Professionaliseringstaak 6 Omgaan met verschillen Naam: A.S. Suierveld Opleiding: leraar gezondheidszorg en welzijn Studentennummer: 195197 Jaar van aankomst: 2010 Docent: Jet van Eldik Studieloopbaanbegeleider: Diny Klink Datum van inleveren: Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Introductie Hoe ga je in de les om met verschillen in tempo en niveau? En hoe kom je tegemoet aan verschillende interesses en manieren van leren? In deze p-taak ga ik op zoek naar middelen om te kunnen differentiëren. Middelen die ik kan verantwoorden én kan toepassen. Differentiatie is een actueel onderwerp binnen de huidige onderwijsontwikkeling. Er zijn verschillende definities voor differentiatie in de literatuur te vinden (Bosker, 2005). Om verwarring te voorkomen hanteer ik in deze professionaliseringstaak de onderstaande definitie van de Koning. “Differentiatie is het doen ontstaan van verschillen tussen delen (bijvoorbeeld scholen, afdelingen, klassen, subgroepen en individuele leerlingen) van een onderwijssysteem (bijvoorbeeld nationaal schoolwezen, scholengemeenschap, afdeling, klas) ten aanzien van een of meerdere aspecten (bijvoorbeeld doelstellingen, deeltijd, instructiemethode) In de onderwijsmond: Differentiatie: “het bewust aanbrengen van verschillen in instructie of lesstof binnen een heterogene groep leerlingen op basis van hun prestaties” differentiëren binnen het activerende directe instructiemodel In deze professionaliseringstaak heb ik lesmateriaal ontwikkeld waarin vormen van differentiatie naar voren komen. In dit document is schriftelijk het proces naar het product vastgelegd. 2 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Inhoud Introductie ............................................................................................................................................... 2 Leerdoelen............................................................................................................................................... 4 Competenties .......................................................................................................................................... 4 Oriëntatiefase .......................................................................................................................................... 5 Differentiatie op macro, meso en micro niveau ................................................................................. 5 Analyse differentiatie stageschool op macro, meso en micro niveau ................................................ 6 Ontwerpfase .......................................................................................................................................... 10 Acht ideeën om te kunnen differentiëren in mijn lessen.................................................................. 10 Uitvoeringsfase ...................................................................................................................................... 13 De vijf toegepaste ideeën.................................................................................................................. 13 Evaluatiefase ......................................................................................................................................... 15 Evaluatie en reflectie ......................................................................................................................... 15 Visie ................................................................................................................................................... 16 Bronnen ................................................................................................................................................. 17 Bijlage 1: Les 1 ....................................................................................................................................... 18 Bijlage 2: Les 2 ....................................................................................................................................... 19 Beoordeling ........................................................................................................................................... 