LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vakken: PV/TV Stage landbouw/tuinbouw 0/1-2 lt/w TV Landbouw/tuinbouw 13/12-11 lt/w Specifiek gedeelte Studierichting: Biotechnische wetenschappen Studiegebied: Land- en tuinbouw Onderwijsvorm: TSO Graad: derde graad Leerjaar: eerste en tweede leerjaar Leerplannummer: 2010/044 (vervangt 2006/107) Nummer inspectie: 2010/46/1//D (vervangt 2004 / 170 // 1 / R / SG / 2H / III / / D/) Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) INHOUD Visie.......................................................................................................................................2 Beginsituatie.........................................................................................................................3 Algemene doelstellingen .....................................................................................................4 Leerplandoelstellingen/leerinhouden/specifieke pedagogisch-didactische wenken ...... 5 VAK: TV LANDBOUW/TUINBOUW .........................................................................................................5 Subvak 1: Ecosystemen............................................................................................................5 Subvak 2: Toegepaste wetenschappen ....................................................................................7 Subvak 3: Uitrusting ............................................................................................................... 19 Subvak 4: Technieken............................................................................................................ 21 VAK: PV/TV STAGE LANDBOUW/TUINBOUW ................................................................................... 38 Pedagogisch-didactische wenken ....................................................................................40 Minimale materiële vereisten .............................................................................................43 Evaluatie .............................................................................................................................45 Bibliografie .........................................................................................................................46 1 TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) VISIE De studierichting Biotechnische wetenschappen beoogt de leerlingen een uitgebreide kennis van, een ruim inzicht in en een waardering voor ontwikkelingsprocessen van levende wezens bij te brengen. Bovendien worden aanvullende inzichten verworven in algemene wetenschappelijke vakken (bijv. biologie, chemie, fysica ...). Daaraan gekoppeld hecht deze opleiding een groot belang aan de vaardigheden nodig voor het uitvoeren van experimenten. Bijgevolg stelt deze studierichting de leerlingen in staat om een stevige basis te leggen voor aanvullende wetenschappelijke studies. 2 TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) BEGINSITUATIE Dit leerplan is van toepassing op de leerlingengroep die in de tweede graad TSO de studierichting Biotechnische wetenschappen heeft gevolgd. Voor leerlingen die deze studierichting pas in de derde graad aanvangen is het aan te bevelen dat ze reeds een technisch-wetenschappelijke basiskennis bezitten. Indien dat niet zo is, wordt van hen verwacht dat ze zich zo snel mogelijk bijwerken. 3 TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) ALGEMENE DOELSTELLINGEN Leerlingen uit de studierichting Biotechnische wetenschappen krijgen een overzicht van de handelingen waarmee de mens ingrijpt op de ontwikkeling van organismen en hun milieu. Dit impliceert het realiseren van een aantal algemene doelstellingen die betrekking hebben op kennis, vaardigheden, waarden en attitudes: • bezitten van basiskennis i.v.m. levende wezens; • verwerven van kennis en inzicht met betrekking tot biotechnologische processen; • inzien van de relatie tussen biotechnologie en andere vakgebieden (in het bijzonder land- en tuinbouw); • feiten, begrippen, relaties, structuren en oplossingsmethoden kunnen aanwenden; • aan de hand van verworven kennis en inzicht de plaats van de mens in de natuur kunnen bepalen en milieubewust handelen; • grootschalig kunnen denken en de gevolgen kunnen inschatten van menselijke activiteiten; • vormen van een persoonlijke visie en deze met respect voor andere meningen kunnen toelichten; • met zin voor verantwoordelijkheid kunnen deelnemen aan groepswerk; • verwondering en bewondering ervaren voor de complexiteit van de natuur; • bedachtzaam omgaan met levende wezens; • op een verantwoorde manier aan wetenschappelijk onderzoek kunnen doen: • − de stappen van een wetenschappelijk onderzoek kennen; − nauwkeurig kunnen observeren; − gegevens kunnen noteren; − gegevens grafisch kunnen voorstellen; − besluiten kunnen formuleren; verwerven van inventiviteit, creativiteit, discipline en inzicht om zelfstandig een experiment of een onderzoek op te stellen, uit te voeren en te interpreteren. 4 TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) 5 LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN/SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN VAK: TV LANDBOUW/TUINBOUW SUBVAK 1: ECOSYSTEMEN DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 1 de biosfeer omschrijven. de basisbegrippen van de ecologie met voorbeelden omschrijven. de kringlopen van N, P, C en water schetsen met hun diverse vormen en omzettingen. relaties tussen de trofische niveaus weergeven. een overzicht geven van de voornaamste aanpassingen van de organismen aan hun milieu. 2 in groep een biotoopstudie uitvoeren. op een verantwoorde manier aan veldwerk doen. gegevens van een biotoopstudie op een wetenschappelijke wijze weergeven. 3 het doel van een vegetatieanalyse omschrijven. LEERINHOUDEN 1 Biosfeer (ecologie) 1.1 Basisbegrippen van de ecologie • • • • • 1.2 1.3 1.4 biotoop levensgemeenschap ecosysteem relatievormen individu en populatie Kringloop van stoffen en energiestroom Voedselrelaties Aanpassingen van organismen en hun milieu 2 Biotoopstudies SPECIFIEKE PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN De begrippen biotoop, levensgemeenschap, ecosysteem, relatievormen, individu en populatie kunnen besproken worden. Een biotoopstudie tijdens een excursie of GWP kan als basis dienen om de ecologische begrippen toe te passen 3 Vegetatieanalyse 3.1 Inleiding en doel In groep een vegetatieanalyse uitvoeren met eventueel gebruik van verschillende TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen de verschillende opnametechnieken bespreken. op een verantwoorde manier de meest geschikte opnametechniek kiezen. in groep een vegetatieanalyse uitvoeren. de gegevens van een vegetatieanalyse verwerken. 6 LEERINHOUDEN SPECIFIEKE PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN 3.2 Opnametechnieken technieken (bijv. tijdens GWP of daguitstap) • • • • • 3.3 permanente proefvlakken toevallig geplaatste proefvlakken puntenraam transecten bedekkingsgraad van bomen in een bos: ‘Point Centered Quarter Method’ (= PCQM) Verwerkingsmethodes • • syntaxonomie methode van Braun-Blanquet De gegevens van de analyse klassikaal verwerken, bespreken en voorstellen. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) 7 SUBVAK 2: TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 1 de opbouw van het periodiek systeem in periodes en groepen uitleggen. het periodiek systeem gebruiken. de bouw van het atoom weergeven. het begrip atoomorbitaal omschrijven.(U) de elektronenconfiguratie van een atoom in de grondtoestand weergeven. het verschil weergeven tussen de ionbinding, covalente binding en metaalbinding. de voornaamste stoichiometrische begrippen omschrijven. stoichiometrische berekeningen uitvoeren. stoichiometrische berekeningen met reactievergelijkingen uitvoeren. de reactiesnelheid in woorden en formules weergeven. de reactiesnelheid berekenen het verband tussen de evenwichtsconstante en de evenwichtsconcentraties weergeven en kunnen toepassen bij eenvoudige voorbeelden van chemisch evenwicht. de oorzaken van evenwichtsverschuivingen opsommen LEERINHOUDEN 1 Anorganische chemie 1.1 Periodiek systeem • • • 1.2 opbouw gebruik van periodiek systeem atoombouw Chemische binding • • • 1.3 ionbinding covalente binding metaalbinding Stoichiometrie • • • 1.4 hoeveelheid materie (mol) concentratie stoichiometrische berekeningen massa concentraties volumes met gassen Reactiesnelheid 1.5 Chemisch evenwicht SPECIFIEKE WENKEN Er dient overleg te gebeuren met de leerkracht van het vak toegepaste chemie, zowel wat inhoud als het praktisch werk betreft. Om overlappingen te vermijden zullen er duidelijk afspraken gemaakt worden welke leerlingenpractica in welke vakken georganiseerd worden. