2010/044 - GO! Pro - GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

advertisement
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vakken:
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw
0/1-2 lt/w
TV Landbouw/tuinbouw
13/12-11 lt/w
Specifiek gedeelte
Studierichting:
Biotechnische wetenschappen
Studiegebied:
Land- en tuinbouw
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
derde graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2010/044
(vervangt 2006/107)
Nummer inspectie:
2010/46/1//D
(vervangt 2004 / 170 // 1 / R / SG / 2H / III / / D/)
Pedagogische begeleidingsdienst
GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap
Emile Jacqmainlaan 20
1000 Brussel
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
INHOUD
Visie.......................................................................................................................................2
Beginsituatie.........................................................................................................................3
Algemene doelstellingen .....................................................................................................4
Leerplandoelstellingen/leerinhouden/specifieke pedagogisch-didactische wenken ...... 5
VAK: TV LANDBOUW/TUINBOUW .........................................................................................................5
Subvak 1: Ecosystemen............................................................................................................5
Subvak 2: Toegepaste wetenschappen ....................................................................................7
Subvak 3: Uitrusting ............................................................................................................... 19
Subvak 4: Technieken............................................................................................................ 21
VAK: PV/TV STAGE LANDBOUW/TUINBOUW ................................................................................... 38
Pedagogisch-didactische wenken ....................................................................................40
Minimale materiële vereisten .............................................................................................43
Evaluatie .............................................................................................................................45
Bibliografie .........................................................................................................................46
1
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
VISIE
De studierichting Biotechnische wetenschappen beoogt de leerlingen een uitgebreide kennis van, een
ruim inzicht in en een waardering voor ontwikkelingsprocessen van levende wezens bij te brengen.
Bovendien worden aanvullende inzichten verworven in algemene wetenschappelijke vakken
(bijv. biologie, chemie, fysica ...). Daaraan gekoppeld hecht deze opleiding een groot belang aan de
vaardigheden nodig voor het uitvoeren van experimenten.
Bijgevolg stelt deze studierichting de leerlingen in staat om een stevige basis te leggen voor
aanvullende wetenschappelijke studies.
2
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
BEGINSITUATIE
Dit leerplan is van toepassing op de leerlingengroep die in de tweede graad TSO de studierichting
Biotechnische wetenschappen heeft gevolgd. Voor leerlingen die deze studierichting pas in de derde
graad aanvangen is het aan te bevelen dat ze reeds een technisch-wetenschappelijke basiskennis
bezitten. Indien dat niet zo is, wordt van hen verwacht dat ze zich zo snel mogelijk bijwerken.
3
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Leerlingen uit de studierichting Biotechnische wetenschappen krijgen een overzicht van de
handelingen waarmee de mens ingrijpt op de ontwikkeling van organismen en hun milieu.
Dit impliceert het realiseren van een aantal algemene doelstellingen die betrekking hebben op kennis,
vaardigheden, waarden en attitudes:
•
bezitten van basiskennis i.v.m. levende wezens;
•
verwerven van kennis en inzicht met betrekking tot biotechnologische processen;
•
inzien van de relatie tussen biotechnologie en andere vakgebieden (in het bijzonder land- en
tuinbouw);
•
feiten, begrippen, relaties, structuren en oplossingsmethoden kunnen aanwenden;
•
aan de hand van verworven kennis en inzicht de plaats van de mens in de natuur kunnen
bepalen en milieubewust handelen;
•
grootschalig kunnen denken en de gevolgen kunnen inschatten van menselijke activiteiten;
•
vormen van een persoonlijke visie en deze met respect voor andere meningen kunnen
toelichten;
•
met zin voor verantwoordelijkheid kunnen deelnemen aan groepswerk;
•
verwondering en bewondering ervaren voor de complexiteit van de natuur;
•
bedachtzaam omgaan met levende wezens;
•
op een verantwoorde manier aan wetenschappelijk onderzoek kunnen doen:
•
−
de stappen van een wetenschappelijk onderzoek kennen;
−
nauwkeurig kunnen observeren;
−
gegevens kunnen noteren;
−
gegevens grafisch kunnen voorstellen;
−
besluiten kunnen formuleren;
verwerven van inventiviteit, creativiteit, discipline en inzicht om zelfstandig een experiment of
een onderzoek op te stellen, uit te voeren en te interpreteren.
4
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
5
LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN/SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
VAK: TV LANDBOUW/TUINBOUW
SUBVAK 1: ECOSYSTEMEN
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
1
de biosfeer omschrijven.
de basisbegrippen van de ecologie met
voorbeelden omschrijven.
de kringlopen van N, P, C en water
schetsen met hun diverse vormen en
omzettingen.
relaties tussen de trofische niveaus
weergeven.
een overzicht geven van de
voornaamste aanpassingen van de
organismen aan hun milieu.
2
in groep een biotoopstudie uitvoeren.
op een verantwoorde manier aan
veldwerk doen.
gegevens van een biotoopstudie op een
wetenschappelijke wijze weergeven.
3
het doel van een vegetatieanalyse
omschrijven.
LEERINHOUDEN
1
Biosfeer (ecologie)
1.1
Basisbegrippen van de ecologie
•
•
•
•
•
1.2
1.3
1.4
biotoop
levensgemeenschap
ecosysteem
relatievormen
individu en populatie
Kringloop van stoffen en energiestroom
Voedselrelaties
Aanpassingen van organismen en hun
milieu
2
Biotoopstudies
SPECIFIEKE PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN
De begrippen biotoop, levensgemeenschap,
ecosysteem, relatievormen, individu en
populatie kunnen besproken worden.
Een biotoopstudie tijdens een excursie of
GWP kan als basis dienen om de ecologische
begrippen toe te passen
3
Vegetatieanalyse
3.1
Inleiding en doel
In groep een vegetatieanalyse uitvoeren met
eventueel gebruik van verschillende
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
de verschillende opnametechnieken
bespreken.
op een verantwoorde manier de meest
geschikte opnametechniek kiezen.
in groep een vegetatieanalyse
uitvoeren.
de gegevens van een vegetatieanalyse
verwerken.
6
LEERINHOUDEN
SPECIFIEKE PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN
3.2
Opnametechnieken
technieken (bijv. tijdens GWP of daguitstap)
•
•
•
•
•
3.3
permanente proefvlakken
toevallig geplaatste proefvlakken
puntenraam
transecten
bedekkingsgraad van bomen in een bos:
‘Point Centered Quarter Method’ (= PCQM)
Verwerkingsmethodes
•
•
syntaxonomie
methode van Braun-Blanquet
De gegevens van de analyse klassikaal
verwerken, bespreken en voorstellen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
7
SUBVAK 2: TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
1
de opbouw van het periodiek systeem in
periodes en groepen uitleggen.
het periodiek systeem gebruiken.
de bouw van het atoom weergeven.
het begrip atoomorbitaal
omschrijven.(U)
de elektronenconfiguratie van een
atoom in de grondtoestand weergeven.
het verschil weergeven tussen de
ionbinding, covalente binding en
metaalbinding.
de voornaamste stoichiometrische
begrippen omschrijven.
stoichiometrische berekeningen
uitvoeren.
stoichiometrische berekeningen met
reactievergelijkingen uitvoeren.
de reactiesnelheid in woorden en
formules weergeven.
de reactiesnelheid berekenen
het verband tussen de evenwichtsconstante en de evenwichtsconcentraties
weergeven en kunnen toepassen bij
eenvoudige voorbeelden van chemisch
evenwicht.
de oorzaken van
evenwichtsverschuivingen opsommen
LEERINHOUDEN
1
Anorganische chemie
1.1
Periodiek systeem
•
•
•
1.2
opbouw
gebruik van periodiek systeem
atoombouw
Chemische binding
•
•
•
1.3
ionbinding
covalente binding
metaalbinding
Stoichiometrie
•
•
•
1.4
hoeveelheid materie (mol)
concentratie
stoichiometrische berekeningen
massa
concentraties
volumes met gassen
Reactiesnelheid
1.5
Chemisch evenwicht
SPECIFIEKE WENKEN
Er dient overleg te gebeuren met de leerkracht
van het vak toegepaste chemie, zowel wat
inhoud als het praktisch werk betreft.
Om overlappingen te vermijden zullen er
duidelijk afspraken gemaakt worden welke
leerlingenpractica in welke vakken
georganiseerd worden.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
en verschuivingen kunnen voorspellen.
zuur-basekoppels aanduiden in een
gegeven zuur-basereactie.
zuur- en baseconstanten berekenen.
pH-berekeningen maken.
LEERINHOUDEN
1.6
Zuur-basereacties
eenvoudige reactievergelijkingen van
een redoxreactie opstellen
1.7
Redoxreacties
de begrippen oplosbaarheid,
oplosbaarheidsproduct en graad van
verzadiging omschrijven (U)
1.8
Neerslagreacties (U)
2
Organische chemie
2.1
2.2
Het element koolstof
Koolwaterstoffen
2.3
Organische stofklassen
•
acyclische
alkanen
- naamgeving
- substitutiereactie
- fysische eigenschappen
8
SPECIFIEKE WENKEN
het verband tussen oplosbaarheid en
oplosbaarheidsproduct weergeven en
toepassen in oefeningen (U)
het al dan niet neerslaan van een zout
in een oplossing voorspellen (U)
2
de bouw van het element koolstof
beschrijven en de verschillende
bindingen herkennen.
een overzicht geven van de mogelijke
manieren van ketenvorming bij het
element koolstof.
van de verschillende organische
stofklassen de naamgeving en het
reactiemechanisme van een aantal
typerende reacties voor een bepaalde
stofklasse weergeven.
fysische en chemische eigenschappen
Men kan gebruik maken van de chemische
modellen en bouwdozen om de leerlingen
inzicht te verschaffen in de structuur van
koolwaterstoffen.
