Professionaliseringstaak 6

advertisement
Professionaliseringstaak 6
Omgaan met verschillen
Naam: A.S. Suierveld
Opleiding: leraar gezondheidszorg en welzijn
Studentennummer: 195197
Jaar van aankomst: 2010
Docent: Jet van Eldik
Studieloopbaanbegeleider: Diny Klink
Datum van inleveren:
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Introductie
Hoe ga je in de les om met verschillen in tempo en niveau? En hoe kom je tegemoet aan
verschillende interesses en manieren van leren? In deze p-taak ga ik op zoek naar middelen om te
kunnen differentiëren. Middelen die ik kan verantwoorden én kan toepassen.
Differentiatie is een actueel onderwerp binnen de huidige onderwijsontwikkeling. Er zijn
verschillende definities voor differentiatie in de literatuur te vinden (Bosker, 2005). Om verwarring te
voorkomen hanteer ik in deze professionaliseringstaak de onderstaande definitie van de Koning.
“Differentiatie is het doen ontstaan van verschillen tussen delen (bijvoorbeeld scholen, afdelingen,
klassen, subgroepen en individuele leerlingen) van een onderwijssysteem (bijvoorbeeld nationaal
schoolwezen, scholengemeenschap, afdeling, klas) ten aanzien van een of meerdere aspecten
(bijvoorbeeld doelstellingen, deeltijd, instructiemethode)
In de onderwijsmond: Differentiatie: “het bewust aanbrengen van verschillen in instructie of lesstof
binnen een heterogene groep leerlingen op basis van hun prestaties” differentiëren binnen het activerende
directe instructiemodel
In deze professionaliseringstaak heb ik lesmateriaal ontwikkeld waarin vormen van differentiatie
naar voren komen. In dit document is schriftelijk het proces naar het product vastgelegd.
2
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Inhoud
Introductie ............................................................................................................................................... 2
Leerdoelen............................................................................................................................................... 4
Competenties .......................................................................................................................................... 4
Oriëntatiefase .......................................................................................................................................... 5
Differentiatie op macro, meso en micro niveau ................................................................................. 5
Analyse differentiatie stageschool op macro, meso en micro niveau ................................................ 6
Ontwerpfase .......................................................................................................................................... 10
Acht ideeën om te kunnen differentiëren in mijn lessen.................................................................. 10
Uitvoeringsfase ...................................................................................................................................... 13
De vijf toegepaste ideeën.................................................................................................................. 13
Evaluatiefase ......................................................................................................................................... 15
Evaluatie en reflectie ......................................................................................................................... 15
Visie ................................................................................................................................................... 16
Bronnen ................................................................................................................................................. 17
Bijlage 1: Les 1 ....................................................................................................................................... 18
Bijlage 2: Les 2 ....................................................................................................................................... 19
Beoordeling ........................................................................................................................................... 20
3
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Leerdoelen






De student kan praktijkvoorbeelden geven van veelvoorkomende theoretische begrippen m.b.t.
differentiatie (begrippenlijst).
De student is in staat om in eigen woorden aan te geven wat het belang van differentiatie en
weet dit te onderbouwen met inzichten uit (recent) onderzoek.
De student is in staat om een analyse te maken van de mate waarin er op de eigen (stage) school
en in zijn eigen lessen succesvol gedifferentieerd wordt.
De student kan voor de (eigen) lespraktijk ideeën aangeven om (nog) beter te kunnen
differentiëren in de les. De student maakt hierbij onder andere gebruik van diverse vormen van
instructie en klassenmanagement.
De student is in staat om ideeën om te differentiëren toe te passen in eigen lessen.
De student laat zien dat hij in staat is om te reflecteren op de manieren van differentiëren die
gebruikt worden op school en in zijn eigen lespraktijk.
Persoonlijke doelen:
Ik maak gebruik van feedback van leerlingen en collega’s om mezelf als docent te ontwikkelen
Ik kan bij het ontwerpen van mijn onderwijs rekening houden met verschillen tussen leerlingen.
Competenties
2. Pedagogisch competent
2.1a Ik heb een beeld van de leef- en belevingswereld van 12-18 jarigen
2.2a Ik stem mijn taalgebruik en omgangsvormen af op mijn leerlingen
2.2c Ik herken en houd rekening met verschillen tussen leerlingen
3 Vakinhoudelijk en (vak)didactisch competent
3.2c Ik laat zien dat ik bij het ontwerpen en uitvoeren van mijn onderwijs rekening houd met
verschillen tussen de leerlingen
4 Organisatorisch competent
4.2b Ik organiseer de praktische kant van mijn onderwijs (leermiddelen, ICT, inrichting lokaal etc.)
effectief en efficiënt
4.3a Ik houd voor mijn onderwijs een lange termijnplanning aan die bij de leerlingen bekend is en
waar zij hun eigen planning op kunnen afstemmen
5 Competent in het samenwerken met collega’s
5.3a Ik werk met collega’s samen aan de ontwikkeling en verbetering van mijn school
7 Competent in reflectie en ontwikkeling
7.3a Ik stem mijn professionele ontwikkeling af op ontwikkelingen in de school
7.3bIk kan wat ik als docent doe en wil verantwoorden vanuit een goed doordachte visie op het
beroep en mijn taken in de uitoefening daarvan
4
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Oriëntatiefase
Differentiatie op macro, meso en micro niveau
Differentiatie kun je onderscheiden in interne en externe differentiatie. Deze termen kunnen
worden onderverdeeld in verschillende differentiatie niveaus. Het macro, meso en micro niveau.