20 3 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Leerdoelen De student kan praktijkvoorbeelden geven van veelvoorkomende theoretische begrippen m.b.t. differentiatie (begrippenlijst). De student is in staat om in eigen woorden aan te geven wat het belang van differentiatie en weet dit te onderbouwen met inzichten uit (recent) onderzoek. De student is in staat om een analyse te maken van de mate waarin er op de eigen (stage) school en in zijn eigen lessen succesvol gedifferentieerd wordt. De student kan voor de (eigen) lespraktijk ideeën aangeven om (nog) beter te kunnen differentiëren in de les. De student maakt hierbij onder andere gebruik van diverse vormen van instructie en klassenmanagement. De student is in staat om ideeën om te differentiëren toe te passen in eigen lessen. De student laat zien dat hij in staat is om te reflecteren op de manieren van differentiëren die gebruikt worden op school en in zijn eigen lespraktijk. Persoonlijke doelen: Ik maak gebruik van feedback van leerlingen en collega’s om mezelf als docent te ontwikkelen Ik kan bij het ontwerpen van mijn onderwijs rekening houden met verschillen tussen leerlingen. Competenties 2. Pedagogisch competent 2.1a Ik heb een beeld van de leef- en belevingswereld van 12-18 jarigen 2.2a Ik stem mijn taalgebruik en omgangsvormen af op mijn leerlingen 2.2c Ik herken en houd rekening met verschillen tussen leerlingen 3 Vakinhoudelijk en (vak)didactisch competent 3.2c Ik laat zien dat ik bij het ontwerpen en uitvoeren van mijn onderwijs rekening houd met verschillen tussen de leerlingen 4 Organisatorisch competent 4.2b Ik organiseer de praktische kant van mijn onderwijs (leermiddelen, ICT, inrichting lokaal etc.) effectief en efficiënt 4.3a Ik houd voor mijn onderwijs een lange termijnplanning aan die bij de leerlingen bekend is en waar zij hun eigen planning op kunnen afstemmen 5 Competent in het samenwerken met collega’s 5.3a Ik werk met collega’s samen aan de ontwikkeling en verbetering van mijn school 7 Competent in reflectie en ontwikkeling 7.3a Ik stem mijn professionele ontwikkeling af op ontwikkelingen in de school 7.3bIk kan wat ik als docent doe en wil verantwoorden vanuit een goed doordachte visie op het beroep en mijn taken in de uitoefening daarvan 4 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Oriëntatiefase Differentiatie op macro, meso en micro niveau Differentiatie kun je onderscheiden in interne en externe differentiatie. Deze termen kunnen worden onderverdeeld in verschillende differentiatie niveaus. Het macro, meso en micro niveau. Interne differentiatie is differentiatie binnen de klas genomen. Dit noemt men differentiëren op microniveau. Naast interne differentiatie is er nog de externe differentiatie. Dit is differentiëren buiten de klas. Externe differentiatie kan gestalte krijgen zowel op meso als op macro niveau. Dit betekent op mesoniveau, differentiatie buiten de klas maar binnen de school. Op macroniveau gaat het om het grote geheel. Differentiëren op macroniveau is het schoolsysteem, oftewel op institutioneel niveau. Hier onder beschrijf ik iets specifieker en puntsgewijs de inhouden van de differentiatie niveaus. Macroniveau Differentiatie op macroniveau wordt ook wel differentiatie op institutioneel niveau genoemd en valt onder externe differentiatie. Hiermee wordt bedoeld, de organisatie van het schoolsysteem in een school. Dit kan bijvoorbeeld zijn differentiatie op levensbeschouwing of op pedagogische achtergronden als Montessori. Maar ook het homogeniseren van leerlingen op bepaalde kenmerken is een vorm van institutionele differentiatie. Bijvoorbeeld op interesses of capaciteiten. Mesoniveau Differentiatie op mesoniveau is differentiatie in de vorm van algemene afspraken binnen een school als geheel. Ook het mesoniveau valt onder externe differentiatie. Er wordt ook wel gezegd; “het is differentiatie buiten de klas maar binnen de school”. (G. Battjes)De school heeft afspraken gemaakt om zo, zo goed mogelijk de verschillen tussen leerlingen op te kunnen vangen/ tegemoet te kunnen komen. Een voorbeeld van differentiatie op mesoniveau is bijvoorbeeld werken met niveaugroepen voor lezen op het primair onderwijs, in het secundair onderwijs bijvoorbeeld homogene niveauklassen op schoolniveau. Deze niveauklassen (groeperingsvorm) op schoolniveau worden ook wel streaming genoemd. Streaming betekent klassen samenstellen uit