Via internet kunnen de leerlingen zelf bepaalde
stoffen en hun toepassingen opzoeken.
De leerstof van deze organische stofklassen
wordt het best steeds benaderd vanuit de
leefwereld van de leerlingen. Men tracht
steeds hun verwondering en nieuwsgierigheid
te wekken door voorbeelden van stoffen aan te
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
van de verschillende stofklassen
vergelijken en hieruit conclusies trekken
naar gebruik.
van elke stofklasse een aantal
kenmerkende producten en hun
toepassing geven.
zelf een aantal eenvoudige proeven
uitvoeren.
- chemische eigenschappen
- belangrijkste toepassingen
alkenen
- naamgeving
- additiereactie
- fysische eigenschappen
- chemische eigenschappen
- belangrijkste toepassingen
alkynen
- naamgeving
- fysische eigenschappen
- chemische eigenschappen
- belangrijkste toepassingen
•
•
cyclische
- naamgeving
- fysische eigenschappen
- chemische eigenschappen
- belangrijkste toepassingen
derivaten
alcoholen
- naamgeving
- fysische eigenschappen
- chemische eigenschappen
- belangrijkste toepassingen
aminen
- naamgeving
- fysische eigenschappen
9
SPECIFIEKE WENKEN
halen die zij reeds kennen uit het dagelijks
gebruik.
Voorbeelden:
alkanen (biogas, benzine, aardgas);
alcoholen (ethanol, methanol);
ketonen (aceton);
aldehyden (formol);
carbonzuren (citroenen en citroenzuur, zuren
in wijn, melkzuur, oxaalzuur uit rabarber,
mierenzuur, enz.).
Het mag geen klassieke opsomming worden
van de verschillende onderdelen. Om de
fysische en chemische eigenschappen van
bepaalde groepen aan te tonen zullen er
verschillende leerlingenproeven worden
uitgevoerd.
-
oplosbaarheid van alkanen, alcoholen;
-
reactieproducten van de verbranding van
alkanen, alcoholen …;
-
zuur karakter aantonen van carbonzuren;
-
reactie van alcoholen met carbonzuren tot
esters;
-
bereiden van zeep;
-
uit wijn ethanol destilleren.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
- chemische eigenschappen
- belangrijkste toepassingen
•
oxidatieproducten van alcoholen
aldehyden
- naamgeving
- fysische eigenschappen
- chemische eigenschappen
- belangrijkste toepassingen
carbonzuren
- naamgeving
- fysische eigenschappen
- chemische eigenschappen
- belangrijkste toepassingen
ketonen
- naamgeving
- fysische eigenschappen
- chemische eigenschappen
- belangrijkste toepassingen
•
reactieproducten
ethers
- naamgeving
- fysische eigenschappen
- chemische eigenschappen
- belangrijkste toepassingen
10
SPECIFIEKE WENKEN
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
11
SPECIFIEKE WENKEN
esters
- naamgeving
- fysische eigenschappen
- chemische eigenschappen
- belangrijkste toepassingen
3
eenvoudige vraagstukken als
toepassing op de fysische grootheden
oplossen en de correcte S.I.-eenheden
gebruiken.
het begrip warmtehoeveelheid
definiëren, de formules verwoorden en
vraagstukken i.v.m. warmtehoeveelheid
van voedingsmiddelen oplossen.
de functie van een calorimeter
verwoorden en de warmtecapaciteit van
de calorimeter en de soortelijke
warmtecapaciteit van een vaste stof of
een vloeistof proefondervindelijk
bepalen.
een warmtebalans opstellen.
de verschillende vormen van
energietransport uitleggen m.b.v. een
aantal voorbeelden.
3
Toegepaste fysica
3.1
Belangrijkste fysische grootheden
(herhaling en uitdieping)
3.2
Warmteleer
•
warmtehoeveelheid
•
calorimetrie
De grootheden en de eenheden kunnen
ingeoefend worden d.m.v. een overzichtstabel.
Ze worden achteraf ingeoefend aan de hand
van vraagstukken.
Het begrip warmtehoeveelheid kan
geïllustreerd worden met eenvoudige
voorbeelden. Toepassing: referentie naar
energie-inhoud van voedingsmiddelen.
De verschillende onderdelen van een
calorimeter en de materialen waaruit deze
bestaat toelichten.
De leerlingen de proeven laten uitvoeren en
laten vergelijken met de exacte waarden voor
deze grootheden.
•
energietransport
k-waarde van verschillende materialen
en toepassingen hiervan aangeven.
•
faseovergangen
De verschillende vormen van energietransport
aantonen met eenvoudige proefjes en
voorbeelden uit het dagelijks leven.
Toepassing: k-waarde van verschillende
materialen en toepassingen hiervan bijv. bij
serreconstructies
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
diagrammen van smelten en
verdampen interpreteren en de
warmtebalansen opstellen.
gedrag van een zuivere stof bij toevoer en
afvoer van warmte
smelten en stollen
verdampen en condenseren
sublimeren
het koelen in koelcellen en
klimaatkamers beschrijven.
door redeneren de elektrische ladingen
bepalen en de wetten correct
toepassen.
de formules toepassen in vraagstukken
en de juiste S.I.-eenheden gebruiken.
metingen uitvoeren en interpreteren.
praktische toepassingen van het
gebruik van elektrische ladingen
aangeven.
eenvoudige schakelingen maken,
schakelingen tekenen en aan de hand
van formules vraagstukken oplossen.
de werking en de functie van een
condensator verklaren en vraagstukken
hieromtrent oplossen.
de werking van chemische en
thermische stroombronnen uitleggen.
de basisbegrippen van magnetisme
uitleggen.
3.3
Elektriciteit
•
•
•
elektrische lading
ladingstransport: stroomsterkte, spanning,
meten van stroomsterkte en spanning,
meten van energieverbruik
elektrische weerstand: wet van Ohm,
warmteproductie in een weerstand, wetten
van Pouillet, soorten weerstanden
elektrische schakelingen:
serieschakelingen, parallelschakelingen,
gemengde schakelingen, ontwikkeld
vermogen, stroom- en spanningsregeling
condensatoren
•
stroombronnen
•
magnetische verschijnselen: permanente
magneten, elektromagneten, magnetisch
veld
•
•
magnetische beeldvorming (NMR)
beschrijven.
12
SPECIFIEKE WENKEN
De leerlingen zullen eventueel de soortelijke
smeltingswarmte van water proefondervindelijk
bepalen.
Toepassing: koelen in koelcellen en
klimaatkamers.
De begrippen verduidelijken aan de hand van
eenvoudige proefjes.
Toepassingen:
- elektrostatisch sorteren van zaden;
- elektrostatische sproeiers voor verspreiden
van sproeistoffen.
Gebruik van defibrillator bij hartstilstand,
pacemaker, EEG, ECG
De leerlingen metingen laten uitvoeren met
een multimeter.
De verschillende schakelingen demonstreren
en metingen uitvoeren.
Schakelingen met condensatoren
demonstreren en metingen uitvoeren.
Werking zonnepanelen?
De werking van een chemische en een
thermische stroombron demonstreren.
Eenvoudige proefjes met magneten.
Toepassing: magnetische beeldvorming
(NMR).
3.4
Periodieke verschijnselen
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
verklaren dat er bewegingen zijn die
aan bepaalde wetmatigheden
•
beantwoorden
de voorwaarden voor een harmonische
trilling verklaren,
de wiskundige vergelijking begrijpen en
de verschillende elementen opsommen
waaruit de vergelijking is opgebouwd.
een grafiek van een harmonische trilling
tekenen en grafieken van harmonische
trillingen interpreteren.
•
meerdere harmonische trillingen
samenstellen.
•
de verschillende begrippen uitleggen en
illustreren met voorbeelden.
eenvoudige vraagstukken oplossen.
toepassingen van geluidsgolven geven
•
en uitleggen.
de werking van een hoorapparaat
demonstreren (U).
het gebruik van hoogfrequente golven
voor het reinigen van apparaten
aangeven.(U)
harmonische trillingen: grafische
voorstelling, wiskundige vergelijking
13
SPECIFIEKE WENKEN
Aan de hand van eenvoudige voorbeelden en
een videofilm het begrip periodiek verschijnsel
demonstreren.
samenstellen van harmonische trillingen
eigenschappen van golven: soorten golven,
golflengte, lopende golven, buiging,
terugkaatsing, breking, interferentie,
staande golven, resonantie
eigenschappen en toepassingen van golven
geluidsgolven
- voortplanting
- voortplantingssnelheid
- toonhoogte
- toonsterkte
- toonklank
- Dopplereffect
- geluidsdemping, echografie
- resonantie, sonar, microfoon
Deze eigenschappen demonstreren met een
golfbak en eenvoudige proefjes.
De werking van een oscilloscoop illustreren en
de leerlingen zelf laten experimenteren met
verschillende geluidsbronnen en de
overeenstemmende grafische weergave van
de geluidsgolven op de oscilloscoop.