Interne differentiatie is differentiatie binnen de klas genomen. Dit noemt men differentiëren op
microniveau. Naast interne differentiatie is er nog de externe differentiatie. Dit is differentiëren
buiten de klas. Externe differentiatie kan gestalte krijgen zowel op meso als op macro niveau. Dit
betekent op mesoniveau, differentiatie buiten de klas maar binnen de school. Op macroniveau gaat
het om het grote geheel. Differentiëren op macroniveau is het schoolsysteem, oftewel op
institutioneel niveau.
Hier onder beschrijf ik iets specifieker en puntsgewijs de inhouden van de differentiatie niveaus.
 Macroniveau
Differentiatie op macroniveau wordt ook wel differentiatie op institutioneel niveau genoemd
en valt onder externe differentiatie. Hiermee wordt bedoeld, de organisatie van het
schoolsysteem in een school. Dit kan bijvoorbeeld zijn differentiatie op levensbeschouwing of
op pedagogische achtergronden als Montessori. Maar ook het homogeniseren van leerlingen
op bepaalde kenmerken is een vorm van institutionele differentiatie. Bijvoorbeeld op
interesses of capaciteiten.
 Mesoniveau
Differentiatie op mesoniveau is differentiatie in de vorm van algemene afspraken binnen een
school als geheel. Ook het mesoniveau valt onder externe differentiatie. Er wordt ook wel
gezegd; “het is differentiatie buiten de klas maar binnen de school”. (G. Battjes)De school
heeft afspraken gemaakt om zo, zo goed mogelijk de verschillen tussen leerlingen op te
kunnen vangen/ tegemoet te kunnen komen. Een voorbeeld van differentiatie op
mesoniveau is bijvoorbeeld werken met niveaugroepen voor lezen op het primair onderwijs,
in het secundair onderwijs bijvoorbeeld homogene niveauklassen op schoolniveau.
Deze niveauklassen (groeperingsvorm) op schoolniveau worden ook wel streaming genoemd.
Streaming betekent klassen samenstellen uit leerlingen die ongeveer dezelfde leerprestaties
hebben. Vormen van streaming kom je veel tegen in het secundaire onderwijs.
Tegen over streaming staat setting. Dit komt zowel in het primaire als in het secundaire
onderwijs voor. Setting betekent dat leerlingen samengebracht worden die ongeveer gelijke
leerprestaties hebben voor een bepaald vak. Dit sluit aan bij het voorbeeld van het
leesgroepje op niveau.
 Microniveau
Differentiatie op micro niveau valt onder interne differentiatie. Dit is differentiëren op
klasniveau. Als docent de verschillen tussen leerlingen herkennen, verklaren en passend
benaderen. Of terwijl; passend onderwijs/ les op maat. Bijvoorbeeld op tempo of
beheersingsvorm differentiëren.
5
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Analyse differentiatie stageschool op macro, meso en micro niveau
Hierboven staat op algemeen niveau beschreven wat de differentiatieniveaus inhouden en hoe het
differentiatiemodel binnen het onderwijs in elkaar zit. Deze vormen van differentiatie vind ik ook
terug bij mij op de stageschool. Hieronder staat per niveau beschreven hoe er invulling wordt
gegeven aan de vormen van differentiatie op mijn stageschool. Aan de hand van de
schoolgids/studiegids, observaties en collega’s ben ik op onderzoek uit gegaan naar de invulling van
differentiatie op de verschillende niveaus op het Friesland College in Leeuwarden. Om differentiatie
op micro niveau helder in beeld te krijgen ben ik samen met collega’s in gesprek gegaan a.d.h.v. de
vragenlijst. Ook ben ik bij mezelf te rade gegaan hoe ik differentieer in mijn lessen en in hoeverre ik
dit terug zie in de praktijk van mijn lessen.
Macroniveau, Institutioneel niveau
 Competentiegericht onderwijs
Competentiegericht leren of competentiegericht onderwijs is gericht op het
bijbrengen van competenties die aansluiten bij de beroepspraktijk. Competentie
gericht onderwijs is vooral geschikt voor volwasseneneducatie en beroepsonderwijs.
 Praktijk gestuurd onderwijs
De focus ligt bij de beroepspraktijk. Door middel van stages ervaringsleren.
 BOL
dagonderwijs in de beroepsopleidende leerweg (afgekort: bol)
Doet een cursist een bol-opleiding, dan gaat hij/zij naar school. Vanuit school doet de
cursist praktijkervaring op. Bijvoorbeeld tijdens stages, in leerbedrijven op school of
door het werken aan prestaties. 1
 BBL
werkt en leert in de beroepsbegeleidende leerweg (afgekort: bbl) Doet de cursist een
bbl-opleiding, dan heeft hij/zij een betaalde baan bij een erkend leerbedrijf. Meestal
gaat de cursist één dag per week naar school.
 Volwassenen groepen (20+)
 Jongeren groepen
1
http://www.frieslandcollege.nl/bol-of-bbl-3.html
6
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Mesoniveau, school niveau
 Niveau 1 t/m 4,
1-2-3-4
Op het Friesland College kun je een mbo-opleiding volgen op niveau 1 tot en met 4.
Opleidingen van verschillend niveau in hetzelfde vakgebied sluiten goed op elkaar aan.
