PROJECTPLAN Datum: 23.02.2012 Versienummer: 3 Status: Concept Toelichting bij opstellen projectplan Voor een project op afdelings- of locatieniveau wordt volstaan met het invullen van de geblokte items (nummers 8, 9, 12, 13 en 14). Voor andere projecten worden alle items ingevuld. Naam project Experiment regelarme instelling Soort project tactisch (IJsselheembreed/locatie overstijgend) Betreffende locatie en/of afdeling (indien operationeel) 3 deelprojecten op operationeel niveau; De Amandelboom De Schans Werkeren Portefeuillehouder (RvB, directeur, manager) B. Penninkhof (directeur) Opdrachtgever Paula vd Bogaart (manager beleid en innovatie) Projectleider (in ieder geval functie, indien bekend naam) Erna Ellens (HCZ Amandelboom); Marian Kleiweg (locatiemanager de Schans); Hennie Eggink (HCZ Werkeren) Gewenste expertise binnen projectteam In ieder geval 1 eerstverantwoordelijk verzorgende zorg en welzijn van elke afdeling. 1. Aanleiding en vraagstelling IJsselheem heeft bij VWS een verzoek ingediend om deel te mogen nemen aan het experiment regelarme instelling. Dit verzoek is toegekend. IJsselheem wil in het experiment regelarme instelling de verplichte registratie van risicosignalering loslaten (zie normen verantwoorde zorg 7.1 en 7.3 ). Hierbij gaat het om regels gericht op het uitsluiten van risico’s op het gebied van huidletsel, ondervoeding en overgewicht, vallen, depressie, incontinentie. Enkele overwegingen hierbij: Mensen raken gefocust op de risico’s-> werkt medicalisering van de ouderenzorg in de hand; Het werkt betuttelend naar medewerkers toe Verzorgenden hebben door alle verplichte invullijstjes minder tijd om open te staan voor wensen van cliënten en om dus echt te kijken wie de cliënt is. (Zie conclusie benchmark 2011: door cliënten ervaren inspraakmogelijkheden blijven achter bij de door medewerkers ervaren communicatie over en weer met cliënten) Verzorgenden zijn bezig met een invullijstje i.p.v. met observatie en het inzetten van de eigen professionaliteit (inclusief het bedenken van acties bij het signaleren van problemen); (Multidisciplinaire) overlegmomenten en het zorgleefplan dreigen meer te gaan over risico’s betreffende gezondheid, veiligheid en hygiëne dan over de situatie/ wensen van de cliënt. Wie het risico uit het leven haalt, haalt het leven uit het leven. Pagina 1 van 5 2. Uitkomst risicoanalyse en vooronderzoek (indien van toepassing) Het is voor IJsselheem erg belangrijk dat ze niet door het zorgkantoor, HKZ of de IGZ worden “afgerekend” op het niet invullen van de risicosignaleringslijst. IJsselheem overlegt zelf met het zorgkantoor (Achmea in Zwolle) en, indien nodig, met HKZ. VWS zal dit experiment meenemen in het overleg met de IGZ. 3. Doelstelling 1. Kwaliteit van de zorgleefplanbespreking met de cliënt verhogen. Tijdens het gesprek met de cliënt moet het welzijn van de cliënt centraal staan. De beschikbare tijd moet benut worden voor aandacht voor de cliënt, voor hoe hij zich voelt en wat hij nodig heeft. Het doornemen van de risicosignaleringslijst vraagt veel tijd en focust het gesprek teveel op medische aspecten. De zorgverleners zijn zo professioneel dat ze mogelijke risico’s en hoe daarop te handelen in hun hoofd hebben zitten. De risico’s komen voldoende aan de orde in het zorgleefplan, ook zonder de hele lijst door te nemen in het gesprek. 2. Kwaliteit van het multidisciplinair overleg verhogen. Ook het multidisciplinair overleg is vooral gericht op medische aspecten en weinig op het welzijn van de cliënt. Dit heeft zijn weerslag in het zorgleefplan dat daardoor vooral gericht is op domein 4. 4. Projectresultaat (-en) Omschrijving van de op te leveren producten en/of diensten Pagina 2 van 5 1. De tevredenheid van de cliënten neemt toe. Dit resultaat zal worden gemeten aan de hand van enkele indicatoren van de CQ-index, te weten: Indicator 3.2 ervaren zelfstandigheid/ autonomie 4.1 mentaal welbevinden 5.2 bejegening 6.1 zorgleefplan en evaluatie Indicator 6.2 ervaren inspraak en overleg 2. De kwaliteit van zorg neemt niet af. Het is ook van belang om vast te stellen dat de kwaliteit van zorg niet afneemt, bijv. Het aantal gevallen van decubitus niet toeneemt. Dit resultaat zal worden gemeten aan de hand van een aantal indicatoren verantwoorde zorg, te weten: Indicator 7.2 percentage cliënten met huidletsel Indicator 7.4 percentage cliënten dat te maken heeft met valincidenten Indicator 7.5 percentage cliënten dat te maken heeft met medicatie-incidenten Indicator 7.7 percentage cliënten met depressie Indicator 7.8 percentage cliënten dat te maken heeft met incontinentie 3. De kwaliteit van het zorgleefplan neemt toe. Het zorgleefplan is adequaat als het onder andere voldoet aan de eisen: Dat de cliënt werkelijk betrokken is bij het tot stand komen van het zorgleefplan; Dat duidelijk is wat de afspraken zijn op de vier domeinen