Toepassingen:
- werking van een hoorapparaat;
- ultrasoon reinigen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
een aantal opticaproeven uitvoeren en
hieruit een aantal wetmatigheden
afleiden.
begrippen uitleggen en illustreren met
een aantal voorbeelden.
uitleggen wisselstroom is.
aangeven wat een faseverschil is.
eenvoudige vraagstukken oplossen.
de werking en de functie van een
transformator uitleggen.
het begrip meerfasigheid en het belang
ervan uitleggen.
LEERINHOUDEN
lichtgolven
- belangrijkste begrippen uit de
optica
- ontstaan van licht
- interferentie, polarisatie
- polarimeter: principe en
toepassingen
- spectrofotometer: principe (wetten
van Lambert en Beer), werking en
toepassingen
wisselstroom
- faseverschil tussen stroom en
spanning
- reactantie en impedantie
- wisselstroom door een keten
- vermogen
- arbeidsfactor
- transformator
- meerfasige wisselstroom
14
SPECIFIEKE WENKEN
Bondige herhaling van de belangrijkste
begrippen uit de optica.
De leerlingen enkele proefjes laten uitvoeren
met de opticabank.
Eigenschappen kunnen geïllustreerd worden
met een videofilm.
Werking polarimeter en spectrofotometer laten
zien tijdens een bezoek aan een labo.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
4
het principe van de verschillende
scheidingsmethodes bespreken.
enkele toepassingen van de diverse
scheidingstechnieken opsommen.
verklaren wanneer een bepaalde
scheidingstechniek gebruikt kan
worden.
in een procesbeschrijving van een
productieproces de scheidingstechnieken herkennen.
zelfstandig proeven uitvoeren, waarin
de verschillende scheidingstechnieken
aan bod komen.
het principe, de voordelen en de
belangrijkste termen i.v.m. de
chromatografie verklaren.
het principe van de kolomchromatografie en de verschillende soorten
verklaren: klassieke kolomchromatografie, gelfiltratie en High Performance
Liquid Chromatography (HPLC)
omschrijven.
deze kennis toepassen bij proeven.
het principe van de papierchromatografie, de beïnvloedende
factoren en toepassingen verklaren.
LEERINHOUDEN
4
Scheidingstechnieken
4.1
Herhaling van scheidingstechnieken
(principe en toepassing)
centrifugatie
filtratie
destillatie
•
•
•
15
SPECIFIEKE WENKEN
De verschillende scheidingstechnieken
demonstreren.
De scheidingstechnieken in de praktijk
uitvoeren.
•
•
•
4.2
kristallisatie
adsorptie
extractie
Productieprocessen, waarbij
scheidingstechnieken gebruikt worden
4.3
Chromatografie
•
algemeenheden
Aan de hand van eenvoudige proeven leren de
principe
leerlingen de technieken begrijpen en
begrippen, termen
toepassen.
voordelen t.o.v. andere scheidingstechnieken
kolomchromatografie
klassieke kolomchromatografie
gelfiltratie
HPLC
toepassingen
papierchromatografie
principe
soort papier
technieken
•
•
Als opdracht de leerlingen vereenvoudigde
proeven van productieprocessen laten
voorbereiden, uitvoeren, resultaten noteren en
besluiten trekken (bijv. extractie van suiker uit
suikerbieten, winning van etherische oliën
m.b.v. destillatie).
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
het principe van de dunnelaagchromatografie verwoorden.
proeven uitvoeren m.b.v. dunnelaagchromatografie (DLC).
de verschillende onderdelen van een
gaschromatograaf en hun functie
opsommen.
de toepassingen van GC en het gebruik •
ervan in combinatie met andere actuele
analysetoestellen aangeven.
het begrip indicator uitleggen.
de omslaggebieden van een aantal
zuur-baseindicatoren aangeven.(U)
een aantal typische chemische reacties
dunnelaagchromatografie
principe
aanbrengen van een dunne laag
technieken om kleurloze
componenten zichtbaar te maken
toepassingen
het principe van de gaschromatografie
(GC) uitleggen.
typische stofkenmerken opnoemen.
een aantal chemische stoffen
herkennen aan de hand van typische
stofkenmerken (bijv. kleur, geur).
SPECIFIEKE WENKEN
toepassingen
•
5
16
gaschromatografie
principe
opstelling
toepassingen
gebruik in combinatie met actuele
analysetoestellen (bijv.
massaspectrometer)
5
Chemische onderzoekstechnieken
5.1
Identificatie van stoffen (bijv. op basis van
geur, uitzicht, smaak)
5.2
Herkenningsreacties (kwalitatieve analyse)
bijv. aan de hand van indicatoren,
neerslagreacties, reacties met
Een labobezoek is aangewezen om de
techniek van de gaschromatografie aan te
brengen.
Stoffen inventariseren op basis van
gemeenschappelijke kenmerken.
Het zure of basische karakter van een stof
aantonen met een indicator.
Omslaggebieden van indicatoren aantonen
met bufferoplossingen (pH 1 tot 14).
Het demonstreren van herkenningsreacties.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
weergeven die gebruikt worden voor het
aantonen van ionen.
gasvorming
17
SPECIFIEKE WENKEN
De leerlingen krijgen een onbekende oplossing
waarin ze aan de hand van herkenningsreacties ionen moeten opsporen.
met behulp van een handleiding ionen
in een onbekende oplossing opsporen.
het principe van de gravimetrische
analyse uitleggen.
de verschillende stappen in de
gravimetrische analyse aangeven.
via de gravimetrie de concentratie van
een ion in een onbekende oplossing
bepalen.
de terminologie gebruiken die van
toepassing is bij de volumetrische
analyse.
het principe van een titratie verklaren.
titratieberekeningen uitvoeren.
het principe van een zuur-basetitratie
uitleggen.
een zuur-basetitratie uitvoeren.
het principe van een neerslagtitratie
uitleggen.
een neerslagtitratie uitvoeren.
het principe van een redoxtitratie
uitleggen.
een redoxtitratie uitvoeren.
het principe van een complextitratie
uitleggen.
5.3
Gravimetrie (kwantitatieve analyse)
principe
toepassingen
Het gebruik van herkenningsreacties bij
actuele herkenningsmethodes aantonen (bijv.
bij testkits).
Uitvoeren van een gravimetrische analyse
zoals kwantitatieve bepaling van sulfaationen
in een oplossing.
5.4
Volumetrie (kwantitatieve analyse)
terminologie en principe
berekenen van een onbekende
concentratie (verwerken van de
meetresultaten)
soorten titraties
zuur-basetitraties
neerslagtitraties
complextitraties
redoxtitraties
Demonstreren van een volumetrische analyse.
Tijdens de proefopstelling worden begrippen
uit de volumetrie aangebracht (titratievloeistof,
equivalentiepunt, eindpunt, soorten glaswerk).
Uitwerken van fictieve analyse resultaten om
de rekenmethode aan te leren.
Praktische uitvoering van een zuur-basetitratie,
zoals het bepalen van het azijnzuurgehalte in
huishoudazijn.
Praktische uitvoering van een neerslagtitratie,
zoals bepalen van chloridegehalte in een
waterstaal.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
een complextitratie uitvoeren.
LEERINHOUDEN
18
SPECIFIEKE WENKEN
Praktische uitvoering van een complextitratie,
zoals bepalen van de hardheid van
leidingwater.
Praktische uitvoering van een redoxtitratie,
zoals bepalen van het zuurstofgehalte in een
waterstaal.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
19
SUBVAK 3: UITRUSTING
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
1
aan de hand van een plan de
verschillende voorzieningen in een stal
aanwijzen en het nut ervan verklaren.
de werking van de verschillende
mechanismen uitleggen.
de reglementering i.v.m. dierenwelzijn
verklaren.
2
de verschillende grondwerktuigen
benoemen en het nut ervan aangeven.
verschillende types zaai- en
plantmachines opnoemen en het
verschil ertussen verwoorden.
uitleggen aan welke eisen een
spuitmachine moet voldoen.
de reglementering i.v.m. gebruik en
controle van spuitmachines
verwoorden.
belangrijke bewerkingen bij
oogstmachines beschrijven.
LEERINHOUDEN
1
Stallen
1.1
Inrichting van een stal
•
•
•
1.2
1.3
rundvee: melkvee en vetmesterij
varkens: zeugen en vetmesterij
kippen: strooiselstal en batterijstal
Mechanismen voor het voederen van de
dieren
Huisvesting van dieren en dierenwelzijn
2
Land- en tuinbouwwerktuigen
2.1
Grondwerktuigen
2.2
Zaaiwerktuigen en plantmachines
2.3
Spuitwerktuigen
2.4
Oogstwerktuigen
SPECIFIEKE WENKEN
Een bezoek brengen aan een van deze
bedrijven.
Voorbeelden: voederrobot, drinknippel,
voedervijzel, voedsellorrie.
De leerlingen zoeken actuele informatie
hieromtrent.
De leerlingen trachten zelf af te leiden waarom
in bepaalde gevallen de wetgeving is
aangepast.
Aspecten i.v.m. zaadtechnologie kunnen hier
aan bod komen.
Bijv.: pikdorser en rooimachines.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
3
de verschillende stappen tijdens het
melkproces in chronologische volgorde
opsommen.
uitleggen waarin moderne
melkmachines verschillen van
traditionele.
4
de voornaamste serretypes met hun
kenmerken weergeven in functie van
hun teelt.
5
de inrichting van een klimaatkamer
beschrijven.
toepassingen van een klimaatkamer
opsommen.
6
het verschil tussen benzine- en
dieselmotoren weergeven.
het verschil tussen 2- en 4-slagmotoren
uitleggen.
het gebruik van brandstoffen en
smeermiddelen verklaren.