Welk niveau bij de cursist past? Dat hangt meestal af van de vooropleiding. Maar de ervaring
en wat de cursist wil, spelen daarbij ook een rol. Van niv. 1 kun je doorstromen naar 2, van 2
naar 3 en van 3 naar 4. Met een niveau 4 diploma kan een cursist doorstromen naar het
HBO. 2
 X- stream
Onder de noemer X-Stream kan een cursist bij elke niveau 3 - 4 opleiding die hij/zij volgt op
het Friesland College, deelnemen aan diverse leertrajecten.
Leertrajecten, die bestaan uit 9 bijeenkomsten, van elk 3 uur
Leertrajecten, die je uitdagen en jou sterker maken!
Leertrajecten, die je helpen om helder uit te leggen waar je staat en wat je wil.
Leertrajecten, die jou nog beter voorbereiden op je toekomst.
Leertrajecten, waarbij je alles uit jezelf haalt. 3
 Talencentrum
Bij het Friesland College is het Talencentrum dé plek om je vreemde talen te leren. Je kunt
hier terecht voor Spaans, Duits, Engels en Frans. Door middel van onder andere workshops,
het maken van opdrachten en individuele gesprekken met native speakers, maakt de cursist
zich de taal eigen die hij/zij voor een toekomstig beroep nodig hebt.
2
3
http://www.frieslandcollege.nl/mbo-niveau-1-t/m-4-1.html
http://www.frieslandcollege.nl/x-stream-2.html
7
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Microniveau , klas niveau
 Tempodifferentiatie
Aparte opdrachten voor snelle leerlingen. Bijvoorbeeld oefen software etc.
 Beheersingsvorm differentiatie
Differentiëren in doelen. Bijvoorbeeld productief en reproductief. Maar ook affectief,
motorisch, cognitief en sociaal.
 Differentiatie op zelfstandig leren
Differentiëren in zelfstandig werken bijvoorbeeld. Gericht op verantwoordelijk zelfstandig
leren.
 Differentiatie op individueel niveau
Rekening houden met persoonlijke verschillen- behoeften tussen leerlingen/cursisten.
Bijvoorbeeld in gedrags en/of leerproblemen.
 Differentiatie op groepsniveau
Dit is differentiatie in de vorm van bijvoorbeeld leerprestaties. Differentiatie in lezen
bijvoorbeeld. Alle ‘sterke’ lezers bij elkaar of juist kiezen voor een mengeling tussen ‘sterke’
en ‘ zwakke’ lezers.
 Differentiatie in instructie
Verschillende instructievormen toepassen in je les. Bijvoorbeeld verlengde instructie geven.
 Differentiatie in lesstof
Differentiëren lesstof kun je doen in de vorm van passende lesstof aanbieden. Bijvoorbeeld
heel theoretisch gericht of meer praktijkgericht.
 Differentiatie in leerstof
Hierin kun je differentiëren op moeilijkheidsgraad, hoeveelheid, vorm etc.
Hierin kun je differentiëren aan de hand van de translatieregels.
 Differentiatie in inrichting
Bijvoorbeeld de opstelling en de leeromgeving. Verschillende soorten inrichtingen nodigen
uit tot verschillende vormen van onderwijs. Neem bijvoorbeeld de bus opstelling. Deze
straalt bijvoorbeeld uit dat er een docentgestuurde cultuur heerst.
 Differentiatie in werkvormen
Door middel van werkvormen kan er op verschillende manieren leerstof/lesstof overgebracht
worden op leerlingen/cursisten.
 Differentiatie in leermiddelen
Denk hierbij aan ict gebruik etc.
 Differentiatie in toetsvormen
Differentiëren door middel van toetsvormen kun je doen door een passende evaluatievorm
bij het vak te kiezen. Bijvoorbeeld een theoretische toets, een presentatie of een werkstuk.
 Differentiatie in keuzevrijheid
Leerlingen/cursisten zelf laten kiezen hoe ze een opdracht willen maken bijvoorbeeld. Of
leerlingen/cursisten laten kiezen uit een verschillend scala aan opdrachten. Waarin wel
dezelfde basisstof verwerkt zit bijvoorbeeld.
8
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
De differentiatie vormen op de stageschool passen bij een MBO school in dit geval het Friesland
college. De differentiatie op de verschillende niveaus zorgen voor één geheel tijdens de school
loopbaan. Er is altijd een passende loopbaan voor de cursist te vinden. Dit omdat er gedifferentieerd
wordt op leeftijd, loopbaan en tempo bijvoorbeeld. Ben je volwassen en werk je al? Dan kun je via de
3 niveaus een passende loopbaan doorlopen. Bijv. een BBL traject in de volwassenengroep, op een
passend niveau op een eigen tempo. Bijvoorbeeld een versneld traject? Keuzevrijheid maakt dat de
differentiatie zowel op macro, meso en micro niveau de cursist als de school elkaar tegemoet komen
in (leer)vraag en aanbod.
Concreet genomen
Samenhang: De leerlijn kan onderwerpen thematisch ordenen om onderdelen van vakken te
integreren en samenhang tussen vakken te stimuleren
Continuïteit: De leerlijn kan over verschillende leerjaren heen leiden tot een internationaal
document, het diploma
Organisatorisch: De leerlijn kan op basis van een rooster leerlijnen organiseren om onderwerpen te
laten aansluiten op stage, externe projecten of werk.
