Document

advertisement
Sectorconvenants
Achtergrond
 Heroriëntering

Procesmatig
 Inhoudelijk


En verder
Achtergrond

Even terug kijken
Aanvankelijk ad hoc regelingen met
bepaalde sectoren
 Uitvoering VWA 2001-2002 werd
gestructureerd overleg met sociale
partners uitgebouwd via de convenants
 Tweede golf in het kader van VWA
2003-2004 met een reeks nieuwe
sectoren

Achtergrond

Stavanza 2004
25 tal convenants met verschillende
sectoren
 94,5 VTE sectorconsulenten (4,83 mio
euro)
 Inhoudelijk verdieping per thema in de
SERV-netwerken en de ad hoc
werkgroepen

Achtergrond

Beleidsnota werk erkent het belang
van het instrument
Is operationaliseringinstrument van het
Vlaamse beleid t.a.v. de sectoren
 Vormt een opvolgingskader voor
gemaakte afspraken

Faciliteren via subsidie consulenten
Achtergrond

MAAR noodzaak van heroriëntering
Inhoudelijk : continuïteit maar nieuwe
accenten ifv nieuwe regering en VWA
2005-2006
 Procesmatig : nood aan contactname
met vaste actoren
 Qua opzet : “minder literatuur, maar
meer objectieven”.

Achtergrond
Via VESOC nieuwe modelconvenant
en proces
 Doel = bestaande heroriënteren

Aflopende (na evaluatie) nieuw model
 Lopende vatten bij evaluatie eerste
werkingsjaar met vraag tot
heroriëntatie (voor 2 jaar).

Heroriëntering: procesmatig
Evaluatie : AW + Afvaardiging sector
(consulent) + anderen (jaarlijks)
 SERV-netwerken
 Klankbordvergadering (jaarlijks)

Alle betrokkenen (vaste actoren)
 Feedback naar beleid vanuit de sector
 Opvolgingstabel

Heroriëntering:inhoudelijk


Convenant + Actieplan
Vaste sokkel bestaat uit:




Luik 1: bruggen tussen leren en werk
Luik 2 : bruggen naar werk : opleidings-en
competentiebeleid
+ horizontaal aandachtspunt : diversiteit
Modules (mobiliteit, stress, gezin en
arbeid, enz.)
Artikel 1
De sectorale sociale partners en de
Vlaamse Regering zullen
samenwerken om overeenkomsten
met scholen te stimuleren. Deze
samenwerking (is) wordt vertaald in
een addendum bij dit protocol.
Artikel 2

De sectorale sociale partners en de
Vlaamse Regering werken samen
aan de herwaardering van het
technisch- en beroepsonderwijs en
het doorbreken van het
watervaleffect.
Acties artikel 2




De sector zal voor volgende beroepen: xxx, promotie
voeren door middel van bedrijfsbezoeken, organiseren van
evenementen.
De sector zal meewerken aan een sectoroverschrijdend
initiatief voor de promotie van volgende beroepen:xxx.
De sector zal via volgend project (proeftuin) meewerken
aan de herwaardering van het technisch- en
beroepsonderwijs.
De sector neemt initiatieven met betrekking tot de
studiekeuze en de promotie van techniek/technologie in de
3e graad basisonderwijs en de 1e graad secundair
onderwijs.
Acties artikel 2




De sector participeert aan (experimenten
rond) onderwijsvernieuwing.
De sector engageert zich om initiatieven
die beroepen zichtbaar maken te
ondersteunen.
De sector organiseert X job-to-job
uitwisselingen tussen leerkrachten en
werknemers.
Andere initiatieven:
Artikel 3

In de deeltijdse leersystemen, m.n. het deeltijds
beroepssecundair onderwijs (DBSO), de leertijd en de
deeltijdse vorming, wordt resoluut de overgang van een
deeltijdse leerplicht naar een voltijds engagement beoogd,
met werkervaringsplaatsen waar mogelijk, met
voortrajecten waar dat niet onmiddellijk mogelijk is. De
finaliteit is steeds (een verhoogde kans op) de
doorstroming naar werk. Op die manier wil de Vlaamse
Regering komen tot een sluitende aanpak. De sectorale
sociale partners engageren zich tot het aanbieden van
meer (en betere) werkervaringsplaatsen en staan mee
borg voor de wisselwerking tussen opleiding en
werkervaring. Een degelijke begeleiding, zowel op de
werkvloer als door de onderwijsverstrekker, is daarbij
noodzakelijk
Acties artikel 3





De sector prospecteert bij x-aantal bedrijven naar
bijkomende werkervaringsplaatsen en biedt x-aantal
werkervaringsplaatsen aan binnen het deeltijds
beroepssecundair onderwijs.
In het eerste werkingsjaar zal de sector meewerken aan
de uitbouw van het systeem van de voortrajecten binnen
het deeltijds beroepssecundair onderwijs. In het tweede
werkingsjaar zal de sector x-aantal voortrajecten
aanbieden.
De sector participeert aan pilootprojecten onder ander het
Janus-project, het droomtheater-project.
De sector richt in samenwerking met onderwijs een
begeleidingscommissie op om de uitwerking van de leerwerkplaatsen te stimuleren.
Andere initiatieven:
Artikel 4

