Een geheim om door te vertellen preek over I Timoteüs 3,16 Kerstnacht en Kerstmorgen Bijbellezing: Ten Cate, Kinderbijbel mit ploaten, hoofdstuk 19, eerste drie bladzijden Uit de belijdenis: Nederlandse Geloofsbelijdenis Artikel 18 Grootegast, 24 december 2014; Bedum en Zuidwolde, 25 december 2014 Ds. Marten de Vries Gemeente van Jezus Christus de Heer, Mijn broeders en zusters, Een geheim; niet geheimzinnig Het gaat vanavond/-morgen/-middag over een geheim. Paulus heeft het – in de uitspraak die ik net voorlas – over ‘het grote mysterie van ons geloof’. In de oude vertaling stond er: ‘het geheimenis der godsvrucht’. In de nog oudere: ‘de verborgenheid der godzaligheid’. De Groot Nieuws Bijbel: ‘het geheim van onze godsdienst’. ‘Het grote geheim van ons geloof’, leest de Bijbel in Gewone Taal. Een mysterie dus, een geheim. Maar… het gaat niet over iets waarover we geheimzinnig willen doen. Integendeel, dit geheim is een geheim om aan de man en vrouw te brengen. Aan zoveel mogelijk mensen. Iedereen moet het weten. 1 2 I Korintiërs 3,11. Efeziërs 2,19.20; Openbaring 21,14. Pagina De mond en de handen vol In het Griekse origineel staat de term ‘mysterie’ – net als in de NBV. De apostel zinspeelt op de mysteriegodsdiensten. Religies van gesloten gemeenschappen met geheime inwijdingsrituelen. Wanneer je er lid van werd, werd je een geheim verteld. Een arcanum. En dat moest je dan absoluut stilhouden. Bij Jezus’ geboorte werd een goddelijk geheim onthuld. Er was allang sprake van. Proféten hadden er de mónd van vol, priésters hadden er de hánden vol aan. Op een gegeven moment kwam het eruit. Wat? De afstand tussen hemel en aarde werd wonderlijk overbrugd. Gods eeuwige Zoon werd een mens van vlees en bloed. 1 Niet ván onszelf; niet vóór onszelf We hebben het niet ván onszelf. We hadden het ook nooit kunnen verzinnen. God heeft het verteld, geopenbaard, toevertrouwd. Om zuinig op te zijn. Te koesteren. Hoog te houden. En dóór te vertellen. We mogen het niet vóór onszelf houden. Daar is de kerk kerk voor. Precies in het vers ervoor heet de kerk ‘fundament en pijler van de waarheid’. Het fundament waarop de kerk is gebouwd is Jezus Christus.1 Je kunt ook zeggen: (de boodschap van) ‘apostelen en profeten’2. Maar de kerk is ook zelf drager van de waarheid. Billboard. Om de christelijke boodschap vrijmoedig uit te dragen. Tussen hemel en aarde Er zit beweging in de tekst. Pendelbeweging. Tussen hemel en aarde. Driemaal twee uitspraken van boven naar beneden, vice versa. Op de Allereerste Kerstdag wordt een ladder uitgeschoven. Een geschenk uit de hemel: “Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam”. We kijken ervan op en ontvangen een hemelse bevestiging: “in het gelijk gesteld door de Geest.” We blijven even in hemelse sferen: “is verschenen aan de engelen;” staan vervolgens met beide benen op de grond: “verkondigd onder de volken.” Wat gebeurt er? “Vond geloof in de wereld.” Werk van onze (be)middelaar die terugging naar de hemel: “Is opgenomen in majesteit”. “Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam” “Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam”. In oudere handschriften staat er ‘God’ bij: “God is geopenbaard in het vlees.” Wat is het grootste wonder dat ooit gebeurd is? ‘God, in het vlees verschenen.’3 God in mensengedaante. In de persoon van zijn Zoon kwam God hoogstpersoonlijk onder de mensen. In onze wereld. Onze tijd. Ons lichaam. Gods ‘Woord’ werd mens van vlees en bloed.4 Zijn Zoon “nam de gestalte van een mens aan” staat elders.5 Openbaring en vervulling Voor veel mensen blijft het een geheim. Ze nemen het niet. Ontkennen het zelfs. Want ze kunnen het niet begrijpen. Net zo min als ze snappen dat soms heel slimme mensen er wel warm voor lopen. Wij zingen: “Als ik dit wonder vatten wil, dan wordt mijn geest van eerbied stil.” Het was een hele openbáring. Nooit eerder vertoond. Tegelijk vervúlling. Het grote geheim waarvan de kerk eeuwenlang zwanger was werd in één