DE ROMEINEN Ontstaan van Rome: §1 * Aeneas en de Trojaanse oorlog – sticht Alba Longa * Mars x Sylvia Rheia = Romulus + Remus * moeder is dochter van Numitor – koning van Alba Longa * Numitor afgezet door zijn broer Amulius * Amulius wil Romulus en Remus laten verdrinken * worden opgevoed door wolvin * doden Amulius en Numitor wordt weer koning * beloning: stichten stad langs de Tiber – 7 heuvelen ROME * broedermoord * 117 n.C. grootste uitbreiding RR * grenzen: - natuurlijke grenzen noord: rivieren zuid: woestijn west: oceaan oost: bergen / Eufraat - staatkundige grens Eng. – muur van Hadrianus Rome verovert Italië Rood = Etrusken * Rome is zwak * 7e eeuw v.C. Etrusken overheersen Rome * koninkrijk * Tarquinius Superbus laatste Etruskische koning van Rome * Zuid-Italië > Griekse koloniën * Tarente was de belangrijkste * Rome valt aan * hulp van Phyrrus (koning v Epirus) (Phyrrusoverwinning) 272 v.C. Tarente ingenomen 270 v.C. Rhegium ingenomen – Rome baas in Italië Macht in het Middellandse zeegebied Carthago is de grootste vijand van Rome gevolg: oorlog! Noemen we de Punische oorlogen Centrum van de politiek was het: Forum Romanum (van oorsprong een vlakte tussen de heuvels – moerassig) DE GROEI VAN HET ROMEINSE RIJK uitbreiding buiten Italië KONINGSTIJD: 753-510 REPUBLIEK: 486-387 386-334 333-300 299-290 289-265 264-201 200-133 132-68 67-44 Caesar KEIZERTIJD (vanaf 27vC): 43-14 nC Augustus 14-37 Tiberius 41-54 Claudius 81-96 Domitianus 98-117 Trajanus Ruzie tussen: Senaat, Magistraten, Volksvergadering Daardoor meer macht voor legeraanvoerders, omdat: soldaten zijn trouw aan legeraanvoerder ipv consuls Gevolg: burgeroorlog Winnaar: Julius Caesar (59 vC.) werd vermoord door Cassius + Brutus in 44 vC. Octavianus, neef van Caesar, komt aan de macht * doet alsof de republiek blijft bestaan Hoe? zich elk jaar laten benoemen tot Consul * 27 vC. alle macht in handen * titels: - Augustus (= verhevene) - Imperator (= opperbevelhebber van het leger) - Princeps (= voornaamste van de Senaat) * Pax Romana = Romeinse vrede 300 uiteenvallen van het Romeinse rijk: - West Romeinse Rijk – hoofdstad Rome – ten onder in 476 - Oost Romeinse Rijk – hoofdstad Constantinopel – ten onder in 1453 Moord op Ceasar Romeinse samenleving * boeren stonden in hoog aanzien - sommigen hadden een eigen stukje grond - sommigen waren in dienst van een gr.gr.bez. - velen dienden als soldaat - ondanks aanzien leefden ze in grote armoede - oplossing: migratie naar de stad * handelaren stonden niet in hoog aanzien - profiteerden wel van de Pax Romana - goede infrastructuur - introductie van het geld (sestertie) * patriciërs stonden in hoog aanzien - rijke adel, veel grond - konden senator worden (1 milj. Sestertiën nodig) * Plebejers (plebs = het volk) stonden niet hoog in aanzien - voornamelijk oud-soldaten - zitting in volksvergadering > besluiten senaat verwerpen - later gekozen worden tot senator en magistraten (1miljoen sestertiën bleef nodig) §2 * proletariërs stonden laag in aanzien - armen, genoemd vanwege bezit kinderen - wonen in insulae (= huurkazerne) - brood en spelen - verhuren als cliënt * slaven, aanzien afhankelijk van opleiding - hoog opgeleid (vaak Grieken) en laag opgeleid - goede en slechte behandeling - slaaf door: krijgsgevangen, geboren, schulden Hoe onrust in het Romeinse Rijk te voorkomen? - schenkingen aan het volk: geld, banen, cliënten - brood en spelen: brood > voedseluitdelingen (gratis) spelen > toneel- en dichtkunst dmv voorstellingen in theaters gladiatorengevechten Brood en spelen werden ook georganiseerd zodat de keizer en de senatoren populair werden, dus meer aanzien kregen bij het volk Cultuur §3 * multiculturele samenleving - verschillen - overeenkomsten: > Romeinse wetten + rechtspraak > Latijn als bestuurstaal > handel * wetten - plicht: - belasting betalen - gehoorzaamheid als cliënt, soldaat - verandering door consul of keizer - bescherming Romein - vrije mensen, dus bij ruzie rechtszaak / advocaat - geen Romein, dan willekeur machthebbers * religie - polytheïsme > huisgoden – altaar – ceremonie > tempels - offeren – hiernamaals > priesters - voorspellen toekomst - staatsgodsdienst > keizer = pontifex maximus > doel: aantonen goddelijke afkomst - verdraagzaam > eigen goden, mits offeren R. goden > adopteren buitenlandse goden (Grieks, Germaans, Egyptisch) * Grieken als voorbeeld Grieks-Romeins / antiek / klassiek vb. bouwkunst: - Pantheon (Corintische orde / fronton) uitvindingen : beton, koepelbouw religie wetenschap, etc. Opkomst Christendom §4 63 vC. Judea wordt veroverd – gaat belasting betalen - woongebied van Joden – monotheïsme 30nC. Jezus van Nazareth > komst messias is voorspelling in Tenach beetje populair / Christus – veroordeling door Pontius Pilatus 66 nC. misoogst > armoede > geen belasting meer kunnen betalen keizer niet meer vereren > opstand opstand neergeslagen > diaspora over RR. | meer mensen maken kennis met Christendom populair bij: vrouwen, armen, slaven vanwege gelijkheid Gevolg? - verboden door keizer - vervolging 312 nC. keizer Constantijn geeft joden godsdienstvrijheid waarom? Steun van joden bij strijd tegen medekeizer Maxentius 380 nC. keizer Theodosius maakt christendom tot staatsgodsdienst | wordt later rooms-katholieke kerk * paus * Rome Germaanse invallen §5 57 vC. Onderwerping Nederland > limes > castra / castellum legioenen hulptroepen noorden: Friezen - opstanden zuiden: Bataven – bondgenoot - geen belasting betalen - hulptroepen leveren - opstand olv Julius Civilis (69 nC.) allen romaniseren Romeinen nemen Germaanse gebruiken over 1e eeuw nC. Volksverhuizingen leidt tot verval RR, omdat: - Romeinen willen leger niet meer in - leger krijgt minder geld van keizer/senaat - leger krijgt minder belastinggelden - loyaliteitsprobleem