LEERINHOUDEN
3
Melkmachines
3.1
Onderdelen van een melkmachine
3.2
Soorten melkmachines
4
Serres
•
Serretypes: koepelserre, breedkapper,
Venlo
5
Klimaatkamers
•
•
Inrichting van klimaatkamers
Toepassingen
6
Motoren
•
•
•
Principe van benzine- en dieselmotoren
Principe van 2- en 4-slagmotoren
Brandstoffen en smeermiddelen
20
SPECIFIEKE WENKEN
Bezoek aan een melkveebedrijf.
Bijv. klimaatkamer voor in-vitro, fytotron,
champignontrekcel, witlooftrekcel.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
21
SUBVAK 4: TECHNIEKEN
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
1
Technieken i.v.m. bodem
1.1
Fysische en chemische bodemanalyse
•
•
Monstername
Fysische bodemanalyse
algemene samenstelling van een
bodem
minerale bestanddelen – textuur
SPECIFIEKE WENKEN
1.
een representatief bodemstaal nemen.
de algemene samenstelling van een
bodem beschrijven.
de minerale bestanddelen indelen op
basis van hun korrelgrootte.
het begrip textuur verklaren en
eenvoudige oefeningen maken m.b.v.
de textuurdriehoek.
de textuur bepalen van een bodemstaal.
de begrippen organisch materiaal en
humus uitleggen.
het humificatieproces, de beïnvloedende factoren, de samenstelling van
humus en het belang van humus voor
de tuinbouw verklaren.
het humusgehalte van een bodemstaal
bepalen.
het begrip poriëngehalte omschrijven.
de soorten poriën en het verband
tussen poriën en korrelgrootte
verklaren.
het poriëngehalte bepalen van een
bodemstaal.
het begrip waterhoudend vermogen
Organisch materiaal
Poriëngehalte
De leerlingen kunnen een bodemanalyse
uitvoeren (fysisch, chemisch en biologisch)
aan de hand van proeven m.b.v. een
representatief bodemstaal.
De textuur bepalen a.h.v. een bezinkingsproef
en de grondsoort m.b.v. een textuurdriehoek.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
omschrijven.
het waterhoudend vermogen van een
bodem bepalen.
waterhoudend vermogen
het actuele water- en luchtgehalte
bepalen.
luchtgehalte
watergehalte
de doorlaatbaarheid van een
bodemstaal meten
de begrippen zuurtegraad en
elektrische geleidingsvermogen (EC)
verwoorden en de pH en EC van een
bodemstaal bepalen.
doorlaatbaarheid
•
het gehalte van verschillende
voedingsionen bepalen m.b.v. testkits
en de resultaten interpreteren.
de resultaten van de zelf gemeten
parameters indien nodig omrekenen
naar eenheden gebruikt bij de normen
of referentiewaarden.
de resultaten van de fysische en
chemische bodemanalyse verwerken,
besluiten trekken m.b.v. de opgegeven
normen en richtwaarden en de besluiten •
toelichten
verbanden leggen tussen de
verschillende parameters die ze bij de
fysische en chemische bodemanalyse
bepalen.
Chemische bodemanalyse
zuurtegraad (pH)
EC
Kwantitatieve analyse van
voedingsionen
Besluiten
22
SPECIFIEKE WENKEN
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
de verschillende soorten
bodemorganismen determineren.
vangsttechnieken toepassen om
bodemorganismen te vangen.
bodembacteriën aantonen m.b.v. een
voedingsbodem.
het verschil verwoorden tussen lokale
bronnen en diffuse bronnen als
oorzaken van bodemverontreiniging
afleiden welke negatieve gevolgen
bodemverontreiniging kan
teweegbrengen.
de inhoud van de reglementering
betreffende bodemsanering beknopt
weergeven.
belangrijke kenmerken van veel
gebruikte bodemsaneringstechnieken
opsommen.
bij een aantal bodemverontreinigingen
aangeven welke saneringstechniek kan
gebruikt worden, rekening houdend met
de reglementering.
2.
een representatief waterstaal nemen.
de beperkingen toelichten van
kwalitatief wateronderzoek.
in een onbekend waterstaal, met behulp
van een handleiding, de aanwezige
ionen opsporen.
LEERINHOUDEN
1.2
Biologische bodemanalyse
(bodemorganismen)
•
Soorten bodemorganismen
•
Opsporen van dierlijke organismen
(vangsttechnieken) in de bodem
•
Opsporen van micro-organismen in de bodem
1.3
23
SPECIFIEKE WENKEN
Hierbij kan men gebruik maken van
eenvoudige determinatietabellen.
Bodemverontreiniging en -sanering
•
Oorzaken van bodemverontreiniging
•
Gevolgen van bodemverontreiniging
•
Reglementering in verband met bodemsanering
•
Technieken van bodemsanering
De leerlingen gaan in hun eigen omgeving op
zoek naar een saneringsgeval (benzinestation,
industrie) of raadplegen de actualiteit; ze
maken een kort verslag waarin ze de mogelijke
gevolgen van de vervuiling schetsen en waarin
ze aangeven welke saneringstechniek gebruikt
wordt.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
de kwalitatieve methodes bespreken en 2
Technieken i.v.m. water
uitleggen.(U)
uitleggen wat kwantitatief onderzoek is.
2.1
Begrippen
een kwantitatieve analyse uitvoeren van
een waterstaal.
Chemisch wateronderzoek
de begrippen BOD en COD bespreken. 2.2
• Kwalitatief wateronderzoek
de COD van een water bepalen.(U)
(bijv.
nitraten, fosfaten, ijzer, kalium m.b.v. testkits)
relaties leggen tussen verschillende
parameters.
• Kwantitatief wateronderzoek
de resultaten van de zelf gemeten
- bepalen van het nitraatgehalte
parameters indien nodig omrekenen
naar eenheden gebruikt bij de normen
- bepalen van het fosfaatgehalte
of referentiewaarden.
- bepalen van het sulfaatgehalte
a.h.v. analyseresultaten de kwaliteit van - bepalen van chloridegehalte d.m.v. een titratie
een waterstaal bespreken.
- bepalen van het zuurstofgehalte (Winklermethode)
verschillende vangsttechnieken
hardheid van alkaliniteit
toepassen.
- BOD (Biological Oxygen Demand) en
waterorganismen determineren met
COD (Chemical Oxygen Demand)
behulp van determinatietabellen.
uitleggen wat de Belgische Biologische
Index (BBI) inhoudt.
de BBI van een waterloop bepalen.
de begrippen uitleggen eigen aan
ecotoxicologie en ze gebruiken.
een eenvoudige ecotoxicologische test
opstellen en uitvoeren.
uitleggen hoe levende organismen
gebruikt worden voor de detectie van
waterverontreinigingen.(U)
2.3
Biologisch onderzoek
- vangsttechnieken
- soorten waterorganismen
- indicatorsoorten
2.4
Biotests
24
SPECIFIEKE WENKEN
Door middel van testkits, titraties (voor
bepaling chloridegehalte, alkaliniteit en
zuurstofgehalte), spectrofotometrie wordt de
kwantitatieve samenstelling van een waterstaal
bepaald.
De resultaten van alle stalen worden in een
overzichtstabel verzameld en vergeleken met
de normen. De leerlingen trekken besluiten.
Het is ook mogelijk om de kwantitatieve
analyse te koppelen aan proeven in verband
met waterzuiveringstechnieken.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
relaties tussen waterkwaliteit en het
voorkomen van organismen verklaren.
de bronnen van watervervuilende
stoffen aangeven.
de grote groepen van watervervuilende
stoffen opnoemen.
gevolgen aantonen die elk van de
groepen watervervuilende stoffen
teweegbrengen.
het begrip ‘zelfreinigend vermogen’
uitleggen.
een aantal waterzuiveringstechnieken
opnoemen en bespreken.
de verschillende waterzuiveringstechnieken bespreken.
LEERINHOUDEN
SPECIFIEKE WENKEN
•
Definitie
•
Gebruiksmogelijkheden
Begrippen i.v.m. toxicologie worden
aangebracht.
De biotesten kunnen opgevat worden als
herhalingsoefeningen waarbij de leerlingen
zelfstandig een experiment opstellen,
uitvoeren en interpreteren.
Het bestuderen en bepalen van de biotische
index kan eventueel uitgevoerd worden tijdens
een GWP.
- Biotische index
- Ecotoxicologische tests
2.5
•
•
een plant kwantitatief analyseren wat
betreft watergehalte, droge stofgehalte,
organisch gehalte en asgehalte.
Waterverontreiniging en -zuivering
Waterverontreiniging
oorzaken van watervervuiling
watervervuilende stoffen (bijv.
voedingszouten, zware metalen,
organisch materiaal, oliederivaten,
pathogene bacteriën)
de verschillende slibverwerkingsmethodes uitleggen.(U)
3.
25
Waterzuivering
zelfreinigend vermogen
technieken
- mechanische zuivering
- chemische zuivering
- biologische zuivering m.b.v.
bacteriën
- biologische zuivering m.b.v.
Aan de hand van teksten, videomateriaal,
brochures ... worden de verschillende
aspecten van water en watervervuiling
aangebracht (er wordt aandacht besteed aan
de beschrijving, de bronnen, de gevolgen en
de mogelijke oplossingen).
Het zelfreinigend vermogen van een water kan
experimenteel onderzocht worden.