leerlingen die ongeveer dezelfde leerprestaties hebben. Vormen van streaming kom je veel tegen in het secundaire onderwijs. Tegen over streaming staat setting. Dit komt zowel in het primaire als in het secundaire onderwijs voor. Setting betekent dat leerlingen samengebracht worden die ongeveer gelijke leerprestaties hebben voor een bepaald vak. Dit sluit aan bij het voorbeeld van het leesgroepje op niveau. Microniveau Differentiatie op micro niveau valt onder interne differentiatie. Dit is differentiëren op klasniveau. Als docent de verschillen tussen leerlingen herkennen, verklaren en passend benaderen. Of terwijl; passend onderwijs/ les op maat. Bijvoorbeeld op tempo of beheersingsvorm differentiëren. 5 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Analyse differentiatie stageschool op macro, meso en micro niveau Hierboven staat op algemeen niveau beschreven wat de differentiatieniveaus inhouden en hoe het differentiatiemodel binnen het onderwijs in elkaar zit. Deze vormen van differentiatie vind ik ook terug bij mij op de stageschool. Hieronder staat per niveau beschreven hoe er invulling wordt gegeven aan de vormen van differentiatie op mijn stageschool. Aan de hand van de schoolgids/studiegids, observaties en collega’s ben ik op onderzoek uit gegaan naar de invulling van differentiatie op de verschillende niveaus op het Friesland College in Leeuwarden. Om differentiatie op micro niveau helder in beeld te krijgen ben ik samen met collega’s in gesprek gegaan a.d.h.v. de vragenlijst. Ook ben ik bij mezelf te rade gegaan hoe ik differentieer in mijn lessen en in hoeverre ik dit terug zie in de praktijk van mijn lessen. Macroniveau, Institutioneel niveau Competentiegericht onderwijs Competentiegericht leren of competentiegericht onderwijs is gericht op het bijbrengen van competenties die aansluiten bij de beroepspraktijk. Competentie gericht onderwijs is vooral geschikt voor volwasseneneducatie en beroepsonderwijs. Praktijk gestuurd onderwijs De focus ligt bij de beroepspraktijk. Door middel van stages ervaringsleren. BOL dagonderwijs in de beroepsopleidende leerweg (afgekort: bol) Doet een cursist een bol-opleiding, dan gaat hij/zij naar school. Vanuit school doet de cursist praktijkervaring op. Bijvoorbeeld tijdens stages, in leerbedrijven op school of door het werken aan prestaties. 1 BBL werkt en leert in de beroepsbegeleidende leerweg (afgekort: bbl) Doet de cursist een bbl-opleiding, dan heeft hij/zij een betaalde baan bij een erkend leerbedrijf. Meestal gaat de cursist één dag per week naar school. Volwassenen groepen (20+) Jongeren groepen 1 http://www.frieslandcollege.nl/bol-of-bbl-3.html 6 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Mesoniveau, school niveau Niveau 1 t/m 4, 1-2-3-4 Op het Friesland College kun je een mbo-opleiding volgen op niveau 1 tot en met 4. Opleidingen van verschillend niveau in hetzelfde vakgebied sluiten goed op elkaar aan. Welk niveau bij de cursist past? Dat hangt meestal af van de vooropleiding. Maar de ervaring en wat de cursist wil, spelen daarbij ook een rol. Van niv. 1 kun je doorstromen naar 2, van 2 naar 3 en van 3 naar 4. Met een niveau 4 diploma kan een cursist doorstromen naar het HBO. 2 X- stream Onder de noemer X-Stream kan een cursist bij elke niveau 3 - 4 opleiding die hij/zij volgt op het Friesland College, deelnemen aan diverse leertrajecten. Leertrajecten, die bestaan uit 9 bijeenkomsten, van elk 3 uur Leertrajecten, die je uitdagen en jou sterker maken! Leertrajecten, die je helpen om helder uit te leggen waar je staat en wat je wil. Leertrajecten, die jou nog beter voorbereiden op je toekomst. Leertrajecten, waarbij je alles uit jezelf haalt. 