PowerPoint-presentatie

advertisement
NAAR EEN VERSTERKT
RECHT OP WONEN
studiedag
Brussel, 11 maart 2014
Bernard Hubeau
Voorzitter Vlaamse Woonraad
2
Inhoud
• Inleiding
• Buitenlandse voorbeelden versterkt recht op wonen
•
•
•
•
(Schotland / Frankrijk / Finland)
Naar een versterkt recht op wonen in Vlaanderen
> naar een ‘gewaarborgd recht op wonen’
> cruciale rol overheid
> menswaardigheid als basis voor versterkt recht
> lokale actoren kennen versterkt recht toe
> woonrechtcommissaris als hoeder
> gerechtelijke afdwingbaarheid
Juridische verankering versterkt recht
Besluit
3
INLEIDING
4
INLEIDING
•
•
•
•
•
Het recht op wonen opgenomen in diverse rechtsbronnen :
Universele Verklaring Rechten van de Mens
Europees Sociaal Handvest
Artikel 23 Belgische Grondwet (sociale grondrechten)
Artikel 3 Vlaamse Wooncode
• Vaststelling: recht op wonen wordt niet bij iedereen gerealiseerd
en dit is een structureel gegeven
• Dak- en thuisloosheid
• Onvoldoende resterend inkomen na betaling woonkost
• Bewoning van kwalitatief ondermaatse woningen
• Doel advies
• Denkoefening om debat rond versterkt recht te openen
• conceptuele oefening met andere benadering / invalshoek
5
INLEIDING
• Recht op behoorlijk wonen in de Vlaamse wooncode
• constitutieve elementen van het recht goed uitgewerkt met aandacht
voor betaalbaarheid, kwaliteit, woonzekerheid, toegang …. (artikel 3)
• Bijzondere aandacht voor woonbehoeftige huishoudens opgenomen
(artikel 4)
• Maar problemen met effectiviteit van recht :
• Sociale grondrechten individueel niet afdwingbaar in geval van
schending
• Geen verhaalmogelijkheden / verweermogelijkheden voorzien in
Vlaamse Wooncode
• Beleid door overheid gebaseerd op inspanningsverbintenissen i.p.v.
resultaatverbintenis
6
INLEIDING
• Woonbeleid in Vlaanderen
• Beleid voornamelijk instrumenteel en gericht op het
individu: bv. huursubsidie verhuis onbewoonbare naar
conforme woning
• In sociale huisvesting worden maatregelen ontwikkeld die
gericht zijn op specifieke zwakke doelgroepen: 5 %
toewijzing op basis van specifieke urgente noden
(doelgroep welzijn)
• Onderbenutting instrumenten (sociaal beheer edm) en
soms ongewenste effecten (herhuisvesting na O/O)
• Nood aan herziening uitgangspunten beleid – hoe
evolueren naar een effectieve realisatie woonrecht ?
7
DEEL I: BUITENLANDSE
VOORBEELDEN
8
SCHOTLAND
• Dwingende plicht voor lokale overheid specifieke
•
•
•
•
groepen te huisvesten
Er wordt een invulling gegeven aan het ‘versterkt
woonrecht’ door stelselmatig het recht te verzekeren aan
specifieke doelgroepen (gebaseerd op ETHOS typologie)
Doelgroep was in eerste instantie beperkt tot onvrijwillige
daklozen, maar wordt stelselmatig uitgebreid
Er wordt een beleid uitgestippeld waarbij lokale actoren
verplicht worden de ‘daklozen’ te huisvesten en hiertoe
een resultaatgericht beleid te ontwikkelen
= versterkt woonrecht is vanuit ACTOR uitgewerkt (nl.
lokale overheid)
9
FRANKRIJK
• Toekenning Individueel afdwingbare rechten
• Elkeen in ‘specifieke’ positie wordt afdwingbaar recht
•
•
•
•
toegekend (bv. te lang op ‘wachtlijst’ sociale huisvesting)
Via administratiefrechtelijk procedure kan het recht
worden afgedwongen en kan betrokkene een recht op
prioritaire huisvesting worden toegekend (bovenlokale
instantie)
Er staat een verhaalrecht open tegenover de beslissing
bij de ‘prefectuur’
Prefect kan beslissen tot ‘verplichte huisvesting’ (sociale
en private huurmarkt)
= versterkt woonrecht is voornamelijk INDIVIDUEEL en
PROCEDUREEL uitgewerkt
10
FINLAND
• Housing first principe
• Dit betreft een ‘doelgroep-gerichte’ benadering – dit houdt
een recht in wanneer je tot de doelgroep behoort
• Hier wordt gefocust op het huisvesten van langdurig
daklozen
• Hierbij komt de begeleiding in tweede orde (housing first)
• = versterkt woonrecht is gericht op DOELGROEP
11
DEEL II: NAAR EEN
VERSTERKT RECHT OP
WONEN IN VLAANDEREN
12
1. NAAR EEN “GEWAARBORGD
RECHT OP WONEN”
• Streefdoel : ‘gewaarborgd’ recht op wonen
• het woonrecht is universeel en absoluut, en bijgevolg
moet dit voor iedereen gewaarborgd worden (eigen aan
welvaartstaat)
• Gewaarborgd recht op wonen is het na te streven
ideaalbeeld (cf. recht op medische bijstand) en moet
stelselmatig worden ingevuld en uitgebreid !!
