voor directe inzaai (uitrusting voor nietkerende bodembewerking) (Bron: Jana Epperlein, Gesellschaft für konservierende Bodenbearbeitung e.V., Duitsland) • Er geldt doorgaans een overgangsperiode van vijf tot zeven jaar voordat een landbouwsysteem voor bodembehoud in evenwichtstoestand komt. In de eerste jaren kunnen de opbrengsten lager zijn. • Als geen rekening wordt gehouden met seizoensinvloeden kan een overmatige toepassing van chemicaliën tot een vergroot Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken Informatieblad nr. Maïs onder niet-kerende bodembewerking: oogstresten van het vorige gewas zijn nog zichtbaar onder de maïs en bedekken de bodem (Duitsland) (Bron: Jana Epperlein, Gesellschaft für konservierende Bodenbearbeitung e.V., Duitsland) risico van uitspoeling leiden, als gevolg van de snellere beweging van water door de bioporiën. • Als vruchtwisseling, bodembedekking en/ of gewassoorten niet optimaal op elkaar zijn afgestemd, kunnen er meer pesticiden nodig zijn. • In de overgangsperiode neemt de emissie van lachgas (N2O) toe. • Agrariërs dienen te investeren in gespecialiseerde machines, en zaad voor bodembedekkers die aangepast zijn aan de lokale omstandigheden, dient tegen redelijke prijs beschikbaar te zijn. • Agrariërs dienen goed te worden getraind en toegang te hebben tot deskundige landbouwvoorlichtingsdiensten. In vergelijking met conventionele teeltsystemen is een fundamentele omslag in het denken vereist. Succesverhalen In Europa worden teeltsystemen zonder grondbewerking toegepast op een tiende van de oppervlakte cultuurgrond (OCG) van Finland en Griekenland, en op een twintigste van deze grond in Tsjechië, Slowakije, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Een systeem met beperkte grondbewerking is in gebruik op bijna de helft van de OCG in Portugal, Duitsland en Frankrijk. In de Franse regio Midi-Pyrénées werd in 2006 driekwart van de wintergewassen en een kwart van de zomergewassen bewerkt volgens een systeem met beperkte grondbewerking. In datzelfde jaar werden op een vijfde van het areaal voor zomergewassen bodembedekkers toegepast, drie keer zoveel als in 2001. Meer informatie http://soco.jrc.ec.europa.eu www.fao.org/ag/ca/ www.fao.org/ag/catd/ www.ecaf.org/First.html http://kassa.cirad.fr/ www.sowap.org/ 5 Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud Dit informatieblad is gebaseerd op de bevindingen van het project ‘Duurzame landbouw en bodembehoud’ (SoCo). Het maakt deel uit van een serie van tien informatiebladen over de drie belangrijkste onderwerpen van het project. De bladen behandelen de volgende onderwerpen: – Introductie: – Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen; – Bodemdegradatieprocessen: – Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting; – Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte; – Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting; – Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken: – Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud; – Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking; – Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen; – Bodemgerichte beleidsmaatregelen: – Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden; – Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw; – Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten. Alle SoCo-informatiebladen en projectrapporten zijn te downloaden via: http://soco.jrc.ec.europa.eu. Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling © Europese Gemeenschappen 2009. Overneming met bronvermelding toegestaan. Mei 2009 Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken Informatieblad nr. Bodemvriendelijke grondbewerking Bodemvriendelijke grondbewerkingspraktijken kunnen bijdragen tot een betere bescherming van bodems als hulpbron. De belangrijkste zijn combinatieteelt, woelen en contourbouw (planten langs de hoogtelijnen); deze worden hieronder besproken. Combinatieteelt Wat is combinatieteelt en waarom is die nuttig? Van combinatieteelt is sprake wanneer twee of meer gewassen in afwisselende rijen van variabele breedte naast elkaar, of in verschillende lagen (onderbouw) worden geteeld, op hetzelfde stuk land en tijdens hetzelfde groeiseizoen. Zo kunnen verschillende plantensoorten of variëteiten een gunstige uitwerking hebben op elkaar. Voordelen Door de competitie en de complementariteit tussen goed geselecteerde, naast elkaar geteelde planten wordt de algemene stabiliteit van het systeem vergroot, waardoor een aanzienlijke weerstand tegen ongedierte, ziekten en onkruid ontstaat. Deze praktijk heeft positieve effecten op de porositeit en biodiversiteit van bodems, ondersteunt nutriëntenkringlopen en leidt tot hogere opbrengsten. Algemeen gezegd leidt deze praktijk tot een beter gebruik van de beschikbare hulpbronnen. Nadelen De combinaties van gewassen bij combinatieteelt dienen met zorg te worden gekozen. Indien er grote competitie om water en nutriënten optreedt, kan combinatieteelt leiden tot een slechtere opbrengst in vergelijking met eenvoudige teelten. De kosten voor de aankoop van zaden en het voorbereiden van de teeltbedden kunnen vrij hoog zijn. Succesverhaal Combinatieteelt in het dal van de Svratka (Tsjechië) In dit gebied is het risico van bodemdegradatie hoog. Combinatieteelt (onderbouw) wordt toegepast als één van de belangrijkste manieren om dit risico met succes te verminderen en wordt veel toegepast in het gebied, vooral in de biologische