Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 REGELS EN PROCEDURES SUBSIDIE GEMEENTELIJKE PROJECTEN BEREIKBAARHEID, LEEFBAARHEID EN VERKEERSVEILIGHEID Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Colofon Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-1 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Colofon Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 regels en procedures subsidie gemeentelijke projecten bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid in opdracht van Dagelijks Bestuur SRE Opgesteld door Ruimte Economie Zorg Keizer Karel V Singel 8 Postbus 985 5600 AZ Eindhoven 040 2594594 Auteur Berry de Jong Versienummer 1.2 Datum 26-05-2008 Status Vastgesteld d.d. 1-10-2007; e 1 wijziging vastgesteld d.d. 26-05-2008 i.v.m. wijziging van de verordening voor de BTW. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-2 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-3 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Inhoudsopgave 1. Introductie 1.1. 1.2. 6 Aanleiding Doel en inhoud beleidsregel 6 7 2. Beschikbaar budget en verdeling 2.1. 2.2. 8 Beschikbaar budget Verdeelsleutel 8 8 3. Subsidiabele projecten 10 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. Verplichte besteding voor mensgericht verkeersveiligheidsbeleid Infrastructurele maatregelen Mensgerichte verkeersveiligheidsmaatregelen Subsidiepercentage Reservering middelen 4. Subsidiabele kosten 4.1. 4.2. 10 11 13 14 15 16 Infrastructurele projecten 4.1.1. Subsidiabele projectkosten 4.1.2. Omzetbelasting 4.1.3. VAT-kosten 4.1.4. Verlaging subsidiabele kosten Mensgerichte verkeersveiligheidsprojecten 4.2.1. Subsidiabele projectkosten 4.2.2. Omzetbelasting 4.2.3. Begeleidingskosten eigen apparaat niet subsidiabel 4.2.4. Verlaging subsidiabele kosten 16 16 16 16 16 17 17 17 17 17 5. Proces 18 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 18 19 20 20 21 Beschrijving proces Subsidieaanvraag inclusief BLV-actieplan Voorwaarde tijdens uitvoering: publiciteit Subsidievaststelling Niet bestede middelen BIJLAGEN I II III IV V VI 22 Model brief aanvraag subsidie BLV-projecten Model tabel aanvraag subsidie BLV-projecten Model brief declaratie subsidie BLV-projecten Controleprotocol financiële verantwoording subsidie BLV-projecten Verslag model accountantsverklaring subsidie BLV-projecten Model financiële verantwoording subsidie BLV-projecten Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-4 24 26 28 30 34 36 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-5 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 1. Introductie In de Verordening Regionaal Mobiliteitsfonds SRE 2007, vastgesteld door de Regioraad op 20 september 2007, zijn de hoofdlijnen voor de regionale middeleninzet voor verkeer en vervoer vastgelegd. Deze verordening, en eventueel een gewijzigde versie hiervan, blijft onverkort van kracht. Deze beleidsregel is een uitwerking van de verordening. 1.1. Aanleiding In de stadsregio Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) werken 21 gemeenten samen aan de uitvoering van het Regionaal Verkeers- en VervoerPlan (RVVP). Het RVVP definieert het beleid en de strategie van de regio op mobiliteitsgebied. Om de realisatie van projecten financieel mogelijk te maken, is het Regionaal Mobiliteitsfonds ingesteld. Dit fonds wordt gevoed door de Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU). Dit zijn de middelen die het SRE van het Rijk ontvangt ten behoeve van een integraal regionaal verkeers- en vervoerbeleid. Daarnaast is voeding vanuit andere bronnen mogelijk. Met middelen uit het Regionaal Mobiliteitsfonds worden aangelegenheden met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van het regionaal verkeer- en vervoerbeleid bekostigd en gefinancierd. Dit betreft onder meer: a) het verstrekken van subsidies voor exploitatie van openbaar vervoer en het (mede)financieren van of het verstrekken van subsidies aan andere door het DB aan de exploitatie van openbaar vervoer gerelateerde, nader vast te stellen doeleinden; b) het verstrekken van subsidies voor de uitvoering van projecten en maatregelen die zijn opgenomen in een actieplan van gemeentelijke projecten en maatregelen op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid (“BLV-projecten” in “BLV-actieplan”); c) het (mede)financieren van of het verstrekken van subsidies voor programmaprojecten, zoals de programma‟s voor de realisatie van netwerkbrede benuttingsmaatregelen, van doorstroomassen openbaar vervoer, van het regionaal fietsnet en van de aanpak van regionale knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid, ecologie en externe veiligheid; d) het (mede)financieren van of het verstrekken van subsidies voor grotere regionale projecten (MITprojecten1 en overige regionale projecten); e) de interne kosten van het SRE voor: het ontwikkelen en monitoren van het verkeer- en vervoerbeleid; de ontwikkeling, toetsing, subsidieverlening en andere administratieve overhead van verkeers- en vervoerprojecten; het opzetten en in stand houden van communicatie tussen overheden, bedrijfsleven en consument. De onder b) genoemde BLV-projecten betreffen investeringen in lokale infrastructurele projecten en nietinfrastructurele verkeersveiligheidsprojecten, waarvan de uitvoering bijdraagt aan het behalen van nationale en regionale doelstellingen en waarvan de realisatiekosten minder dan € 1 miljoen zijn. Aanvullend en soms in herhaling op wat in de verordening is opgenomen, wordt in deze beleidsregel voor de gemeentelijke projecten op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid (“BLV-projecten”) specifiek en in detail vastgelegd wat de procedures en de spelregels zijn. 1 Project opgenomen in het planstudieprogramma van het Meerjarenprogramma Infrastructuur Transport en waarvoor mogelijk een rijksbijdrage aan de orde is. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-6 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 1.2. Doel en inhoud beleidsregel In de eerste plaats is de beleidsregel een concretisering van in de Verordening Regionaal Mobiliteitsfonds SRE 2007 opgenomen en aangekondigde bepalingen (artikel 2, lid 3 en toelichting artikel 2). De beleidsregel vormt de nadere uitwerking van hoofdstuk 6: „het verstrekken van subsidies voor gemeentelijke projecten op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid‟. De tekst van de verordening is te downloaden vanaf de website www.sre.nl of aan te vragen bij het SRE. Het is mogelijk dat voorliggende versie niet de meest recente beleidsregel is. Raadpleeg de website voor de meest actuele versie. De beleidsregel heeft een juridische status conform artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht. De subsidiegever en de subsidieontvangers zijn gehouden aan wat in deze beleidsregel is gesteld. De beleidsregel is opgesteld als een handleiding. Op een heldere wijze en voor één uitleg vatbaar moet voorliggend document aangeven welke projecten onder welke voorwaarden voor een subsidie in aanmerking komen. Voor een deel betreft het zaken die al in de verordening zijn opgenomen. De Beleidsregel subsidieregeling BLV-projecten is een beleidsregel, maar beoogt ook een complete handleiding te zijn voor de aanvragers van subsidie. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-7 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 2. Beschikbaar budget en verdeling 2.1. Beschikbaar budget De Regioraad stelt ieder jaar het Meerjarenuitvoeringsprogramma verkeer en vervoer (MJUP) vast. In het MJUP is een totaalbedrag gereserveerd voor gemeentelijke projecten op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid (“BLV-projecten”). Het Dagelijks Bestuur van het SRE verdeelt dit bedrag over de gemeenten. Voor iedere gemeente wordt in het bestedingsplan, dat wordt vastgesteld in september van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar, een subsidieplafond opgenomen. Dit subsidieplafond is de basis voor een subsidieaanvraag van de deelnemende gemeenten van het SRE. De subsidieaanvraag dient te worden ingediend vóór 1 december voorafgaand aan het subsidiejaar. Pas in december ontvangt het SRE voor het aanstaande jaar de definitieve toekenning van de rijksmiddelen (BDU) waarmee het Regionaal Mobiliteitsfonds wordt gevoed. Wanneer dit bedrag afwijkt van de geraamde bijdrage in het bestedingsplan wordt het bestedingsplan door het Dagelijks Bestuur gewijzigd. Bij een neerwaartse afwijking worden de BLV-middelen ontzien. In het bestedingsplan van september is per gemeente een subsidieplafond opgenomen voor BLV-projecten. Dit plafond wordt niet neerwaarts bijgesteld bij een eventueel lagere subsidietoekenning door de minister. 2.2. Verdeelsleutel De verdeelsleutel die wordt gehanteerd bij de verdeling over de gemeenten: 25% in gelijke delen over de regiogemeenten (deelnemend aan het SRE); 75% naar rato van het aantal inwoners (per 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt). Dit is conform de verordening, artikel 31, lid 2. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-8 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-9 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 3. Subsidiabele projecten 3.1. Verplichte besteding voor mensgericht verkeersveiligheidsbeleid In de Verordening Regionaal Mobiliteitsfonds SRE 2007 is in artikel 28, lid 2 opgenomen dat het Dagelijks Bestuur in een beleidsregel verplicht kan stellen een benoemd deel van het totaal beschikbare subsidiebudget te besteden aan één of meer specifieke doeleinden. Het Dagelijks Bestuur maakt gebruik van deze mogelijkheid door onderscheid te maken in twee specifieke doeleinden. Onderscheid wordt gemaakt in: gemeentelijke infrastructurele maatregelen ter verbetering van regionale en nationale doelstellingen op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid (zie paragraaf 3.2); niet-infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen en -acties, gericht op de verbetering van de verkeersveiligheid door de beïnvloeding van kennis, houding, intentie en gedrag van verkeersdeelnemers (zie paragraaf 3.3). Terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers is één van de belangrijkste doelstellingen van het verkeers- en vervoerbeleid. Mensgericht verkeersveiligheidsbeleid wordt door het SRE gezien als een effectieve en efficiënte vorm van aanpak van de verkeersonveiligheid. In het RVVP is opgenomen dat deze aanpak zal worden gestimuleerd. Met de volgende regel wordt dit bereikt. Ten minste 25% van het beschikbare budget dient te worden ingezet voor niet-infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen en -acties, gericht op de verbetering van de verkeersveiligheid door de beïnvloeding van kennis, houding, intentie en gedrag van verkeersdeelnemers. De subsidieontvangers hebben de mogelijkheid om 75% van het beschikbare budget in te zetten voor gemeentelijke infrastructurele maatregelen ter verbetering van regionale en nationale doelstellingen op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Deze middelen mogen echter ook geheel of deels worden ingezet voor niet-infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen en -acties, gericht op de verbetering van de verkeersveiligheid door de beïnvloeding van kennis, houding, intentie en gedrag van verkeersdeelnemers. Indien een gemeente besluit om geen mensgerichte verkeersveiligheidsmaatregelen en –acties, zoals hierboven beschreven, uit te voeren, kan de gemeente maximaal 75% van het totaal voor de gemeente beschikbare budget aan subsidie ontvangen. Tenminste 25% van het totale budget dat voor de gemeente in de vorm van subsidie voor BLV-projecten beschikbaar is, is exclusief beschikbaar voor niet-infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen en – acties. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-10 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 3.2. Infrastructurele maatregelen Voor het behalen van nationale en regionale doelstellingen, is soms een aantal kleine investeringen in de lokale infrastructuur meer kosteneffectief dan één grote investering in regionale infrastructuur. De subsidie voor BLVprojecten is ingesteld om de uitvoering van deze projecten te stimuleren. Omdat de subsidie nadrukkelijk de uitvoering van kleinere efficiënte projecten beoogt, is geen ondergrens, maar wel een bovengrens vastgesteld. Projecten waarvan de subsidiabele kosten meer dan € 1 miljoen bedragen, komen niet in aanmerking voor een subsidie als BLV-project. Conform artikel 7, lid 1 van de verordening toetst het Dagelijks Bestuur projecten en activiteiten aan de doelstellingen van het vigerende RVVP c.q. het vigerende verkeers- en vervoerbeleid. Het Dagelijks Bestuur toetst projecten voorafgaand aan de subsidieverlening. Daartoe dient een gemeente vóór 1 december een BLV-actieplan in dat betrekking heeft op het daaropvolgende kalenderjaar (artikel 29, lid 1 verordening). Het BLV-actieplan moet voldoen aan de in artikel 29 beschreven voorwaarden. Eén van de voorwaarden is het onderbouwen, waar mogelijk cijfermatig, van de effecten van het actieplan in relatie tot de doeleinden van het RVVP dan wel het vigerende verkeers- en vervoerbeleid (artikel 29, lid 2, sub b). Hierbij wordt volstaan met een verwijzing naar in tabel 3.1 opgenomen categorieën. In tabel 3.1 geeft het Dagelijks Bestuur aan welke lokale infrastructuurprojecten een bijdrage leveren aan regionale doelstellingen verkeer en vervoer. Projecten die in één van de projectcategorieën kunnen worden geplaatst, zijn subsidiabel. Indien het Dagelijks Bestuur door een subsidieverlening accepteert dat elk van