Niveaudifferentiatie: De leerlijn kan differentiëren op niveau van de leerling. Op basis van de
differentiatie kan de leerlijn zo ingericht worden dat hij aansluit bij de interesses en het niveau van
de leerling.
De achterliggende gedachte van de drie niveaus op mijn stageschool vind ik nog het meest
bijzonder. Ik vind het een heel mooi systeem. De drie niveaus zorgen voor samenhang, continuïteit
en een goede organisatorische leerlijn met niveau en tempo differentiatie.
9
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Ontwerpfase
Acht ideeën om te kunnen differentiëren in mijn lessen.
Op macro en meso differentiatie ga ik bij het ontwerpen van mijn lessen nauwelijks in. Om goed te
kunnen leren differentiëren ga ik in deze p taak in, op het differentiëren op micro niveau. Het micro
niveau staat dichter bij mij als docent. Op klas niveau kan ik het meeste ‘experimenteren’ met
differentiatie doelen.
Voordat ik aan deze p taak begon, moet ik eerlijk zeggen dat ik het een lastig onderwerp vond.
Differentiëren kan op zoveel manieren?! Ik heb de differentiatie op micro niveau geobserveerd bij
collega’s. Toen ik bewust ging letten op differentiatie toepassingen van hen kwam ik er pas achter
dat er bij elke cursist wel een vorm van differentiatie aan te pas komt. Op hoe de cursist gemotiveerd
wordt tot hoe de cursist op pedagogisch gebied ondersteund wordt tijdens zijn/haar loopbaan.
Differentiatie wordt zowel formeel als informeel ingezet. Met informele differentiatie bedoel ik
‘geïmproviseerde differentiatie’. Rekening houden met verschillen tussen cursisten zonder plan.
Ik ben tijdens de observatie veel ideeën om beter te kunnen differentiëren tegen gekomen. In mijn
lessen kijk ik soms nog niet echt verder dan beheersingsvorm differentiatie en/of tempo
differentiatie. Ook ik pas vaker informele differentiatie toe dan formele. Daarom wil ik me nu
bewuster van het inzetten van differentiatie worden. In mijn lessen wil ik nu verder kijken en het
doel achter de differentiatie in beeld brengen. Op deze manier kan ik beter analyseren wat het effect
is geweest van de differentiatie.
Ideeën om te differentiëren in mijn lessen:
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
Differentiatie in leerstof
Beheersingsvorm differentiatie
Differentiatie in toetsvorm
Differentiatie in inrichting
Tempodifferentiatie
Differentiatie in keuzevrijheid
Differentiëren op instructie
Differentiatie op individueel niveau
10
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Doelen achter deze differentiatie ideeën:
1) Differentiatie in leerstof
Gewenst doel: Het inhoudsaspect van de leerdoelen vormgeven.
Doormiddel van leerstof keuze heb ik invloed op de wijze waarop een leerdoel wordt
behaalt. Bijvoorbeeld op de ordeningsvorm van de leerstof. De wijze van leerstof ordening
(cursorisch, concentrisch, thematisch en/of probleem gestuurd) bepaald welke gedrag een
cursist moet laten zien om het leerdoel te kunnen behalen. De wijze van differentiatie in
leerstof bepaalt de mate van de beheersingsvorm. Cognitief, affectief, sociaal en/of
motorisch. Daarnaast zijn er verschillende didactische volgordes voor de opbouw van
leerstof. 4 Deze zijn in de praktijk bekend als; van eenvoudig naar ingewikkeld- bekend naar
onbekend- globaal naar detail- heden tot verleden. Etc. (dit zijn voorbeelden van een
onafhankelijke didactische opbouw)
2) Beheersingsvorm differentiatie
Gewenste doel: Beheersingsvorm van leerstof inhoud geven
De beheersingsvorm geeft aan in welke vorm de cursist leerstof moet ‘beheersen’. Als
docent kan ik hierop differentiëren door een verschil te maken in beheersingsvorm van een
leerdoel. Bijv. een reproductief leerdoel of juist een productief. Of zelfs nog een cognitiefproductief- affectief leerdoel.
3) Differentiatie in toetsvorm
Gewenste doel: Meten intelligentie op basis van verschillende beheersingsvormen
In mijn lessen hanteer ik een bijvoorbeeld een aftekenlijst. Er staan 5 opdrachten op.
Daarvan moeten ze er 3 maken. Als slotopdracht moeten ze een spreekbeurt gaan geven of
een schriftelijke toets maken . Onderwerp spreekbeurt is eigen keuze wel één van de vijf
onderwerpen van de opdrachten op de aftekenlijst. Toets gaat over de 5 onderwerpen maar
met bonus vragen. Als ze bijv. opdracht twee gemaakt hebben en opdracht drie niet. Kunnen
ze ervoor kiezen de bonusvragen bij opdracht twee te maken en kunnen ze meer punten
verdienen. Dit is een voorbeeld van toetsvorm differentiatie die ik hanteer in mijn lessen.
Intelligentie op verschillende manieren is te meten. Daarom is het ook wijs om verschillende
middelen in te zetten om een volledig beeld van een cursist te krijgen.