landbouw. Onderbouw (bijvoorbeeld met gras en luzerne) wordt toegepast tijdens de groei van het hoofdgewas (bijvoorbeeld tarwe). Onderbouw maakt het mogelijk om bodemerosie en nutriëntenverliezen te voorkómen nadat het hoofdgewas is geoogst, en tevens om de bovengrondse biodiversiteit te laten toenemen. Combinatieteelten beperken wind- en watererosie, het verlies van organische stof, verspreide bodemverontreiniging en schade elders in het gebied. De praktijk wordt ondersteund door milieumaatregelen in de landbouw, op voorwaarde dat agrariërs gemotiveerd zijn deze toe te passen. Bron: SoCo-gevalsstudie Combinatieteelt van tarwe, maïs en vlas op hellend land (Frankrijk) (Bron: Solagro, Frankrijk) 6 Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking Ondergrondverbetering (woelen) Wat is woelen en waarom is het nuttig? Op de lange termijn kan ploegen en het terugkerende gebruik van zware landbouwmachines diepe harde en verdichte lagen in de bodem teweegbrengen. Hierdoor worden de wortelgroei en de infiltratie van water en nutriënten gehinderd. Woelen heeft ten doel de verloren gegane bodemeigenschappen te herstellen en is in essentie het losmaken van verdichte bodemlagen onder de ploegdiepte zonder hen echter naar boven te brengen. De werkdiepte van de woeler dient te worden vastgesteld afhankelijk van de mate van verdichting en het bodemvochtigheidsgehalte op deze diepte. Voordelen Woelen leidt tot verbeterde wortelgroei en infiltratie van water en nutriënten. Zo wordt het afvloeien van oppervlaktewater voorkómen en kunnen opbrengsten stijgen. Nadelen Woelen kost veel energie. Deze praktijk heeft een herstellend karakter: als de oorzaken van verdichting en een slechte bodemstructuur niet worden weggenomen, kunnen de verdichte lagen op de korte termijn terugkomen. Woelen is minder geschikt voor het verhelpen van ondiepe verdichting door overbeweiding van grasland. Succesverhaal Woelen toegepast in het dorp Belozem (Zuid-Bulgarije) Verzilting is één van de belangrijkste bodemdegradatieprocessen in Zuid-Europa. In Bulgarije zijn meer dan 35 000 ha aangetast door zouten. In Belozem geldt dat voor 40 % van het land. Periodiek woelen (tot op 40-45 cm diepte) blijkt heilzaam bij verdichting en verzilting op zware gronden. De infiltratie met water wordt versterkt en de opwaartse capillaire druk van het bodemwater met een hoge zoutgraad vermindert. De afwatering van de bodem verbetert, waardoor het uitspoelen van overmatige zouten van het bodemoppervlak bevorderd wordt. Het effect van deze maatregel is echter van korte duur tenzij andere bodemverbeterende maatregelen worden geïntroduceerd. Bron: SoCo-gevalsstudie Machine voor diepwoelen (Bron: Roger Langohr, Universiteit Gent, België) Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken Informatieblad nr. Contourbouw Wat is contourbouw en waarom is het nuttig? Contourbouw betekent het uitvoeren van grondbewerkingsmaatregelen zoals ploegen, eggen en planten evenwijdig aan de hoogtelijnen (in een rechte hoek ten opzichte van de afvloeiingsrichting, en niet de helling op en neer). Het doel is water in de oppervlaktelaag van de bodem op te slaan en de afvloeiingssnelheid te vertragen, waardoor water de tijd krijgt in de bodem te trekken. Voordelen Contourbouw vergroot de infiltratiecapaciteit van de bodem en vermindert waterverlies en –erosie als gevolg van bebouwing. Nadelen Op hellingen steiler dan 10 % dient contourbouw te worden toegepast in samenhang met andere maatregelen, zoals terrasbouw en strokenbouw. De effectiviteit van contourbouw voor water– en bodembehoud is afhankelijk van het ontwerp van de systemen, maar ook van factoren als bodem, klimaat, hellingspercentage en landgebruik op individuele velden. Succesverhaal Contourbouw in het dal van de Guadalentín (Murcia, Spanje) In dit gebied wordt watererosie beschouwd als het ernstigste bodemdegradatieproces. Contourbouw, weinig rijgewassen op steile hellingen en beperkte grondbewerking zijn de belangrijkste preventieve maatregelen die toegepast worden. Sinds contourbouw in 2001 opgenomen werd in de Code van Goede Landbouwpraktijken en sinds het in 2005 in dit gebied van toepassing werd onder de milieurandvoorwaarden voor subsidies, wordt het veel toegepast. Contourbouw is zeer effectief als het gaat om het terugdringen van watererosie. Bron: SoCo-gevalsstudie Meer informatie http://soco.jrc.ec.europa.eu ftp://ftp.fao.org/agl/agll/docs/lw8e.pdf 6 Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking Dit informatieblad is gebaseerd op de bevindingen van het project ‘Duurzame landbouw en bodembehoud’ (SoCo). Het maakt deel uit van een serie van tien informatiebladen over de drie belangrijkste onderwerpen van het project. De bladen behandelen de volgende onderwerpen: – Introductie: – Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen; – Bodemdegradatieprocessen: – Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting; – Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte; – Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting; – Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken: – Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud; – Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking; – Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen; – Bodemgerichte beleidsmaatregelen: – Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden; – Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw; – Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten. Alle SoCo-informatiebladen en projectrapporten zijn te downloaden via: http://soco.jrc.ec.europa.eu. Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling © Europese Gemeenschappen 2009. Overneming met bronvermelding toegestaan. Mei 2009 Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken Informatieblad nr. Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen Agrarische infrastructuurelementen kunnen bijdragen tot een betere bescherming van bodems. Hieronder worden buffers (in vele vormen) en terrassen besproken. Buffers Wat zijn buffers en waarom zijn zij nuttig? Buffers zijn gebieden of stroken land waarvan de bodem permanent met bodembedekkers bedekt is. Buffers kunnen worden ingezet langs beken, meren, hoogtelijnen, akkerranden of zelfs op akkers. Hieronder volgen enkele voorbeelden van buffers. • Grasranden zijn kruidenrijke stroken die dienen om sedimenten en verontreinigende stoffen uit aangrenzende akkers ervan te weerhouden waterwegen of kwetsbare gebieden te bereiken. • Heggen zijn rijen struikachtige planten die worden gebruikt om eigendomsgrenzen te markeren of als afscheiding voor het vee. Zij kunnen ook een rol spelen bij het filteren van sedimenten en verontreiniging van aangrenzende akkers of bij het voorkómen van het verwaaien van pesticiden, vooral waar toegepast op hoge gewassen. • Vloedgraven zijn brede, ondiepe, schotelvormige, begroeide kanalen die zijn bedoeld om oppervlaktewater door bouwland te leiden zonder bodemerosie te veroorzaken. De kruidachtige planten vertragen de waterstroming en beschermen de kanaalranden tegen geulvorming en geulerosie, vooral als de oppervlakte van het desbetreffende waterbekken relatief groot is. • Windsingels bestaan uit rijen bomen of struiken. Ze hebben ten doel windsnelheid en –erosie te verminderen, beschermen daardoor jonge gewassen en beperken het verstuiven van sneeuw en bodem. • Oeverbuffers zijn zones met gras, bomen of struiken grenzend aan waterwegen die verontreinigende stoffen wegfilteren. Bufferstrook (haag/haagkant) langs akkerland (Somerset, Verenigd Koninkrijk) (Bron: Geertrui Louwagie) Implementatie Buffers worden aangelegd door het planten van grasstroken, heggen of bomenrijen, of een combinatie hiervan. Onderhoud is van belang om de filterende capaciteit op peil te houden of overmatige groei tegen te gaan waardoor productiegewassen worden benadeeld. In sommige Europese landen zijn bufferstroken langs randen van bouwland dat aan water grenst, verplicht. Voordelen Buffers verminderen het effect van water‑ en winderosie. Ook kunnen zij aanzienlijk bijdragen tot het beperken van het volume van sedimenten en nutriënten dat uitspoelt naar waterlopen, of de verstuiving van pesticiden van akkers naar oppervlaktewater, wegen of andere gebieden tegengaan. Windsingels in het bijzonder kunnen de windsnelheid halveren tot op een hoogte van twintig keer die van de bomen, en de verstuiving van luchtvervuiling en bodemdeeltjes opvangen. Hiermee worden de kosten beperkt voor het uitvoeren van reinigingsoperaties (bijvoorbeeld sedimentverwijdering). Buffers kunnen de vorm van het landschap veranderen. In de loop der tijd kunnen zij zich ontwikkelen tot semi-natuurlijke leefgebieden voor een verscheidenheid aan wilde planten en dieren in agrarische gebieden, en tot een netwerk van verbindingszones voor fauna en 7 Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen Terrassen Wat zijn terrassen en waarom zijn zij nuttig? Traditionele haag/haagkant die als vluchtstrook voor de beweging van wild dienst doet (County Sligo, Ierland) (Bron: Geertrui Louwagie) flora. Zij zijn het meest effectief als ze onderdeel vormen van een samenhangend beheerssysteem. Buffers kunnen ook nuttige producten leveren (fruit, hout, veevoer etc.), en zo bijdragen tot een gedifferentieerde boerderijproductie. Nadelen Onder bepaalde omstandigheden kunnen buffers leiden tot het verlies van productief land. Planten in een buffer kunnen wedijveren met productiegewassen om water en nutriënten (dit is vooral het geval bij windsingels met bomen), en ook beperken zij de ruimte om vrij met landbouwwerktuigen te kunnen manoeuvreren. Onderhoud is nodig, en dit brengt kosten met zich mee. Ten slotte helpen buffers wel de gevolgen maar niet de oorzaak van bodemdegradatie op te lossen; zij filteren bijvoorbeeld bodemdeeltjes uit afstromend water, maar voorkómen geen erosie. Succesverhalen In Europa komen verschillende soorten buffers voor. Ierland en het Verenigd Koninkrijk hebben het dichtste netwerk heggen in de EU-27. Windsingels komen veel voor op de uitgestrekte Europese vlakten, en vloedgraven worden veel toegepast in Frankrijk. Bankterrassen ondersteund door stenen muurtjes met olijfbomen in Les Garrigues (Cataluña, Spanje) (Bron: Geertrui Louwagie) Bankterrassen bestaan uit een serie vlakke of bijna vlakke platforms op geschikte afstanden langs de hoogtelijnen, en doorgaans ondersteund door stenen muurtjes. Terrassen worden over het algemeen gebruikt om landbouw mogelijk te maken op hellingen waar het hellingspercentage en de bodemdiepte anders de teelt van gewassen onmogelijk zou maken, en om de capaciteit van de bodem voor afstroming en waterdoorlatendheid te vergroten. Implementatie De helling wordt langs de hoogtelijnen ingesneden en aarde wordt verwijderd tot het een egale bank vormt die te gebruiken is voor gewasteelt. Meestal wordt een wal gemaakt van stenen om het terras te ondersteunen. Omdat er per oppervlakte-eenheid veel moet worden gegraven en opgevuld, zijn bankterrassen mogelijk niet de optimale toepassing voor bodems die gemakkelijk eroderen. Terrassen werden in het verleden veel gebruikt en worden in sommige streken bewaard als deel van het cultureel erfgoed. Voordelen Terrassen maken landbouw op hellingen mogelijk en hebben minder afvloeiing en een beter waterhoudend vermogen tot gevolg. Vaker leidt het goed onderhoud van aloude terrassen ertoe dat erosie wordt voorkómen en dat traditionele landschapselementen in gebruik blijven. Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken Informatieblad nr. Nadelen Het aanleggen van nieuwe terrassen kost grote hoeveelheden arbeid en energie. Ook vergt het een groot verzet van bodem met grote gevolgen voor het landschap en het milieu over het algemeen. Terrassen vergen veel onderhoud en indien dit uitblijft, kunnen zij verweren. Ook bevinden zij zich veelal in afgelegen en moeilijk toegankelijke gebieden, waar allang geen geschoolde arbeidskrachten en plattelandsbevolking meer aanwezig zijn. Terrassen zijn niet geschikt voor landbouw waarbij grote en zware landbouwmachines worden gebruikt. Succesverhalen Terrassen bedekken grote oppervlakten van het Middellandse Zeegebied (Spanje, Portugal, Griekenland, Italië, Zuid-Frankrijk, Cyprus, Malta), waar zij veelal worden gebruikt voor wijngaarden en olijfgaarden. Terrassen worden in vele nationale Plattelandsontwikkelingsprogramma’s in stand gehouden als waardevolle landschapselementen. Wijngaardterrassen (Bron: Agripublications European Commission) Meer informatie http://soco.jrc.ec.europa.eu Buffers http://www.fao.org/docrep/W2598E/W2598E00.htm Terrassen http://www.fao.org/docrep/T0321E/T0321E00.htm http://www.fao.org/docrep/T1765F/T1765F00.htm 7 Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen Dit informatieblad is gebaseerd op de bevindingen van het project ‘Duurzame landbouw en bodembehoud’ (SoCo). Het maakt deel uit van een serie van tien informatiebladen over de drie belangrijkste onderwerpen van het project. De bladen behandelen de volgende onderwerpen: – Introductie: – Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen; – Bodemdegradatieprocessen: – Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting; – Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte; – Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting; – Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken: – Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud; – Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking; – Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen; – Bodemgerichte beleidsmaatregelen: – Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden; – Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw; – Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten. Alle SoCo-informatiebladen en projectrapporten zijn te downloaden via: http://soco.jrc.ec.europa.eu. Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling © Europese Gemeenschappen 2009. Overneming met bronvermelding toegestaan. Mei 2009 Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemgerichte beleidsmaatregelen Informatieblad nr. De eis grond in goede landbouw‑ en milieuconditie (GLMC) te houden Achtergrond In het Gemeenschappelijk landbouwbeleid bestaan randvoorwaarden voor rechtstreekse betalingen aan agrariërs. Deze hebben vele implicaties voor bodembehoud. De randvoorwaarden vormen een controleen sanctiesysteem, waarbij minder rechtstreekse betalingen worden uitgekeerd wanneer niet aan de normen op het gebied van milieu, volks-, dier- of plantengezondheid en dierenwelzijn wordt voldaan. Deze randvoorwaarden gaan over de eis grond in goede landbouw‑ en milieuconditie te houden (GLMC). Wat dit inhoudt wordt door lidstaten vastgesteld op nationaal of regionaal niveau op grond van een gemeenschappelijk kader. De randvoorwaarden zijn van toepassing op rechtstreekse inkomenssteun en de meeste milieubetalingen geldend onder Plattelandsontwikkeling. Deze randvoorwaarden gaan over het ‘basis‑ of referentieniveau’ voor vrijwillige milieumaatregelen in de landbouw (informatieblad nr. 9), op grond waarvan betalingen worden toegekend aan agrariërs die meer doen aan milieumaatregelen in de landbouw dan de verplichte eisen, waaronder de randvoorwaarden. Effect op bodemdegradatieprocessen De GLMC-eis heeft betrekking op een reeks normen die gaan over bescherming tegen bodemerosie, onderhoud van organische stof en bodemstructuur, het vermijden van de verarming van leefgebieden (habitats) en waterbeheer. Het zoveel mogelijk bedekt houden van de bodem en het in stand houden van terrassen dragen direct bij tot het voorkómen van bodemerosie, terwijl het benutten van gewasresten en vruchtwisseling gunstig zijn voor het organische stofgehalte van de bodem. Het tegemoetkomen aan beheerseisen die een goede kwaliteit van leefgebieden en water ten doel hebben, zoals het in stand houden van landschapskenmerken, het inrichten van bufferstroken langs waterlopen of het beschermen van leefgebieden kan watererosie beperken en bodembiodiversiteit waarschijnlijk bevorderen. Land dat permanent begroeid blijft met gras heeft het bijkomende voordeel dat de organische stof in de bodem blijft. Ten slotte helpt een verstandig gebruik van irrigatiewater verzilting en verzouting tegengaan. Over het algemeen hebben de randvoorwaarden het bewustzijn van bodemdegradatie bij agrariërs vergroot, en van de milieuredenen voor het invoeren van