de projecten van een actieplan valt onder één van de categorieën, is door de gemeente voldaan aan de verplichting de effecten te onderbouwen als bedoeld in artikel 29 lid 2 sub b van de verordening. Voor alle projecten en maatregelen uit het actieplan moet een gemeente aangeven onder welke noemer het voor subsidie in aanmerking komt door een verwijzing naar tabel 3.1. Hiermee vervalt de noodzaak van een uitvoerige argumentatie. Daarnaast dient de maatregel dan wel het project worden beschreven (artikel 29 lid 2 sub a) en begroot met daarbij een onderscheid in subsidiabele en niet-subsidiabele kosten (artikel 29 lid 2 sub c). Ook dient te worden aangegeven welk deel van de kosten ten laste van andere kostendragers en subsidieregelingen worden gebracht (artikel 29, lid 2, sub d). Indien een reservering gewenst is conform artikel 31 lid 4, dient dit te worden aangevraagd. Het BLV-actieplan moet conform het format BLV-actieplan (bijlage III) worden opgesteld. Het overzicht van subsidiabele projecten in tabel 3.1 is niet uitputtend. Projecten die niet te plaatsen zijn onder één van de genoemde categorieën, maar die volgens het Dagelijks Bestuur toch een substantiële bijdrage leveren aan regionale verkeers- en vervoerdoelstellingen, kunnen door het Dagelijks Bestuur worden geplaatst in de categorie „Overig‟. Het Dagelijks Bestuur moet dan wel instemmen met de motivatie van de subsidieaanvrager. Als de subsidieaanvrager in de ogen van het Dagelijks Bestuur overtuigend motiveert dat een project, anders dan een project opgenomen in tabel 3.1, substantieel bijdraagt aan de realisatie van regionale doelstellingen op het gebied van verkeer en vervoer, kan het toch voor een subsidie in aanmerking komen. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-11 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Categorie Code Naam A Bereikbaarheid auto B C D Omschrijving Voorwaarde / toelichting buiten bestaande en geplande verblijfsgebieden, dus op (blijvende) verkeersaders Bereikbaarheid fiets utilitair Bereikbaarheid fiets recreatief Projecten met als doel een afname van de reistijd of een verbetering van de betrouwbaarheid (minder spreiding in vertragingen en wachttijden) Aanleg en verbetering van fietsvoorzieningen Aanleg en verbetering van fietsvoorzieningen Stalling fiets Aanleg en verbetering fietsenstalling op het regionaal fietsnet of op routes die hier direct op aansluiten op het netwerk van het knooppuntensysteem (recreatief fietsnetwerk SRE) realisatie van stalling bestaande uit tenminste 10 plaatsen met aanhechtmogelijkheid openbare stalling gebruik gratis direct toegankelijk van het regionaal fietsnet D Bereikbaarheid OV E Leefbaarheid F Sociale veiligheid en toegankelijkheid OV G Verkeersveiligheid H Overig Projecten met als doel de afname van de reistijd en/of een verbetering van de betrouwbaarheid Projecten met als doel een duidelijke vermindering van overlast van verkeer, bijvoorbeeld in de vorm van geluidshinder, schadelijke stoffen, plaatsgebonden risico, barrièrewerking of visuele hinder. Projecten die gericht zijn op het wegnemen van letterlijke en figuurlijke drempels die mensen belemmeren gebruik te maken van het OV Aanpassing van een verkeerssituatie met als hoofddoel het verbeteren van de verkeersveiligheid (afname of voorkomen ongevallen) Projecten die op een andere wijze dan voorgaande projecten bijdragen aan de realisatie regionale doelstellingen zoals geformuleerd in het verkeers- en vervoerbeleid van het SRE Tabel 3.1 Subsidiabele BLV-projecten infrastructuur Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-12 inclusief verbetering van haltes en overstapmogelijkheden tussen modaliteiten (P+R, fiets) inclusief de inrichting van verblijfsgebieden instemming Dagelijks Bestuur Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 3.3. Mensgerichte verkeersveiligheidsmaatregelen De menselijke component speelt bij veel verkeersongevallen de hoofdrol. Het voorkomen van ongevallen of het verminderen van de ernst van de afloop ervan, kan worden nagestreefd door verkeersveiligheidsmaatregelen en -acties, gericht op de verbetering van de verkeersveiligheid door de beïnvloeding van kennis, houding, intentie en gedrag van verkeersdeelnemers. Het Dagelijks Bestuur toetst projecten voorafgaand aan de subsidieverlening. Daartoe dient een gemeente vóór 1 december een BLV-actieplan in dat betrekking heeft op het daaropvolgende kalenderjaar. Het BLV-actieplan moet voldoen aan de in artikel 29 beschreven voorwaarden. Eén van de voorwaarden is het onderbouwen, waar mogelijk cijfermatig, van de effecten van het actieplan in relatie tot de doeleinden van het RVVP dan wel het vigerende verkeers- en vervoerbeleid. Hierbij wordt volstaan met een verwijzing naar in tabel 3.2 opgenomen categorieën. In tabel 3.2 geeft het Dagelijks Bestuur aan welke mensgerichte verkeersveiligheidsmaatregelen een bijdrage leveren aan regionale doelstellingen verkeer en vervoer. Projecten die in één van de projectcategorieën kunnen worden geplaatst, zijn subsidiabel. Indien het Dagelijks Bestuur door een subsidieverlening accepteert dat elk van de projecten van een actieplan valt onder één van de categorieën, is door de gemeente voldaan aan de verplichting de effecten te onderbouwen als bedoeld in artikel 29 lid 2 sub b van de verordening. Hiermee vervalt de noodzaak van een uitvoerige argumentatie. Voor alle projecten en maatregelen uit het actieplan moet een gemeente aangeven onder welke noemer het voor subsidie in aanmerking komt door een verwijzing naar tabel 3.2. Daarnaast dient de maatregel dan wel het project worden beschreven (artikel 29 lid 2 sub a) en begroot met daarbij een onderscheid in subsidiabele en niet-subsidiabele kosten (artikel 29 lid 2 sub c). Ook dient te worden aangegeven welk deel van de kosten ten laste van andere kostendragers en subsidieregelingen wordt gebracht (artikel 29 lid 2 sub d). Indien een reservering gewenst is conform artikel 31 lid 4, dient dit te worden aangevraagd. Het BLV-actieplan moet conform het format BLV-actieplan (bijlage III) worden opgesteld. Tabel 3.2 geeft een overzicht van subsidiabele projecten. Mensgerichte verkeersveiligheidsmaatregelen die niet onder één van de genoemde categorieën vallen, komen voor een subsidie in aanmerking, als deze in de visie van het Dagelijks Bestuur substantieel bijdragen aan een vermindering van het aantal verkeersslachtoffers of de ernst van de verwondingen. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-13 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Categorie Code Naam A Planvorming en onderzoek Omschrijving Voorwaarde / toelichting Gericht op keuzes voor de uitvoering van verkeersveiligheidsbeleid Faciliteren samenwerking lokale partners o.a. AVOC‟s, opstellen gemeentelijk verkeersveiligheidsplan Kosten van het bieden van een platform voor de samenwerking van belanghebbenden Bij voorkeur hierbij stimuleren van het komen tot permanente verkeerseducatie via het project BLV (Brabants VerkeersveiligheidsLabel) Bij voorkeur stimuleren via het project BLV Ondersteuning incidentele projecten Projecten binnen kinderopvang Projecten binnen andere onderwijsvormen Directe aansluiting bij campagnes die vanuit Rijk, provincie en/of SRE zijn opgestart (dus niet via VVN) B Samenwerking C Educatie BO Ondersteunen van de realisatie of handhaving van kwalitatief hoogwaardig verkeersonderwijs binnen basisscholen D Educatie VO Ondersteunen van de realisatie of handhaving van kwalitatief hoogwaardig verkeersonderwijs binnen het voortgezet onderwijs E Overig Educatie Verkeersonderwijs buiten BO en VO F Campagne regionaal Lokale ondersteuning van regionaal opgestarte verkeersveiligheidscampagnes G H Ondersteuning verkeersveiligheidsorganisaties Handhaving I Overig Gemeentelijke bijdrage aan activiteitenplan VVN Bevordering van de naleving van verkeersregels door ondersteuning handhavingsprojecten verkeersveiligheid (niet: parkeren) Projecten die op een andere wijze dan voorgaande projecten bijdragen aan de vermindering van het aantal verkeersslachtoffers Communicatie Aanschaf hulpmiddelen ter ondersteuning handhaving instemming Dagelijks Bestuur Tabel 3.2 Subsidiabele BLV-projecten niet-infrastructureel verkeersveiligheidsbeleid 3.4. Subsidiepercentage De gemeente dient bij de subsidieaanvraag een actieplan BLV-projecten in. Dit actieplan bestaat uit twee onderdelen: een lijst met infrastructurele projecten en een lijst met mensgerichte verkeersveiligheidsprojecten en -maatregelen. De procedure hiervoor is verder beschreven in hoofdstuk 5. Om de gemeente optimale vrijheid te geven om zelf prioriteiten te stellen, geldt voor beide delen van het BLVactieplan een subsidie van maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot het subsidieplafond is bereikt (artikel 31 lid 1 van de verordening). Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-14 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 3.5. Reservering middelen Het Dagelijks Bestuur kan toestemming verlenen om (een deel van) de gemeentelijke jaarbudgetten op te sparen ten behoeve van één of meer BLV-projecten. In de subsidieaanvraag dient de aanvrager aan te geven voor welk project het welk bedrag wil reserveren. De rente over het gereserveerde bedrag komt ten goede aan het Regionaal Mobilitieitsfonds. Het is mogelijk de jaarbudgetten van een periode van verschillende jaren te bestemmen voor de uitvoering van een project dat al in het eerste jaar van deze periode wordt uitgevoerd. Na het vaststellen van de subsidie komt het subsidiebedrag dan in jaartermijnen beschikbaar, die het subsidieplafond niet zullen overschrijden. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-15 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 4. Subsidiabele kosten 4.1. Infrastructurele projecten 4.1.1. Subsidiabele projectkosten Voor het berekenen van de subsidie worden de volgende kostenposten in aanmerking genomen, voorzover die door het Dagelijks Bestuur aanvaardbaar worden geacht: a) studies voor het project, voorzover passend binnen het project; b) verwerving van onroerend goed, voorzover het direct benodigde ondergrond betreft; c) vergunningen en leges die door anderen dan de subsidieaanvrager worden verleend respectievelijk geheven; d) materialen; e) werkzaamheden ten behoeve van de aanleg, bouw, wijziging of inrichting van de betrokken infrastructuur; f) bijkomende voorzieningen om de betrokken infrastructuur na voltooiing van het werk zijn functie te laten vervullen; g) met het project samenhangende redelijk geachte schadevergoeding aan derden; h) voorlichting over de uitvoering van het project als begeleiding tijdens de bouw; i) de werkzaamheden voor het verleggen van kabels en leidingen; j) 50% van de materialen voor het verleggen van kabels en leidingen; k) onvoorzien tot een maximum van 10% van de subsidiabele projectenkosten, als bedoeld in de onderdelen a t/m j. Voor bovengenoemde kostenposten geldt, dat zij exclusief VAT-kosten (voorbereiding, administratie, toezicht) moeten worden opgenomen in een kostenoverzicht. Voor alle subsidiabele kostenposten geldt dat deze getoetst worden aan eisen van soberheid- en doelmatigheid. 4.1.2. Omzetbelasting Verrekenbare BTW op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 vormt geen kostenpost en compensabele BTW op grond van de Wet op het BTW Compensatiefonds 2003 vormt geen budgettaire last, en zijn derhalve niet subsidiabel. Deze bepaling geldt voor projecten waarvan de kosten zijn gemaakt ná 1 januari 2008. BTW betaald vóór 1 januari 2008 kan nog wel in aanmerking komen voor subsidie mits deze BTW als een budgettaire last kan worden aangemerkt. 4.1.3. VAT-kosten De kosten van voorbereiding, administratie en toezicht (VAT) voor de kostenposten d) materialen, e) werkzaamheden ten behoeve van aanleg etc. en f) bijkomende voorzieningen, komen in aanmerking voor subsidie. Als tegemoetkoming in de VAT-kosten mag een bedrag van 16% van de kosten (exclusief BTW) van de genoemde kostenposten worden opgenomen in het kostenoverzicht. In bijzondere gevallen kan het Dagelijks Bestuur besluiten om anders te handelen met betrekking tot het subsidiabel stellen van VAT-kosten, bijvoorbeeld als de indruk bestaat dat de werkelijke VAT-kosten lager zijn dan de eerdergenoemde 16%. 4.1.4. Verlaging subsidiabele kosten In artikel 26 van de verordening is opgenomen dat de grondslag van de subsidie wordt opgebouwd als hierboven beschreven, maar dat er ook kosten in mindering worden gebracht. Hiervan is sprake als: Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-16 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 kosten redelijkerwijs ten laste van andere kostendragers kunnen worden gebracht; en/of het project inkomsten en/of opbrengsten genereert, en/of; kosten redelijkerwijs zijn toe te rekenen aan beheer en onderhoud. 4.2. Mensgerichte verkeersveiligheidsprojecten 4.2.1. Subsidiabele projectkosten Voor het berekenen van de subsidie worden de volgende kostenposten in aanmerking genomen, voorzover die door het Dagelijks Bestuur aanvaardbaar worden geacht: a) studies voor het project, voorzover passend binnen het project; b) vergunningen en leges die door anderen dan de subsidieaanvrager worden verleend respectievelijk geheven; c) materialen; d) voorlichting over de uitvoering van het project; e) onvoorzien tot een maximum van 10% van de subsidiabele projectenkosten, als bedoeld in de onderdelen a t/m d. 4.2.2. Omzetbelasting Hiervoor geldt hetzelfde als opgemerkt onder paragraaf 4.1.2. 