Aan de hand van bijv. teksten, video, literatuurstudie, kan de theorie rond waterzuiveringstechnieken bestudeerd worden.
De verschillende technieken kunnen door de
leerlingen experimenteel aangetoond worden.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
de verschillen in groei observeren
wanneer bepaalde voedingselementen
ontbreken in het voedingsmilieu van de
plant.
een aantal gebreksverschijnselen
herkennen.
LEERINHOUDEN
planten
- slibverwerking
- toepassingen
3
Technieken i.v.m. bemesting
3.1
Analyse van meststoffen
•
het verschil geven tussen organische en
anorganische meststoffen wat
eigenschappen en gebruik betreft.
een aantal fysische kenmerken van een
aantal meststoffen observeren.
de begrippen pH en EC van meststoffen
uitleggen en bepaalde waarden
interpreteren.
de terminologie op een meststofverpakking toelichten en de cijfers erop
interpreteren.
een bemestingsadvies interpreteren en
vertalen naar hoeveelheden meststof in
de praktijk.
•
Plantenanalyse
Elementen en hun belang voor de plantengroei
stikstof
fosfor
kalium
magnesium
calcium
sporenelementen
• Meststoffen (organische en anorganische
meststoffen)
fysische kenmerken van
meststoffen (bijv. kleur, vorm,
26
SPECIFIEKE WENKEN
Een bezoek brengen aan een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI).
Laat de leerlingen verschillende onderdelen
alsook verschillende plantentypes
onderzoeken wat betreft samenstelling.
Uitvoeren van groeiproeven (voedingsoplossingen met telkens 1 element dat
ontbreekt). Op die manier kunnen ze de
gebreksverschijnselen zelf waarnemen.
Zorg voor een periode die lang genoeg is om
wekelijks een aantal waarnemingen te kunnen
uitvoeren.
Onderzoek van een aantal meststoffen
(anorganische en organische) een aantal
fysische en chemische parameters (kleur,
textuur, oplosbaarheid in zuur midden en in
alkalisch midden, zuur of alkalisch werkend
karakter, verandering van de EC bij oplossing).
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
structuur)
zuurtegraad
EC
chemische samenstelling
de werking van een voedingsunit
uitleggen.
de samenstelling van
voedingsoplossingen die men gebruikt
in de substraatteelt berekenen.
•
Bemestingsadvies voor volle grond
de pH, de EC en de chemische
samenstelling van een voedingsoplossing bepalen (nitraten, fosfaten, kalium).
3.2
uitleggen wat het composteringsproces •
inhoudt.
meerdere technieken van
•
thuiscompostering aanhalen.
een vergelijking maken tussen
thuiscompostering en industriële
compostering.
het verschil aangeven tussen aërobe en
anaërobe compostering.
•
de voornaamste kenmerken van GFT
(groente-, fruit- en tuinafval)compost en
groencompost opnoemen.
het belang inzien van het gebruik van
compost in land- en tuinbouw.
Analyse van voedingsoplossingen
Werking van een voedingsunit
Berekenen van de samenstelling van
voedingsoplossingen nodig voor de substraatteelt
Chemische analyse van voedingsoplossingen
zuurtegraad
EC (elektrisch
geleidingsvermogen)
Kwalitatieve analyse van
27
SPECIFIEKE WENKEN
Gebruik een bemestingsadvies voor volle
grond van de bodemkundige dienst en laat de
leerlingen alle onderdelen interpreteren.
Met behulp van dit bemestingsadvies kan men
een berekening maken voor een fictieve teelt.
Door theoretische rekenvoorbeelden kunnen
de leerlingen zelf de samenstelling van een
voedingsoplossing berekenen.
Een voedingsoplossing chemisch analyseren
m.b.v. testkits en de gemeten waarden
vergelijken met de resultaten en de normen
opgegeven door de Bodemkundige Dienst van
België.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
aan de hand van casestudies de
milieureglementering in land- en
tuinbouw, zoals vermeld in het Vlarem,
gebruiken.
LEERINHOUDEN
28
SPECIFIEKE WENKEN
voedingsoplossingen (bijv. nitraten,
fosfaten, kalium, ijzer, hardheid)
3.3
Compostering
•
Composteerbaar materiaal?
•
Technieken van compostering
thuiscompostering
industriële compostering
anaërobe compostering
•
Kwaliteit van compost
Samen met de leerlingen een composthoop
opzetten.
Een bezoek brengen aan een composteringsbedrijf.
GFT-compost
Groencompost
•
3.4
•
Gebruik van compost
Milieureglementering
Vlarem
Zaaiproeven doen met verschillende soorten
compost of met verschillende concentraties
aan compost.
Toepassingen uit de praktijk bespreken zoals
het gebruik van compost bij aanleg en
onderhoud van gazons, in de siertuin, bij de
groenteteelt, bij groot- en kleinfruit.
Een voorbeeld van een industriële
compostering is het DRANCO-procédé,
ontwikkeld door de Universiteit van Gent.
Voor enkele casestudies zoeken de leerlingen
via het internet de milieureglementering op.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
4.
LEERINHOUDEN
4
Technieken i.v.m. land- en tuinbouw
4.1
Verschillende land- en tuinbouwmethoden
de principes en de gebruikte technieken •
van de verschillende teeltmethodes
uitleggen.
voor een bepaalde teelt een vergelijking
maken tussen de verschillende
technieken gebruikt binnen de
•
verschillende teeltmethodes.
biologische teeltmethode
principes
gebruikte technieken
bespreking aan de hand van een
voorbeeldteelt
milieubewuste teeltmethode
principes
gebruikte technieken
bespreking aan de hand van een
voorbeeldteelt
•
traditionele teeltmethode
principes
gebruikte technieken
bespreking aan de hand van een
voorbeeldteelt
•
vergelijking tussen de drie methoden
een aantal genetisch gemodificeerde
gewassen (en dieren) opsommen die op
4.2
Gebruik van biotechnologie in land- en
wereldvlak geteeld worden.
tuinbouw
een overzicht maken van de gebruikte
technieken en manipulaties die op deze • voorbeelden van gewassen en de doorgevoerde
genetische modificatie
gewassen (en dieren) zijn doorgevoerd.
de voordelen en de nadelen afwegen
van deze genetisch gemodificeerde
gewassen (en dieren) t.o.v. elkaar.
•
voorbeelden van dieren en de doorgevoerde
genetische modificatie
29
SPECIFIEKE WENKEN
Bezoek aan bedrijven die een verschillende
teeltmethode handhaven. Laat de leerlingen
op voorhand een vragenlijst opstellen i.v.m.
verschillende teeltprincipes.
Bij een biologische teeltwijze wordt bij
voorkeur helemaal niet gespoten, maar het is
mogelijk dat de telers toch een aantal
producten gebruiken. Synthetische pesticiden
zijn verboden, maar men kan bepaalde stoffen
van plantaardige, dierlijke of minerale
oorsprong spuiten om ziekten en plagen te
bestrijden. Bij het voorkomen van een aantal
schimmelziekten kan men bijv. gebruikmaken
van fungiciden op basis van zwavel en koper.
Pyretrinen (gewonnen uit Chrysanthemum
cinerariaefolium), rotenon en azadirachtine,
allemaal middelen van natuurlijke oorsprong,
zijn in biologische teeltmethoden toegelaten
voor de bestrijding van schadelijke insecten.
Daar de meeste erkende producten gebaseerd
op pyrtrinen ook de belangrijke synthetische
component synergist piperonylbutoxide
bevatten, is het verschil tussen natuurlijke en
synthetische middelen soms ver te zoeken.
Onkruid wordt daarentegen alleen vernietigd
door mechanische of thermische behandeling
(branden).
Via internet kan hierover veel informatie
worden verzameld.
Laat de leerlingen zelf de informatie opzoeken,
verwerken en uitleggen aan hun klasgenoten.
Laat per groep of per leerling één gewas of
diergroep uitwerken.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
de grondstoffen die gebruikt worden als
biomassa opsommen.
een aantal toepassingen van deze
biomassa beschrijven.
de basisbegrippen van de in-vitrocultuur
verklaren.
het materiaal en uitrusting nodig bij een
in-vitrocultuur beschrijven.
de verschillende fasen van een invitrocultuur bespreken.
aan de hand van een recept de stockoplossingen en voedingsbodems
bereiden.
de verschillende sterilisatietechnieken
omschrijven en toepassen.
plantenmateriaal steriel zaaien, enten
en overenten.
5.
de verschillende microtechnieken met
behulp van een handleiding uitvoeren.
30
LEERINHOUDEN
SPECIFIEKE WENKEN
4.3
Verwerking van biomassa
Men spreekt ook dikwijls van GGO’s
(Genetisch Gewijzigde Organismen).
