Bron: 4.4 Het broeikaseffect 1 In deze bron kom je onder andere te weten dat er niet alleen een broeikaseffect is, maar dat er ook een versterkt broeikaseffect is. Bovendien leer je wat de gevolgen zijn van dit effect en hoe het ontstaat. Wat is het broeikaseffect? Wat is het versterkte broeikaseffect n hoe ontstaat het? Broeikasgassen. Wat zijn de gevolgen van het versterkte broeikaseffect? Hoe kunnen deze problemen worden opgelost? Wat is het broeikaseffect Het broeikaseffect is een natuurlijk proces dat er voor moet zorgen dat de aarde warm blijft, het is te vergelijken met een broeikas die wordt gebruikt voor tuinbouw, waarbij de buitenkant van de kas zo is samengesteld dat de zonnestralen in de kast worden vastgehouden om de planten te verwarmen. Bij de aarde zijn het stoffen in de dampkring die er voor zorgen dat de warmte wordt vastgehouden, deze stoffen worden broeikasgassen genoemd. Een paar voorbeelden van broeikasgassen zijn bijvoorbeeld koolstofdioxide (CO2), methaan(CH4), Cfk’s, stikstofdioxide (N2O) en ozon (O3). Het broeikaseffect werkt dus als volgt. Een zonnestraal valt de dampkring binnen en 'botst' met het aardoppervlak. De warmte van de straal wordt grotendeels door het oppervlak geabsorbeerd waardoor op een zomerdag het terras bijvoorbeeld heel warm kan zijn. Een klein deel van de straal wordt echter teruggekaatst, deze straal gaat door de dampkring terug naar de ruimte. Onderweg door de dampkring komt de straal echter de broeikasgassen tegen die ook weer een deel van de warmte absorberen, hierdoor wordt de aarde met een soort dekentje verwarmt, waardoor organismen (mensen, dieren en planten) kunnen leven. Broeikasgassen Het belangrijkste broeikasgas is koolstofdioxide (CO2). Het zou verantwoordelijk zijn voor 55 tot 60 % van het broeikaseffect. Het wordt voornamelijk geproduceerd bij de verbranding van fossiele brandstoffen, maar ook ontbossing is een belangrijke factor. De verbranding van fossiele brandstoffen zou op wereldschaal gezien voor 75 % verantwoordelijk zijn voor de CO2-emissies en de ontbossing voor 25 %. Het is zo dat bomen de eigenschap hebben om koolstofdioxide (CO2) om te zetten in zuurstof (O2), waardoor de hoeveelheid broeikasgas afneemt. Door het kappen van bossen neemt de hoeveelheid CO2 die wordt omgezet naar O2 af. Het tweede broeikasgas is methaangas (CH4). Het ontstaat via gaslekken, het rotten van afval en uit de verteringsgassen van dieren en mensen. Alhoewel een molecuul methaan een ongeveer 40 maal sterkere invloed heeft op het broeikaseffect dan een molecuul koolstofdioxide, is de verspreiding in de atmosfeer veel geringer. Het derde belangrijkste broeikasgas vormt de groep van de Cfk’s, de chloorfluorkoolwaterstoffen. Deze zijn beter bekend als ozongassen, die een gat in de ozonlaag "vreten". Maar ze veroorzaken ook een niet onbelangrijk broeikaseffect. Ze worden (of werden) voornamelijk gebruikt in koelkasten, spuitbussen en bij de productie van polystyreenschuim. Wat is het versterkte broeikaseffect en hoe ontstaat het? Zoals je inmiddels weet wordt het broeikaseffect veroorzaakt door broeikasgassen, deze gassen zijn in staat om de warmte in de atmosfeer te houden. Hoe meer broeikasgassen er zijn, hoe meer warmte er ook kan worden vastgehouden. De afgelopen decennia zijn er steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer gekomen, bijvoorbeeld door de uitstoot van koolstofdioxide (CO2). Niet alleen de stijging van de hoeveelheid broeikasgassen is een oorzaak van dit versterkte broeikaseffect, ook het kappen van grote stukken (regen)woud is indirect oorzaak. Sinds 1750 is de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer met maar liefst 30% toegenomen. Het versterkte broeikaseffect ontstaat dus door een toename van broeikasgassen. Deze toename