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen en verschuivingen kunnen voorspellen. zuur-basekoppels aanduiden in een gegeven zuur-basereactie. zuur- en baseconstanten berekenen. pH-berekeningen maken. LEERINHOUDEN 1.6 Zuur-basereacties eenvoudige reactievergelijkingen van een redoxreactie opstellen 1.7 Redoxreacties de begrippen oplosbaarheid, oplosbaarheidsproduct en graad van verzadiging omschrijven (U) 1.8 Neerslagreacties (U) 2 Organische chemie 2.1 2.2 Het element koolstof Koolwaterstoffen 2.3 Organische stofklassen • acyclische alkanen - naamgeving - substitutiereactie - fysische eigenschappen 8 SPECIFIEKE WENKEN het verband tussen oplosbaarheid en oplosbaarheidsproduct weergeven en toepassen in oefeningen (U) het al dan niet neerslaan van een zout in een oplossing voorspellen (U) 2 de bouw van het element koolstof beschrijven en de verschillende bindingen herkennen. een overzicht geven van de mogelijke manieren van ketenvorming bij het element koolstof. van de verschillende organische stofklassen de naamgeving en het reactiemechanisme van een aantal typerende reacties voor een bepaalde stofklasse weergeven. fysische en chemische eigenschappen Men kan gebruik maken van de chemische modellen en bouwdozen om de leerlingen inzicht te verschaffen in de structuur van koolwaterstoffen. Via internet kunnen de leerlingen zelf bepaalde stoffen en hun toepassingen opzoeken. De leerstof van deze organische stofklassen wordt het best steeds benaderd vanuit de leefwereld van de leerlingen. Men tracht steeds hun verwondering en nieuwsgierigheid te wekken door voorbeelden van stoffen aan te TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN van de verschillende stofklassen vergelijken en hieruit conclusies trekken naar gebruik. van elke stofklasse een aantal kenmerkende producten en hun toepassing geven. zelf een aantal eenvoudige proeven uitvoeren. - chemische eigenschappen - belangrijkste toepassingen alkenen - naamgeving - additiereactie - fysische eigenschappen - chemische eigenschappen - belangrijkste toepassingen alkynen - naamgeving - fysische eigenschappen - chemische eigenschappen - belangrijkste toepassingen • • cyclische - naamgeving - fysische eigenschappen - chemische eigenschappen - belangrijkste toepassingen derivaten alcoholen - naamgeving - fysische eigenschappen - chemische eigenschappen - belangrijkste toepassingen aminen - naamgeving - fysische eigenschappen 9 SPECIFIEKE WENKEN halen die zij reeds kennen uit het dagelijks gebruik. Voorbeelden: alkanen (biogas, benzine, aardgas); alcoholen (ethanol, methanol); ketonen (aceton); aldehyden (formol); carbonzuren (citroenen en citroenzuur, zuren in wijn, melkzuur, oxaalzuur uit rabarber, mierenzuur, enz.). Het mag geen klassieke opsomming worden van de verschillende onderdelen. Om de fysische en chemische eigenschappen van bepaalde groepen aan te tonen zullen er verschillende leerlingenproeven worden uitgevoerd. - oplosbaarheid van alkanen, alcoholen; - reactieproducten van de verbranding van alkanen, alcoholen …; - zuur karakter aantonen van carbonzuren; - reactie van alcoholen met carbonzuren tot esters; - bereiden van zeep; - uit wijn ethanol destilleren. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN - chemische eigenschappen - belangrijkste toepassingen • oxidatieproducten van alcoholen aldehyden - naamgeving - fysische eigenschappen - chemische eigenschappen - belangrijkste toepassingen carbonzuren - naamgeving - fysische eigenschappen - chemische eigenschappen - belangrijkste toepassingen ketonen - naamgeving - fysische eigenschappen - chemische eigenschappen - belangrijkste toepassingen • reactieproducten ethers - naamgeving - fysische eigenschappen - chemische eigenschappen - belangrijkste toepassingen 10 SPECIFIEKE WENKEN TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 11 SPECIFIEKE WENKEN esters - naamgeving - fysische eigenschappen - chemische eigenschappen - belangrijkste toepassingen 3 eenvoudige vraagstukken als toepassing op de fysische grootheden oplossen en de correcte S.I.-eenheden gebruiken. het begrip warmtehoeveelheid definiëren, de formules verwoorden en vraagstukken i.v.m. warmtehoeveelheid van voedingsmiddelen oplossen. de functie van een calorimeter verwoorden en de warmtecapaciteit van de calorimeter en de soortelijke warmtecapaciteit van een vaste stof of een vloeistof proefondervindelijk bepalen. een warmtebalans opstellen. de verschillende vormen van energietransport uitleggen m.b.v. een aantal voorbeelden. 3 Toegepaste fysica 3.1 Belangrijkste fysische grootheden (herhaling en uitdieping) 3.2 Warmteleer • warmtehoeveelheid • calorimetrie De grootheden en de eenheden kunnen ingeoefend worden d.m.v. een overzichtstabel. Ze worden achteraf ingeoefend aan de hand van vraagstukken. Het begrip warmtehoeveelheid kan geïllustreerd worden met eenvoudige voorbeelden. Toepassing: referentie naar energie-inhoud van voedingsmiddelen. De verschillende onderdelen van een calorimeter en de materialen waaruit deze bestaat toelichten. De leerlingen de proeven laten uitvoeren en laten vergelijken met de exacte waarden voor deze grootheden. • energietransport k-waarde van verschillende materialen en toepassingen hiervan aangeven. • faseovergangen De verschillende vormen van energietransport aantonen met eenvoudige proefjes en voorbeelden uit het dagelijks leven. Toepassing: k-waarde van verschillende materialen en toepassingen hiervan bijv. bij serreconstructies TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN diagrammen van smelten en verdampen interpreteren en de warmtebalansen opstellen. gedrag van een zuivere stof bij toevoer en afvoer van warmte smelten en stollen verdampen en condenseren sublimeren het koelen in koelcellen en klimaatkamers beschrijven. door redeneren de elektrische ladingen bepalen en de wetten correct toepassen. de formules toepassen in vraagstukken en de juiste S.I.-eenheden gebruiken. metingen uitvoeren en interpreteren. praktische toepassingen van het gebruik van elektrische ladingen aangeven. eenvoudige schakelingen maken, schakelingen tekenen en aan de hand van formules vraagstukken oplossen. de werking en de functie van een condensator verklaren en vraagstukken hieromtrent oplossen. de werking van chemische en thermische stroombronnen uitleggen. de basisbegrippen van magnetisme uitleggen. 3.3 Elektriciteit • • • elektrische lading ladingstransport: stroomsterkte, spanning, meten van stroomsterkte en spanning, meten van energieverbruik elektrische weerstand: wet van Ohm, warmteproductie in een weerstand, wetten van Pouillet, soorten weerstanden elektrische schakelingen: serieschakelingen, parallelschakelingen, gemengde schakelingen, ontwikkeld vermogen, stroom- en spanningsregeling condensatoren • stroombronnen • magnetische verschijnselen: permanente magneten, elektromagneten, magnetisch veld • • magnetische beeldvorming (NMR) beschrijven. 12 SPECIFIEKE WENKEN De leerlingen zullen eventueel de soortelijke smeltingswarmte van water proefondervindelijk bepalen. Toepassing: koelen in koelcellen en klimaatkamers. De begrippen verduidelijken aan de hand van eenvoudige proefjes. Toepassingen: - elektrostatisch sorteren van zaden; - elektrostatische sproeiers voor verspreiden van sproeistoffen. Gebruik van defibrillator bij hartstilstand, pacemaker, EEG, ECG De leerlingen metingen laten uitvoeren met een multimeter. De verschillende schakelingen demonstreren en metingen uitvoeren. Schakelingen met condensatoren demonstreren en metingen uitvoeren. Werking zonnepanelen? De werking van een chemische en een thermische stroombron demonstreren. Eenvoudige proefjes met magneten. Toepassing: magnetische beeldvorming (NMR). 3.4 Periodieke verschijnselen TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN verklaren dat er bewegingen zijn die aan bepaalde wetmatigheden • beantwoorden de voorwaarden voor een harmonische trilling verklaren, de wiskundige vergelijking begrijpen en de verschillende elementen opsommen waaruit de vergelijking is opgebouwd. een grafiek van een harmonische trilling tekenen en grafieken van harmonische trillingen interpreteren. • meerdere harmonische trillingen samenstellen. • de verschillende begrippen uitleggen en illustreren met voorbeelden. eenvoudige vraagstukken oplossen. toepassingen van geluidsgolven geven • en uitleggen. de werking van een hoorapparaat demonstreren (U). het gebruik van hoogfrequente golven voor het reinigen van apparaten aangeven.(U) harmonische trillingen: grafische voorstelling, wiskundige vergelijking 13 SPECIFIEKE WENKEN Aan de hand van eenvoudige voorbeelden en een videofilm het begrip periodiek verschijnsel demonstreren. samenstellen van harmonische trillingen eigenschappen van golven: soorten golven, golflengte, lopende golven, buiging, terugkaatsing, breking, interferentie, staande golven, resonantie eigenschappen en toepassingen van golven geluidsgolven - voortplanting - voortplantingssnelheid - toonhoogte - toonsterkte - toonklank - Dopplereffect - geluidsdemping, echografie - resonantie, sonar, microfoon Deze eigenschappen demonstreren met een golfbak en eenvoudige proefjes. De werking van een oscilloscoop illustreren en de leerlingen zelf laten experimenteren met verschillende geluidsbronnen en de overeenstemmende grafische weergave van de geluidsgolven op de oscilloscoop. Toepassingen: - werking van een hoorapparaat; - ultrasoon reinigen. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen een aantal opticaproeven uitvoeren en hieruit een aantal wetmatigheden afleiden. begrippen uitleggen en illustreren met een aantal voorbeelden. uitleggen wisselstroom is. aangeven wat een faseverschil is. eenvoudige vraagstukken oplossen. de werking en de functie van een transformator uitleggen. het begrip meerfasigheid en het belang ervan uitleggen. LEERINHOUDEN lichtgolven - belangrijkste begrippen uit de optica - ontstaan van licht - interferentie, polarisatie - polarimeter: principe en toepassingen - spectrofotometer: principe (wetten van Lambert en Beer), werking en toepassingen wisselstroom - faseverschil tussen stroom en spanning - reactantie en impedantie - wisselstroom door een keten - vermogen - arbeidsfactor - transformator - meerfasige wisselstroom 14 SPECIFIEKE WENKEN Bondige herhaling van de belangrijkste begrippen uit de optica. De leerlingen enkele proefjes laten uitvoeren met de opticabank. Eigenschappen kunnen geïllustreerd worden met een videofilm. Werking polarimeter en spectrofotometer laten zien tijdens een bezoek aan een labo. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 4 het principe van de verschillende scheidingsmethodes bespreken. enkele toepassingen van de diverse scheidingstechnieken opsommen. verklaren wanneer een bepaalde scheidingstechniek gebruikt kan worden. in een procesbeschrijving van een productieproces de scheidingstechnieken herkennen. zelfstandig proeven uitvoeren, waarin de verschillende scheidingstechnieken aan bod komen. het principe, de voordelen en de belangrijkste termen i.v.m. de chromatografie verklaren. het principe van de kolomchromatografie en de verschillende soorten verklaren: klassieke kolomchromatografie, gelfiltratie en High Performance Liquid Chromatography (HPLC) omschrijven. deze kennis toepassen bij proeven. het principe van de papierchromatografie, de beïnvloedende factoren en toepassingen verklaren. LEERINHOUDEN 4 Scheidingstechnieken 4.1 Herhaling van scheidingstechnieken (principe en toepassing) centrifugatie filtratie destillatie • • • 15 SPECIFIEKE WENKEN De verschillende scheidingstechnieken demonstreren. De scheidingstechnieken in de praktijk uitvoeren. • • • 4.2 kristallisatie adsorptie extractie Productieprocessen, waarbij scheidingstechnieken gebruikt worden 4.3 Chromatografie • algemeenheden Aan de hand van eenvoudige proeven leren de principe leerlingen de technieken begrijpen en begrippen, termen toepassen. voordelen t.o.v. andere scheidingstechnieken kolomchromatografie klassieke kolomchromatografie gelfiltratie HPLC toepassingen papierchromatografie principe soort papier technieken • • Als opdracht de leerlingen vereenvoudigde proeven van productieprocessen laten voorbereiden, uitvoeren, resultaten noteren en besluiten trekken (bijv. extractie van suiker uit suikerbieten, winning van etherische oliën m.b.v. destillatie). TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN het principe van de dunnelaagchromatografie verwoorden. proeven uitvoeren m.b.v. dunnelaagchromatografie (DLC). de verschillende onderdelen van een gaschromatograaf en hun functie opsommen. de toepassingen van GC en het gebruik • ervan in combinatie met andere actuele analysetoestellen aangeven. het begrip indicator uitleggen. de omslaggebieden van een aantal zuur-baseindicatoren aangeven.(U) een aantal typische chemische reacties dunnelaagchromatografie principe aanbrengen van een dunne laag technieken om kleurloze componenten zichtbaar te maken toepassingen het principe van de gaschromatografie (GC) uitleggen. typische stofkenmerken opnoemen. een aantal chemische stoffen herkennen aan de hand van typische stofkenmerken (bijv. kleur, geur). SPECIFIEKE WENKEN toepassingen • 5 16 gaschromatografie principe opstelling toepassingen gebruik in combinatie met actuele analysetoestellen (bijv. massaspectrometer) 5 Chemische onderzoekstechnieken 5.1 Identificatie van stoffen (bijv. op basis van geur, uitzicht, smaak) 5.2 Herkenningsreacties (kwalitatieve analyse) bijv. aan de hand van indicatoren, neerslagreacties, reacties met Een labobezoek is aangewezen om de techniek van de gaschromatografie aan te brengen. Stoffen inventariseren op basis van gemeenschappelijke kenmerken. Het zure of basische karakter van een stof aantonen met een indicator. Omslaggebieden van indicatoren aantonen met bufferoplossingen (pH 1 tot 14). Het demonstreren van herkenningsreacties. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN weergeven die gebruikt worden voor het aantonen van ionen. gasvorming 17 SPECIFIEKE WENKEN De leerlingen krijgen een onbekende oplossing waarin ze aan de hand van herkenningsreacties ionen moeten opsporen. met behulp van een handleiding ionen in een onbekende oplossing opsporen. het principe van de gravimetrische analyse uitleggen. de verschillende stappen in de gravimetrische analyse aangeven. via de gravimetrie de concentratie van een ion in een onbekende oplossing bepalen. de terminologie gebruiken die van toepassing is bij de volumetrische analyse. het principe van een titratie verklaren. titratieberekeningen uitvoeren. het principe van een zuur-basetitratie uitleggen. een zuur-basetitratie uitvoeren. het principe van een neerslagtitratie uitleggen. een neerslagtitratie uitvoeren. het principe van een redoxtitratie uitleggen. een redoxtitratie uitvoeren. het principe van een complextitratie uitleggen. 5.3 Gravimetrie (kwantitatieve analyse) principe toepassingen Het gebruik van herkenningsreacties bij actuele herkenningsmethodes aantonen (bijv. bij testkits). Uitvoeren van een gravimetrische analyse zoals kwantitatieve bepaling van sulfaationen in een oplossing. 5.4 Volumetrie (kwantitatieve analyse) terminologie en principe berekenen van een onbekende concentratie (verwerken van de meetresultaten) soorten titraties zuur-basetitraties neerslagtitraties complextitraties redoxtitraties Demonstreren van een volumetrische analyse. Tijdens de proefopstelling worden begrippen uit de volumetrie aangebracht (titratievloeistof, equivalentiepunt, eindpunt, soorten glaswerk). Uitwerken van fictieve analyse resultaten om de rekenmethode aan te leren. Praktische uitvoering van een zuur-basetitratie, zoals het bepalen van het azijnzuurgehalte in huishoudazijn. Praktische uitvoering van een neerslagtitratie, zoals bepalen van chloridegehalte in een waterstaal. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen een complextitratie uitvoeren. LEERINHOUDEN 18 SPECIFIEKE WENKEN Praktische uitvoering van een complextitratie, zoals bepalen van de hardheid van leidingwater. Praktische uitvoering van een redoxtitratie, zoals bepalen van het zuurstofgehalte in een waterstaal. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) 19 SUBVAK 3: UITRUSTING DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 1 aan de hand van een plan de verschillende voorzieningen in een stal aanwijzen en het nut ervan verklaren. de werking van de verschillende mechanismen uitleggen. de reglementering i.v.m. dierenwelzijn verklaren. 2 de verschillende grondwerktuigen benoemen en het nut ervan aangeven. verschillende types zaai- en plantmachines opnoemen en het verschil ertussen verwoorden. uitleggen aan welke eisen een spuitmachine moet voldoen. de reglementering i.v.m. gebruik en controle van spuitmachines verwoorden. belangrijke bewerkingen bij oogstmachines beschrijven. LEERINHOUDEN 1 Stallen 1.1 Inrichting van een stal • • • 1.2 1.3 rundvee: melkvee en vetmesterij varkens: zeugen en vetmesterij kippen: strooiselstal en batterijstal Mechanismen voor het voederen van de dieren Huisvesting van dieren en dierenwelzijn 2 Land- en tuinbouwwerktuigen 2.1 Grondwerktuigen 2.2 Zaaiwerktuigen en plantmachines 2.3 Spuitwerktuigen 2.4 Oogstwerktuigen SPECIFIEKE WENKEN Een bezoek brengen aan een van deze bedrijven. Voorbeelden: voederrobot, drinknippel, voedervijzel, voedsellorrie. De leerlingen zoeken actuele informatie hieromtrent. De leerlingen trachten zelf af te leiden waarom in bepaalde gevallen de wetgeving is aangepast. Aspecten i.v.m. zaadtechnologie kunnen hier aan bod komen. Bijv.: pikdorser en rooimachines. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 3 de verschillende stappen tijdens het melkproces in chronologische volgorde opsommen. uitleggen waarin moderne melkmachines verschillen van traditionele. 4 de voornaamste serretypes met hun kenmerken weergeven in functie van hun teelt. 5 de inrichting van een klimaatkamer beschrijven. toepassingen van een klimaatkamer opsommen. 