4) Differentiatie in inrichting
Gewenste doel:Inzichtelijk maken hoe er geleerd wordt
Inrichting zegt iets over de manier van leren op een school. 5 in de praktijk is dit ook zichtbaar
bij mij op de stageschool. Veel open ruimtes en lokalen zonder dichten muren. De school wil
een transparant leerklimaat uitstralen. Maar ook in de klas is de opstelling van belang. De
verschillende opstellingen geven weer wat er geleerd word in een les. Bijvoorbeeld is er
sprake van een bus opstelling? De docent staat centraal. Maar bij een eilandvorm?
Samenwerkend leren staat centraal. Heel belangrijk dus, die opstelling. Als je samenwerkend
leren wil actieveren in de busopstelling zal dat zeer moeizaam gaan. Belangrijk is dat ik me
hier als docent van bewust ben.
4
5
Lesgeven en zelfstandig leren, h 7, leerdoelen en leerstof
R 63 inrichting lesruimte, verzet de meubels eens
11
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
5) Tempodifferentiatie
Gewenste doel:Differentiatie vorm geven in homogene groepen
Uit onderzoek blijkt dat tempodifferentiatie twee kanten kent. De effectieve en de nieteffectieve kant. 6 Tempodifferentiatie in een homogene groep binnen geïndividualiseerd
onderwijs is niet effectief gebleken. De ‘snelle’ leerling gaat snel door de leerstof heen en de
‘zwakke’ langzaam. De ‘zwakke’ raakt achterop en de ‘snelle’ raakt op den duur verveelt
omdat hij snel door de leerstof heen gaan.
Dit is niet effectief gebleken. Wel effectief is tempodifferentiatie op convergent gebied. Denk
aan het BHV model. Werken met basisstof, herhalingsstof en verdiepingsstof. Dit model is
erop gericht alle cursisten de basisvaardigheden te laten bereiken op hun eigen tempo.
6) Differentiatie in keuzevrijheid
Gewenste doel:Differentiëren in het zelfstandig leren van de cursist
Om de zelfstandigheid van de cursist te stimuleren krijgt hij ‘keuzes’ voorgeschoteld binnen
het onderwijs. Dit kan heel groots zijn maar ook op kleinschalig niveau moet de cursist
keuzes leren maken. In bijvoorbeeld de aftekenlijst die ik hanteer, in deze lessen zit
keuzevrijheid. Ze mogen zelf de opdrachten kiezen. Ze kiezen hier bijvoorbeeld voor omdat
het onderwerp ze interesseert of omdat ze meer willen weten over een bepaald onderwerp.
Het zelfstandig worden in keuzes maken geeft een cursist ook weer zelfvertrouwen. In alle
opdrachten zit de basisstof verwerkt. Dit is het mooie van differentiëren in keuzevrijheid.
Elke cursist wordt via een andere route bereikt maar pikt toch de basisstof op.
7) Differentiatie op instructie
Gewenste doel:Instructietijd aanpassen op individueel niveau voor het beste resultaat
Leer en instructietijd zijn erg belangrijk. Ik kan er als docent meer tijd in steken. Ik merk ook
dat dit een ‘groter’ probleem is in het onderwijs. Het doel is dan ook; risicoleerlingen meer
instructietijd geven. Zodat ze naar een hoger niveau gebracht kunnen worden. Ik heb
hiermee te maken in een homogene groepering. Ik merk dat ik tegemoet kom aan een aantal
unieke behoeften van verschillende cursisten maar lang niet allemaal.
8) Differentiatie op individueel niveau
Gewenste doel: Bewust omgaan met verschillen in aanleg en achtergrond van de individuele
leerling en zo passend onderwijs bieden
In een homogene groep differentiëren op individueel niveau is haalbaar. Maar in hoeverre is
het effectief? Ik maak gebruik van convergente differentiatie. Eerst een groepsinstructie,
vervolgens een verlengde instructie voor de cursisten met unieke behoeften. Zo heb ik een
cursist met PDD-NOS. Hem geef ik meestal een verlengde instructie om hem een kader te
bieden van de opdracht bijvoorbeeld.
6
R6 Vernooij: Omgaan met verschillen, wat werkt?
12
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Uitvoeringsfase
De vijf toegepaste ideeën
In de twee achtereen volgende lessen heb ik vijf ideeën op het gebied van differentiatie toegepast. In
bijlage 1 en 2 kunt u de lessen vinden.
Ik zal even kort toelichten over welke lessen het gaat en wat de begin situatie is: Het gaat om twee
lessen LLB (Leren loopbaan en burgerschap). Ik geef deze lessen gedurende tien weken. Ik heb
volledige vrijheid bij het ontwerpen van de lessen en ook bij de toetsing. Wel is er een boekje,
kerntaak 5, dat als leidraad geldt voor de lessen. Hierin staan de opdrachten beschreven. Welk
onderwerp ik het eerste of laatste behandel maakt in principe niet uit. Het is een eerste jaars groep
van de opleiding facilitaire dienstverlening niveau 2. Mijn lessen zien er steeds hetzelfde uit. Inleiding
die vrij docent gestuurd en klassikaal is. Vervolgens, in de kern van de les, gaan de cursisten
zelfstandig aan opdrachten werken. De afsluiting is verder weer docent gestuurd.