De sectorale sociale partners en de Vlaamse
Regering werken eveneens samen om tot
sluitende afspraken en sterke engagementen te
komen over het aantal en de kwaliteit van de
stageplaatsen die de sector voor het voltijds
onderwijs ter beschikking stelt. Het dient te
gaan om interessante stageopdrachten die
aansluiten bij de (leerplan)doelstellingen van de
betrokken studierichting en gepaard gaan met
een verantwoorde stagebegeleiding door de
stagegever en de onderwijsinstelling.
Acties artikel 4



De sector prospecteert bij x-aantal bedrijven naar
stageplaatsen en biedt x-aantal stageplaatsen aan binnen
het systeem van het voltijds onderwijs.
De sector werkt aan de verbetering van de kwaliteit van de
stageplaatsen binnen het systeem van het voltijds
onderwijs door middel van, bijvoorbeeld: het uitwerken
van een stage-doe-boek, het ontwikkelen van een
peterschapsopleiding voor de begeleiding van stagiairs,
het uitwerken van het stageprogramma…
De sector maakt promotie voor het gebruik van
stageplaatsen binnen het voltijds onderwijs door middel
van, bijvoorbeeld: bedrijfsbezoeken, mailing, nieuwsbrief,
advertenties…
Acties artikel 4




De sector maakt gebruik van de
vernieuwde stagedatabank.
De sector prospecteert bij een x-aantal
bedrijven naar stageplaatsen voor
leerkrachten en biedt x-aantal
stageplaatsen voor leerkrachten aan.
De sector biedt een x-aantal
bijscholingsprogramma’s voor
leerkrachten aan.
Andere initiatieven:
Artikel 5

De sectorale sociale partners en de
SERV werken verder aan de
ontwikkeling van een
beroepenstructuur met uitgewerkte
beroepsprofielen. De SERV
actualiseert deze gegevens in een
informatiedatabank met gegevens
over sectoren, beroepen,
competenties en kwalificaties.
Acties artikel 5




De sector zal in samenwerking met de SERV
volgende beroepsprofielen uitwerken:xxxx.
De sociale partners engageren zich, om waar
nodig, beroepsprofielen te ontwikkelen voor
beroepen die een opleiding op het niveau hoger
onderwijs veronderstellen als basis voor de
accreditatieprocedures in het kader van de
Bologna-verklaring.
De sector zal in samenwerking met de SERV
volgende beroepsstructuur uitwerken:xxxx.
Andere initiatieven:
Artikel 6

De sectorale sociale partners
ondersteunen de samenwerking
tussen het onderwijs, de
bedrijfswereld en de socioeconomische organisaties op het
vlak van infrastructuur en
hoogtechnologische apparatuur via
de RTC’s en nemen daartoe zoveel
als mogelijk zelf het initiatief.
Acties artikel 6

De sector zal op volgende manier
samenwerken met het RTC van xxx: het
ondersteunen bij opmaak/onderhoud van
databanken, het ter beschikking stellen
van volgende apparatuur xxx, het ter
beschikking stellen van volgende
infrastructuur xxx, het financieren voor
een bedrag van xxx euro, het ter
beschikking stellen van personeel,…
Artikel 7

De sectorale sociale partners en de
Vlaamse Regering onderschrijven de
noodzaak om de ontwikkeling van
basiscompetenties te bevorderen, in het
bijzonder de ICT-basisvaardigheden voor
specifieke kansengroepen, Nederlands als
tweede taal, (in voorkomend geval
geïntegreerd in een technische opleiding)
en functionele trajecten voor
laaggeletterden.
Acties artikel 7




Vanuit de sector zullen specifieke acties
rond basisvaardigheden ICT worden
georganiseerd. Men voorziet een bereik
van X werkzoekenden en X werknemers.
Hierbij kan men een beroep doen op de
opleidingsmodules zoals ze uitgewerkt
worden door de VDAB
Men voorziet inzake functionele en
professionele vaardigheden een bereik
van x werkzoekenden en x werknemers.
Andere initiatieven:
Artikel 8

De sectorale sociale partners
engageren zich om verder
bijkomende inspanningen te leveren
op het vlak van permanente
vorming. Daarnaast werken de
sectorale sociale partners en de
Vlaamse Regering actief mee aan
een strategisch en kwalitatief
opleidingsbeleid in bedrijven.
Acties artikel 8





De sector doet x-aantal bedrijfsbezoeken waarbij
opleiding wordt gepromoot.
De sector bereikt x aantal niet
vormingsbedrijven.
De sector brengt in kaart hoeveel bedrijven
gebruik maken van de sectorale
opleidingsmogelijkheden en werkt hiervoor een
groeipad uit.
De sector ondersteunt x aantal bedrijven bij de
opmaak van opleidingsplannen.
De sector stimuleert het gebruik van
opleidingscheques voor bedrijven via o.m. het
verlenen van informatie.
Acties artikel 8