4.4
In-vitro
•
algemene principes
•
laboratoriummateriaal en uitrusting
•
maken van voedingsoplossingen
•
maken van voedingsbodems
•
steriliseren van plantenmateriaal
•
praktische toepassingen van zaaien, enten en
overenten
•
overbrengen naar in vivo
5
Technieken i.v.m. microscopie en
microbiologie
5.1
Microscopietechnieken
•
microtechnieken
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
SPECIFIEKE WENKEN
fixeren en bewaren
kleuren
duurzame preparaten
werken met handmicrotoom
aangeven welke uitrusting nodig is om
te werken met bacteriën in een
laboratorium.
de basissamenstelling van een
voedingsbodem bespreken.
de verschillende soorten
voedingsbodems opsommen.
een voedingsbodem bereiden.
een voedingsbodem steriliseren.
op een veilige en verantwoorde manier
met bacterieculturen omgaan.
op een steriele wijze enten.
uitleggen waarvoor enttechnieken
gebruikt worden.
verschillende enttechnieken bespreken
en uitvoeren.
het begrip ‘totaal kiemgetal’ bespreken
en bepalen.
een enkelvoudige kleuring uitvoeren.
een gramkleuring uitvoeren.(U)
31
5.2
•
Bacteriologie
cultuurmedia (voedingsbodems)
indeling
bereiding
sterilisatie
opruimen van oude culturen
•
Aan de hand van praktische proeven de
begrippen en de technieken uit de
bacteriologie aanleren (bijv. maken van
voedingsbodems, steriliseren van die media,
ze enten, de gekweekte bacteriën kleuren en
uitzuiveren d.m.v. entingen).
•
steriel uitplanten van voedingsbodems en enten
Enttechnieken zoals streepenting en
van bacteriën
steekenting laten uitvoeren.
enttechnieken
Totaal kiemgetal bepalen bijv. yoghurt,
oppervlaktewater.
•
tellen van bacteriën (totaal kiemgetal)
•
fixeren en kleuren van bacteriën
enkelvoudige kleuring
Aan de hand van het tellen van bepaalde
bacteriën de leerlingen laten bepalen of een
voedingsmiddel (nog) geschikt is voor
consumptie.
Uitvoeren van een enkelvoudige kleuring met
behulp van methyleenblauw.
Na kleuring verschillende soorten bacteriën
bekijken onder de microscoop en aandacht
besteden aan de verschillende vormen
waaronder de bacteriën voorkomen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
6.
het belang van proefveldtechniek
aantonen.
de begrippen eigen aan de
proefveldtechniek gebruiken.
LEERINHOUDEN
6
Proefveldtechniek en statistische
verwerking van gegevens
6.1
Begrippen
•
proef
•
proefveld
•
veldje
•
factor
•
variant
•
object
•
parallel
•
controle
•
serie
•
blancoproef
6.2
het belang van een goede proeftechnische voorbereiding aantonen.
de proefresultaten met behulp van een
statistische handleiding verwerken.
SPECIFIEKE WENKEN
Aan de hand van een voorbeeld de begrippen
uitleggen.
Proeftechnische voorbereiding
•
aantal factoren
•
variantenkeuze
•
objectenkeuze
•
aantal objecten
•
aantal parallellen
•
vorm en grootte van de veldjes
•
geschiktheid van het proefterrein
6.3
32
Statistische verwerking van de
Leerlingen stellen een nieuw experiment op en
passen de begrippen toe.
Klassikaal opstellen van een experiment.
Het experiment opstarten en opvolgen, de
resultaten noteren.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
33
SPECIFIEKE WENKEN
proefresultaten
Statistische verwerkingsmethodes aanleren.
De resultaten van het klassikale experiment
statistisch verwerken.
M.b.v. een handleiding van eenvoudige tests
(χ²-test, t-test) proefresultaten statistisch
verwerken.
7.
de verschillende voedingsstoffen
aantonen met diverse herkenningsreacties.
het spijsverteringsproces verwoorden.
7
Voedingstechnologie
7.1
Analyse van voedingsstoffen
•
waaruit zijn voedingsmiddelen opgebouwd
•
spijsvertering
Op www.bioplek.org staat de spijsvertering
uitgewerkt met bijbehorende vragenlijst.
De gebruikelijke termen voor de
voedingsmiddelen zijn: sachariden
(koolhydraten), lipiden (vetten) en proteïnen
(eiwitten). Bij voorkeur worden de
wetenschappelijke termen gebruikt.
Mogelijke proeven i.v.m. voedingsbestanddelen:
de structuur en de opbouw van de
verschillende voedingsbestanddelen
•
voedingsbestanddelen
-
aantonen van bepaalde aminozuren in
eiwitten via bijv. xanthoproteïnereactie,
zwaveltest;
-
extractie van vet uit noten;
-
vergistbaarheid van de verschillende
koolhydraten;
-
microscopisch onderzoek van de
zetmeelkorrels;
-
bepalen van hoeveelheid vit.-C in
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
weergeven.
het belang van water, proteïnen, lipiden,
sachariden, vitamines, mineralen en
vezels in onze voeding verwoorden.
LEERINHOUDEN
water
- fysische en chemische eigenschappen
- nutritionele eigenschappen
- aantonen in voedingsmiddelen
proteïnen
- fysische en chemische eigenschappen
- nutritionele eigenschappen
- aantonen in voedingsmiddelen
lipiden
- fysische en chemische eigenschappen
- nutritionele eigenschappen
- aantonen in voedingsmiddelen
sachariden
- fysische en chemische eigenschappen
- nutritionele eigenschappen
- aantonen in voedingsmiddelen
vezels
- fysische en chemische eigenschappen
- nutritionele eigenschappen
- aantonen in voedingsmiddelen
vitamines
- fysische en chemische eigenschappen
- nutritionele eigenschappen
- aantonen in voedingsmiddelen
oorzaak en symptomen van een aantal
stofwisselingsziekten verklaren.
mineralen
- fysische en chemische eigenschappen
34
SPECIFIEKE WENKEN
voedingsmiddelen;
-
bepalen van zoutgehalte in vlees
-
het week maken van botten.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
35
SPECIFIEKE WENKEN
- nutritionele eigenschappen
- aantonen in voedingsmiddelen
een verantwoord menu samenstellen en
via een voedingsmiddelentabel
bespreking van een aantal stofwisselingsziekten
berekenen of dit voldoet aan de
aanbevolen dagelijkse hoeveelheid
(ADH).
een aantal procédés van ambachtelijke 7.2
biotechnologische processen stap voor
stap uitleggen en deze aan de hand van
een recept toepassen.
7.3
een aantal micro-organismen
opsommen die bederf van
voedingsmiddelen en/of ziekte
veroorzaken.
Werken met een voedingsmiddelentabel
De leerlingen zelf de oorzaken, symptomen en
behandelingen laten opzoeken, verwerken en
uitleggen in klasverband van een aantal
stofwisselingsziekten zoals coeliakie, diabetes,
lactose-intolerantie).
De leerlingen schrijven gedurende een week
alles op wat ze eten en berekenen via de
voedingsmiddelentabel (ook op cd-rom met
minder rekenwerk) hun dagelijkse innamen
van een aantal voedingsstoffen.
Ze vergelijken dit met de ADH en trekken
hieruit hun conclusies.
Ze proberen hun eigen menu bij te sturen.
Toepassingen uit de voedingstechnologie
Voorbeelden van toepassingen zijn:
brouwen van bier;
maken van wijn;
bakken van brood;
verwerking van melk;
productie van tofu, quorn.
Om bepaalde procédés aan te tonen kan men
de leerlingen met vrij eenvoudige materialen
zelf kaas, yoghurt, kefir, boter, vruchtenwijn,
zuurkool, tofu laten maken.
In de tweede graad werden reeds een deel
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
aan de hand van het E-nummer het
additief in een bepaalde categorie
onderbrengen.
7.4
Voedselveiligheid
•
schadelijke micro-organismen in voedsel
•
toevoeging van additieven
36
SPECIFIEKE WENKEN
van deze onderwerpen behandeld in de
module grondstoffen. De nadruk lag toen
vooral op de beschrijving van de grondstoffen.
In de derde graad legt men de nadruk op de
gistingsprocessen, de stremming en de microorganismen die instaan voor een deel van het
productieproces.
de verschillende kwaliteitslabels
herkennen.
de betekenis van deze normen voor
land- en tuinbouw en de voedingsindustrie verklaren.
•
kwaliteitslabels
Met behulp van een aantal verpakkingen van
voedingsmiddelen gaan de leerlingen op zoek
naar additieven in de voeding.
Ze maken een overzicht van de grote groepen
additieven met telkens een aantal
voorbeelden, E-nummers en toepassingen.
Via een bezoek aan de supermarkt gaan de
leerlingen op zoek naar kwaliteitslabels. Zij
zoeken deze dan achteraf op via internet en
maken een bespreking i.v.m. waarvoor deze
labels staan.
Als afsluiter van deze leerstof kan men
bepaalde artikels uit de actualiteit i.v.m.
voedselveiligheid behandelen.
•
HACCP-normen
HACCP (uitgesproken als Hassap) is de
afkorting van Hazard Analysis - Critical Control
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
37
SPECIFIEKE WENKEN
Points.
Meer info op: www.foodhygiene.com/index.htm
8.
8
van een aantal technieken het principe
uitleggen.
van een aantal technieken
toepassingen opsommen.
Biomedische technieken
•
Keuze uit de volgende items:
-
KI
-
Therapeutisch klonen
-
Reproductief klonen
-
Embryotransplantatie
-
IVF
-
ICSI
-
Xenotransplantatie
-
Vaccins
-
Diagnostics
-
Gentherapie
-
DNA-elektroforese
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
38
VAK: PV/TV STAGE LANDBOUW/TUINBOUW
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
1. Kennis
- de theorie in praktijk omzetten.
- technieken aanleren op een
schaalgrootte die door de school
niet kan gerealiseerd worden of die
in de school niet operationeel zijn.
- een bedrijfssituatie relateren aan
theoretische en praktische
begrippen van de schoolse situatie.
- inzicht krijgen in de realiteit van het
bedrijfsleven.
- kennismaken met bedrijfsculturen.