In de lessen heb ik ervoor gekozen om te differentiëren op de volgende ideeën:





Differentiatie op individueel niveau
Differentiatie op instructie
Differentiatie in keuzevrijheid
Differentiatie in inrichting
Beheersingsvorm differentiatie
Ik heb gekozen voor deze ideeën omdat ik van mening ben dat deze het meest haalbaar zijn maar
ook het meest effectief in mijn lessen met deze groep. Instructiedifferentiatie bijvoorbeeld kan heel
effectief zijn in mijn les. Ik heb één cursist die extra instructie nodig heeft omdat hij zich moeilijk kan
concentreren. Door middel van gelaagde instructie kan de rest van de klas aan de slag gaan met de
opdracht en kan ik hem wel instructie geven. Zo kan ik voldoen aan zijn behoefte en leerstijl. Maar
tegelijk kom ik ook tegemoet aan de cursisten die wel al aan de slag kunnen. Zij hoeven niet extra
lang naar de instructie te luisteren. De werkwijze is eigenlijk als volgt: (hoe ik hem hanteer in de
lessen) De cursisten mogen gelijk aan de slag gaan met zelfstandig werken of ze luisteren naar mijn
instructie bij de opdrachten.
Ik hanteer deze vorm van instructie omdat ik het belangrijk vind dat de cursisten leren zelfstandig te
werken. Het komt ook wel voor dat cursisten de eerste twee lessen mee doen met de instructie en
verdere lessen gelijk aan de slag gaan. Zo heb ik toch al enige zelfstandigheid bereikt. Ik hoop dat dit
effect blijvend is.
Tijdens het zelfstandig werken wil ik wel dat er een soort routine in zit. Zodat de cursist weet waar hij
aan toe is tijdens het zelfstandig werken en om hen te leren wanneer ze precies zelfstandig moeten
werken. Daarom hanteer ik een ronden schema in mijn les. Naast deze looprondes door mij als
docent is er een mogelijkheid tot vragen stellen. Dit eerst aan buurman/buurvrouw. Daarna aan de
hele groep (heb meestal maar acht cursisten) als de cursist er dan nog niet uit komt dan aan de
docent.
13
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Deze werkwijzen zorgen voor een goed klassenmanagement in mijn lessen. De cursisten weten
wanneer zijn vragen mogen stellen en wanneer ik langskom om een vraag te beantwoorden.
Ik heb bewust voor zelfstandig werken gekozen omdat de leerlingen in het maken van de opdrachten
zelf de keuze hebben, welke opdracht ze maken. Zo kiezen ze op grond van interesse bijvoorbeeld.
Op deze manier probeer ik beter bij de cursisten aan te sluiten zodat hun kennisverwerving via
verschillende ‘wegen’ kan plaats vinden.
Ook de opstelling en inrichting dragen bij aan mijn idee over klassenmanagement. De omgeving en
opstelling in een klas stralen al een bepaalde leerstrategie uit. Deze wordt automatisch overgenomen
door de cursisten.
Om mijn lessen compleet te maken heb ik volgens het GIP model proberen te werken. Ik hoop dat ik
met deze differentiatie ideeën goed klassenmanagement kan verrichten, zodat er een goede
werksfeer ontstaat met een heldere structuur. 7
7
R54 Klassenmanagement
14
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Evaluatiefase
Evaluatie en reflectie
Als ik terug kijk op de twee lessen ben ik zeer tevreden. Ik vond het uitdagend om zo bewust
differentiatie methoden in te zetten in mijn lessen. Ik vond/vind het bijzonder wat de effecten van
differentiatie zijn en hoe je met verschillende vormen van differentiatie kunt spelen in je eigen
lessen.
De differentiatiedoelen die ik wilde realiseren, heb ik deels ook gerealiseerd. Zelf ben ik niet
helemaal tevreden over de differentiatie die ik heb toegepast op de beheersingsvorm. Hierbij speelt
de ‘meet- factor’ een rol. Ik heb tijdens deze lessen niet goed kunnen meten of ik de differentiatie die
ik toe had gepast op de beheersingsvorm ook echt over gekomen is. Hiermee bedoel ik: Het was van
grote invloed dat de ‘gewone’ doelen eerst geïntegreerd werden, eerder kon er geen beklijving
plaats vinden voor de differentiatiedoelen. 8De functie van het leren was een bepalende factor om
dit differentiatie doel te kunnen en willen behalen. Dit meten vind ik nog moeilijk.
De volgende keer zal ik dit doel specifiek terug vragen aan het einde van de les in de evaluatie. Zo
kan ik misschien ongeveer meten bij wie het balletje wel en niet is gaan rollen. Op het gebied van, in
dit geval, verbanden en relaties tussen informatie leggen.
Daar in tegen hebben de overige differentiatiedoelen die ik voor ogen had een mooi effect gehad in
de lessen. Het leek wel een beetje of de differentiatie op instructie, de differentiatie op keuzevrijheid
en de differentiatie in inrichting zo’n goede combinatie waren dat ze op hun plek vielen tijdens de
les.
Doordat ik eerst een werkinstructie had gegeven en daarna een verlengde instructie was alles helder
om zelfstandig aan de slag te kunnen gaan. Vervolgens zorgde de opstelling ervoor dat de cursisten
gemakkelijk hun buurman/buurvrouw tijdens het zelfstandig werken om hulp konden vragen en ik
mijn rondes zo effectief kon lopen waarbij iedereen aan bod kwam.
De ‘uitgestelde aandacht’ die ik gebruikte om hun zelfstandigheid te stimuleren was een goed
middel. De cursisten wisten wanneer ik een ronde zou lopen en wanneer ze vragen mochten/konden
stellen. Dit zorgde, naar mijn inziens, voor een prettige werksfeer in de klas.