nacht ontsluierd. “Hij is in het gelijk gesteld door de Geest” “Hij is in het gelijk gesteld door de Geest.” Velen gaven Hem ongelijk. Toen Jezus liet uitkomen dat Hij méér dan gewoon mens was, werden de mensen zo boos dat ze Hem ter dood brachten. Ook vandaag ontkennen ze wat Hijzelf heeft gezegd. Ze zingen ‘Ere zij God in de hoge’ en ‘vrede op aarde’; maar accepteren niet dat dat Gods glorie op aarde aan het licht kwam toen Jezus in de voerbak werd gelegd. De Heilige Geest geeft Jezus gelijk Aan de Romeinen schrijft Paulus over Jezus: “Aangewezen als Zoon van God en door de Heilige Geest bekleed met macht toen hij, Jezus, opstond uit de dood.”6 De Geest toonde dat Jezus gelijk had toen Hij zei dat ze Hem zouden doden maar dat Hij op de derde dag zou opstaan.7 En als wij vandaag getuigen zeggen wij niet: wíj hebben gelijk. Maar: Jezus staat in z’n recht. En de Geest wil hieraan kracht verlenen.8 “Hij is verschenen aan de engelen” “Hij is verschenen aan de engelen”, komt dan. Engelen spelen een grote rol bij Jezus’ verschijning. Gabriël kondigde zijn geboorte aan.9 In de kerstnacht verschenen engelen aan de herders.10 Engelen 3 Gezang 109:3. Johannes 1,14. 5 Filippenzen 2,7. 6 Romeinen 1,4. 7 Marcus 8,31; 9,31. 8 Handelingen 5,32. 9 Matteüs 1,20-25; Lucas 1,26-38. 10 Lucas 2,1-20. Pagina 2 4 waren Hem van dienst nadat de duivel Hem op de proef had gesteld in de woestijn.11 In Getsemane bracht een engel Jezus versterking.12 Na zijn opstanding zat er engel naast het open graf.13 Na Jezus’ hemelvaart voegden zich mannen in witte overalls bij Jezus’ leerlingen.14 ‘De vorst der eng’len’ Jezus was ‘voor korte tijd lager dan de engelen geplaatst’. Dat is de toepassing van Psalm 8 in Hebreeën 2.15 Met z’n glorieuze hemelvaart bewees Jezus dat Hij ‘de vórst der engelen’,16 ‘der engelen Héér’17 is. God gaf Hem een plaats ‘in de hemelsferen’ aan zijn rechterhand.18 En vandaag zijn engelen stiknieuwsgierig om te zien wat het evangelie verder uitwerkt: ‘geheimen waarin zelfs engelen graag zouden doordringen,’ schrijft Petrus.19 Werkelijk alles van Jezus volgen ze. “Hij is verkondigd onder de volken” “Hij is verkondigd onder de volken.” Jezus’ leerlingen mochten na zijn hemelvaart niet in de lucht blijven staren. Ze moesten als apostelen op pad. Door middel van hen zette – en zet! – Jezus zijn missie voort vanuit de hemel. Vroege profeten hadden al gezegd dat dit de bedoeling was. ‘Gods heil en zijn gerechtigheid’ ‘voor alle volkeren op aarde.’20 Het ging van Jeruzalem naar heel Judea. Vandaar naar Samaria. Dan naar ‘de uiteinden van de aarde’. Fluister het je buurman in Dat is Handelingen 1,8, ontvouwd in de rest van Handelingen, het tweede boek van Lucas. Jezus heeft Paulus er speciaal voor aangetrokken. Het geheim werd door- en doorverteld. Het werd bekend in Turkije, in Europa. Het ging naar Afrika, Amerika, Australië. Het ging per boot en per vliegtuig. Vandaag ook via de World Wide Web. Fluister het ook gerust je buurman in. ’t Is echt, heus, raar maar waar: “God is geopenbaard in het vlees.” “Hij vond geloof in de wereld” “Hij vond geloof in de wereld.” ‘Het mysterie dat in alle eeuwen en voor alle generaties verborgen is geweest, maar toen onthuld is’ – weer van Paulus21 – werd beaamd. Het wonderbaarlijke evangelie van het kerstkind werd wereldwijd met instemming begroet. Het is ook te absurd om niét te geloven. ‘Ongetwijfeld’, zo begint ons vers. Het verklapte geheim is ontegenzeggelijk waar. Geloofwaardig. Gods Zoon werd mens. God bemoeit zich met de wereld. Hij doet er wat aan! Tegen de verdrukking in Zeker, het stuit ook op ongeloof. Mensen denken dat ze Jezus niet nodig hebben. Als je denkt dat je jezelf wel redden kunt, zit je op ook niet op het kerstverhaal te wachten. Of Hij wordt bijgeknipt op mensenmaat: ‘voor mij is Jezus…’. Maar de wonderen zijn de wereld niet uit. Het geheim van onze godsdienst is dat de Heilige Geest nog altijd mensen op de knieën brengt voor Jezus. Zelfs tegen de verdrukking in. “Hij is opgenomen in majesteit” Tenslotte: “Hij is opgenomen in majesteit.” Na zijn zelfvernedering werd de Zoon door de Vader verhoogd. Jezus kwam op aarde. Werd mens onder de mensen. Nam onze ellende op zijn nek. Ging 11 Matteüs 4,11. Lucas 22,43. 