4.2.3. Begeleidingskosten eigen apparaat niet subsidiabel Bij niet-infrastructurele projecten is er geen sprake van VAT-kosten conform het gestelde in artikel 25 van de verordening. Toch kan er sprake zijn van aanvullende kosten die de gemeente maakt om de projecten uit te voeren. Deze kosten zijn subsidiabel, voorzover het externe kosten betreft die direct toe te rekenen zijn aan het project. Interne kosten zijn niet subsidiabel. 4.2.4. Verlaging subsidiabele kosten In artikel 26 van de verordening is opgenomen dat de grondslag van de subsidie wordt opgebouwd als hierboven beschreven, maar dat er ook kosten in mindering worden gebracht. Hiervan is sprake als: kosten redelijkerwijs ten laste van andere kostendragers kunnen worden gebracht; en/of het project inkomsten en/of opbrengsten genereert en/of; kosten redelijkerwijs zijn toe te rekenen aan beheer en onderhoud. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-17 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 5. Proces 5.1. Beschrijving proces De fasen in het proces van subsidiëring zijn de volgende: Vaststelling MeerJarenUitvoeringsProgramma (MJUP) door Regioraad - juni In juni van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar stelt de Regioraad een MJUP vast. In het MJUP wordt de BDU (voorlopige cijfers) voor het subsidiejaar toebedeeld aan de hoofdcategorieën van het Regionaal MobiliteitsFonds: (exploitatie) openbaar vervoer, BLV-projecten, Programma-projecten, Regionale projecten en Interne kosten SRE. In het MJUP is nog geen onderscheid gemaakt voor het beschikbare bedrag per gemeente. Wel ontvangt de Regioraad ter kennisgeving een concept van het bestedingsplan. Vaststelling bestedingsplan door Dagelijks Bestuur - september In het bestedingsplan specificeert het Dagelijks Bestuur de in het MJUP toebedeelde bedragen, binnen de genoemde hoofdcategorieën. Voor de BLV-projecten zijn in het bestedingsplan per gemeente de bedragen opgenomen die het komende jaar in de vorm van subsidie beschikbaar zijn voor infrastructurele projecten en mensgerichte verkeersveiligheidsprojecten. Het bestedingsplan wordt vastgesteld vóór 15 september (wettelijke verplichting) en na vaststelling toegezonden aan de deelnemende gemeenten en de provincie. Gemeenten mogen ervan uitgaan dat de opgenomen bedragen ook daadwerkelijk ter beschikking komen. Bij een lagere BDU uitkering dan verwacht, wordt het bestedingsplan door het Dagelijks Bestuur gewijzigd, waarbij de categorie BLV-projecten zoveel mogelijk wordt ontzien. Gemeenten hebben zo voor deze korte termijn maatregelen snel zekerheid over de subsidiemogelijkheden. Met het bestedingsplan ontvangen de gemeenten een brief met het verzoek een subsidieaanvraag in te dienen. Indienen subsidieaanvraag met BLV-actieplan door gemeente - oktober/november Met het bestedingsplan als uitgangspunt stellen gemeenten hun BLV-actieplan voor het komende jaar. Dit programma dient als bijlage/onderdeel van een subsidieaanvraag vóór 1 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar door het Dagelijks Bestuur te zijn ontvangen. Deze dienen te voldoen aan gestelde eisen. Subsidieverlening aan gemeente - februari Gemeenten die een subsidieaanvraag hebben ingediend vóór 1 december in het voorgaande jaar, ontvangen een beschikking. De subsidie wordt door het SRE verleend vóór 1 maart in het subsidiejaar. Verzoek subsidievaststelling - mei Eénmaal per jaar stelt het Dagelijks Bestuur subsidies vast op basis van verzoeken tot subsidievaststelling van de gemeenten. Deze verzoeken moeten voldoen aan de in deze beleidsregel opgenomen eisen. Een goedkeurende accountantsverklaring als bijlage is één van de eisen. Om het aantal administratieve handelingen te minimaliseren en overbodige accountantskosten te voorkomen, heeft de gemeente de mogelijkheid om eens per twee jaar een eindafrekening in te dienen. Minimaal moet één keer per twee jaar een verzoek tot subsidievaststelling worden ingediend. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-18 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Het verzoek de subsidie vast te stellen, dient ontvangen te zijn vóór 1 juli van het jaar volgend op de betreffende periode van één of twee jaar (artikel 34). Wanneer het over 2 jaar te declareren bedrag lager is dan € 50.000 kan de subsidieontvanger het Dagelijks Bestuur verzoeken om uitstel te verlenen van deze declaratieverplichting. Als een verzoek te laat wordt ingediend, vindt vaststelling (en betaling) pas plaats in het daarop volgende jaar. Indien een gemeente niet binnen twee jaar na de verstrekking van de subsidie een verzoek tot subsidievaststelling indient, kan de subsidie ambtshalve worden vastgesteld. Vaststellen subsidie door Dagelijks Bestuur – september Uiterlijk 13 weken na de ontvangst van een verzoek, of bij een complexe declaratie binnen 26 weken (artikel 35) beslist het Dagelijks Bestuur over vaststelling van de subsidie. Een vastgestelde subsidie wordt binnen zes weken betaald (artikel 36). 5.2. Subsidieaanvraag inclusief BLV-actieplan Nadat in september het bestedingsplan is vastgesteld door het Dagelijks Bestuur, is duidelijk welke subsidiemiddelen het volgende jaar beschikbaar zijn voor de gemeenten. Een gemeente heeft tot 1 december de tijd om een subsidieaanvraag in te dienen. In artikel 29 van de verordening is opgenomen aan welke voorwaarden een subsidieaanvraag moet voldoen: a) een beschrijving van het BLV-actieplan en indien relevant de verschillende onderdelen; b) een onderbouwing, waar mogelijk cijfermatig, van de effecten van het programma in relatie tot de doeleinden van het RVVP, c.q. het vigerende verkeers- en vervoerbeleid van het SRE; c) een begroting van het programma, c.q. van de verschillende onderdelen daarvan, zodanig gedetailleerd dat in ieder geval een oordeel kan worden gevormd over de subsidiabiliteit van de kosten overeenkomstig artikel 25; d) Een financieringsoverzicht waarin zijn opgenomen een opgave van kostenelementen die ten laste van andere kostendragers kunnen worden gebracht en een opgave van alle bijdragen uit andere subsidieregelingen (artikel 26 lid 1); e) een inschatting van de daadwerkelijke subsidiabele uitgaven die de aanvrager verwacht in het desbetreffende kalenderjaar te doen; f) Indien (een gedeelte van) het gemeentelijke jaarbudget wordt opgespaard/gereserveerd ten behoeve van één of meer specifieke BLV-projecten, zoals bedoeld in artikel 31, lid 4, dient dit in het programma te worden vermeld, samen met het verwachte jaar van realisatie. De subsidieaanvraag vermeldt tevens de naam, adres, telefoonnummer en mailadres van de contactpersoon bij de aanvrager. Bijlage I is een modelbrief voor een subsidieaanvraag. Bijlage II bestaat uit twee formats voor het opstellen van het BLV-actieplan. Door gebruik te maken van deze modelbrief en de formats, wordt voldaan aan de in artikel 29 van de verordening gestelde verplichtingen. Het gebruik van de formats is verplicht conform artikel 58 van de verordening. Indien de formats niet worden gebruikt, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. De laatste versie van de modelbrief en de formats is te downloaden op www.sre.nl of aan te vragen bij het SRE. Een aanvraag is onvolledig, indien niet alle gevraagde gegevens zijn ontvangen. Conform artikel 30 van de verordening verzoekt het Dagelijks Bestuur de aanvrager dan schriftelijk om binnen 6 weken te voldoen aan de eisen die aan de aanvraag worden gesteld. Indien niet binnen 6 weken wordt voldaan aan het verzoek, neemt het Dagelijks Bestuur de aanvraag niet in behandeling. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-19 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Indien een gemeente verzuimt (tijdig) een aanvraag in te dienen, wordt het desbetreffende budget toegevoegd aan het Regionaal Mobiliteitsfonds. De Regioraad beslist in het eerstvolgende MJUP over de besteding van dit budget (artikel 30, lid 4). 5.3. Voorwaarde tijdens uitvoering: publiciteit Bij een infrastructureel project is de subsidieontvanger verplicht melding te maken van de SRE-subsidie middels een projectbord, als er een subsidie is verleend van meer dan € 20.000 (artikel 57, lid 1). Dit projectbord dient minimaal gedurende de periode van fysieke werkzaamheden te blijven staan. De eisen waaraan deze vermelding dient te voldoen en de te gebruiken formats hiervoor, worden ter beschikking gesteld. De subsidieontvanger stuurt het Dagelijks Bestuur bij aanvang van de fysieke werkzaamheden een digitale foto van het geplaatste projectbord. Indien de projectkosten minder dan € 20.000 bedragen, is er geen verplichting, maar wordt het wel op prijs gesteld als er op een eventueel projectbord melding wordt gemaakt van de betrokkenheid van het SRE. Indien er in nieuwsbrieven gecommuniceerd wordt over het project, dient hierin melding te worden gemaakt van de subsidie van het SRE (artikel 57, lid 3). De subsidieontvanger moet het Dagelijks Bestuur bij aanvang van de fysieke werkzaamheden een digitale foto van het geplaatste projectbord sturen (artikel 57, lid 5). Ook exemplaren van de nieuwsbrieven waarin van het project wordt verhaald, dienen te worden opgestuurd naar het SRE. Naast de verplichte (subsidie € 20.000 of meer) of vrijwillige vermelding op een projectbord bij de uitvoering van infrastructurele projecten, is de gemeente verplicht om in nieuwsbrieven te vermelden dat het project dan wel de maatregel wordt of is gerealiseerd met subsidie van het SRE. 5.4. Subsidievaststelling Minimaal één maal per twee jaar stelt het Dagelijks Bestuur de subsidie vast. Hiertoe moet het een verzoek van de gemeente ontvangen vóór 1 juli van het jaar volgend op het kalenderjaar of -jaren waar de subsidie betrekking op heeft. Bij het verzoek moet worden gebruikgemaakt van de beschikbaar gestelde formats. Bijlage III bevat een model „brief declaratie subsidie BLV-actieplan‟. Een goedkeurende accountantsverklaring als bijlage is één van de eisen waaraan een verzoek om subsidievaststelling dient te voldoen. Deze dient te zijn uitgevoerd conform het controleprotocol financiële verantwoording „Subsidie BLV-projecten‟ (bijlage V) en vormgegeven conform het model accountantsverklaring (bijlage VI). Voor de meest actuele versie van het controleprotocol en de model accountantsverklaring zie www.sre.nl. Een accountantsverklaring die niet volgens de in het controleprotocol financiële verantwoording „Subsidie BLVprojecten‟ weergegeven werkwijze is opgesteld en/of die niet overeenstemt met het in de beleidsregel opgenomen model (of een geactualiseerde versie hiervan), wordt niet geaccepteerd. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-20 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Indien een verzoek tot subsidievaststelling na 1 juli wordt ingediend, is het mogelijk dat vaststelling (en betaling) pas plaatsvindt in het daarop volgende jaar. De vaststelling van de subsidie vindt zo spoedig mogelijk na de sluitingstermijn van 1 juli plaats. In de verordening is opgenomen dat dit binnen 13 weken na de ontvangst van de declaratie gebeurt, maar de intentie is om de vaststelling en de bijbehorende betalingen (volgens de verordening 6 weken na de vaststelling) sneller te laten plaatsvinden. Indien een gemeente niet binnen twee jaar na de verstrekking van de subsidie een verzoek tot vaststelling indient en het Dagelijks Bestuur hiervoor geen uitstel heeft verleend, stelt het Dagelijks Bestuur de subsidie ambtshalve vast op € 0. Bevoorschotting is niet mogelijk. Het SRE verricht alleen betalingen na de formele vaststelling van het subsidiebedrag. 5.5. Niet bestede middelen Indien een gemeente niet tijdig vóór 1 december een subsidieaanvraag indient voor het daaropvolgende jaar, wordt het desbetreffend budget toegevoegd aan het fonds (artikel 30, lid 4). Indien een gemeente een subsidieaanvraag indient voor een deel van het beschikbare budget, (artikel 31, lid 5), wordt het resterende budget toegevoegd aan het fonds. Ook als na declaratie een bedrag resteert buiten de gespaarde bedragen (artikel 31, lid 5), dan wordt dit toegevoegd aan het fonds. Ieder jaar beslist de Regioraad bij de vaststelling van het MJUP over de besteding van de middelen in het fonds. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-21 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 BIJLAGEN Bijlage I Model brief aanvraag subsidie BLV-actieplan Bijlage II Model tabel aanvraag subsidie projecten BLV-actieplan Bijlage III Model brief declaratie kosten uitvoering projecten BLV-actieplan Bijlage IV Controleprotocol financiële verantwoording subsidie BLV-projecten (inclusief model accountantsverklaring) Bijlage V Model accountantsverklaring Bijlage VI Model financiële verantwoording subsidie BLV-projecten Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-22 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-23 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 I Model brief aanvraag subsidie BLV-projecten Richten aan: Dagelijks Bestuur SRE Postbus 985 5600 AZ EINDHOVEN Onderwerp: BLV-projecten <naam gemeente>, <periode waarover subsidie wordt aangevraagd> Op <datum> in brief <briefnummer> heeft u ons geïnformeerd over het voor onze gemeente gereserveerde subsidiebudget voor gemeentelijke projecten bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Graag maken wij gebruik van de mogelijkheid om een actieplan met projecten met subsidie uit te voeren. Bijgevoegd treft u een overzicht aan van 1) de infrastructurele projecten, en 2) mensgerichte verkeersveiligheidsprojecten die wij met subsidie willen uitvoeren. Beide overzichten samen vormen het BLV-actieplan. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-24 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-25 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 II Model tabel aanvraag subsidie BLV-projecten Aanvraagformulier subsidie gemeentelijke projecten bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid (BLV) INFRASTRUCTUUR Gegevens aanvrager gemeentenaam adres Postbus Bank contactpersoon Naam tel. nr. e-mail adres Projecten INFRASTRUCTUUR Projectnr./ Projectnaam 2 Categorie Postcode rekeningnummer Projectomschrijving plaatsnaam Projectkosten Totaal Waarvan subsidiabel Realisatie Bijdrage derden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 2 Categoriecode (inhoudelijke subsidiegrond) volgens de Subsidiewijzer BLV-projecten, tabel 2.1 (infrastructurele projecten) Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-26 Aanvang (jaar) Financiering Gereed (jaar) Voorziene bijdrage uit budget in € x 1000 (maximaal 50% subsidiabele kosten) 2008 2009 2010 2011 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Aanvraagformulier subsidie gemeentelijke projecten bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid (BLV) MENSGERICHT VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID Gegevens aanvrager gemeentenaam Adres Postbus Bank contactpersoon Naam tel. nr. e-mail adres Postcode rekeningnummer Projecten MENSGERICHT VERKEERSVEILGHEIDSBELEID Projectnr./ Projectnaam Projectomschrijving 3 Categorie plaatsnaam Projectkosten Totaal Waarvan subsidiabel Realisatie Bijdrage derden Aanvang (jaar) Financiering Gereed (jaar) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 3 Categoriecode (inhoudelijke subsidiegrond) volgens de Subsidiewijzer BLV-projecten, tabel 2.2 (uitvoering mensgericht verkeersveiligheidsbeleid) Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-27 Voorziene bijdrage uit budget in € x 1000 (maximaal 50% subsidiabele kosten) 2008 2009 2010 2011 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 III Model brief declaratie subsidie BLV-projecten Het verzoek tot vaststelling van subsidie dient een aantal gegevens te bevatten. Gebruik van onderstaand model als basis van de brief voorkomt hiaten in de aanvraag. 1) Richten aan: Dagelijks Bestuur SRE Postbus 985 5600 AZ EINDHOVEN 2) Onderwerp benoemen: declaratie actieplan BLV-projecten gemeente <naam gemeente> over de periode <periode waarover subsidie wordt aangevraagd> 3) Bouwstenen inhoud brief: In uw brief van <datum> met het kenmerk <briefnummer> heeft u ons uit het Regionaal Mobiliteitsfonds SRE een subsidie toegekend voor het uitvoeren van een actieplan bestaande uit gemeentelijke projecten op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Wij hebben de projecten inmiddels geheel of voor het in het overzicht opgenomen deel in gebruik genomen dan wel uitgevoerd. Bijgevoegd treft u het overzicht aan van de gemaakte kosten, gepresenteerd op de door u gewenste wijze, met als bijlage een goedkeurende verklaring van onze accountant. Indien wij voor de projecten een bijdrage vanuit een andere regeling of van derden hebben ontvangen, of zullen ontvangen, is dit opgenomen in het overzicht. Voor projecten waarvoor hiervan geen melding is gemaakt, ontvangen wij geen andere bijdrage en zullen wij geen andere bijdrage ontvangen. De financiële verantwoording is op de door u gewenste wijze opgesteld. Wij hebben de accountant opgedragen om onze verantwoording conform uw protocol, zoals opgenomen in de Beleidsregel of in geval van actualisatie de op de website van het SRE opgenomen meest actuele versie, te controleren en gevraagd de accountantsverklaring conform uw model op te stellen. Wij verzoeken u de subsidie vast te stellen en het bedrag, over te maken op ons rekeningnummer <rekeningnummer> bij <naam bank> onder vermelding van <projectnaam/declaratienummer>. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-28 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-29 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 IV Controleprotocol financiële verantwoording subsidie BLV-projecten 1. Inleiding 1.1. Betreffende regeling Dit controleprotocol heeft betrekking op de financiële bijdrage voor gemeentelijke projecten bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid (BLV-projecten). Het SRE verstrekt deze vergoeding aan deelnemende gemeenten voor de uitvoering van een actieplan bestaande uit projecten die bijdragen aan de doeleinden van het Regionaal Verkeers- en VervoerPlan (RVVP) van het SRE. Het betreft: lokale infrastructurele projecten waarvan de projectkosten maximaal € 1.000.000 bedragen, en projecten op het gebied van mensgericht verkeersveiligheidsbeleid (niet-infrastructurele verkeersveiligheidsprojecten en -maatregelen. Dit protocol heeft niet alleen betrekking op de juiste weergave van de uitgaven, maar ook op de rechtmatige besteding van de subsidiemiddelen. 1.2 Relevante regelgeving en documenten De volgende regelgeving en documenten zijn van toepassing: a) de Verordening Regionaal Mobiliteitsfonds, vastgesteld door de Regioraad van het SRE op 23 februari 2006 respectievelijk 20 september 2007; b) correspondentie aangaande de Verordening Regionaal Mobiliteitsfonds (toelichting en wijzigingen, opgenomen op de website van het SRE, www.sre.nl); c) De beleidsregel subsidie BLV-projecten, vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van het SRE op 27 maart 2006 respectievelijk 1 oktober 2007; d) correspondentie aangaande de Beleidsregel subsidie BLV-projecten (toelichting en wijzigingen, opgenomen op de website van het SRE, www.sre.nl). 1.3 Doel controleprotocol In dit controleprotocol wordt uiteengezet welke algemene uitgangspunten en specifieke vereisten gelden bij de uitvoering van de controle door de accountant van de gemeente ten aanzien van de verantwoording inzake de Beleidsregel subsidie BLV-projecten beschikbaar gestelde subsidie. Dit controleprotocol geeft tevens aan op welke wijze over de uitkomsten van deze controle dient te worden gerapporteerd. 1 .4 Aanvullende controle In beginsel kan door het SRE of door het SRE aangewezen accountants een review worden uitgevoerd bij de accountant van de gemeente. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-30 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 2. Uitgangspunten voor de controle 2.1 Inhoud controle De controle dient de getrouwheid van de financiële verantwoording en de rechtmatige besteding van de ter beschikking gestelde middelen te omvatten. De verantwoording dient te zijn opgesteld conform het verslagmodel financiële verantwoording „Subsidie BLV-projecten‟ dat is opgenomen in bijlage VI van de Beleidsregel subsidie BLV-projecten. Van de accountant wordt verwacht dat de accountantsverklaring, behoudens expliciet vermelde bevindingen, uitsluitend wordt verstrekt indien is vastgesteld dat de gegevens in de financiële verantwoording terecht zijn opgenomen. Dat wil zeggen dat: de middelen zijn aangewend voor de uitvoering van activiteiten die overeenstemmen met het doel waarvoor zij zijn verstrekt, zoals in de beleidsregel opgenomen in hoofdstuk 3 (subsidiabele projecten); de uitgaven passen binnen het kader van de geldende regelgeving, zoals in de beleidsregel opgenomen in hoofdstuk 4 (subsidiabele kosten). 