3 Talencentrum Bij het Friesland College is het Talencentrum dé plek om je vreemde talen te leren. Je kunt hier terecht voor Spaans, Duits, Engels en Frans. Door middel van onder andere workshops, het maken van opdrachten en individuele gesprekken met native speakers, maakt de cursist zich de taal eigen die hij/zij voor een toekomstig beroep nodig hebt. 2 3 http://www.frieslandcollege.nl/mbo-niveau-1-t/m-4-1.html http://www.frieslandcollege.nl/x-stream-2.html 7 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Microniveau , klas niveau Tempodifferentiatie Aparte opdrachten voor snelle leerlingen. Bijvoorbeeld oefen software etc. Beheersingsvorm differentiatie Differentiëren in doelen. Bijvoorbeeld productief en reproductief. Maar ook affectief, motorisch, cognitief en sociaal. Differentiatie op zelfstandig leren Differentiëren in zelfstandig werken bijvoorbeeld. Gericht op verantwoordelijk zelfstandig leren. Differentiatie op individueel niveau Rekening houden met persoonlijke verschillen- behoeften tussen leerlingen/cursisten. Bijvoorbeeld in gedrags en/of leerproblemen. Differentiatie op groepsniveau Dit is differentiatie in de vorm van bijvoorbeeld leerprestaties. Differentiatie in lezen bijvoorbeeld. Alle ‘sterke’ lezers bij elkaar of juist kiezen voor een mengeling tussen ‘sterke’ en ‘ zwakke’ lezers. Differentiatie in instructie Verschillende instructievormen toepassen in je les. Bijvoorbeeld verlengde instructie geven. Differentiatie in lesstof Differentiëren lesstof kun je doen in de vorm van passende lesstof aanbieden. Bijvoorbeeld heel theoretisch gericht of meer praktijkgericht. Differentiatie in leerstof Hierin kun je differentiëren op moeilijkheidsgraad, hoeveelheid, vorm etc. Hierin kun je differentiëren aan de hand van de translatieregels. Differentiatie in inrichting Bijvoorbeeld de opstelling en de leeromgeving. Verschillende soorten inrichtingen nodigen uit tot verschillende vormen van onderwijs. Neem bijvoorbeeld de bus opstelling. Deze straalt bijvoorbeeld uit dat er een docentgestuurde cultuur heerst. Differentiatie in werkvormen Door middel van werkvormen kan er op verschillende manieren leerstof/lesstof overgebracht worden op leerlingen/cursisten. Differentiatie in leermiddelen Denk hierbij aan ict gebruik etc. Differentiatie in toetsvormen Differentiëren door middel van toetsvormen kun je doen door een passende evaluatievorm bij het vak te kiezen. Bijvoorbeeld een theoretische toets, een presentatie of een werkstuk. Differentiatie in keuzevrijheid Leerlingen/cursisten zelf laten kiezen hoe ze een opdracht willen maken bijvoorbeeld. Of leerlingen/cursisten laten kiezen uit een verschillend scala aan opdrachten. Waarin wel dezelfde basisstof verwerkt zit bijvoorbeeld. 8 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen De differentiatie vormen op de stageschool passen bij een MBO school in dit geval het Friesland college. De differentiatie op de verschillende niveaus zorgen voor één geheel tijdens de school loopbaan. Er is altijd een passende loopbaan voor de cursist te vinden. Dit omdat er gedifferentieerd wordt op leeftijd, loopbaan en tempo bijvoorbeeld. Ben je volwassen en werk je al? Dan kun je via de 3 niveaus een passende loopbaan doorlopen. Bijv. een BBL traject in de volwassenengroep, op een passend niveau op een eigen tempo. Bijvoorbeeld een versneld traject? Keuzevrijheid maakt dat de differentiatie zowel op macro, meso en micro niveau de cursist als de school elkaar tegemoet komen in (leer)vraag en aanbod. Concreet genomen Samenhang: De leerlijn kan onderwerpen thematisch ordenen om onderdelen van vakken te integreren en samenhang tussen vakken te stimuleren Continuïteit: De leerlijn kan over verschillende leerjaren heen leiden tot een internationaal document, het diploma Organisatorisch: De leerlijn kan op basis van een rooster leerlijnen organiseren om onderwerpen te laten aansluiten op stage, externe projecten of werk. Niveaudifferentiatie: De leerlijn kan differentiëren op niveau van de leerling. Op basis van de differentiatie kan de leerlijn zo ingericht worden dat hij aansluit bij de interesses en het niveau van de leerling. De achterliggende gedachte van de drie niveaus op mijn stageschool vind ik nog het meest bijzonder. Ik vind het een heel mooi systeem. De drie niveaus zorgen voor samenhang, continuïteit en een goede organisatorische leerlijn met niveau en tempo differentiatie. 