- rapporteren en resultaten op een
adequate manier verwerken en
interpreteren.
2. Attitudes
- zin voor orde, zorg, netheid en
stiptheid ontwikkelen.
- werken in teamverband.
- sociale en communicatieve
vaardigheden ontwikkelen
gezag accepteren.
LEERINHOUDEN
SPECIFIEKE WENKEN
Chemische, fysische, biologische en
biotechnologische technieken, gebruikt in de:
De stage wordt georganiseerd onder vorm van
een blokstage.
•
•
•
•
•
•
voedingssector
medische sector
biotechnologische sector
milieusector
land- en tuinbouwsector
…
Voorbeelden:
- in vitro
- chromatografie
- gel-elektroforese
- analyse van voedingsmiddelen
- kwaliteitsbepalingen
- controle op GGO’s
- spectrofotometrie
- ecotoxicologische test
De keuze van het stagebedrijf moet bij
voorkeur aansluiten bij het onderwerp
van de geïntegreerde proef.
Regelgeving i.v.m. stages:
http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database
/document/document.asp?docid=13301
Stagedatabank:
http://www.ond.vlaanderen.be/secundair/stage
databank.htm
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
DECR.
NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen
-
-
zin voor organisatie en efficiëntie
ontwikkelen.
verantwoordelijkheid dragen.
streven naar kwaliteit van het
geleverde werk.
initiatief nemen en correct reageren
op arbeidssituaties.
zich assertief gedragen.
voorschriften in verband met welzijn
(veiligheid, gezondheid, hygiëne)
consequent toepassen.
rekening houden met
milieuvoorschriften.
oog hebben voor ergonomische
aspecten van het beroep.
3. Vaardigheden
- adequaat omgaan met
meettoestellen, toestellen,
machines en apparaten.
- zich aanpassen aan het werkritme.
- praktische vaardigheden
ontwikkelen.
LEERINHOUDEN
39
SPECIFIEKE WENKEN
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
VOET
Wat en waarom?
1
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden
eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakoverschrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd.
De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen!
Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage
leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving.
Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels per
graad geformuleerd wordt.
Globaal:
•
•
een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden
Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eindtermen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van
de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere
vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast;
zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:
−
lichamelijke gezondheid en veiligheid,
−
mentale gezondheid,
−
sociorelationele ontwikkeling,
−
omgeving en duurzame ontwikkeling,
−
politiek-juridische samenleving,
−
socio-economische samenleving,
−
Per graad:
socioculturele samenleving.
•
leren leren,
•
ICT in de eerste graad,
•
technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO.
Een zaak van het hele team
De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair
onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de
gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun
samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlingen.
Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrijdende
eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project vorm te
geven.
Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET.
De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten aan
bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg hebben. Bij het
maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspanning doet ten
opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden aan bod komt.
Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijkheid
om een leerlijn over de graden heen uit te werken.
1
In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD).
Aangezien zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET,
waarbij we zowel naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende
ontwikkelingsdoelen verwijzen.
40
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
HET OPEN LEERCENTRUM EN DE ICT-INTEGRATIE
Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de school op
leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het gebruik van ICT en
van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het onderwijsleerproces te ondersteunen.
Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij
elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er komt een enorme
hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren hier zinvol en veilig mee om
te gaan.
Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen beschikken
om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen, zijn essentieel. Voor het
onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht voor de passieve kennisoverdracht
en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie binnen de unieke ontwikkeling van elke leerling. Die
benadering nodigt leraren en leerlingen uit om voortdurend met elkaar in dialoog te treden, omdat je de
ander nodig hebt om te kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal steeds meer verdwijnen en
veranderen in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen tempo en in wisselende groepen
onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd door gebruik te maken van het OLC
en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferentieerde leeromgeving.
Het open leercentrum als krachtige leeromgeving
Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig, op hun
eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen.
Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum
•
uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen,
•
ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten,
•
uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning.
In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In werkelijkheid kan in
een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke leeromgeving gewaarborgd
worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als OLC in te richten om zo de leemtes in
te vullen.
Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het echter nuttig
om over een OLC te beschikken?
•
Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende
leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige
leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrijdend
leren, projectmatig werken ... Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere vrijheid
krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaarheid van extra
ruimte en middelen soms noodzakelijk.
•
Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrachten
moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet
iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt het
zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van een OLC
gebruik kunnen maken.
Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden:
•
ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes
om in groep te werken);
•
ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons …
•
digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben;
•
materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen
zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers …) en dat bewaard wordt in een
openkastsysteem;
•
kranten en tijdschriften (digitaal of op papier).
In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICT-mogelijkheden) die
zowel kan gebruikt worden als ‘stille’ ruimte of juist omgekeerd om bijvoorbeeld leerlingen presentaties te
laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille ruimte) of voor groepswerk (discussiemogelijkheid).
41
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden:
•
het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal
kunnen gerealiseerd worden;
•
het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan
zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook ‘van op afstand’ door
middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips …;
•
het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde periode
voor en/of na de lesuren).
Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze beheerder
zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en praktische organisatie en
wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische aspecten.
Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie van de ICTintegratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC beperken.
ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering
Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter
ondersteuning van het leren.
ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren:
•
Zelfstandig oefenen in een leeromgeving
Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende
mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde
van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het
vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.
•
Zelfstandig leren in een leeromgeving
Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de
leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een
elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.
•
Creatief vormgeven
Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De
leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en
tekenprogramma’s bieden.
•
Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie
Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO
en het internet.
Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het
kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren.
De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een
aangepaste vorm.
•
Voorstellen van informatie aan anderen
Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICTondersteuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie,
een website, een folder …
•
Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren
Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of
verstrekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …
•
Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen
De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit
een scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het
belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te
voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te
vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en
nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …). Op basis hiervan kunnen
ze hun keuzes bijsturen.
42
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN1
Een goed uitgerust wetenschapslokaal is onontbeerlijk voor de lessen Land- en tuinbouw van de optie
biotechnische wetenschappen. Er wordt verwacht dat het labo wetenschappen uitgerust is met alle
nodige minimumvoorzieningen. Het lokaal beschikt over een overheadprojector, een goed uitgeruste pc
met cd-romspeler, projectiemogelijkheden via tv, L.C.D.-scherm of dataprojector zijn aangewezen.
Specifiek voor de vakken eigen aan de optie biotechnische wetenschappen dient het lokaal minimaal
over volgende uitrusting te beschikken:
•
testkits voor wateren bodemonderzoek (bijv. nitraten, fosfaten, ammonium ...);
•
pHen EC-meter;
•
set met bodemzeefjes;
•
Berlese trechters;
•
microscoop met immersieobjectief;
•
balans;
•
oscilloscoop;
•
calorimeters;
•
spectrofotometer;
•
schakelborden en materiaal voor eenvoudige elektrische schakelingen (weerstanden,
condensatoren, verbindingsdraden, krokodilklemmen);
•
elektroscoop;
•
regelbare spanningsbron;
•
ampèremeter, voltmeter, multimeter;
•
schuifweerstand;
•
magneten;
•
spoelen met verschillend aantal windingen;
•
transformator;
•
demonteerbare wisselstroomgenerator;
•
didactische elektrische motor;
•
golfbak met projectiemateriaal;
•
stemvorken;
•
opticabanken;
•
laserlamp;
•
polarimeter;
•
luidspreker.
1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:
-
Codex,
ARAB,
AREI,
Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:
-
de uitrusting en inrichting van de lokalen;
de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat:
-
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn;
alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen;
de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemodificeerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
43
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
44
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
In de voorraadkamer bevinden zich de nodige veiligheidskasten met de nodige chemicaliën en voldoende
glaswerk (reageerbuizen, bekerglazen, erlenmeyers, trechters ...) voor demonstratie- en
leerlingenproeven.
Algemene uitrusting: balans (bovenweger), bunsenbranders, exsiccator, statieven, ringen, vuurvast gaas,
klemmen, magnetische roerder, noten, verbrandingslepels, stoppenassortiment, mortier met stamper, set
meetspuiten, thermostatisch waterbad, verwarmingsmantel, moleculemodellen, roostermodellen.
Voor de laboratoriumlessen zijn nodig:
•
laboratorium met zuurkasten (min. 2) en per twee leerlingen een werktafel voorzien van gassen,
water;
•
balans.
Het is bovendien aangewezen dat men voor de landen tuinbouwaspecten van de opleiding de kans heeft
om gebruik te maken van bestaande landen tuinbouw infrastructuur.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
EVALUATIE
INLEIDING
Tijdens de laatste decennia hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan in het denken over leerlingenevaluatie. Evaluatie wordt niet meer beschouwd als een afzonderlijke activiteit die louter gericht is op
de beoordeling van de leerling, maar ze dient in tegendeel met het leerproces verweven zijn. De didactische evaluatie is een inherent deel van leren en onderwijzen. Zij geeft informatie aan leerlingen en leraren over het succes van het doorlopen leerproces en biedt zodoende de kans om het rendement van
leerlingen én leraren te optimaliseren.
BASISPRINCIPES
De leerkracht zal aandacht hebben voor proces- en productevaluatie.
Het onderscheid tussen proces- en productevaluatie is niet altijd even duidelijk. Bij productevaluatie wordt
nagegaan in welke mate leerlingen de onderwijsdoelen hebben bereikt; bij procesevaluatie wordt het
leerproces van de leerling en het didactisch handelen geëvalueerd.