2.2 Specifieke aandachtspunten Door de accountant dient te worden vastgesteld dat: a) het project, de maatregel of de activiteit waar de kosten voor zijn gemaakt, gekoppeld is aan één van de in tabel 3.1 of tabel 3.2 van de beleidsregel opgenomen categorieën; b) de genoemde kosten geheel zijn aangewend voor het project of de maatregel waarvoor subsidie is verstrekt; c) alle bijdragen die door derden voor de uitvoering of de maatregel zijn of worden bijgedragen, opgenomen zijn in de financiële verantwoording; d) de subsidie niet is aangewend voor kosten van algemene bestuurlijke aard; e) alle opgenomen bedragen daadwerkelijke uitgaven en geen reserveringen betreffen; f) de door de gemeente opgestelde financiële verantwoording inzake de besteding van kosten juist zijn; g) waar de BTW bij de kosten is opgevoerd 1) de kosten zijn gemaakt vóór 1 januari 2008, 2) de BTW niet in aftrek kan worden gebracht op voet van artikel 15, eerste lid, van de Wet op de Omzetbelasting 1968 én 3) dat een overeenkomende uitname uit het gemeentefonds volgens de regels van het BTW-compensatiefonds heeft plaatsgevonden. h) de bijgevoegde financiële verantwoording conform het bijgevoegde model (bijlage VI van de beleidsregel of een geactualiseerde versie hiervan die is opgenomen op de website van het SRE) is opgesteld; i) in de financiële verantwoording onderscheid is gemaakt in subsidiabele en nietsubsidiabele kosten en 1) alleen over de subsidiabele kosten een bijdrage wordt gevraagd en 2) er geen kostenposten zijn opgenomen die bestaan uit subsidiabele en nietsubsidiabele componenten. Ten aanzien van de uitvoering van de controle van de financiële verantwoording door de accountant van de gemeente geldt een algemene tolerantie die gebruikelijk wordt gehanteerd bij de controle. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-31 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Alle bij de controle geconstateerde en niet gecorrigeerde fouten en onzekerheden, voorzover zij betrekking hebben op de van het SRE ontvangen vergoeding, waarvan het belang individueel of in totaal groter is dan 1% van de verantwoording én groter is dan € 2.000, dient te worden gerapporteerd. Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-32 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-33 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 V Verslag model accountantsverklaring subsidie BLV-projecten - Accountantsverklaring Opdracht Wij hebben in opdracht van de gemeente <naam gemeente> de bijgevoegde en door ons gewaarmerkte financiële verantwoording over het jaar / de jaren <jaar / jaren> inzake de besteding van de bijdrage/subsidie voor de uitvoering van een actieplan van gemeentelijke projecten bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid (BLV-projecten) gecontroleerd. De subsidie is met brief nummer <briefnummer> d.d. <datum> toegekend door het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. De verantwoording is opgesteld door of onder de verantwoordelijkheid van deze gemeente en is conform het voorgeschreven „verslagmodel financiële verantwoording‟. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording te verstrekken. Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Verder is ons onderzoek verricht met inachtneming van het actuele controleprotocol financiële verantwoording „Subsidie BLV-projecten‟, waarvan de eerste versie is opgenomen in de „Beleidsregel subsidie BLV-projecten‟. De door ons geraadpleegde versie <versienummer> hebben wij van de website van het SRE. Bevindingen <In te vullen door de accountant: op welke punten kan niet worden vastgesteld of gegevens terecht zijn opgenomen in de financiële verantwoording, of moet worden geconcludeerd dat ze ten onrechte zijn opgenomen.> Oordeel Ten aanzien van de in het controleprotocol opgenomen specifieke aandachtspunten geldt dat bovenstaand, in de paragraaf „bevindingen‟, voorzien van een toelichting, is opgenomen: alle bij de controle geconstateerde en niet-gecorrigeerde fouten en onzekerheden groter dan 1% van de bijdrage, voor bijdragen van € 2.000 of meer; alle relevante tekortkomingen in de administratieve organisatie en interne controle. Op grond van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat de verantwoording van de gemeente verder een getrouw beeld geeft en in overeenstemming is met algemeen aanvaarde controlegrondslagen en voldoet aan de terzake geldende eisen <tekst aanpassen indien hiervan geen sprake is>. De in de paragraaf „bevindingen‟ opgenomen redenen maken dat wij van oordeel zijn dat: <in te vullen door de accountant> Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-34 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-35 Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 VI Model financiële verantwoording subsidie BLV-projecten INFRASTRUCTURELE PROJECTEN Gegevens aanvrager gemeentenaam adres Postbus Bank contactpersoon Naam tel. nr. e-mail adres Projectgegevens jaar project actienummer 4 plan actieplan project Postcode rekeningnummer categorie5 nummer In aanvraag geraamde kosten 4 plaatsnaam Subsidiabele kosten 6 declaratie verantwoord Het actieplan waarin het project is opgenomen Verwijzing naar tabel „subsidiabele BLV-projecten‟ in de subsidiewijzer 6 Het bedrag dat wordt gedeclareerd 7 Het bedrag waarvoor rekeningen overlegd kunnen worden (normaal gesproken gelijk aan gedeclareerde kosten) 8 Is de plaatsing van een publicatiebord aangetoond door het overleggen van foto‟s? 5 Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-36 Bijdragen van derden 7 bedrag partij Plaatsing publicatiebord 8 ja/ Bewijs? nee/ nvt ja/nee Beleidsregel subsidie BLV-projecten 2007 PROJECTEN MENSGERICHT VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID Gegevens aanvrager gemeentenaam Adres Postbus Bank contactpersoon Naam tel. nr. e-mail adres Projectgegevens jaar project actienummer 9 plan actieplan project Postcode rekeningnummer categorie10 nummer 9 plaatsnaam In aanvraag geraamde kosten Subsidiabele kosten 11 12 declaratie verantwoord Het actieplan waarin het project is opgenomen Verwijzing naar tabel „subsidiabele BLV-projecten‟ in de subsidiewijzer 11 Het bedrag dat wordt gedeclareerd 12 Het bedrag waarvoor rekeningen overlegd kunnen worden (normaal gesproken gelijk aan gedeclareerde kosten) 10 Versie 26-05-2008 4137-8936/GH/AvZ/-37 Bijdragen van derden bedrag partij