• Recht op wonen moet bijgevolg prominentere plaats
innemen
• Zowel in het recht als in het beleid
• Effectiviteit en realisatie van het woonrecht staan hierbij
centraal
13
2. CRUCIALE ROL OVERHEID
• Stapsgewijs streven naar ‘gewaarborgd recht’
• Cruciale rol van overheid wanneer het huishouden dit niet op
eigen kracht kan invullen
• Anderzijds ‘eigen kracht principe’ voor diegenen die dit wel
kunnen
• Rechtsleer erkent (internationaal) een aantal
overheidsverplichtingen bij sociale grondrechten
• ‘Obligation to respect’: overheid moet het grondrecht
eerbiedigen in zijn beleid (rekening mee houden)
• ‘Obligation to protect’: overheid moet de bescherming van het
grondrecht ‘garanderen’
• ‘Obligation to fullfill’: overheid moet een beleid voeren gericht
op het stelselmatig en daadwerkelijk invullen van het recht op
wonen
14
2. CRUCIALE ROL OVERHEID
• Gevolgen overheidsverplichtingen
• het niveau van rechtsbescherming mag niet naar
beneden mag worden afgesteld (standstill)
• ‘Obligation to fulfill’ maakt dat de overheid ‘stappen
voorwaarts’ moet zetten en een beleid moet ontwikkelen
dat het recht en de rechtsbescherming toenemend kan
invullen
15
2. CRUCIALE ROL OVERHEID
• Overheid installeert individueel versterkt recht op wonen
• ‘obligation to fullfil’ betekent niet dat de overheid onmiddellijk
en voor iedereen het recht moet realiseren – wel stapsgewijs
hiernaartoe werken
• Een individueel versterkt recht op wonen in welbepaalde
gevallen is een ‘resultaatgerichte’ invulling van de ‘obligation to
fulfill’
• Selectiviteit van het versterkt recht op wonen wordt gebaseerd
op de ‘ernst’ van de woonnood en is ‘voortschrijdend’
• Randvoorwaarden: (1) aanbodbeleid op sociale en private
huurmarkt blijft noodzakelijk; (2) versterkt recht inbedden in
globaal categoriaal en selectief beleid
16
3. MENSWAARDIGHEID BASIS
VERSTERKT RECHT OP WONEN
• ‘Menswaardig wonen’ maakt deel uit van de definitie van
het recht op wonen in artikel 3 VWC – maar is geen
beoordelingscriterium
• Schending van de ‘menswaardigheid van het wonen’ kan
als beoordeling worden gelinkt aan ETHOS typologie; dit
biedt concrete parameters !
• In aanvangsfase wordt geopteerd voor dakloosheid of
uiterst precaire verblijfsplaats – maar dit kan gaande weg
worden uitgebreid (bv. betrekken onbewoonbare woning
edm)
17
4. LOKALE ACTOREN KENNEN
VERSTERKT RECHT TOE
• Op basis van de parameters beoordelen de lokale
woonactoren de ‘schending van de menswaardigheid’ van
de woonsituatie
• In geval van ‘schending van de menswaardigheid’ wordt
aan het huishouden een versterkt recht op wonen
toegekend
• Dit houdt in principe een prioritaire behandeling van het
woonprobleem in, met principiële garantie op
resultaatgerichte oplossing
18
4. LOKALE ACTOREN KENNEN
VERSTERKT RECHT TOE
• De lokale woonactoren gaan bij toekenning van het
versterkt recht de mogelijke toepassing van ‘reguliere
instrumenten’ na en putten dit eerst uit
• Er staat verhaalrecht open bij de woonrechtcommissaris
indien het individu een prioritaire behandeling wordt
gegarandeerd maar ‘oplossing’ uitblijft
• Er staat eveneens een verhaalrecht open bij de
woonrechtcommissaris voor de lokale woonactor (die
versterkt recht wel toekent maar geen ‘oplossing’ kan
bieden)
19
4. LOKALE ACTOREN KENNEN
VERSTERKT RECHT TOE
• Voor de toepassing van het versterkt recht op wonen
moeten de lokale woonactoren voldoende middelen en
bevoegdheden krijgen voor de toepassing (cf. Frankrijk
aanwending deel middelen huurtoelage)
• Registratie aanvragen en toekenning versterkt recht
• Keuze voor eerste lijn aanpak (woonactoren vervullen
cruciale rol) maar gedeelde verantwoordelijkheid :
gewest blijft in beginsel verantwoordelijk voor kader en de
invulling van het individueel versterkt recht op wonen !