13 Matteüs 28,2. 14 Handelingen 1,10.11. 15 Hebreeën 2,9 naar Psalm 8,6. 16 Uit: ‘Komt allen tezamen’. 17 Uit: ‘In Betlehems stal’. 18 Efeziërs 1,20. 19 I Petrus ,1.12. 20 Psalm 98:1. 21 Kolossenzen 1,26. Pagina 3 12 ermee aan het kruis. In Openbaring zien we Jezus zitten. ‘Het lam dat geslacht is’ ontvangt dezelfde eer als God op de troon. Alle schepselen eren, loven en prijzen Hem.22 Een christelijk gemengd koor zingt ‘ere zij God’ voor Hem. En een langgerekt amen.23 Blik naar boven en naar voren ‘Opgenomen in majesteit’. Deze woorden trekken onze blik naar bóven. Maar ook naar vóren. Houden ons in adventstemming. In afwachting van de dag dat iedereen op de knieën is gedwongen. Dat niemand er meer onderuit kan om Jezus als Heer te erkennen.24 Vanuit de hemel voltooit Jezus zijn levenswerk: de kerk. Een volk dat bestaat uit mensen van over de hele wereld. In verbondenheid met de kerk van alle tijden en plaatsen vieren we kerstfeest. Niet buigen óver maar vóór Zes zinnetjes. Met daarin steeds het wonder van de verdwenen afstand. ‘Een stérfelijk lichaam’ en ‘de Géést’; verschijning aan éngelen en verkondiging in de wéreld; geloof in de wéreld en opname in májesteit. ‘Het grote mysterie van ons geloof’. ‘Vroomheid’ staat er eigenlijk. ‘Respect’, ‘eerbied’. Niet neerbuigen óver het kind in de voerbak om te kijken of jij er ook iets mee kunt. Buigen vóór Hem die zo goed was om zich klein te maken. Niet uitleggen maar vieren Kerst moet je niet uítleggen. Kerst moet je viéren. De geboorte van Jezus mag wel in de krant. Kerst moet je ook niet los zien van de rest. Als je het hele geheim niet vertelt, is je verhaal nietszeggend. Kerst staat niet op zichzelf. Het was een nieuw begin. Van kribbe naar kruis, van kruis naar kroon. Straks komt de hemel echt op aarde. Wij heidenen zeggen het de joden na: ‘Volgend jaar in Jeruzalem’. 22 Openbaring 5,12 na 4,9-11. Openbaring 5,14. 24 Filippenzen 2,10.11. 23 Pagina 4 Amen KERSTNUMMER ‘BEDUMER’ 2014 Groot Geheim “We weten allemaal wat het grote geheim van ons geloof is: Christus kwam op aarde als mens.” (1e brief van Paulus aan Timoteüs, hoofdstuk 3, vers 16; uit: ‘Bijbel in Gewone Taal’) Wij hebben een geheim. We doen er niet geheimzinnig over. Iedereen mag het weten. Het is een geheim om door te vertellen. Het is een mysterie. Paulus vergelijk zijn godsdienst met de ‘mysteriegodsdiensten’ van zijn tijd. Religies van gesloten gemeenschappen met geheime inwijdingsrituelen. Bij de inwijding kreeg je een ‘arcanum’ mee. Een geheim dat je absoluut voor je moest houden. Toen Jezus geboren werd, werd een goddelijk geheim onthuld. Er was allang sprake van. Profeten hadden er de mond van vol, priesters hadden er de handen vol aan. Op een gegeven moment was het tijd. Gods eeuwige Zoon werd een mens van vlees en bloed. De afstand tussen hemel en aarde werd overbrugd op een manier die geen mens had kunnen verzinnen. Wij zingen: “Als ik dit wonder vatten wil, dan wordt mijn geest van eerbied stil.” Tegenspraak is ongepast. Maar vervolgens openen we onze mond. Dit grote nieuws mogen we niet voor onszelf houden. Het mag wel in de krant. Het is alleszins geloofwaardig. Waarom? Omdat het, evenals de kruisiging erna, te absurd voor woorden is. Het valt niet uit te leggen. Je kunt het alleen maar be-amen. En dankbaar accepteren. Met Kerst vieren we het mooiste wat de mensheid tot dusver overkomen is. God kwam in hoogsteigen Persoon op aarde. Hij wilde niet dat de mensen eraan zouden gaan. Daar had Hij de wereld te lief voor. We verklappen geen geheim als we zeggen dat tweeduizend jaar terug een kind geboren werd. Het grote geheim is dat Hij de wereld op z’n kop kwam zetten. Voor straks: een gelukkig nieuwjaar! Pagina 5 Ds. Marten de Vries