- Scholieren.com

advertisement
AK hoofdstuk 4 Klimaatveranderingen
4.1 India
A. Is klimaatverandering nieuw?
Klimaat = het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar
Klimaatverandering  verandering van het gemiddelde weer over een
bepaalde periode
900 tot 542 miljoen jaar geleden  strenge ijstijden
300 tot 250 miljoen jaar geleden  heel erg droog
145 miljoen jaar geleden  zeespiegel  200 meter hoger dan nu, ong.
60% van huidig landoppervlak onder water
B. Warm of koud?
Laatste 2,5 miljoen jaar bestaan uit ijstijden/glacialen afgewisseld door
warme tijden/interglacialen
Tijdens ijstijd  temperatuur op aarde lager dan tegenwoordig
In Antarctica en Groenland  ijskappen
Sinds 10000 jaar leven we in een warme tijd
Volgens deskundige  rede dat klimaat op aarde zo vaak veranderde  te maken met verschillende
factoren:
- Intensiteit zonnestraling
- Mate waarin zonlicht wordt teruggekaatst
- Ligging en verplaatsing van continenten
- Zeestromen
- Chemische samenstelling van atmosfeer
C. Blijft het warmer worden?
Klimaat veranderd  sinds 1850 stijgt temperatuur op aarde  dit noemen we global warming 
opwarming van de aarde
Gemiddeld  stijging  0,8 graden pin 150 jaar
Vroeger ontstonden veranderingen op natuurlijke wijze
Volgens onderzoekers  recente temperatuurstijging komt door de mens
Andere mensen zeggen  global warming door actievere zon
4.2 China
A. Wat doet de natuur?
De zon: grote invloeden op het klimaat  hoe actiever de zon, hoe warmer op aarde
Broeikasgassen: zonnestralen verwarmen aardoppervlak  deel warmte geeft aarde af aan atmosfeer 
hier komen van nature verschillende gassen voor  stikstof (78%) en zuurstof (20%)  dit heten
broeikasgassen
Broeikasgassen  gassen die warmte opnemen  laten zonnestraling wel door naar aardoppervlak,
maar houden warmte die aarde aangeeft vast
Vasthouden van warmte  broeikaseffect
Vulkanen: grote vulkaanuitbarstingen  enorme hoeveelheden stoffen en gassen vrij  kunnen enkele
jaren in atmosfeer blijven hangen
Vulkaanstof kaatst zonlicht terug  zonnestralen bereiken aardoppervlak niet  aarde koelt een beetje
af
B. Wat is de rol van de mens?
In afgelopen 150 jaar is hoeveelheid broeikassen sterk toegenomen
Sinds Industriële Revolutie gebruiken mensen steeds meer fossiele brandstoffen  bij verbranding
hiervan  broeikassen komen in atmosfeer terecht
Wereldbevolking gestegen  mensen gebruiken energie  komen meer broeikassen vrij  kunnen
meer warmte vasthouden  natuurlijke broeikaseffect wordt versterkt
Versterkt broeikaseffect leidt tot grotere opwarming van de aarde  meer uitstoot door verbranding
fossiele brandstoffen: bevolkingsgroei; meer auto’s fabrieken etc.
C. Wat is de invloed van ons grondgebruik?
Kappen van grote stukken (regen)wouden heeft invloed op broeikaseffect  bomen kunnen
broeikaseffect afzwakken, omdat ze CO2 uit de lucht opnemen, en omzetten in zuurstof  gekapt 
minder CO2 opgenomen
Verdwijnen van grote oppervlakten bos noemen we ontbossing
Ook landbouw versterkt broeikaseffect  voor productie van voedsel is veel energie nodig
Wereldvoedselorganisatie FAO  berekend dat uitstoot van broeikasgassen door vleesindustrie groter is
dan uitstoot voor vervoermiddelen
Begrippen:
Klimaatverandering:
De verandering van het gemiddelde weer over een bepaalde periode
Global warming:
de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde  de natuur, de mens en het grondgebruik
Broeikasgassen:
Gassen in de atmosfeer die de zonnestraling naar het aardoppervlak doorlaten, maar de afgegeven
warmte door de aarde vasthoudt
Broeikaseffect:
Het verschijnsel dat bepaalde gassen in de atmosfeer de uitgestraalde warmte van de aarde
vasthouden
Versterkt broeikaseffect:
Het verschijnsel dat door een toename van de hoeveelheid broeikasgassen het natuurlijke
broeikaseffect wordt versterkt
Ontbossing:
Het verdwijnen van grote oppervlakten bos
Download