20
5. WOONRECHTCOMMISSARIS
HOEDER RECHT OP WONEN
• Woonrechtcommissaris op tweede lijn met brede
•
•
•
•
opdracht naar toepassing én beleid
Volgt toepassing versterkt recht op wonen op (cf.
registratie en monitoring)
Formuleert voorstellen ter verbetering beleid en toetst of
de overheid de overheidsverplichtingen tav het sociaal
grondrecht naleeft
Behandelt het verhaalrecht en bemiddelt hiertoe, en kan
bijkomende middelen verschaffen om prioritaire
huishouden helpen (cf. noodfonds)
= opdracht houdt brugfunctie in (tussen beleid en
praktijk)
21
6. GERECHTELIJKE
AFDWINGBAARHEID
• Als laatste stap naar een meer effectief woonrecht
• Komt na uitputting verhaalmiddelen (bij
woonrechtcommissaris)
• Beperkt tot welomschreven gevallen van schending van
een rechtsnorm (bv. het toekennen van individueel
versterkt recht op wonen zonder gevolg)
22
7. ‘MODEL’ VERSTERKT RECHT OP
WONEN
• Keuze van MODEL versterkt recht op wonen is
bijgevolg:
• sterk ‘actorgericht’ met belangrijke rol lokale woonactoren
(cf Schotland)
• individueel recht wordt toegekend (garantie op prioritaire
behandeling) – cf. Frankrijk
• is gericht op monitoren en bemiddeling (minder
procedureel dan Frankrijk)
23
DEEL III: JURIDISCHE
VERANKERING VERSTERKT
RECHT OP WONEN
24
1. FUNDAMENTELE WIJZIGINGEN IN
BELEID EN WOONCODE
• Effectieve realisatie van het recht moet centraal staan
• Wooncode moet herwerkt worden naar meer
resultaatgericht beleid en het stelselmatig realiseren van
het gewaarborgd woonrecht
• De prioritaire aandacht voor woonbehoeftige huishoudens
moet omgebogen worden naar een prioritaire aanpak in
geval van schending menswaardig wonen
• In de beleidscyclus moeten stelselmatig de
‘overheidsverplichtingen’ worden nagegaan (bv. bij
wijziging of tot stand komen van regelgeving)
25
2. RATIFICATIE ART. 31 EUROPEES
HANDVEST
• Ratificatie artikel 31 Europees sociaal handvest
• Artikel stelt onder meer om op termijn thuis- en
dakloosheid te bannen
• Als bevestiging van de (morele) verplichting om sociaal
grondrecht te ondersteunen
• Parlementair initiatief aangewezen
26
DEEL IV: BESLUIT
27
NAAR EEN VERSTERKT RECHT OP
WONEN ?
• Vaststelling: beleid op basis van inspanningsverbintenis
is onvoldoende om structurele problemen bij de
effectieve realisatie van het recht op wonen bij specifieke
huishoudens te verhelpen
• Nood aan een beleid gericht op de effectieve realisatie
van het recht
• Stelselmatige verdere invulling geven aan het resultaat
gebonden beleid (uitbreiding van de parameters cf. Ethos)
• Denkoefening eerste stap in debat – optie voor lokale
verankering met woonrechtcommissaris in tweede lijn
28
OPROEP VLAAMSE WOONRAAD
• 20 jaar na het grondwettelijk verankeren van het recht op
wonen is het tijd voor fundamenteel debat over :
• (1) het recht op wonen en de invulling ervan
• (2) de uitgangpunten van het huidig beleid
• Een versterkt recht op wonen kan een oplossing bieden
voor de meest kwetsbare huishoudens
29
Dank voor uw aandacht
www.vlaamsewoonraad.be
[email protected]
Download