Iris Roose & Reinhilde Pulinx – Onderzoekers Piet Van Avermaet – Promotor Steunpunt Diversiteit & Leren, Universiteit Gent In opdracht van de Koning Boudewijnstichting en de Vlaamse Overheid Probleemstelling • Kleuterleraren: • Focus op problemen van kinderen in armoede (ontwikkelingsmoeilijkheden, taalachterstand, integratieproblemen, …) • Deficitdenken • Lerarenopleidingen kleuteronderwijs: • ‘Omgaan met armoede’ in de periferie van het curriculum: • • • • Optionele stage Module Projectweek … • MAAR: • Armoede is een realiteit in élke setting • Nood aan een versterking van de competenties inzake omgaan met armoede & ongelijkheid • Nood aan een verankering van deze competenties in het integrale professionele handelen 2 Doelstellingen van het onderzoek • Ontwikkeling van een set aan competenties voor omgaan met kinderarmoede en sociaal-culturele ongelijkheid in het kleuteronderwijs • Verbeterd inzicht in de wijze waarop lerarenopleidingen toekomstige kleuterleraren optimaal kunnen toerusten in het omgaan met kinderarmoede en sociaal-culturele ongelijkheid • Aanbevelingen voor de Vlaamse overheid om competenties inzake omgaan met kinderarmoede en sociaal-culturele ongelijkheid een plaats te geven in de kern van het curriculum 3 Methodologie • TOP-DOWN • Studie van wetenschappelijke literatuur, onderzoeksrapporten en beleidsdocumenten over kinderarmoede, onderwijs en de raakvlakken tussen beide • Studie van bestaande competentiekaders m.b.t. omgaan met diversiteit, omgaan met kansarmoede en kwaliteitsvol kleuteronderwijs • Visie • Set aan competenties • Aanbevelingen voor lerarenopleidingen en de Vlaamse overheid • BOTTOM-UP • Bevindingen aftoetsen bij diverse actoren uit de praktijk • Intervisies & open interviews met: • • Actoren uit kleuterscholen in grootstedelijke diverse schoolcontexten, lerarenopleiders, vertegenwoordigers van de onderwijskoepels, vertegenwoordigers van armen en (wetenschappelijke) experten in het domein van lerarenopleidingen, onderwijs en jonge kinderen Herwerking van de visie, het competentieprofiel en de aanbevelingen die vervolgens werden afgetoetst in nieuwe reeks bevragingen • Opvolging van & wisselwerking met twee praktijkgerichte projecten: • • ‘Hoe omgaan met kinderarmoede op school – Leerkrachten in het Vlaamse kleuteronderwijs helpen om meer steun te verlenen aan kansarme kinderen’ van de KBS, met ondersteuning van het Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs (CEGO) Innovatieproject ‘De kloof een beetje dichten…sociale emancipatie via schoolleven’, gefinancierd door het innovatiefonds voor lerarenopleidingen en uitgevoerd door KdG, Arteveldehogeschool en HUB 4 Welke competenties zijn nodig voor het omgaan met kinderarmoede in kleuteronderwijs? Armoede zien en diversiteit positief benaderen Werken aan kwaliteitsvolle interacties • • • • • Kinderen begeleiden tot kwaliteitsvolle interacties Diversiteit integreren in het totale ontwikkelingsproces • • • • • Maatschappelijke verantwoordelijkheid zien en ernaar handelen • • • Kinderen leren omgaan met verschillen Omgaan-met-diversiteit voorleven Via inclusief onderwijs Diversiteit optimaal benutten in de klas Omgaan met meertaligheid Op basis van kritische reflectie Stappen zetten naar meer gelijke kansen De school verbreden Kritische reflectie • Armoede (h)erkennen Het eigen perspectief verbreden Diversiteit positief benaderen Vanuit flexibiliteit, dialoog & samenwerking en leren-van-elkaar Interacties met kinderen: een warme en veilige hechting als basis voor leren Interacties met ouders: vanuit een gedeeld partnerschap 5 Implicaties voor de lerarenopleidingen kleuteronderwijs Er is nood aan: • Een visie: • • Die de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de lerarenopleiding centraal stelt Die omgaan met diversiteit en soc.-cult. ongelijkheid een plaats geeft in de kern van het curriculum • Een opleidingsdidactiek • • • Die de praktijk als uitgangspunt neemt Die de kloof tussen theorie en praktijk overbrugt via (kritische) reflectie & mini-onderzoeks-cycli tussen praktijk en theorie Die omgaan met diversiteit een plaats geeft in de kern van de stage • Een duidelijke plaats voor competenties inzake omgaan met diversiteit bij instroom, doorstroom en uitstroom • Lerarenopleiders die congruent opleiden • Aandacht voor diversiteit onder de studentenpopulatie • • Door gelijke onderwijskansen voor kansengroepen in de lerarenopleiding te bieden Door sterke studenten uit te dagen 6 Implicaties voor het onderwijsbeleid Formulering van aanbevelingen die inhaken op het EVALO-rapport & aansluiten bij 5 van de 6 werkgroepen die naar aanleiding hiervan werden opgesteld door het Departement Onderwijs: • Instroom • • • • Inhouden van de opleiding & uitstroom • • Professionele leergemeenschappen tussen scholen & lerarenopleidingen Criteria om kwaliteitsvolle stagescholen te onderscheiden inzake omgaan met diversiteit en soc.-cult. ongelijkheid Professionele erkenning van de rol van mentoren en professionaliseringsmogelijkheden voor mentoren (+ lerarenopleidingen nemen hierin een verantwoordelijkheid op) Aanvangsbegeleiding • • • • Competenties inzake omgaan met diversiteit en soc.-cult. ongelijkheid in de kern van het curriculum (en dus ook van de evaluatie!) Stages • • • • Aanvangsdiagnostiek: breed palet aan competenties in kaart brengen, waarvan ook diversiteitscompetenties deel uitmaken Via coaching & differentiatie een gerichte begeleiding opzetten De effecten van de aanvangsdiagnostiek monitoren Ontwikkeling van meer uitdagende competenties niet verschuiven naar periode van aanvangsbegeleiding. Elke competentie dient opgevat te worden als een continuüm waarvan de fundering wordt gelegd in de lerarenopleiding Blijvende verantwoordelijkheid van de lerarenopleidingen (bv. coaching on the job of duale leerroutes) Ondersteuning van leraren krijgt ook na de periode van aanvangsbegeleiding een structurele inbedding De lerarenopleiders • • Competenties inzake omgaan met diversiteit en soc.-cult. ongelijkheid krijgen zowel een plaats op het niveau van de individuele opleiders, als op het niveau van de lerarenopleiding Congruent opleiden als kwaliteitskenmerk 7