normen om deze te voorkómen. Bodembedekker tussen wijnranken die ook als groenbemester gebruikt wordt (Rheinland-Pfalz, Duitsland) (Bron: Geertrui Louwagie) 8 Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden Gemeenschappelijk kader voor het vaststellen van GLMC (Verordening (EG) 73/2009, Bijlage III) Aangelegenheid Bodemerosie: bodem beschermen door middel van passende maatregelen Organische stof in de bodem: het gehalte organische stof in de bodem handhaven door passende praktijken Bodemstructuur: de bodemstructuur in stand houden door passende maatregelen Minimaal onderhoud: zorgen voor een minimaal onderhoud en achteruitgang van leefgebieden (habitats) voorkómen Bindende normen Minimale bodembedekking Minimaal landbeheer op basis van de specifieke omstandigheden ter plaatse Stoppelbeheer op bouwland Verbod op het verbranden van stoppel (Finland) (Bron: Geertrui Louwagie) Normen voor vruchtwisseling Passend machinegebruik Instandhouding van landschapselementen, inclusief, in voorkómend geval, heggen, vijvers, greppels, bomenrijen, bomengroepen of geïsoleerde bomen, en akkerranden Het voorkomen van overwoekering van de landbouwgrond door ongewenste vegetatie Bescherming van blijvend grasland Waterbescherming en ‑beheer: bescherming van water tegen vervuiling en afspoeling, en beheer van het watergebruik Facultatieve normen Instandhouding van terrassen Een minimale veebezetting en/of een passend regime Vaststelling en/of behoud van leefgebieden Instelling van een rooiverbod voor olijfbomen Het in een goede groeitoestand houden van olijfgaarden en wijngaarden Het aanleggen van bufferstroken langs waterlopen Naleving van vergunningsprocedures wanneer voor het gebruik van water voor bevloeiingsdoeleinden een vergunning nodig is Bomenrij langs grasland (County Sligo, Ierland) (Bron: Geertrui Louwagie) Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemgerichte beleidsmaatregelen Informatieblad nr. Succesverhalen De volgende maatregelen (gerelateerd aan de GLMC-normen) zijn succesvol gebleken bij het aanpakken van verschillende aspecten van bodemdegradatie. Tegen watererosie •Zo min mogelijk onbedekte bodem Op landbouwgrond en bosgrond met ondergroei dient tussen 15 november en 1 maart een groene bodembedekker te staan (aangeplant of spontaan), behalve tijdens voorbereidende werkzaamheden voor nieuwe gewassen (Portugal). •Passend beheer in overeenstemming met specifieke plaatselijke gesteldheid Op percelen met een groot bodemerosierisico is het niet toegestaan tijdelijke gewassen te telen of nieuw grasland aan te leggen, behalve op terrassen of terrein dat deel uitmaakt van overstromingsgebieden. Verbetering van natuurlijk permanent grasland is alleen toegestaan wanneer de bodem niet wordt bewerkt. Het planten van nieuwe vaste gewassen is alleen toegestaan in situaties die door de verantwoordelijke autoriteit technisch geschikt bevonden worden (Portugal). Op hellingen met duidelijke tekenen van erosie (zoals verspreid voorkomende geulen) is direct na het zaaien het tijdelijk afvoeren van water door middel van drainagegeulen vereist (Italië, in het bijzonder de ‘Provincia Autonoma Bolzano/Bozen’ en Calabrië). Tegengaan van verlies van organische stof en biodiversiteit in de bodem •Beheer van stoppelvelden In sommige lidstaten wordt deze norm ook toegepast op ander land dan akkerland en wordt ook het verbranden van gewasresten (stoppels, stro, dood gras, hooi) op grasland (natuurlijk of ingezaaid) en weidegrond (Italië, in het bijzonder de ‘Provincia Autonoma Bolzano/Bozen’ en Calabrië) of op alle landbouwland (Estland) verboden. Maatregelen die de bodemkwaliteit op landbouwgrond over het algemeen verbeteren •Agrariërs dienen een jaarlijkse ‘Bodembeschermingsevaluatie’ in te vullen, bestaande uit een eenvoudige inschatting van het risico van schade aan de bodemstructuur, verlies van organische stof en erosie, die herstelmaatregelen aangeeft (Engeland, Verenigd Koninkrijk). De evaluatie laat ruimte voor beheersopties die passen in plaatselijke omstandigheden en wordt jaarlijks herhaald om veranderde omstandigheden zichtbaar te maken. Bron: SoCo-onderzoek naar beleidsimplementatie in de EU en SoCo-gevalsstudies Meer informatie http://soco.jrc.ec.europa.eu Oeverbuffer (County Sligo, Ierland) (Bron: Geertrui Louwagie) 8 Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden Dit informatieblad is gebaseerd op de bevindingen van het project ‘Duurzame landbouw en bodembehoud’ (SoCo). Het maakt deel uit van een serie van tien informatiebladen over de drie belangrijkste onderwerpen van het project. De bladen behandelen de volgende onderwerpen: – Introductie: – Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen; – Bodemdegradatieprocessen: – Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting; – Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte; – Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting; – Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken: – Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud; – Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking; – Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen; – Bodemgerichte beleidsmaatregelen: – Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden; – Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw; – Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten. Alle SoCo-informatiebladen en projectrapporten zijn te downloaden via: http://soco.jrc.ec.europa.eu. Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling © Europese Gemeenschappen 2009. Overneming met bronvermelding toegestaan. Mei 2009 Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemgerichte beleidsmaatregelen Informatieblad nr. Milieumaatregelen in de landbouw (‘agri-environment measures’) Achtergrond Het plattelandsontwikkelingsbeleid in de Europese Unie ondersteunt een brede reeks maatregelen die lidstaten of regio’s gebruiken om een duurzame ontwikkeling van hun plattelandsgebieden te ondersteunen. Hiertoe stellen lidstaten op zowel nationaal en regionaal niveau een Plattelandsontwikkelingsplan (POP) op, op basis van hun behoeften en als uiting van hun Nationale Strategieplan. Plattelandsontwikkelingsprogramma’s worden gefinancierd door de EU en de lidstaten samen. Plattelandsontwikkelingsmaatregelen zijn gerangschikt onder de drie thema’s van het beleid, die bekend staan als de ‘thematische zwaartepunten’: concurrentiekracht, milieu en landbeheer, leefkwaliteit en economische verbreding. Onder elk van deze thema’s vallen maatregelen die bodemdegradatie op landbouwgrond tegengaan. Zulke maatregelen zijn training, bedrijfsmodernisering, uitkeringen bij natuurlijke belemmeringen, agromilieubetalingen, niet-productieve investeringen, agrobosbouw en herbebossing. Milieumaatregelen in de landbouw zetten agrariërs ertoe aan de milieukwaliteit van hun landbouwgrond te beschermen, te onderhouden en te verbeteren. Milieumaatregelen in de landbouw worden ontwikkeld op het nationale, regionale of lokale niveau en zijn zodoende aangepast aan specifieke bedrijfssystemen en milieuomstandigheden. Door inzet te ondersteunen die verder gaat dan de wettelijke en verplichte eisen, zoals bij de GLMCbenadering (zie informatieblad nr. 8), vullen de milieumaatregelen in de landbouw de GLMCbenadering aan. De concrete menu’s met agromilieuverplichtingen worden overeengekomen tussen de uitvoerende autoriteit en de agrariër door middel van contracten voor een periode tussen de vijf en zeven jaar. Agromilieubetalingen worden berekend op basis van gemaakte kosten en misgelopen inkomsten ten gevolge van specifieke milieuverplichtingen. Erosiepoel (Somerset, Verenigd Koninkrijk) (Bron: Geertrui Louwagie) 9 Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw Traditionele hagen tussen koolzaadvelden (Schleswig-Holstein, Duitsland) (Bron: Stephan Hubertus Gay) Effecten op bodemdegradatieprocessen Milieumaatregelen in de landbouw die gericht zijn op bodembescherming, ‑behoud of ‑verbetering zijn meestal gericht op het aanpakken van water‑ of winderosie, bodemverontreiniging of bepaalde fysieke, chemische en biologische bodemeigenschappen. Regelingen die vooral gericht zijn op het behoud van water, biodiversiteit of landschap kunnen werken door het aannemen van bodembehoudspraktijken. In plaats van zich te richten op specifieke maatregelen voor bodembehoud kunnen milieumaatregelen voor de landbouw ook de nadruk leggen op het overschakelen naar gunstiger landbouwsystemen zoals landbouw voor bodembehoud of biologische landbouw. Tegen watererosie • Grondbewerking voor bodembehoud, zoals niet ploegen, in het bijzonder in gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde ter ondersteuning van bodembiodiversiteit; of zaaien onder gewasresten gecombineerd met niet of minder ploegen: dat wil zeggen, gewasresten (vooral stro) blijven op het veld gedurende de wintermaanden en het zaad wordt er direct onder gezaaid; of direct zaaien en grondbewerking zonder keren • Groene bodembedekkers tijdens de winterperiode • Instellen en onderhouden van grasbufferzones, grasverbindingszones of erosievijvers en –dammen • Het bouwen of herbouwen van bodembehoudsstructuren zoals terrassen of wallen, op de grens van bevloeide akkers op hellingen Tegen het verlies van organische stof en biodiversiteit • Het gebruik van organische stof van buitenaf in de akkerbouw, zoals mest, bodembedekkers, stro, etc. • Technieken voor bodembehoud, zoals geen grondbewerking, in gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde en vaste gewassen • (Overschakelen naar) biologische landbouw, in het bijzonder door het verminderen van inputs, vruchtwisseling en het extensiveren van veeteelt. Positieve neveneffecten op lokale en diffuse bodemverontreiniging zijn te verwachten. Bron: SoCo-onderzoek naar implementatie van het EU-beleid Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemgerichte beleidsmaatregelen Informatieblad nr. Succesverhalen Het agromilieuplan voor de biologische landbouw (Murcia, Spanje) Deze maatregel is gericht op het behouden van ecosystemen, het onderhouden en vergroten van de bodemvruchtbaarheid en het organische stofgehalte, het produceren van gewassen die geen pesticiden bevatten en het verminderen van chemische vervuiling door agrarische oorzaken. Het plan bestaat sinds 1992 in Spanje, maar wordt sinds 2001 in Murcia uitgevoerd. Volgens het huidige programma (2007-2013) tekenen agrariërs een contract voor vijf jaar en variëren de betalingen per gewas. Het is het belangrijkste landbouwmilieuprogramma in de regio, en legt beslag op 57 % van het budget, door steun aan 1 500 bedrijven of 30 000 ha met als doel een toename van de biologische landbouw in het gebied met 25 %, in het bijzonder in natuurgebieden. De details van de regeling voor individuele maatregelen zijn opgesteld door de regionale overheid in overleg met het regionale regulerende orgaan voor biologische landbouw en landbouworganisaties. Deze laatste