Het evaluatiesysteem van de leerkracht zal structureel rekening houden met kennis, vaardigheden en
vakgebonden attitudes van de leerlingen en het resultaat van taken, toetsen, praktische oefeningen en
opdrachten
De evaluatiecriteria worden vooraf duidelijk aan de leerlingen medegedeeld. Deze criteria worden ook
best vooraf besproken in de vakwerkgroep.
Een evaluatie dient te vertrekken vanuit duidelijke en operationele doelstellingen. Zowel het proces als
het product moeten op een zo objectief mogelijke manier geëvalueerd worden.
Onnauwkeurig werken, kleine fouten maken … kunnen in zekere mate aanvaardbaar zijn. Belangrijk is de
evolutie van de leerprestaties en de vaardigheden van de leerlingen.
Daarom zal de leraar voortdurend hun vorderingen nagaan en zo nodig, zal hij/zij meteen remediërend
optreden.
Bij het begin van iedere les zal de leraar desnoods aan alle leerlingen afzonderlijk meedelen welke
(sub)doelstellingen tijdens die les moeten bereikt of nagestreefd worden. Iedere leerling moet bij het begin van iedere les weten wat van hem tijdens die les verwacht wordt.
Maak van de evaluatie een nuttig instrument. De evaluatie is maar nuttig als de leerlingen (maar ook de
leraar) uit de evaluatie iets kunnen leren, daarom is het essentieel:
•
•
•
•
aan de leerling feedback te geven en te leren waarom een antwoord juist of fout is;
de nodige remedieringen hieraan koppelen;
conclusies te trekken voor de manier van onderwijzen (didactische aanpak);
de samenhang van het aantal onvoldoendes met andere vakken te analyseren.
45
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
BIBLIOGRAFIE
NASLAGWERKEN EN HANDBOEKEN
AMERIJCKX, Algemene Bodemkunde, Amerijckx
ASPERGES M., DESFOSSÉS, HENDRICKX, Planten en andere niet-dierlijke organismen, Van In
ASPERGES M., Gisten en gisting, in Jaarboek VOB 1990, p. 11-25, De Sikkel, 1990
Belgische voedingsmiddelentabel, Nubel
BOSSIER, BRAT, CLAEYS, DECONINCK, MESSELY, VAN COTTHEM, VANDENBERGGHEN,
Moderne Plantkunde, Van In, Lier
BUURKR B., Uw cholesterol op peil, Cosmos, 96 blz. ISBN 90-215-9482-X
CADDY R., Aromatherapy. Essential Oils in Colour, Amberwood, Guildford, 1997, pp. 90
CHALMET M., DEBUSSCHERE M., PAUWELS K., Fysica Eenheid 5a, De Boeck, ISBN 9045505517
CHALMET M., SCHERPEREEL L., VANLANDEGHEM H., Al-chemie 1, De Boeck
CHALMET M., SCHERPEREEL L., VANLANDEGHEM H., Al-chemie 4, De Boeck
CHALMET M., SCHERPEREEL L., VANLANDEGHEM H., Chemie labo 3-4, De Boeck
CHALMET M., SCHERPEREEL L., VANLANDEGHEM H., Chemie labo 5-6, De Boeck
COKELAERE M, CRAEYNEST P., Onze genen Handboek van de menselijke erfelijkheid, Acco, 1998,
424 blz., ISBN 90-334-4126-8
DE JONGH P., Inzetten van saneringstechnologieën; LEFC Zuiveren van bedrijfsafvalwater, MOBBoxtel, Uitgeverij Ontwikkelcentrum (Educatieve uitgaven en dienstverlening), 2001
DE SCHUTTER, P. Buiten, veldbiologische technieken., Uitg. Pelckmans
DEELSTRA, H., e.a., Bijzondere voeding”, Garant, 1999, ISBN 90-5350-900-3
DEELSTRA, H., e.a., Vreemde stoffen in onze voeding, Stichting Leefmilieu, Antwerpen, 1999
DEPOVER A., HERREMAN W., PERSOONE N., VANDEKERCKHOVE A., Fysica vandaag 5.2/3,
Pelckmans, ISBN 9028918078
DEPOVER A., HERREMAN W., PERSOONE N., VANDEKERCKHOVE A., Fysica vandaag 4.2,
Pelckmans, ISBN 28916679
DEPOVER A., HERREMAN W., PERSOONE N., VANDEKERCKHOVE A., Fysica vandaag 6.2,
Pelckmans, ISBN 9028919600
DEWEGHE L., MORTIER J., Eten, meten en weten, KVCV-Voeding ISBN 9090074309
Een kijk op biotechnologie, inforeeks van VIB
GOUBAU P., VAN GOMPEL A., Wegwijzer in Microbiologie, editie 2000, Uitgeverij Garant, Leuven,
ISBN 90-44441-1001-4, 383 blz.
HALLEMANS, Bescherming cultuurgewassen openbaar groen, Hallemans
HERMANS, HEINSIUS, THYSSE, Geïllustreerde Flora van Nederland, Versluys
HOEKSTRA, W.P.M., Een wereld vol bacteriën, Nieuwezijds, Amsterdam,1999, (ISBN 9057120496)
IR. H.W. VAN POL, Scheikunde in Landen Tuinbouw, Educaboek
IR. H.W. VAN POL, Bemestingsleer in de tuinbouw, Educaboek
IR. R.L.M. PIERIK, Plantenteelt in kweekbuizen
LAMBRECHTS J., Bieren zelf brouwen, Helios, Antwerpen, 1989, pp. 192
LAMBRECHTS J., Wijnen zelf maken, Helios, Antwerpen, 1984, pp. 191
46
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
LIS-BALCHIN M., Aroma Science. The Chemistry and Bioactivity of Essential Oils, Amberwood,
Guildford, 1999, pp. 107
MCGEE H., Eten en koken, Bert Bakker, Amsterdam, 1996, pp. 690
PERGOOT J., THYS L., VAN DERSTAPPEN E., Natuurkunde 5,6 en 7, De Garve Brugge
RAEYMAEKERS P., Genen en gezondheid, Natuur en techniek, Veen Magazines Amsterdam
VAN COTTHEM W., Plantenanatomie in praktijk, Van In
VAN DEN BEMPT R., DE CLIPPELEIR K., GEUENS R., HOFKENS R., OPDEWEEGH J., Focus op
fysica 4, Wolters Leuven, ISBN 9030967390
VAN WINGERDEN L., Landbouwwerktuigen, Voorschoten V.A.M., ISBN 9040526133
Lesbladen Water en Lucht, Vlaamse Milieumaatschappij, Aalst
Wetenschappelijk werk, Pelckmans, ISBN 9028927794
CD-ROM’S
Chemielexicon, met o.a. alle basisbegrippen, beschrijvende chemie, nomenclatuur, enz. voor leerkracht
en leerling, KVCV: http://www.kvcv.be/
DIDAC-Transparanten: http://www.kvcv.be/
Biotrom een rondje biotechnologie, VIB: http://www.vib.be/InfoEdu/NL/
Nubel voedingsplanner, Nubel en Bloso: http://www.internubel.be/
Zicht op ziekten, EOS digitaal: http://www.eos.be/
ChemDAT, The Merck Chemical Database, met o.a. Material Safety Data Sheets”, ruim 5000 (gratis)
veiligheidskaarten met Ren S-zinnen, VWR, Leuven
Encarta Encyclopedie, Winkler Prins Editie, Microsoft
Microbiologie, Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek van Natuurwetenschape & Techniek, Amsterdam,
1997: http://www.natutech.nl/
Interactieve flora van Nederland en Vlaanderen, met 4000 foto’s en 1200 tekeningen, Astado Educatieve
Media, Nijmegen, http://www.astado.nl
ORGANISATIES
Federatie voor de chemische nijverheid, Maria-Louise-Square 49, 1040 Brussel:
http://www.fedichem.be/nl/view
Ministerie van Landbouw, Dienst informatie, Landbouwtijdschrift en meerdere publicaties, ManhattanCenter-Office-Tower, Bolwerklaan 21, 1210 Brussel
Ministerie van Volksgezondheid, Eetwareninspectie, Rijksadministratief Centrum, Pachecolaan 19, 1000
Brussel
De Bodemkundige dienst van België, De Croylaan 48, 3001 Heverlee
Dienst Leefmilieu, Braemkateelstraat 41, 9050 Gent (Gentbrugge), tel: 09-239 43 11
47
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen
PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week)
TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week)
WEBSITES
www.mijngenen.be/edu
www.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/bodemkaart
http://www.emc.maricopa.edu/faculty/farabee/BIOBK/BioBookTOC.html
http://www.gezondheid.be/
http://webserv.nhl.nl/~stout/eigenwerk.htm
http://antoine.frostburg.edu/chem/senese/101/index.shtml
http://www.pc.chemie.uni-siegen.de/pci/versuche/
http://lptpc100.ugent.be/studenten.info/sources/Scheikunde/I/Hoorcolleges/hoorcollege-2.ppt
http://dc2.uni-bielefeld.de/dc2/haus/l-stoffe.htm
http://www.seilnacht.tuttlingen.com/
http://www.chemie.uni-dortmund.de/groups/dc1/lernzirkel.htm
http://www.food-info.net/dutch/page.php?c=indx
www.bioplek.org
http://www.biotechnologie.net/http://www.bdb.be/http://www.ovam.be/jahia/Jahia/pid/11
http://www.bp.com/saw
www.mina.be
www.koninklijkbelgischstaatsblad.be
www.natutech.nl
48
Download