Als ik terug kijk op mijn product en het proces achter professionaliseringstaak 6 heb ik ingezien wat
effecten van differentiatie kunnen zijn. Door verschillende vormen van differentiatie te onderzoeken
ben ik vertrouwd geraakt met de betekenis achter het begrip. Voor ik aan deze
professionaliseringstaak begon had ik weinig tot geen idee welke theorieën en methoden er achter
differentiatie zitten. In welke niveaus differentiatie plaats vond of in welke vorm.
Ik ben tevreden over het feit dat ik nu een duidelijk overzicht en inzicht heb in en over het begrip
differentiatie. Gedurende de ontwikkeling van deze professionaliseringstaak heb ik geleerd hoe en
wanneer je, op microniveau, differentiatie toepast in verschillende vormen en maten, zowel op
individueel niveau als op groepsniveau.
8
Actief leren, Ebbens en Ettekoven(Bijlage 1 de vier leeractiviteiten)
15
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Visie
Differentiatie is een actueel onderwerp binnen de huidige onderwijsontwikkeling. Er zijn
verschillende definities voor differentiatie in de literatuur te vinden. Ik hanteer in mijn visie de
definitie: “het bewust aanbrengen van verschillen in instructie of lesstof binnen een heterogene
groep leerlingen op basis van hun prestaties” 9differentiëren binnen het activerende directe instructiemodel
Ik zie differentiatie als het hoofd ingrediënt van het onderwijs. 10 Het onderwijs staat of valt met
differentiëren. Dit omdat differentiatie op alle niveaus in het onderwijs een grote rol speelt. Ik vind
dat differentiatie ook een zaak is van: vraag en aanbod. De behoefte van de leerling, zijn hulpvraag,
moet centraal staan. Het onderwijs moet hier op antwoorden zowel op, macro, meso en micro
niveau. In de toekomst heb ik als docent voor het grootste deel alleen maar invloed op het micro
gedeelte. Ik kan via mijn onderwijs antwoord geven op het remediërende gebied. Ik kan
leerlingen/cursisten meten. Op basis van deze metingen vul ik mijn onderwijs in. Met deze invulling
probeer ik zo doeltreffend mogelijk te differentiëren in mijn onderwijs.
Natuurlijk zal deze actieve inzet van differentiatie niet altijd gemakkelijk zijn en ook niet altijd
resultaat gebonden. Het zal af en toe ook lastig zijn om differentiatie correct toe te passen. Vooral als
het gaat om tijd en geld. We kennen allemaal wel de uitspraak; Tijd is geld. Dit geldt ook voor het
onderwijs. Extra ondersteuning zowel in man- uren als in materiaal kosten geld. Dit is en blijft een
eeuwig dilemma in het onderwijs.11 Zie: de rugzakjes cultuur
Ik zie differentiatie als middel om talenten te ontwikkelen. Dit hoeft niet alleen zichtbaar te zijn in
vormen als tempo of bijvoorbeeld differentiatie in instructie. Ook de leeromgeving speelt hierbij een
grote rol. Ik vind het van belang dat de leeromgeving uitdaagt tot leren.
Als ik kijk naar de theorie van Waslander dan beschrijft zij zeven strategieën die zij uit het
bedrijfsleven heeft overgenomen. Één daarvan spreekt mij heel erg aan in combinatie met haar
(Waslanders) zes verschillende dimensies. Waslander spreekt van ‘vermindering van
heterogeniteit’12. Tijdens het onderzoek naar differentiatie ben ik meerdere keren gewezen op de
positieve effecten van homogene groepen differentiatie. Deze effecten in combinatie met
differentiëren op; doelen, inhoud, tempo, lesmateriaal, lesactiviteiten en het rooster.(Waslander)
Zijn door Akos 13aangehaald als succesvolle differentiatie.
Deze succesvolle combinatie gepaard met kleine onderwijsgroepen. Waarbij voldoende tijd en
aandacht is voor iedere leerling maakt mijn visie op differentiatie compleet.
9
differentiëren binnen het activerende directe instructiemodel
10
Bosker, de grenzen van gedifferentieerd onderwijs
Beleid en Differentiatie: Boter bij de vis? Universiteit van Utrecht. Beg. Prof. Dr. J.D.H.M. Vermunt
12
Waslander, S. (2007). Mass customization in schools: strategies Dutch school pursue to cope with the
diversity-efficiency dilemma . Journal of Education Policy,
13
Akos, Patrick, Cockman, Caroline R., Strickland, Cindy A. (2007). Differentiating Classroom
Guidance.
Professional School Counseling
11
16
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Bronnen





Cursus differentiëren NHL
Eising, J. & Battjes, G. (2011). Differentiëren,handreikingen voor de beginnende leraar. NHL
Hogeschool, Leeuwarden.
Ebbens,S & Ettekoven,S, (2009). Effectief leren: basisboek (2e druk). Noordhoff, Groningen.
Ebbens,S & Ettekoven,S, (2005). Actief leren: bronnenboek (2e druk). Noordhoff, Groningen.
Geerligs, T en Van de Veen, T (1980). Lesgeven en zelfstandig leren (10e druk). Van Gorcum,
Assen.
17
Anouk Suierveld
Bijlage 1: Les 1
Bijlage 2: Les 2
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
Beoordeling
Student: ……………………………………….
P-taakbegeleider:
Opleiding: ………………….
…………………………….