6 het verschil tussen benzine- en dieselmotoren weergeven. het verschil tussen 2- en 4-slagmotoren uitleggen. het gebruik van brandstoffen en smeermiddelen verklaren. LEERINHOUDEN 3 Melkmachines 3.1 Onderdelen van een melkmachine 3.2 Soorten melkmachines 4 Serres • Serretypes: koepelserre, breedkapper, Venlo 5 Klimaatkamers • • Inrichting van klimaatkamers Toepassingen 6 Motoren • • • Principe van benzine- en dieselmotoren Principe van 2- en 4-slagmotoren Brandstoffen en smeermiddelen 20 SPECIFIEKE WENKEN Bezoek aan een melkveebedrijf. Bijv. klimaatkamer voor in-vitro, fytotron, champignontrekcel, witlooftrekcel. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) 21 SUBVAK 4: TECHNIEKEN DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 1 Technieken i.v.m. bodem 1.1 Fysische en chemische bodemanalyse • • Monstername Fysische bodemanalyse algemene samenstelling van een bodem minerale bestanddelen – textuur SPECIFIEKE WENKEN 1. een representatief bodemstaal nemen. de algemene samenstelling van een bodem beschrijven. de minerale bestanddelen indelen op basis van hun korrelgrootte. het begrip textuur verklaren en eenvoudige oefeningen maken m.b.v. de textuurdriehoek. de textuur bepalen van een bodemstaal. de begrippen organisch materiaal en humus uitleggen. het humificatieproces, de beïnvloedende factoren, de samenstelling van humus en het belang van humus voor de tuinbouw verklaren. het humusgehalte van een bodemstaal bepalen. het begrip poriëngehalte omschrijven. de soorten poriën en het verband tussen poriën en korrelgrootte verklaren. het poriëngehalte bepalen van een bodemstaal. het begrip waterhoudend vermogen Organisch materiaal Poriëngehalte De leerlingen kunnen een bodemanalyse uitvoeren (fysisch, chemisch en biologisch) aan de hand van proeven m.b.v. een representatief bodemstaal. De textuur bepalen a.h.v. een bezinkingsproef en de grondsoort m.b.v. een textuurdriehoek. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN omschrijven. het waterhoudend vermogen van een bodem bepalen. waterhoudend vermogen het actuele water- en luchtgehalte bepalen. luchtgehalte watergehalte de doorlaatbaarheid van een bodemstaal meten de begrippen zuurtegraad en elektrische geleidingsvermogen (EC) verwoorden en de pH en EC van een bodemstaal bepalen. doorlaatbaarheid • het gehalte van verschillende voedingsionen bepalen m.b.v. testkits en de resultaten interpreteren. de resultaten van de zelf gemeten parameters indien nodig omrekenen naar eenheden gebruikt bij de normen of referentiewaarden. de resultaten van de fysische en chemische bodemanalyse verwerken, besluiten trekken m.b.v. de opgegeven normen en richtwaarden en de besluiten • toelichten verbanden leggen tussen de verschillende parameters die ze bij de fysische en chemische bodemanalyse bepalen. Chemische bodemanalyse zuurtegraad (pH) EC Kwantitatieve analyse van voedingsionen Besluiten 22 SPECIFIEKE WENKEN TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen de verschillende soorten bodemorganismen determineren. vangsttechnieken toepassen om bodemorganismen te vangen. bodembacteriën aantonen m.b.v. een voedingsbodem. het verschil verwoorden tussen lokale bronnen en diffuse bronnen als oorzaken van bodemverontreiniging afleiden welke negatieve gevolgen bodemverontreiniging kan teweegbrengen. de inhoud van de reglementering betreffende bodemsanering beknopt weergeven. belangrijke kenmerken van veel gebruikte bodemsaneringstechnieken opsommen. bij een aantal bodemverontreinigingen aangeven welke saneringstechniek kan gebruikt worden, rekening houdend met de reglementering. 2. een representatief waterstaal nemen. de beperkingen toelichten van kwalitatief wateronderzoek. in een onbekend waterstaal, met behulp van een handleiding, de aanwezige ionen opsporen. LEERINHOUDEN 1.2 Biologische bodemanalyse (bodemorganismen) • Soorten bodemorganismen • Opsporen van dierlijke organismen (vangsttechnieken) in de bodem • Opsporen van micro-organismen in de bodem 1.3 23 SPECIFIEKE WENKEN Hierbij kan men gebruik maken van eenvoudige determinatietabellen. Bodemverontreiniging en -sanering • Oorzaken van bodemverontreiniging • Gevolgen van bodemverontreiniging • Reglementering in verband met bodemsanering • Technieken van bodemsanering De leerlingen gaan in hun eigen omgeving op zoek naar een saneringsgeval (benzinestation, industrie) of raadplegen de actualiteit; ze maken een kort verslag waarin ze de mogelijke gevolgen van de vervuiling schetsen en waarin ze aangeven welke saneringstechniek gebruikt wordt. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN de kwalitatieve methodes bespreken en 2 Technieken i.v.m. water uitleggen.(U) uitleggen wat kwantitatief onderzoek is. 2.1 Begrippen een kwantitatieve analyse uitvoeren van een waterstaal. Chemisch wateronderzoek de begrippen BOD en COD bespreken. 2.2 • Kwalitatief wateronderzoek de COD van een water bepalen.(U) (bijv. nitraten, fosfaten, ijzer, kalium m.b.v. testkits) relaties leggen tussen verschillende parameters. • Kwantitatief wateronderzoek de resultaten van de zelf gemeten - bepalen van het nitraatgehalte parameters indien nodig omrekenen naar eenheden gebruikt bij de normen - bepalen van het fosfaatgehalte of referentiewaarden. - bepalen van het sulfaatgehalte a.h.v. analyseresultaten de kwaliteit van - bepalen van chloridegehalte d.m.v. een titratie een waterstaal bespreken. - bepalen van het zuurstofgehalte (Winklermethode) verschillende vangsttechnieken hardheid van alkaliniteit toepassen. - BOD (Biological Oxygen Demand) en waterorganismen determineren met COD (Chemical Oxygen Demand) behulp van determinatietabellen. uitleggen wat de Belgische Biologische Index (BBI) inhoudt. de BBI van een waterloop bepalen. de begrippen uitleggen eigen aan ecotoxicologie en ze gebruiken. een eenvoudige ecotoxicologische test opstellen en uitvoeren. uitleggen hoe levende organismen gebruikt worden voor de detectie van waterverontreinigingen.(U) 2.3 Biologisch onderzoek - vangsttechnieken - soorten waterorganismen - indicatorsoorten 2.4 Biotests 24 SPECIFIEKE WENKEN Door middel van testkits, titraties (voor bepaling chloridegehalte, alkaliniteit en zuurstofgehalte), spectrofotometrie wordt de kwantitatieve samenstelling van een waterstaal bepaald. De resultaten van alle stalen worden in een overzichtstabel verzameld en vergeleken met de normen. De leerlingen trekken besluiten. Het is ook mogelijk om de kwantitatieve analyse te koppelen aan proeven in verband met waterzuiveringstechnieken. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen relaties tussen waterkwaliteit en het voorkomen van organismen verklaren. de bronnen van watervervuilende stoffen aangeven. de grote groepen van watervervuilende stoffen opnoemen. gevolgen aantonen die elk van de groepen watervervuilende stoffen teweegbrengen. het begrip ‘zelfreinigend vermogen’ uitleggen. een aantal waterzuiveringstechnieken opnoemen en bespreken. de verschillende waterzuiveringstechnieken bespreken. LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN • Definitie • Gebruiksmogelijkheden Begrippen i.v.m. toxicologie worden aangebracht. De biotesten kunnen opgevat worden als herhalingsoefeningen waarbij de leerlingen zelfstandig een experiment opstellen, uitvoeren en interpreteren. Het bestuderen en bepalen van de biotische index kan eventueel uitgevoerd worden tijdens een GWP. - Biotische index - Ecotoxicologische tests 2.5 • • een plant kwantitatief analyseren wat betreft watergehalte, droge stofgehalte, organisch gehalte en asgehalte. Waterverontreiniging en -zuivering Waterverontreiniging oorzaken van watervervuiling watervervuilende stoffen (bijv. voedingszouten, zware metalen, organisch materiaal, oliederivaten, pathogene bacteriën) de verschillende slibverwerkingsmethodes uitleggen.(U) 3. 25 Waterzuivering zelfreinigend vermogen technieken - mechanische zuivering - chemische zuivering - biologische zuivering m.b.v. bacteriën - biologische zuivering m.b.v. Aan de hand van teksten, videomateriaal, brochures ... worden de verschillende aspecten van water en watervervuiling aangebracht (er wordt aandacht besteed aan de beschrijving, de bronnen, de gevolgen en de mogelijke oplossingen). Het zelfreinigend vermogen van een water kan experimenteel onderzocht worden. Aan de hand van bijv. teksten, video, literatuurstudie, kan de theorie rond waterzuiveringstechnieken bestudeerd worden. De verschillende technieken kunnen door de leerlingen experimenteel aangetoond worden. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen de verschillen in groei observeren wanneer bepaalde voedingselementen ontbreken in het voedingsmilieu van de plant. een aantal gebreksverschijnselen herkennen. LEERINHOUDEN planten - slibverwerking - toepassingen 3 Technieken i.v.m. bemesting 3.1 Analyse van meststoffen • het verschil geven tussen organische en anorganische meststoffen wat eigenschappen en gebruik betreft. een aantal fysische kenmerken van een aantal meststoffen observeren. de begrippen pH en EC van meststoffen uitleggen en bepaalde waarden interpreteren. de terminologie op een meststofverpakking toelichten en de cijfers erop interpreteren. een bemestingsadvies interpreteren en vertalen naar hoeveelheden meststof in de praktijk. • Plantenanalyse Elementen en hun belang voor de plantengroei stikstof fosfor kalium magnesium calcium sporenelementen • Meststoffen (organische en anorganische meststoffen) fysische kenmerken van meststoffen (bijv. kleur, vorm, 26 SPECIFIEKE WENKEN Een bezoek brengen aan een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Laat de leerlingen verschillende onderdelen alsook verschillende plantentypes onderzoeken wat betreft samenstelling. Uitvoeren van groeiproeven (voedingsoplossingen met telkens 1 element dat ontbreekt). Op die manier kunnen ze de gebreksverschijnselen zelf waarnemen. Zorg voor een periode die lang genoeg is om wekelijks een aantal waarnemingen te kunnen uitvoeren. Onderzoek van een aantal meststoffen (anorganische en organische) een aantal fysische en chemische parameters (kleur, textuur, oplosbaarheid in zuur midden en in alkalisch midden, zuur of alkalisch werkend karakter, verandering van de EC bij oplossing). TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN structuur) zuurtegraad EC chemische samenstelling de werking van een voedingsunit uitleggen. de samenstelling van voedingsoplossingen die men gebruikt in de substraatteelt berekenen. • Bemestingsadvies voor volle grond de pH, de EC en de chemische samenstelling van een voedingsoplossing bepalen (nitraten, fosfaten, kalium). 3.2 uitleggen wat het composteringsproces • inhoudt. meerdere technieken van • thuiscompostering aanhalen. een vergelijking maken tussen thuiscompostering en industriële compostering. het verschil aangeven tussen aërobe en anaërobe compostering. • de voornaamste kenmerken van GFT (groente-, fruit- en tuinafval)compost en groencompost opnoemen. het belang inzien van het gebruik van compost in land- en tuinbouw. Analyse van voedingsoplossingen Werking van een voedingsunit Berekenen van de samenstelling van voedingsoplossingen nodig voor de substraatteelt Chemische analyse van voedingsoplossingen zuurtegraad EC (elektrisch geleidingsvermogen) Kwalitatieve analyse van 27 SPECIFIEKE WENKEN Gebruik een bemestingsadvies voor volle grond van de bodemkundige dienst en laat de leerlingen alle onderdelen interpreteren. Met behulp van dit bemestingsadvies kan men een berekening maken voor een fictieve teelt. Door theoretische rekenvoorbeelden kunnen de leerlingen zelf de samenstelling van een voedingsoplossing berekenen. Een voedingsoplossing chemisch analyseren m.b.v. testkits en de gemeten waarden vergelijken met de resultaten en de normen opgegeven door de Bodemkundige Dienst van België. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen aan de hand van casestudies de milieureglementering in land- en tuinbouw, zoals vermeld in het Vlarem, gebruiken. LEERINHOUDEN 28 SPECIFIEKE WENKEN voedingsoplossingen (bijv. nitraten, fosfaten, kalium, ijzer, hardheid) 3.3 Compostering • Composteerbaar materiaal? • Technieken van compostering thuiscompostering industriële compostering anaërobe compostering • Kwaliteit van compost Samen met de leerlingen een composthoop opzetten. Een bezoek brengen aan een composteringsbedrijf. GFT-compost Groencompost • 3.4 • Gebruik van compost Milieureglementering Vlarem Zaaiproeven doen met verschillende soorten compost of met verschillende concentraties aan compost. Toepassingen uit de praktijk bespreken zoals het gebruik van compost bij aanleg en onderhoud van gazons, in de siertuin, bij de groenteteelt, bij groot- en kleinfruit. Een voorbeeld van een industriële compostering is het DRANCO-procédé, ontwikkeld door de Universiteit van Gent. Voor enkele casestudies zoeken de leerlingen via het internet de milieureglementering op. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 4. LEERINHOUDEN 4 Technieken i.v.m. land- en tuinbouw 4.1 Verschillende land- en tuinbouwmethoden de principes en de gebruikte technieken • van de verschillende teeltmethodes uitleggen. voor een bepaalde teelt een vergelijking maken tussen de verschillende technieken gebruikt binnen de • verschillende teeltmethodes. biologische teeltmethode principes gebruikte technieken bespreking aan de hand van een voorbeeldteelt milieubewuste teeltmethode principes gebruikte technieken bespreking aan de hand van een voorbeeldteelt • traditionele teeltmethode principes gebruikte technieken bespreking aan de hand van een voorbeeldteelt • vergelijking tussen de drie methoden een aantal genetisch gemodificeerde gewassen (en dieren) opsommen die op 4.2 Gebruik van biotechnologie in land- en wereldvlak geteeld worden. tuinbouw een overzicht maken van de gebruikte technieken en manipulaties die op deze • voorbeelden van gewassen en de doorgevoerde genetische modificatie gewassen (en dieren) zijn doorgevoerd. de voordelen en de nadelen afwegen van deze genetisch gemodificeerde gewassen (en dieren) t.o.v. elkaar. • voorbeelden van dieren en de doorgevoerde genetische modificatie 29 SPECIFIEKE WENKEN Bezoek aan bedrijven die een verschillende teeltmethode handhaven. Laat de leerlingen op voorhand een vragenlijst opstellen i.v.m. verschillende teeltprincipes. Bij een biologische teeltwijze wordt bij voorkeur helemaal niet gespoten, maar het is mogelijk dat de telers toch een aantal producten gebruiken. Synthetische pesticiden zijn verboden, maar men kan bepaalde stoffen van plantaardige, dierlijke of minerale oorsprong spuiten om ziekten en plagen te bestrijden. Bij het voorkomen van een aantal schimmelziekten kan men bijv. gebruikmaken van fungiciden op basis van zwavel en koper. Pyretrinen (gewonnen uit Chrysanthemum cinerariaefolium), rotenon en azadirachtine, allemaal middelen van natuurlijke oorsprong, zijn in biologische teeltmethoden toegelaten voor de bestrijding van schadelijke insecten. Daar de meeste erkende producten gebaseerd op pyrtrinen ook de belangrijke synthetische component synergist piperonylbutoxide bevatten, is het verschil tussen natuurlijke en synthetische middelen soms ver te zoeken. Onkruid wordt daarentegen alleen vernietigd door mechanische of thermische behandeling (branden). Via internet kan hierover veel informatie worden verzameld. Laat de leerlingen zelf de informatie opzoeken, verwerken en uitleggen aan hun klasgenoten. Laat per groep of per leerling één gewas of diergroep uitwerken. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen de grondstoffen die gebruikt worden als biomassa opsommen. een aantal toepassingen van deze biomassa beschrijven. de basisbegrippen van de in-vitrocultuur verklaren. het materiaal en uitrusting nodig bij een in-vitrocultuur beschrijven. de verschillende fasen van een invitrocultuur bespreken. aan de hand van een recept de stockoplossingen en voedingsbodems bereiden. de verschillende sterilisatietechnieken omschrijven en toepassen. plantenmateriaal steriel zaaien, enten en overenten. 5. de verschillende microtechnieken met behulp van een handleiding uitvoeren. 30 LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN 4.3 Verwerking van biomassa Men spreekt ook dikwijls van GGO’s (Genetisch Gewijzigde Organismen). 4.4 In-vitro • algemene principes • laboratoriummateriaal en uitrusting • maken van voedingsoplossingen • maken van voedingsbodems • steriliseren van plantenmateriaal • praktische toepassingen van zaaien, enten en overenten • overbrengen naar in vivo 5 Technieken i.v.m. microscopie en microbiologie 5.1 Microscopietechnieken • microtechnieken TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN fixeren en bewaren kleuren duurzame preparaten werken met handmicrotoom aangeven welke uitrusting nodig is om te werken met bacteriën in een laboratorium. de basissamenstelling van een voedingsbodem bespreken. de verschillende soorten voedingsbodems opsommen. een voedingsbodem bereiden. een voedingsbodem steriliseren. op een veilige en verantwoorde manier met bacterieculturen omgaan. op een steriele wijze enten. uitleggen waarvoor enttechnieken gebruikt worden. verschillende enttechnieken bespreken en uitvoeren. het begrip ‘totaal kiemgetal’ bespreken en bepalen. een enkelvoudige kleuring uitvoeren. een gramkleuring uitvoeren.(U) 31 5.2 • Bacteriologie cultuurmedia (voedingsbodems) indeling bereiding sterilisatie opruimen van oude culturen • Aan de hand van praktische proeven de begrippen en de technieken uit de bacteriologie aanleren (bijv. maken van voedingsbodems, steriliseren van die media, ze enten, de gekweekte bacteriën kleuren en uitzuiveren d.m.v. entingen). • steriel uitplanten van voedingsbodems en enten Enttechnieken zoals streepenting en van bacteriën steekenting laten uitvoeren. enttechnieken Totaal kiemgetal bepalen bijv. yoghurt, oppervlaktewater. • tellen van bacteriën (totaal kiemgetal) • fixeren en kleuren van bacteriën enkelvoudige kleuring Aan de hand van het tellen van bepaalde bacteriën de leerlingen laten bepalen of een voedingsmiddel (nog) geschikt is voor consumptie. Uitvoeren van een enkelvoudige kleuring met behulp van methyleenblauw. Na kleuring verschillende soorten bacteriën bekijken onder de microscoop en aandacht besteden aan de verschillende vormen waaronder de bacteriën voorkomen. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 6. het belang van proefveldtechniek aantonen. de begrippen eigen aan de proefveldtechniek gebruiken. LEERINHOUDEN 6 Proefveldtechniek en statistische verwerking van gegevens 6.1 Begrippen • proef • proefveld • veldje • factor • variant • object • parallel • controle • serie • blancoproef 6.2 het belang van een goede proeftechnische voorbereiding aantonen. de proefresultaten met behulp van een statistische handleiding verwerken. SPECIFIEKE WENKEN Aan de hand van een voorbeeld de begrippen uitleggen. Proeftechnische voorbereiding • aantal factoren • variantenkeuze • objectenkeuze • aantal objecten • aantal parallellen • vorm en grootte van de veldjes • geschiktheid van het proefterrein 6.3 32 Statistische verwerking van de Leerlingen stellen een nieuw experiment op en passen de begrippen toe. Klassikaal opstellen van een experiment. Het experiment opstarten en opvolgen, de resultaten noteren. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 33 SPECIFIEKE WENKEN proefresultaten Statistische verwerkingsmethodes aanleren. De resultaten van het klassikale experiment statistisch verwerken. M.b.v. een handleiding van eenvoudige tests (χ²-test, t-test) proefresultaten statistisch verwerken. 7. de verschillende voedingsstoffen aantonen met diverse herkenningsreacties. het spijsverteringsproces verwoorden. 7 Voedingstechnologie 7.1 Analyse van voedingsstoffen • waaruit zijn voedingsmiddelen opgebouwd • spijsvertering Op www.bioplek.org staat de spijsvertering uitgewerkt met bijbehorende vragenlijst. De gebruikelijke termen voor de voedingsmiddelen zijn: sachariden (koolhydraten), lipiden (vetten) en proteïnen (eiwitten). Bij voorkeur worden de wetenschappelijke termen gebruikt. Mogelijke proeven i.v.m. voedingsbestanddelen: de structuur en de opbouw van de verschillende voedingsbestanddelen • voedingsbestanddelen - aantonen van bepaalde aminozuren in eiwitten via bijv. xanthoproteïnereactie, zwaveltest; - extractie van vet uit noten; - vergistbaarheid van de verschillende koolhydraten; - microscopisch onderzoek van de zetmeelkorrels; - bepalen van hoeveelheid vit.-C in TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen weergeven. het belang van water, proteïnen, lipiden, sachariden, vitamines, mineralen en vezels in onze voeding verwoorden. LEERINHOUDEN water - fysische en chemische eigenschappen - nutritionele eigenschappen - aantonen in voedingsmiddelen proteïnen - fysische en chemische eigenschappen - nutritionele eigenschappen - aantonen in voedingsmiddelen lipiden - fysische en chemische eigenschappen - nutritionele eigenschappen - aantonen in voedingsmiddelen sachariden - fysische en chemische eigenschappen - nutritionele eigenschappen - aantonen in voedingsmiddelen vezels - fysische en chemische eigenschappen - nutritionele eigenschappen - aantonen in voedingsmiddelen vitamines - fysische en chemische eigenschappen - nutritionele eigenschappen - aantonen in voedingsmiddelen oorzaak en symptomen van een aantal stofwisselingsziekten verklaren. mineralen - fysische en chemische eigenschappen 34 SPECIFIEKE WENKEN voedingsmiddelen; - bepalen van zoutgehalte in vlees - het week maken van botten. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 35 SPECIFIEKE WENKEN - nutritionele eigenschappen - aantonen in voedingsmiddelen een verantwoord menu samenstellen en via een voedingsmiddelentabel bespreking van een aantal stofwisselingsziekten berekenen of dit voldoet aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH). een aantal procédés van ambachtelijke 7.2 biotechnologische processen stap voor stap uitleggen en deze aan de hand van een recept toepassen. 7.3 een aantal micro-organismen opsommen die bederf van voedingsmiddelen en/of ziekte veroorzaken. Werken met een voedingsmiddelentabel De leerlingen zelf de oorzaken, symptomen en behandelingen laten opzoeken, verwerken en uitleggen in klasverband van een aantal stofwisselingsziekten zoals coeliakie, diabetes, lactose-intolerantie). De leerlingen schrijven gedurende een week alles op wat ze eten en berekenen via de voedingsmiddelentabel (ook op cd-rom met minder rekenwerk) hun dagelijkse innamen van een aantal voedingsstoffen. Ze vergelijken dit met de ADH en trekken hieruit hun conclusies. Ze proberen hun eigen menu bij te sturen. Toepassingen uit de voedingstechnologie Voorbeelden van toepassingen zijn: brouwen van bier; maken van wijn; bakken van brood; verwerking van melk; productie van tofu, quorn. Om bepaalde procédés aan te tonen kan men de leerlingen met vrij eenvoudige materialen zelf kaas, yoghurt, kefir, boter, vruchtenwijn, zuurkool, tofu laten maken. In de tweede graad werden reeds een deel TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN aan de hand van het E-nummer het additief in een bepaalde categorie onderbrengen. 7.4 Voedselveiligheid • schadelijke micro-organismen in voedsel • toevoeging van additieven 36 SPECIFIEKE WENKEN van deze onderwerpen behandeld in de module grondstoffen. De nadruk lag toen vooral op de beschrijving van de grondstoffen. In de derde graad legt men de nadruk op de gistingsprocessen, de stremming en de microorganismen die instaan voor een deel van het productieproces. de verschillende kwaliteitslabels herkennen. de betekenis van deze normen voor land- en tuinbouw en de voedingsindustrie verklaren. • kwaliteitslabels Met behulp van een aantal verpakkingen van voedingsmiddelen gaan de leerlingen op zoek naar additieven in de voeding. Ze maken een overzicht van de grote groepen additieven met telkens een aantal voorbeelden, E-nummers en toepassingen. Via een bezoek aan de supermarkt gaan de leerlingen op zoek naar kwaliteitslabels. Zij zoeken deze dan achteraf op via internet en maken een bespreking i.v.m. waarvoor deze labels staan. Als afsluiter van deze leerstof kan men bepaalde artikels uit de actualiteit i.v.m. voedselveiligheid behandelen. • HACCP-normen HACCP (uitgesproken als Hassap) is de afkorting van Hazard Analysis - Critical Control TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN 37 SPECIFIEKE WENKEN Points. Meer info op: www.foodhygiene.com/index.htm 8. 8 van een aantal technieken het principe uitleggen. van een aantal technieken toepassingen opsommen. Biomedische technieken • Keuze uit de volgende items: - KI - Therapeutisch klonen - Reproductief klonen - Embryotransplantatie - IVF - ICSI - Xenotransplantatie - Vaccins - Diagnostics - Gentherapie - DNA-elektroforese TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) 38 VAK: PV/TV STAGE LANDBOUW/TUINBOUW DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 1. Kennis - de theorie in praktijk omzetten. - technieken aanleren op een schaalgrootte die door de school niet kan gerealiseerd worden of die in de school niet operationeel zijn. - een bedrijfssituatie relateren aan theoretische en praktische begrippen van de schoolse situatie. - inzicht krijgen in de realiteit van het bedrijfsleven. - kennismaken met bedrijfsculturen. - rapporteren en resultaten op een adequate manier verwerken en interpreteren. 2. Attitudes - zin voor orde, zorg, netheid en stiptheid ontwikkelen. - werken in teamverband. - sociale en communicatieve vaardigheden ontwikkelen gezag accepteren. LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN Chemische, fysische, biologische en biotechnologische technieken, gebruikt in de: De stage wordt georganiseerd onder vorm van een blokstage. • • • • • • voedingssector medische sector biotechnologische sector milieusector land- en tuinbouwsector … Voorbeelden: - in vitro - chromatografie - gel-elektroforese - analyse van voedingsmiddelen - kwaliteitsbepalingen - controle op GGO’s - spectrofotometrie - ecotoxicologische test De keuze van het stagebedrijf moet bij voorkeur aansluiten bij het onderwerp van de geïntegreerde proef. Regelgeving i.v.m. stages: http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database /document/document.asp?docid=13301 Stagedatabank: http://www.ond.vlaanderen.be/secundair/stage databank.htm TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen - - zin voor organisatie en efficiëntie ontwikkelen. verantwoordelijkheid dragen. streven naar kwaliteit van het geleverde werk. initiatief nemen en correct reageren op arbeidssituaties. zich assertief gedragen. voorschriften in verband met welzijn (veiligheid, gezondheid, hygiëne) consequent toepassen. rekening houden met milieuvoorschriften. oog hebben voor ergonomische aspecten van het beroep. 