De sector voorziet x aantal instapopleidingen.
De sector speelt in op de IBO-maatregel.
De sector maakt het opleidingsaanbod
bekend en sluit zich aan bij diverse
overheidsinitiatieven hieromtrent.
Andere initiatieven:
Artikel 9

De sectorale sociale partners en de
Vlaamse Regering werken samen
om het aantal knelpuntvacatures te
verminderen door het verhogen van
de opleidingscapaciteit voor de
knelpuntberoepen en de verdere
inzet van de premie voor de
knelpuntberoepen
Acties artikel 9





De sector verhoogt de opleidingscapaciteit voor de
knelpuntberoepen met x aantal plaatsen.
De sector versterkt de inzet van de bijzondere premie voor
x aantal ongekwalificeerde jongeren in een opleiding naar
het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar.
De sector werkt in samenwerking met de VDAB een
opleiding uit voor volgende knelpuntberoepen:…voor een
bereik van een x-aantal cursisten.
De sector verhoogt de opleidingscapaciteit voor volgende
opleidingen met x-aantal plaatsen.
De sector voorziet een financiële tegemoetkoming in de
materiaalkosten voor xxx euro voor volgende
knelpuntberoepen.
Artikel 10

De sectorale sociale partners en de
Vlaamse Regering werken samen aan de
waardering (in termen van "erkenning")
van verworven competenties verbonden
aan de uitoefening van een beroep en aan
de waardering van het overwegen van
loopbaankeuzes. De sectorale sociale
partners en de SERV ondersteunen de
dienstverlening die inzake het verwerven
van een titel van beroepsbekwaamheid
opgestart wordt en de
loopbaandienstverlening.
Acties artikel 10






De sector prospecteert, in samenwerking met de SERV,
naar het aanbrengen van titels.
De sector stelt, in voorkomend geval, expertise
beschikbaar bij het ontwikkelen van Standaarden.
De sector informeert en sensibiliseert werknemers tot het
instappen in een titeltraject.
De sector informeert en sensibiliseert werkgevers tot het
legitimeren van de titels in alle domeinen van hun
personeelsbeleid (met inbegrip van selectie en recrutering
van nieuwe medewerkers) of: ten minste in hun vormingsen recruteringsbeleid.
De sector informeert werknemers en werkgevers over de
loopbaandienstverlening.
De sector sensibiliseert werknemers tot het instappen in
een loopbaanbegeleidingstraject.
Artikel 11

In het kader van de vernieuwing van de VDABcompetentiecentra gaan sectoren multilaterale
samenwerkingsakkoorden aan op maat en ritme
van de sectoren met het oog op de realisatie van
de prioritaire missie : talentontwikkeling,
professioneel en mensgericht sectoraal
personeelsbeleid voeren. Naast de
samenwerking met VDAB wordt naar meerdere
partners gezocht die relevant
(kennis/netwerking/belang...) zijn voor de
betreffende specialiteit. Hierbij kan gebruik van
de uitgebreide mogelijkheden die het VIZO en
het Syntra netwerk bieden. Ook
scholengemeenschappen komen in aanmerking.
Acties artikel 11
De sector stapt in het proces
multilaterale samenwerking
(opstellen businessplan voor
contract).
 De sector gaat effectief nieuwe
multilaterale
samenwerkingscontracten aan

Artikel 12

De sociale partners verbinden zich
ertoe een intensieve begeleiding aan
werknemers bij (dreiging) van
ontslag aan te bieden. Bij deze
begeleiding wordt gestreefd naar
een snelle reïntegratie op de
arbeidsmarkt, bij voorkeur in de
sector, van de ontslagen werknemer.
Acties artikel 12




De sector voorziet een aanbod gericht aan alle ontslagen
werknemers van begeleiding na ontslag die bestaat uit…
De sector werkt samen met de interventieadviseurs en de
VDAB tewerkstellingscellen.
De sector duidt elk jaar één outplacementbureau aan, na
verscheidene aanbieders te hebben geraadpleegd, dat in
de sector wordt belast met alle outplacementopdrachten,
gefinancierd door het Herplaatsingsfonds. Het bureau
waarborgt dezelfde kwantitatieve en kwalitatieve
begeleiding aan te bieden conform de geldende
marktvoorwaarden in het kader van het
Herplaatsingsfonds.
Andere initiatieven
Artikel 13

De sociale partners en de Vlaamse
regering stimuleren een
diversiteitsbeleid (inzonderheid via
de diversiteitplannen) in de sectoren
en de ondernemingen en sporen de
ondernemingen aan tot het sluiten
van een non-discriminatiecode
Artikel 14

In bovenstaande luiken ‘bruggen tussen
leren en werk’ en ‘bruggen naar werk’ en
de daaraan gekoppelde artikels wordt de
diversiteitstoets toegepast. Deze beoogt
via categoriale accenten een structurele
bijdrage te leveren tot een inclusief
beleid. De evenredige arbeidsdeelname
van kansengroepen vormt hierbij het
beginsel en de toetssteen.
En verder
Huidige continueren
 Nieuwe sectoren vatten
 Conform het Vlaams Regeerakkoord
zal er een decretaal raam worden
uitgewerkt voor de sectorconvenants

Download