wordt grotendeels veroorzaakt door industrialisatie. Door de toename van bijvoorbeeld uitlaatgassen van fabrieken en auto's worden er de laatste tijd steeds meer broeikasgassen uitgestoten. Wat zijn de gevolgen van het versterkte broeikaseffect? Veel wetenschappers voorspellen dat door het versterkte broeikaseffect de aarde steeds warmer wordt, dit heeft als gevolg dat de ijskappen op de noord- en zuidpool grotendeels smelten en dat het zeeniveau stijgt. Grote delen land zullen overstromen en er zal veel minder bewoonbaar land zijn, wat weer problemen geeft met overbevolking. Een ander mogelijk gevolg is de verandering van het klimaat, de gemiddelde temperatuur stijgt en er ontstaan daardoor steeds meer en grotere woestijnen. Hoever deze gevolgen gaan is niet duidelijk, wetenschappers zijn het niet met elkaar eens over de mate waarop de mens invloed heeft op de klimaatverandering en in hoeverre de gevolgen ook plaatshebben. Wel is duidelijk dat de aarde warmer wordt en dat de mens hier waarschijnlijk verantwoordelijk voor is. Hoe kunnen deze problemen worden opgelost? De oplossing van het probleem is helaas niet eenvoudig. Om te zorgen dat het versterkte broeikaseffect minder erg wordt moeten er aan de ene kant minder broeikasgassen worden uitgestoten. Dit kan door strenge regels voor fabrieken en door het ontwerpen en bouwen van bijvoorbeeld auto's die minder vervuilen. Aan de andere kant moet er worden gezorgd dat de grote wouden op aarde worden behouden en dat er nieuwe worden aangelegd, om de hoeveelheid broeikasgassen terug te dringen. De Verenigde Naties hebben daarom een verdrag gemaakt dat ook wel het verdrag van Kyoto wordt genoemd, in dit verdrag staan maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. Het volledige verdrag kun je vinden op de site van de Federale diensten leefmilieu in België Internetbron: http://mediatheek.thinkquest.nl/~ll091/energy_nl.html http://www.heat-world.nl/lezen/milieu/broeikaseffect.html Artikel uit De Volkskrant van 21 februari 2005. De ijskappen op Groenland en Antarctica smelten harder dan tot dusverre werd aangenomen. Volgens poolonderzoekers op een wetenschappelijk congres in Washington zal de zeespiegel de komende eeuw daardoor waarschijnlijk tientallen centimeters meer stijgen dan de 10 tot 90 centimeter die in het laatste klimaatrapport van de Verenigde Naties (uit 2001) werd voorspeld. Belangrijkste oorzaak is het verzwakken van ijsplaten voor de kust van Antarctica en Groenland. Die liggen voor de monding van de gletsjers die van het vaste land komen en houden als een kurk de sneeuwstromen tegen die van het vaste land komen. Doordat sommige van die platen enkele meters per jaar dunner worden, of zelfs in stukken zijn gebroken, stromen de gletsjers steeds sneller in zee. Zo is de glijsnelheid van de Jakobshavngletsjer op Groenland tussen 1990 en 2002 verdubbeld, aldus onderzoeker Richard Alley van de Penn State University in Pennnsylvania. De gletsjers op het Antarctische schiereiland, ten zuiden van Argentinië, stromen zelfs drie tot vier keer zo snel, sinds in 2002 een grote ijsplaat voor de kust verkruimelde. De afgelopen zestig jaar is de gemiddelde temperatuur in dit gebied met ruim vier graden gestegen. De sneeuwstroomversnellingen worden niet gecompenseerd door een toename van de sneeuwval. In het laatste IPCC-klimaatrapport van de Verenigde Naties gingen klimaatonderzoekers er nog vanuit dat het door de opwarming van de aarde vaker zou gaan sneeuwen in de poolgebieden. De in zee stromende sneeuw kan leiden tot een zeespiegelstijging van vijf meter. De Engelse onderzoeker David Vaughan, net terug van Antarctica, ziet dat de komende eeuwen niet gebeuren. ‘Maar tientallen centimeters extra zeespiegelstijging deze eeuw zijn al genoeg reden tot zorg.’