spelen een belangrijke rol doordat zij ondersteuning bieden bij de administratie rond de maatregel, en door het optreden als adviseurs. Deze maatregel heeft aanzienlijk potentieel als het gaat om het aanpakken van bodemdegradatie in de regio, en is vooral relevant in de bevloeide gebieden. Andere positieve kenmerken zijn de mate van aanpassing aan regionale omstandigheden en de continuïteit door de tijd heen; doordat het plan zo belangrijk is wordt de continuïteit ook in de toekomst gegarandeerd. De maatregel is bekend en redelijk populair onder de agrariërs, ondanks de zware administratieve belasting en de beperkte steun aan de deelnemers. Bron: SoCo-gevalsstudie Milieumaatregelen in de landbouw bleken succesvol bij het behalen van voordelen voor bodems: • Heggenaanleg in Piemonte (Italië) had een aanzienlijk effect op bodemerosie. • Technieken waarbij direct gezaaid werd zorgden in Oostenrijk voor 40 % minder bodemerosie. • Biologische landbouwpraktijken in Umbrië (Italië) droegen bij aan een vermindering van de bodemerosie van gemiddeld 6.8 t/ha/jr. Het omschakelen van bouwland naar grasland betekende een vermindering van de erosie van 30 t/ha/jr. • In Vlaanderen is uit berekeningen gebleken dat groene bodembedekkers ten minste 50 % minder bodemerosie ten gevolge hebben. Bron: tussentijdse evaluatie POP 2000-2006 Meer informatie http://soco.jrc.ec.europa.eu Gebruik van feromonen in de wijnbouw zodat minder pesticiden nodig zijn (Rheinland-Pfalz, Duitsland) (Bron: Geertrui Louwagie) 9 Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw Dit informatieblad is gebaseerd op de bevindingen van het project ‘Duurzame landbouw en bodembehoud’ (SoCo). Het maakt deel uit van een serie van tien informatiebladen over de drie belangrijkste onderwerpen van het project. De bladen behandelen de volgende onderwerpen: – Introductie: – Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen; – Bodemdegradatieprocessen: – Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting; – Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte; – Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting; – Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken: – Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud; – Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking; – Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen; – Bodemgerichte beleidsmaatregelen: – Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden; – Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw; – Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten. Alle SoCo-informatiebladen en projectrapporten zijn te downloaden via: http://soco.jrc.ec.europa.eu. Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling © Europese Gemeenschappen 2009. Overneming met bronvermelding toegestaan. Mei 2009 Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemgerichte beleidsmaatregelen Informatieblad nr. Landbouwvoorlichtingsdiensten Achtergrond Voorlichtingsdiensten dienen om agrariërs te helpen hun bedrijf in alle opzichten te verbeteren. Zij kunnen ook dienstbaar zijn aan het helpen beschermen, onderhouden en verbeteren van de bodem. Het Gemeenschappelijk landbouwbeleid verplicht lidstaten een landbouwvoorlichtingssysteem op te zetten. Het instellen en gebruiken van een dergelijk systeem komt in aanmerking voor ondersteuning door het Plattelandsontwikkelingsbeleid; daarnaast kunnen nationale of regionale regelingen dergelijke initiatieven ook ondersteunen. Effect op bodemdegradatieprocessen Bij de meeste voorlichtingsinitiatieven komt een reeks bodemdegradatieprocessen aan bod en de adviezen richten zich meer op bedrijfssystemen dan op afzonderlijke agrarische praktijken. De adviseur helpt met het opstellen van een overzichtskaart voor het inschatten van de erosiegevoeligheid (Somerset, Verenigd Koninkrijk) (Bron: Geertrui Louwagie) Gerichte informatie helpt agrariërs bodem en water te beschermen (Tsjechië) In Tsjechië bestaat een ingenieus landbouwvoorlichtingssysteem voor de implementatie van de nitraatrichtlijn. In dit kader heeft een serie regionale workshops plaatsgevonden, zijn brochures verspreid en is informatie over gepast beheer aangeboden. De informatie is toegankelijk via het perceelsinformatiesysteem, een database waarin gebieden en de afscheiding van landbouwkavels zijn geregistreerd. Het Tsjechische informatiesysteem is ontwikkeld in 2004 en is vernieuwend omdat er milieugegevens in opgenomen zijn. Geregistreerde gebruikers kunnen precieze en gerichte informatie vinden over de eisen die gelden in het kader van de nitraatrichtlijn (bijvoorbeeld beperkingen betreffende kunstmestgebruik en vruchtwisselingseisen), toegespitst op afzonderlijke percelen. Het systeem is toegankelijk via internet en wordt gebruikt door zowel agrariërs, adviseurs en inspecteurs. Het perceelsinformatiesysteem is gecombineerd met gedetailleerde bodemgegevens en een digitaal terreinmodel, als basis voor precieze berekeningen van de bodemerosie. Daarmee zijn specifieke antierosiemaatregelen ontworpen, waaronder anti-erosieranden, sloten, grasstroken en wateropslagpolders. Het systeem is ook gebruikt om 100 000 ha te bestemmen voor de omschakeling naar grasland of de toepassing van specifieke agronomische maatregelen. Bron: SoCo-gevalsstudie 10 Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten Bestrijding van bodemerosie in de regio Midi-Pyrénées (Frankrijk) Het huidige landbouwgebruik en de landbouwpraktijken in de Midi-Pyrénées