WORD, 44 KB

advertisement
B en W-nummer 15.0031; besluit d.d. 20-1-2015
Onderwerp
Uitvoering duurzaamheidfonds 2 'lokale initiatieven': aanscherping beleidsregels en
mandatering beslissingsbevoegdheid aan de jury
Besluiten:
1.
om uitvoering van duurzaamheidfonds 2 ‘lokale initiatieven’ mogelijk te maken, de
beleidsregel ‘lokale duurzaamheidinitiatieven 2015’ vast te stellen, met
ondergenoemde uitgangspunten:
a. subsidietoekenning van maximaal 50% van de kosten met een maximale bijdrage
van 100.000,- per project;
b. subsidie kan verleend worden voor een kleinschalig project, dichtbij de burger,
waarvan zo veel mogelijk Leidenaren kunnen profiteren;
c. subsidie kan verleend worden voor een grootschalig, innovatief project, waarbij
meerdere samenwerkingspartners betrokken (kunnen) zijn en waar ook grotere
bedragen mee gemoeid zijn;
d. de beoordeling van kleinschalige projecten waarbij een subsidiebedrag lager dan
5000,- wordt aangevraagd vindt plaats door DuurzaamLeiden. De beoordeling
van subsidieverzoeken voor grotere projecten waarbij verzocht wordt om subsidie
van meer dan 5.000,- wordt gedaan door een onafhankelijke jury o.v.v.
wethouder duurzaamheid.
e. subsidie kan verleend worden voor projecten die boven het ‘reguliere’ uitstijgen;
die een duidelijke meerwaarde hebben wat betreft duurzaamheid en innovatie;
f. locaties waar veel mensen samenkomen, zoals scholen en sportverenigingen,
worden concreet opgeroepen om aanvragen in te dienen omdat het bereik daar
groot is. Een collectief idee van woningeigenaren en huurders kan ook in
aanmerking komen voor subsidie;
g. project leidt bij voorkeur tot praktisch zichtbare resultaten. Fysieke maatregelen
en resultaten hebben voorrang boven planvorming en onderzoek;
2.
de beleidsregel ‘lokale duurzaamheidsfondsen’ zoals deze tot op heden geldt, in te
trekken op het moment van inwerkingtreding van de beleidsregel ‘lokale
duurzaamheidinitiatieven 2015’, zijnde de dag na die van de bekendmaking van de
beleidsregel.
Perssamenvatting:
De regels met betrekking tot subsidieaanvragen uit duurzaamheidfonds 2 ‘lokale
initiatieven‘ zijn aangepast. Niet alleen kleinschalige duurzame projecten dicht bij de
burger komen in aanmerking voor subsidie, maar ook grote innovatieve projecten
waarbij meerdere samenwerkingspartners betrokken (kunnen) zijn. Voorwaarde is dat
het project met een eenmalige bijdrage van maximaal 50% van de kosten kan worden
uitgevoerd. Het maximale subsidiebedrag is verhoogd naar 100.000,-.Verder is het
van belang dat projecten boven het ‘reguliere’ uitstijgen en dus een duidelijke
meerwaarde hebben wat betreft duurzaamheid en innovatie. Een speciaal daarvoor in
het leven geroepen onafhankelijke jury, onder voorzitterschap van de wethouder
Duurzaamheid beslist over toekenning van de subsidie. Alle partijen in de stad, van
scholen tot bedrijven en sportverenigingen, worden opgeroepen om met duurzame
initiatieven te komen. Een collectief idee van woningeigenaren of huurders kan ook in
aanmerking komen voor subsidie.
Beleidsregel ‘lokale duurzaamheidinitiatieven 2015’
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Looptijd en doelstelling
1. Deze beleidsregel heeft een looptijd van drie jaar en zal uiterlijk 1 januari 2016
buiten werking treden.
2. In 2030 moet de jaarlijkse CO2- uitstoot in de regio met 40% zijn verminderd ten
opzichte van ongewijzigd beleid. Om dit doel te bereiken stelt de gemeente Leiden
een subsidie beschikbaar die burgers, bedrijven, organisaties moet stimuleren tot
lokale actie m.b.t. duurzaamheid. Subsidie wordt verstrekt aan Leidse projecten die
een positieve bijdrage leveren aan (ecologische) duurzaamheid of milieukwaliteit
(energie, water, biodiversiteit, kwaliteit openbare ruimte).
Artikel 2 Uitsluitingen
Deze beleidsregel is niet bedoeld voor/van toepassing op:
1. energetische maatregelen bestemd voor individuele particuliere woningen. Een
collectief idee van particuliere woningeigenaren komt wel in aanmerking voor
subsidie.
2. recreatiewoningen.
Artikel 3 Uitvoering
De uitvoering van deze beleidsmaatregel is neergelegd bij de gemeente Leiden.
Artikel 4 Subsidietoekenning
1. Op grond van deze beleidsregel kan de gemeente Leiden voor een
duurzaamheidproject waarbij uitvoering plaatsvindt binnen de gemeentegrenzen van
Leiden (aanvraag komt ook uit Leiden) een eenmalige bijdrage toekennen van
maximaal 50% van de kosten. De maximale bijdrage is 100.000,- euro per project.