3. Vaardigheden - adequaat omgaan met meettoestellen, toestellen, machines en apparaten. - zich aanpassen aan het werkritme. - praktische vaardigheden ontwikkelen. LEERINHOUDEN 39 SPECIFIEKE WENKEN TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN VOET Wat en waarom? 1 Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakoverschrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen! Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving. Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels per graad geformuleerd wordt. Globaal: • • een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eindtermen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast; zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten: − lichamelijke gezondheid en veiligheid, − mentale gezondheid, − sociorelationele ontwikkeling, − omgeving en duurzame ontwikkeling, − politiek-juridische samenleving, − socio-economische samenleving, − Per graad: socioculturele samenleving. • leren leren, • ICT in de eerste graad, • technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO. Een zaak van het hele team De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlingen. Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrijdende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project vorm te geven. Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET. De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg hebben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspanning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden aan bod komt. Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijkheid om een leerlijn over de graden heen uit te werken. 1 In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Aangezien zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen. 40 TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) HET OPEN LEERCENTRUM EN DE ICT-INTEGRATIE Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de school op leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het gebruik van ICT en van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het onderwijsleerproces te ondersteunen. Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er komt een enorme hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren hier zinvol en veilig mee om te gaan. Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen beschikken om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen, zijn essentieel. Voor het onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht voor de passieve kennisoverdracht en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie binnen de unieke ontwikkeling van elke leerling. Die benadering nodigt leraren en leerlingen uit om voortdurend met elkaar in dialoog te treden, omdat je de ander nodig hebt om te kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal steeds meer verdwijnen en veranderen in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen tempo en in wisselende groepen onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd door gebruik te maken van het OLC en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferentieerde leeromgeving. Het open leercentrum als krachtige leeromgeving Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig, op hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen. Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum • uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen, • ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten, • uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning. In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In werkelijkheid kan in een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke leeromgeving gewaarborgd worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als OLC in te richten om zo de leemtes in te vullen. Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het echter nuttig om over een OLC te beschikken? • Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrijdend leren, projectmatig werken ... Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere vrijheid krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaarheid van extra ruimte en middelen soms noodzakelijk. • Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrachten moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt het zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van een OLC gebruik kunnen maken. Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden: • ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes om in groep te werken); • ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons … • digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben; • materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers …) en dat bewaard wordt in een openkastsysteem; • kranten en tijdschriften (digitaal of op papier). In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICT-mogelijkheden) die zowel kan gebruikt worden als ‘stille’ ruimte of juist omgekeerd om bijvoorbeeld leerlingen presentaties te laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille ruimte) of voor groepswerk (discussiemogelijkheid). 41 TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden: • het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal kunnen gerealiseerd worden; • het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook ‘van op afstand’ door middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips …; • het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde periode voor en/of na de lesuren). Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze beheerder zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en praktische organisatie en wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische aspecten. Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie van de ICTintegratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC beperken. ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het leren. ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren: • Zelfstandig oefenen in een leeromgeving Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie. • Zelfstandig leren in een leeromgeving Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning. • Creatief vormgeven Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s bieden. • Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet. Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren. De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm. • Voorstellen van informatie aan anderen Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICTondersteuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder … • Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog … • Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …). Op basis hiervan kunnen ze hun keuzes bijsturen. 42 TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN1 Een goed uitgerust wetenschapslokaal is onontbeerlijk voor de lessen Land- en tuinbouw van de optie biotechnische wetenschappen. Er wordt verwacht dat het labo wetenschappen uitgerust is met alle nodige minimumvoorzieningen. Het lokaal beschikt over een overheadprojector, een goed uitgeruste pc met cd-romspeler, projectiemogelijkheden via tv, L.C.D.-scherm of dataprojector zijn aangewezen. Specifiek voor de vakken eigen aan de optie biotechnische wetenschappen dient het lokaal minimaal over volgende uitrusting te beschikken: • testkits voor wateren bodemonderzoek (bijv. nitraten, fosfaten, ammonium ...); • pHen EC-meter; • set met bodemzeefjes; • Berlese trechters; • microscoop met immersieobjectief; • balans; • oscilloscoop; • calorimeters; • spectrofotometer; • schakelborden en materiaal voor eenvoudige elektrische schakelingen (weerstanden, condensatoren, verbindingsdraden, krokodilklemmen); • elektroscoop; • regelbare spanningsbron; • ampèremeter, voltmeter, multimeter; • schuifweerstand; • magneten; • spoelen met verschillend aantal windingen; • transformator; • demonteerbare wisselstroomgenerator; • didactische elektrische motor; • golfbak met projectiemateriaal; • stemvorken; • opticabanken; • laserlamp; • polarimeter; • luidspreker. 1 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: - Codex, ARAB, AREI, Vlarem. Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: - de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: - duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemodificeerd worden; - de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist. 43 TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen 44 PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) In de voorraadkamer bevinden zich de nodige veiligheidskasten met de nodige chemicaliën en voldoende glaswerk (reageerbuizen, bekerglazen, erlenmeyers, trechters ...) voor demonstratie- en leerlingenproeven. Algemene uitrusting: balans (bovenweger), bunsenbranders, exsiccator, statieven, ringen, vuurvast gaas, klemmen, magnetische roerder, noten, verbrandingslepels, stoppenassortiment, mortier met stamper, set meetspuiten, thermostatisch waterbad, verwarmingsmantel, moleculemodellen, roostermodellen. Voor de laboratoriumlessen zijn nodig: • laboratorium met zuurkasten (min. 2) en per twee leerlingen een werktafel voorzien van gassen, water; • balans. Het is bovendien aangewezen dat men voor de landen tuinbouwaspecten van de opleiding de kans heeft om gebruik te maken van bestaande landen tuinbouw infrastructuur. TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) EVALUATIE INLEIDING Tijdens de laatste decennia hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan in het denken over leerlingenevaluatie. Evaluatie wordt niet meer beschouwd als een afzonderlijke activiteit die louter gericht is op de beoordeling van de leerling, maar ze dient in tegendeel met het leerproces verweven zijn. De didactische evaluatie is een inherent deel van leren en onderwijzen. Zij geeft informatie aan leerlingen en leraren over het succes van het doorlopen leerproces en biedt zodoende de kans om het rendement van leerlingen én leraren te optimaliseren. BASISPRINCIPES De leerkracht zal aandacht hebben voor proces- en productevaluatie. Het onderscheid tussen proces- en productevaluatie is niet altijd even duidelijk. Bij productevaluatie wordt nagegaan in welke mate leerlingen de onderwijsdoelen hebben bereikt; bij procesevaluatie wordt het leerproces van de leerling en het didactisch handelen geëvalueerd. Het evaluatiesysteem van de leerkracht zal structureel rekening houden met kennis, vaardigheden en vakgebonden attitudes van de leerlingen en het resultaat van taken, toetsen, praktische oefeningen en opdrachten De evaluatiecriteria worden vooraf duidelijk aan de leerlingen medegedeeld. Deze criteria worden ook best vooraf besproken in de vakwerkgroep. Een evaluatie dient te vertrekken vanuit duidelijke en operationele doelstellingen. Zowel het proces als het product moeten op een zo objectief mogelijke manier geëvalueerd worden. Onnauwkeurig werken, kleine fouten maken … kunnen in zekere mate aanvaardbaar zijn. Belangrijk is de evolutie van de leerprestaties en de vaardigheden van de leerlingen. Daarom zal de leraar voortdurend hun vorderingen nagaan en zo nodig, zal hij/zij meteen remediërend optreden. Bij het begin van iedere les zal de leraar desnoods aan alle leerlingen afzonderlijk meedelen welke (sub)doelstellingen tijdens die les moeten bereikt of nagestreefd worden. Iedere leerling moet bij het begin van iedere les weten wat van hem tijdens die les verwacht wordt. Maak van de evaluatie een nuttig instrument. De evaluatie is maar nuttig als de leerlingen (maar ook de leraar) uit de evaluatie iets kunnen leren, daarom is het essentieel: • • • • aan de leerling feedback te geven en te leren waarom een antwoord juist of fout is; de nodige remedieringen hieraan koppelen; conclusies te trekken voor de manier van onderwijzen (didactische aanpak); de samenhang van het aantal onvoldoendes met andere vakken te analyseren. 45 TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) BIBLIOGRAFIE NASLAGWERKEN EN HANDBOEKEN AMERIJCKX, Algemene Bodemkunde, Amerijckx ASPERGES M., DESFOSSÉS, HENDRICKX, Planten en andere niet-dierlijke organismen, Van In ASPERGES M., Gisten en gisting, in Jaarboek VOB 1990, p. 11-25, De Sikkel, 1990 Belgische voedingsmiddelentabel, Nubel BOSSIER, BRAT, CLAEYS, DECONINCK, MESSELY, VAN COTTHEM, VANDENBERGGHEN, Moderne Plantkunde, Van In, Lier BUURKR B., Uw cholesterol op peil, Cosmos, 96 blz. ISBN 90-215-9482-X CADDY R., Aromatherapy. Essential Oils in Colour, Amberwood, Guildford, 1997, pp. 90 CHALMET M., DEBUSSCHERE M., PAUWELS K., Fysica Eenheid 5a, De Boeck, ISBN 9045505517 CHALMET M., SCHERPEREEL L., VANLANDEGHEM H., Al-chemie 1, De Boeck CHALMET M., SCHERPEREEL L., VANLANDEGHEM H., Al-chemie 4, De Boeck CHALMET M., SCHERPEREEL L., VANLANDEGHEM H., Chemie labo 3-4, De Boeck CHALMET M., SCHERPEREEL L., VANLANDEGHEM H., Chemie labo 5-6, De Boeck COKELAERE M, CRAEYNEST P., Onze genen Handboek van de menselijke erfelijkheid, Acco, 1998, 424 blz., ISBN 90-334-4126-8 DE JONGH P., Inzetten van saneringstechnologieën; LEFC Zuiveren van bedrijfsafvalwater, MOBBoxtel, Uitgeverij Ontwikkelcentrum (Educatieve uitgaven en dienstverlening), 2001 DE SCHUTTER, P. Buiten, veldbiologische technieken., Uitg. Pelckmans DEELSTRA, H., e.a., Bijzondere voeding”, Garant, 1999, ISBN 90-5350-900-3 DEELSTRA, H., e.a., Vreemde stoffen in onze voeding, Stichting Leefmilieu, Antwerpen, 1999 DEPOVER A., HERREMAN W., PERSOONE N., VANDEKERCKHOVE A., Fysica vandaag 5.2/3, Pelckmans, ISBN 9028918078 DEPOVER A., HERREMAN W., PERSOONE N., VANDEKERCKHOVE A., Fysica vandaag 4.2, Pelckmans, ISBN 28916679 DEPOVER A., HERREMAN W., PERSOONE N., VANDEKERCKHOVE A., Fysica vandaag 6.2, Pelckmans, ISBN 9028919600 DEWEGHE L., MORTIER J., Eten, meten en weten, KVCV-Voeding ISBN 9090074309 Een kijk op biotechnologie, inforeeks van VIB GOUBAU P., VAN GOMPEL A., Wegwijzer in Microbiologie, editie 2000, Uitgeverij Garant, Leuven, ISBN 90-44441-1001-4, 383 blz. HALLEMANS, Bescherming cultuurgewassen openbaar groen, Hallemans HERMANS, HEINSIUS, THYSSE, Geïllustreerde Flora van Nederland, Versluys HOEKSTRA, W.P.M., Een wereld vol bacteriën, Nieuwezijds, Amsterdam,1999, (ISBN 9057120496) IR. H.W. VAN POL, Scheikunde in Landen Tuinbouw, Educaboek IR. H.W. VAN POL, Bemestingsleer in de tuinbouw, Educaboek IR. R.L.M. PIERIK, Plantenteelt in kweekbuizen LAMBRECHTS J., Bieren zelf brouwen, Helios, Antwerpen, 1989, pp. 192 LAMBRECHTS J., Wijnen zelf maken, Helios, Antwerpen, 1984, pp. 191 46 TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) LIS-BALCHIN M., Aroma Science. The Chemistry and Bioactivity of Essential Oils, Amberwood, Guildford, 1999, pp. 107 MCGEE H., Eten en koken, Bert Bakker, Amsterdam, 1996, pp. 690 PERGOOT J., THYS L., VAN DERSTAPPEN E., Natuurkunde 5,6 en 7, De Garve Brugge RAEYMAEKERS P., Genen en gezondheid, Natuur en techniek, Veen Magazines Amsterdam VAN COTTHEM W., Plantenanatomie in praktijk, Van In VAN DEN BEMPT R., DE CLIPPELEIR K., GEUENS R., HOFKENS R., OPDEWEEGH J., Focus op fysica 4, Wolters Leuven, ISBN 9030967390 VAN WINGERDEN L., Landbouwwerktuigen, Voorschoten V.A.M., ISBN 9040526133 Lesbladen Water en Lucht, Vlaamse Milieumaatschappij, Aalst Wetenschappelijk werk, Pelckmans, ISBN 9028927794 CD-ROM’S Chemielexicon, met o.a. alle basisbegrippen, beschrijvende chemie, nomenclatuur, enz. voor leerkracht en leerling, KVCV: http://www.kvcv.be/ DIDAC-Transparanten: http://www.kvcv.be/ Biotrom een rondje biotechnologie, VIB: http://www.vib.be/InfoEdu/NL/ Nubel voedingsplanner, Nubel en Bloso: http://www.internubel.be/ Zicht op ziekten, EOS digitaal: http://www.eos.be/ ChemDAT, The Merck Chemical Database, met o.a. Material Safety Data Sheets”, ruim 5000 (gratis) veiligheidskaarten met Ren S-zinnen, VWR, Leuven Encarta Encyclopedie, Winkler Prins Editie, Microsoft Microbiologie, Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek van Natuurwetenschape & Techniek, Amsterdam, 1997: http://www.natutech.nl/ Interactieve flora van Nederland en Vlaanderen, met 4000 foto’s en 1200 tekeningen, Astado Educatieve Media, Nijmegen, http://www.astado.nl ORGANISATIES Federatie voor de chemische nijverheid, Maria-Louise-Square 49, 1040 Brussel: http://www.fedichem.be/nl/view Ministerie van Landbouw, Dienst informatie, Landbouwtijdschrift en meerdere publicaties, ManhattanCenter-Office-Tower, Bolwerklaan 21, 1210 Brussel Ministerie van Volksgezondheid, Eetwareninspectie, Rijksadministratief Centrum, Pachecolaan 19, 1000 Brussel De Bodemkundige dienst van België, De Croylaan 48, 3001 Heverlee Dienst Leefmilieu, Braemkateelstraat 41, 9050 Gent (Gentbrugge), tel: 09-239 43 11 47 TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Biotechnische wetenschappen PV/TV Stage landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 0 lestijden/week, 2e leerjaar: 1-2 lestijden/week) TV Landbouw/tuinbouw (1e leerjaar: 13 lestijden/week, 2e leerjaar: 12-11 lestijden/week) WEBSITES www.mijngenen.be/edu www.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/bodemkaart http://www.emc.maricopa.edu/faculty/farabee/BIOBK/BioBookTOC.html http://www.gezondheid.be/ http://webserv.nhl.nl/~stout/eigenwerk.htm http://antoine.frostburg.edu/chem/senese/101/index.shtml http://www.pc.chemie.uni-siegen.de/pci/versuche/ http://lptpc100.ugent.be/studenten.info/sources/Scheikunde/I/Hoorcolleges/hoorcollege-2.ppt http://dc2.uni-bielefeld.de/dc2/haus/l-stoffe.htm http://www.seilnacht.tuttlingen.com/ http://www.chemie.uni-dortmund.de/groups/dc1/lernzirkel.htm http://www.food-info.net/dutch/page.php?c=indx www.bioplek.org http://www.biotechnologie.net/http://www.bdb.be/http://www.ovam.be/jahia/Jahia/pid/11 http://www.bp.com/saw www.mina.be www.koninklijkbelgischstaatsblad.be www.natutech.nl 48