brengen een groot erosierisico met zich mee. Technische adviseurs zijn ingezet om de agrarische ontwikkeling te begeleiden en iets te doen aan dit degradatieproces. De Regionale Landbouwkamer organiseert al twintig jaar studiekringen over erosiebeheer en sinds 2000 vormt landbouw voor bodembehoud de focus voor de advisering. Voor de periode 2007-2012 is een regionale werkgroep opgezet die de meest vergevorderde technieken uit dit landbouwsysteem heeft bestudeerd. De werkgroep vormt een samenwerking tussen de Landbouwkamers, technische instituten en boerenorganisaties, die samen een netwerk van voorbeeldbedrijven en een onderzoeksprogramma hebben opgezet. De doelen zijn: • de ontwikkeling van eenvoudige grondbewerkingstechnieken (minder of niet ploegen) aangepast aan de bodem- en klimaatomstandigheden van Zuidwest-Frankrijk; • het vaststellen van de agronomische, economische en milieuvoordelen van deze technieken; • het vaststellen van de vereiste voorwaarden om deze informatie aan agrariërs en voorlichters te kunnen overdragen. Tegelijkertijd bevorderen particuliere bedrijven eenvoudige grondbewerkingstechnieken in de MidiPyrénées. Dankzij hun adviezen kunnen agrariërs hun marges verbeteren en tegelijk hun bedrijfsvoering afstemmen op bodemdegradatieprocessen. Agrariërs betalen een bedrag van EUR 90/ha voor een dergelijk lokaal aangepast advies. Waargenomen ernst (som van afzonderlijke scores op een schaal van 1-5) van bodemdegradatie voor en na de invoering van landbouw voor bodembehoud (conservation agriculture) op 14 bedrijven in de regio Midi-Pyrénées (Frankrijk) Bodemerosie (wind) Diffuse verontreiniging Schade elders Laag waterhoudend vermogen Verdichting Bodemerosie (water) Afname organischestofgehalte Som van afzonderlijke scores Score na implementatie van CA Bron: SoCo-gevalsstudie Score vóór implementatie van CA Duurzame landbouw en bodembehoud Bodemgerichte beleidsmaatregelen Informatieblad nr. Bewustzijnsvorming: een belangrijke stap in bodembescherming (Somerset, Verenigd Koninkrijk) (Bron: Ian Fenn) Initiatief Agrarische bodemverontreiniging in stroomgebieden (‘Catchment-sensitive farming’) (Engeland) ‘Catchment-sensitive farming (CSF)’ (2006-2011) is een samenwerkingsverband tussen Defra (het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken in het Verenigd Koninkrijk) en twee gouvernementele milieuorganisaties (‘Environment Agency’ en ‘Natural England’). Het wordt gefinancierd door de overheid, waarbij GBP 25 miljoen is gereserveerd voor de eerste twee jaar, waarvan GBP 5 miljoen voor het ‘Capital Grants Scheme’. Het initiatief heeft ten doel het vroegtijdig aanpakken, op vrijwillige basis, door agrariërs van door landbouw veroorzaakte diffuse waterverontreiniging en het verbeteren van bodem- en waterbeheerpraktijken in 40 prioritaire stroomgebieden te bevorderen en zo bij te dragen aan een aantal beleidsdoelen, waaronder de uitvoering van de kaderrichtlijn water. De nadruk ligt op het aanbieden van informatie, advies en capaciteitsopbouw. De maatregelen hebben succes bij het vergroten van het bewustzijn bij agrariërs van een reeks zaken rond diffuse verontreiniging, en de bodembeheerspraktijken die hiermee verband houden. Door het financieren van voorlichters in het veld is de capaciteit om bodembeheer onder de aandacht te brengen toegenomen. Hierdoor hebben andere maatregelen, zoals ‘Environmental Stewardship’, de belangrijkste milieumaatregel voor de landbouw in Engeland, en het ‘Capital Grants Scheme’ voor agrariërs, een scherpere focus gekregen. Hoewel de regeling pas recentelijk is ingegaan is de startfase zeer succesvol verlopen. In het kader van de regeling zijn 14 000 bedrijfsspecifieke aanbevelingen gedaan, waaronder een groot aantal dat gericht was op passend bodembeheer. De regeling kan een belangrijk gat opvullen in de reeks beleidsregelingen die bestaat om diffuse waterverontreiniging en bodemverontreiniging door de landbouw aan te pakken en heeft aanzienlijk draagvlak onder belanghebbenden. Bron: SoCo-gevalsstudie Meer informatie http://soco.jrc.ec.europa.eu 10 Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten Dit informatieblad is gebaseerd op de bevindingen van het project ‘Duurzame landbouw en bodembehoud’ (SoCo). Het maakt deel uit van een serie van tien informatiebladen over de drie belangrijkste onderwerpen van het project. De bladen behandelen de volgende onderwerpen: – Introductie: – Informatieblad nr. 1: Het verband tussen bodemdegradatie, bodemvriendelijke landbouwpraktijken en bodemgerichte beleidsmaatregelen; – Bodemdegradatieprocessen: – Informatieblad nr. 2: Watererosie en verdichting; – Informatieblad nr. 3: Afname van het organische stofgehalte; – Informatieblad nr. 4: Verzilting en verzouting; – Bodemvriendelijke bedrijfssystemen en -praktijken: – Informatieblad nr. 5: Landbouw voor bodembehoud; – Informatieblad nr. 6: Bodemvriendelijke grondbewerking; – Informatieblad nr. 7: Bodemvriendelijke agrarische infrastructuurelementen; – Bodemgerichte beleidsmaatregelen: – Informatieblad nr. 8: De eis grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) te houden; – Informatieblad nr. 9: Milieumaatregelen in de landbouw; – Informatieblad nr. 10: Landbouwvoorlichtingsdiensten. Alle SoCo-informatiebladen en projectrapporten zijn te downloaden via: http://soco.jrc.ec.europa.eu. Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling © Europese Gemeenschappen 2009. Overneming met bronvermelding toegestaan. Mei 2009