kwaliteit van leven. Indicatoren waarmee gemeten wordt: Het zorgleefplan is gericht op de 4 domeinen van kwaliteit van leven In het zorgleefplan is beschreven wat de cliënt typeert en wat de voorkeuren, wensen en zorgvragen van de cliënt zijn In het zorgleefplan zijn doelen en afspraken gebaseerd op de wensen, voorkeuren en zorgvragen van de cliënt; In het zorgleefplan is beschreven op welke ondersteuning de cliënt kan rekenen 5. Afbakening Beschrijf welke zaken wel en welke zaken niet tot de verantwoordelijkheid van het project worden gerekend Overigens wil IJsselheem wel risico’s blijven signaleren en daarover rapporteren in het zorgplan. De risicosignaleringslijst als zodanig wordt echter niet meer besproken met de cliënt en ook niet als aparte lijst in het multidisciplinair overleg. De cliënt mag rekenen op adequate gezondheidsbescherming en –bevordering. Dit houdt in dat er sprake blijft van tijdige herkenning van gezondheidsrisico’s. Betreffende decubitus, vocht-en voedsel, vallen, medicatie, toiletgang en gedragsproblemen. IJsselheem vertrouwt wat de signalering betreft op de professionaliteit van haar medewerkers. Bij herkenning van gezondheidsrisico’s worden de protocollen gevolgd. Pagina 3 van 5 6. Communicatie/informatie Afspraken over communicatie/informatie tussen opdrachtgever en projectleider De projectleiders informeren de opdrachtgever, hiervoor is in de periode maart tot november 2012 minimaal maandelijks face tot face of telefonisch overleg. De opdrachtgever informeert VWS over de stand van zaken van het experiment: Anne-Marie Vervaet (projectleider, directie Markt en consument, eerste contactpersoon) en Inge Raser (senior beleidsadviseur, directie Langdurige zorg, tweede contactpersoon). Zie het verslag van het gesprek met VWS d.d. 14-2-2012. De Raad van bestuur bespreekt het experiment met het zorgkantoor; De opdrachtgever bespreekt het experiment met de leadauditor van DNV met het oog op de HKZ audit; De opdrachtgever informeert het kwaliteitsoverleg over dit experiment. De betrokken communicatieadviseur (MM) adviseert over pr en berichtgeving in ONS en eventueel breder. De projectleiders informeren de medewerkers op de betreffende locatie. 7. Startdatum en geschatte doorlooptijd Het experiment zal worden uitgevoerd in de periode maart-november 2012. De meting kwaliteitsindicatoren Zichtbare Zorg van november 2011 wordt als nulmeting genomen voor resultaat 2. De nulmeting voor resultaat 1 is de CQ-meting die in locatie De Amandelboom en locatie de Schans in het najaar 2010 uitgevoerd. Voor locatie Werkeren in het voorjaar 2011. Voor resultaat 3 wordt de kwaliteit van de zorgleefplannen aan het begin 2012 gemeten door afd. Beleid en innovatie. De metingen zorginhoudelijke indicatoren en clientwaarderingsindicatoren in november 2012 zijn de eindmetingen voor resultaat 1 en 2. De kwaliteit van het zorgleefplan wordt aan het eind van het experiment gemeten door afd. Beleid en innovatie vastgesteld aan de hand van een nieuwe beoordeling van het zorgleefplan. 8. Samenstelling projectteam 9. Projectorganisatie Leg vast wie wat doet en wat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het projectteam zijn (zie ook punt 8) . 10. Randvoorwaarden Breng de randvoorwaarden van het project in beeld. Zijn er voldoende middelen en faciliteiten beschikbaar? Zijn de juiste mensen beschikbaar en is er voldoende draagvlak binnen de organisatie? 11. Benodigde middelen Pagina 4 van 5 Breng de totale projectkosten in kaart. Maak daarbij onderscheid tussen incidentele en structurele kosten. Op welke wijze wordt het projectbudget bewaakt? En wat levert het project uiteindelijk (in financiele zin) op? 12. Planning Beschrijf de (hoofd)activiteiten, de mijlpalen en/of beslismomenten en zet deze weg in de tijd. Implementatie, evaluatie en borging zijn altijd onderdeel van deze planning. Hoofdactiviteit, mijlpaal en/of beslismoment Planning 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 13. Rapportage van de stand van zaken Beschrijf de afspraken over de verslaglegging van het projectverloop ten behoeve van opdrachtgever (zie ook punt 6) en projectgroepleden. Gebruik voor de verslaglegging het format Voortgangsrapportage (zie sjabloon Projectsite) . 14. Evaluatie en borging van het project Na afloop van het project vindt evaluatie plaats. Beschrijf hier de vragen/bespreekpunten op basis waarvan de evaluatie plaatsvindt. Beschrijf aan het einde van het project de uitkomsten van de evaluatie. Vragen/bespreekpunten m.b.t. evaluatie Uitkomsten van de evaluatie Geef in ieder geval aan of de doelstelling behaald is, welke resultaten er zijn behaald, op welke manier dit is gebeurd en hoe het resultaat geborgd is. 15. Bijlagen Beschrijf/benoem hier eventuele bijlagen (bijv. communicatieplan, functioneel ontwerp, Programma van Eisen, detailplanning etc.). Pagina 5 van 5