Beoordeling van het totaal*:
UITSTEKEND
GOED
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
* Meer dan 1 onvoldoende in de rubric leidt tot een onvoldoende op het totaal van de p-taak. N.B. Je verslag moet compleet, goed
gestructureerd, verzorgd en in leesbaar en correct Nederlands geschreven zijn om beoordeeld te kunnen worden.
uitstekend
O
toepassing
voldoende
onvoldoende
O
O
Beschrijft en analyseert vormen
van differentiatie op de
stageschool op verschillende
niveaus
en legt daarbij globaal
verbanden tussen deze niveaus.
Beschrijft vormen van
Beperkt zich tot enkele
differentiatie op de stageschool beschrijvingen van differentiatie
op verschillende niveaus (micro- op de stageschool.
, meso- en macroniveau)
zonder expliciet verbanden te
leggen tussen deze
verschillende niveaus.
O
O
O
O
Geeft bij de 8 ideeën voor
differentiatie aan welke
gewenste doelen op deze
manier worden gerealiseerd en
legt daarbij expliciet het
verband met de praktijk en de
theorie.
Geeft bij de 8 ideeën voor
differentiatie aan welke
gewenste doelen op deze
manier worden gerealiseerd en
legt daarbij verband met de
praktijk en de theorie.
Geeft bij de 8 ideeën voor
differentiatie doelen aan en
maakt daarbij enigszins gebruik
van inzichten in de praktijk en
theorie.
Geeft bij de 8 ideeën voor
differentiatie verkeerde doelen
aan en/of maakt daarbij niet of
nauwelijks gebruik van inzichten
in de praktijk en de theorie.
O
O
O
O
Past 5 van de 8 ideeën in
(minimaa)| twee
achtereenvolgende lessen
adequaat toe, beschrijft daarbij
hoe hij omgaat met vormen van
gelaagde instructie en
klassenmanagement en
motiveert gemaakte keuzes.
Past 5 van de 8 ideeën in
(minimaal) twee
achtereenvolgende lessen toe,
beschrijft daarbij hoe hij
omgaat met vormen van
gelaagde instructie en
klassenmanagement en licht
gemaakte keuzes globaal
toe.r54
Past 5 van de 8 ideeën in
(minimaal) twee
achtereenvolgende lessen toe,
beschrijft daarbij globaal hoe hij
omgaat met vormen van
gelaagde instructie en
klassenmanagement.
Past 5 van de 8 ideeën in
(minimaal) twee
achtereenvolgende lessen toe
zonder expliciete toelichting op
de manier van werken.
Beschrijft, analyseert en
becommentarieert vormen van
differentiatie op de stageschool
oriëntatie
op verschillende niveaus (micro(praktijk-analyse) , meso- en macroniveau) en legt
daarbij expliciet en adequaat
verbanden tussen deze niveaus.
ontwerp
goed
O
20
Anouk Suierveld
Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen
evaluatie en
reflectie
visie
O
O
O
O
Toont aan in welke mate in de
lessen de gewenste
differentiatiedoelen
gerealiseerd zijn, geeft aan
welke factoren van invloed
waren op het behalen van de
doelen en verklaart deze met
behulp van de praktijk-analyse
en theorie. Geeft duidelijk aan
wat hij van deze P-taak 6 heeft
geleerd zowel wat betreft
product als proces.
Toont aan in welke mate in de
lessen de gewenste
differentiatiedoelen
gerealiseerd zijn en geeft aan
welke factoren van invloed
waren op het behalen van de
doelen.Geeft aan wat hij van Ptaak 6 heeft geleerd.en
beschrijft daarin zowel proces
als product.
Toont enigszins aan in welke
mate in de lessen de gewenste
differentiatiedoelen
gerealiseerd zijn en geeft
hiervoor enkele verklaringen.
Geeft in de reflectie op de ptaak voornamelijk op punten
die het product betreffen en
niet het proces.
Toont onvoldoende aan in
welke mate in de lessen de
differentiatiedoelen
gerealiseerd zijn en/of weet
onvoldoende aan te geven wat
hij van deze P-taak geleerd
heeft..
O
O
O
O
Formuleert een heldere, eigen
visie op het belang van
differentiatie, dilemma’s m.b.t.
differentiatie en geeft aan hoe
in de toekomst met verschillen
om te willen gaan in de eigen
lespraktijk en onderbouwt zijn
visie expliciet met behulp van
onderwijskundige theorie en
inzichten met betrekking tot
differentiatie.
Formuleert een eigen visie op
het belang van differentiatie,
geeft aan hoe in de toekomst
met verschillen om te willen
gaan in de eigen lespraktijk en
onderbouwt zijn visie expliciet
met behulp van
onderwijskundige theorie en
inzichten met betrekking tot
differentiatie.
Formuleert een visie op het
belang van differentiatie,geeft
aan hoe in de toekomst met
verschillen om te willen gaan in
de eigen lespraktijk en
onderbouwt zijn visie enigszins
met behulp van
onderwijskundige theorie en
inzichten met betrekking tot
differentiatie.
Beperkt zich tot het globaal
formuleren van een visie met
betrekking tot omgaan met
verschillen en weet deze niet of
nauwelijks te onderbouwen
vanuit de theorie met
betrekking tot differentiatie.
Feedback op het
proces:
Datum: …. / …. . / …. .
Paraaf beoordelaar: ………………………………
21
Anouk Suierveld
Download