2. Bij de begrotingsbehandeling 2013 is een aantal moties aangenomen die een
weerslag hebben op de besteding van het fonds lokale initiatieven. Voor de uitvoering
van deze moties zijn bedragen geoormerkt uit fonds 2.
3. Het totale subsidiebedrag (subsidieplafond) dat toegekend kan worden bedraagt
710.000,- voor 3 jaar (2013 t/m 2015). Aanvragen die binnenkomen nadat het
subsidieplafond bereikt is worden niet meer in behandeling genomen.
4. Het Duurzaamheidcentrum van de gemeente Leiden (DuurzaamLeiden)heeft een
budget van 150.000,- ter beschikking om zelf flexibel op te kunnen treden in het
stimuleren van lokaal initiatief als de situatie daar om vraagt.
5. Subsidieverzoeken onder de 5.000,-, alsmede aanvragen ten laste van het budget
als bedoeld in het vierde lid,worden beoordeeld door DuurzaamLeiden en uitgekeerd
uit het voor het betreffende verzoek toepasselijke budget indien zij voldoen aan de
beleidsregels. Deze subsidieverzoeken worden niet voorgelegd aan de jury.
6. Subsidieverzoeken boven de 5000,- worden aan de jury voorgelegd en bekostigd
uit het in het derde lid genoemde subsidiebudget..
Artikel 5 Uitgangspunten voor ‘lokale initiatieven’ die in aanmerking willen komen voor
subsidie.
1. Subsidie kan worden verleend voor:
a. een kleinschalig project, dicht bij de burger, waarbij het budget zo breed mogelijk
ingezet kan worden en zo veel mogelijk Leidenaren hiervan kunnen profiteren;
b. grote innovatieve projecten, waarbij meerdere samenwerkingspartners betrokken
(kunnen) zijn en waar ook grotere bedragen mee gemoeid zijn;
c. projecten die boven het ‘reguliere’ uitstijgen; die een duidelijke meerwaarde
hebben wat betreft duurzaamheid en innovatie;
d. project leidt bij voorkeur tot praktische zichtbare resultaten. Fysieke maatregelen
en resultaten hebben voorrang op planvorming en onderzoek;
e. project komt ten goede aan breder publiek/meerdere mensen: ook anderen
(buiten het project) kunnen gebruik maken van de resultaten van het project. Zo
worden locaties waar vaak mensen samenkomen, zoals scholen en
sportverenigingen, concreet opgeroepen om aanvragen in te dienen omdat het
bereik daar (met goede ondersteunende communicatieve activiteiten) groot is.
2. Voor de projecten in het eerste lid gelden voorts de volgende voorwaarden:
a. initiatiefnemer voert het project in principe zelf uit;
b. bij de subsidieaanvraag dient een communicatieplan gevoegd te zijn waarin
beschreven wordt hoe en wanneer communicatie plaatsvindt over het project om
het bereik te vergroten;
c. loon-, energie- en huurkosten komen in principe niet voor vergoeding in
aanmerking;
d. de gemeente mag rechtenvrij gebruik maken van de (tussentijdse) resultaten;
e. het project start binnen 3 maanden na toekenning bijdrage en geeft het
eindresultaat binnen 2 jaar na start.
f. het project betreft geen wettelijke verplichting, geen strijdigheid met wetgeving of
gemeentelijk beleid;
g. er wordt bij toekenning van de subsidies gestreefd naar ondersteuning van
projecten van zowel particulieren, bedrijven, instellingen. Duurzame mobiliteit maakt
uitdrukkelijk onderdeel uit van deze initiatieven, conform actie 10 van de Leidse
Duurzaamheidagenda.
Hoofdstuk 2 Aanvragen, verlenen en vaststellen van de subsidie
Artikel 6 Aanvraag en afhandeling ontvangst
Aanvraag en afhandeling van de ontvangst van de subsidieaanvraag gebeurt conform
de Algemene Subsidieverordening Leiden 2012.
Artikel 7 Toets op ontvankelijkheid en beoordeling jury
1. De toets op ontvankelijkheid (stap 1) wordt uitgevoerd door de ambtelijke
organisatie. Er wordt gekeken of het project in Leiden plaatsvindt, of er cofinanciering is en een deugdelijk communicatieplan. Ook wordt gekeken of er geen
strijdigheid is met wetgeving of gemeentelijk beleid. Ontvankelijke subsidieverzoeken
voor bedragen hoger dan 5.000,- worden beoordeeld door de jury.
Subsidieverzoeken die ontvankelijk zijn en waar subsidie wordt aangevraagd voor
een lager bedrag dan 5.000,- worden beoordeeld door DuurzaamLeiden.
2. De jury (stap 2) bestaat uit enkele aansprekende personen met affiniteit op het
gebied van innovatie en duurzaamheid onder voorzitterschap van wethouder Milieu
en ondersteund door het Duurzaamheidscentrum dat de verzoeken toetst aan artikel
5 van de beleidsregels.
Artikel 8 Beoordelingsrondes
Initiatieven moeten kunnen rekenen op een snelle beoordeling en worden daarom
‘doorlopend’ beoordeeld. Dit betekent dat 4 maal per jaar subsidieaanvragen zullen
worden gehonoreerd.
Artikel 9 Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die van zijn bekendmaking
Download