9 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Ontwerpfase Acht ideeën om te kunnen differentiëren in mijn lessen. Op macro en meso differentiatie ga ik bij het ontwerpen van mijn lessen nauwelijks in. Om goed te kunnen leren differentiëren ga ik in deze p taak in, op het differentiëren op micro niveau. Het micro niveau staat dichter bij mij als docent. Op klas niveau kan ik het meeste ‘experimenteren’ met differentiatie doelen. Voordat ik aan deze p taak begon, moet ik eerlijk zeggen dat ik het een lastig onderwerp vond. Differentiëren kan op zoveel manieren?! Ik heb de differentiatie op micro niveau geobserveerd bij collega’s. Toen ik bewust ging letten op differentiatie toepassingen van hen kwam ik er pas achter dat er bij elke cursist wel een vorm van differentiatie aan te pas komt. Op hoe de cursist gemotiveerd wordt tot hoe de cursist op pedagogisch gebied ondersteund wordt tijdens zijn/haar loopbaan. Differentiatie wordt zowel formeel als informeel ingezet. Met informele differentiatie bedoel ik ‘geïmproviseerde differentiatie’. Rekening houden met verschillen tussen cursisten zonder plan. Ik ben tijdens de observatie veel ideeën om beter te kunnen differentiëren tegen gekomen. In mijn lessen kijk ik soms nog niet echt verder dan beheersingsvorm differentiatie en/of tempo differentiatie. Ook ik pas vaker informele differentiatie toe dan formele. Daarom wil ik me nu bewuster van het inzetten van differentiatie worden. In mijn lessen wil ik nu verder kijken en het doel achter de differentiatie in beeld brengen. Op deze manier kan ik beter analyseren wat het effect is geweest van de differentiatie. Ideeën om te differentiëren in mijn lessen: 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) Differentiatie in leerstof Beheersingsvorm differentiatie Differentiatie in toetsvorm Differentiatie in inrichting Tempodifferentiatie Differentiatie in keuzevrijheid Differentiëren op instructie Differentiatie op individueel niveau 10 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Doelen achter deze differentiatie ideeën: 1) Differentiatie in leerstof Gewenst doel: Het inhoudsaspect van de leerdoelen vormgeven. Doormiddel van leerstof keuze heb ik invloed op de wijze waarop een leerdoel wordt behaalt. Bijvoorbeeld op de ordeningsvorm van de leerstof. De wijze van leerstof ordening (cursorisch, concentrisch, thematisch en/of probleem gestuurd) bepaald welke gedrag een cursist moet laten zien om het leerdoel te kunnen behalen. De wijze van differentiatie in leerstof bepaalt de mate van de beheersingsvorm. Cognitief, affectief, sociaal en/of motorisch. Daarnaast zijn er verschillende didactische volgordes voor de opbouw van leerstof. 4 Deze zijn in de praktijk bekend als; van eenvoudig naar ingewikkeld- bekend naar onbekend- globaal naar detail- heden tot verleden. Etc. (dit zijn voorbeelden van een onafhankelijke didactische opbouw) 2) Beheersingsvorm differentiatie Gewenste doel: Beheersingsvorm van leerstof inhoud geven De beheersingsvorm geeft aan in welke vorm de cursist leerstof moet ‘beheersen’. Als docent kan ik hierop differentiëren door een verschil te maken in beheersingsvorm van een leerdoel. Bijv. een reproductief leerdoel of juist een productief. Of zelfs nog een cognitiefproductief- affectief leerdoel. 3) Differentiatie in toetsvorm Gewenste doel: Meten intelligentie op basis van verschillende beheersingsvormen In mijn lessen hanteer ik een bijvoorbeeld een aftekenlijst. Er staan 5 opdrachten op. Daarvan moeten ze er 3 maken. Als slotopdracht moeten ze een spreekbeurt gaan geven of een schriftelijke toets maken . Onderwerp spreekbeurt is eigen keuze wel één van de vijf onderwerpen van de opdrachten op de aftekenlijst. Toets gaat over de 5 onderwerpen maar met bonus vragen. Als ze bijv. opdracht twee gemaakt hebben en opdracht drie niet. Kunnen ze ervoor kiezen de bonusvragen bij opdracht twee te maken en kunnen ze meer punten verdienen. Dit is een voorbeeld van toetsvorm differentiatie die ik hanteer in mijn lessen. Intelligentie op verschillende manieren is te meten. Daarom is het ook wijs om verschillende middelen in te zetten om een volledig beeld van een cursist te krijgen. 4) Differentiatie in inrichting Gewenste doel:Inzichtelijk maken hoe er geleerd wordt Inrichting zegt iets over de manier van leren op een school. 5 in de praktijk is dit ook zichtbaar bij mij op de stageschool. Veel open ruimtes en lokalen zonder dichten muren. De school wil een transparant leerklimaat uitstralen. Maar ook in de klas is de opstelling van belang. De verschillende opstellingen geven weer wat er geleerd word in een les. Bijvoorbeeld is er sprake van een bus opstelling? De docent staat centraal. Maar bij een eilandvorm? Samenwerkend leren staat centraal. Heel belangrijk dus, die opstelling. Als je samenwerkend leren wil actieveren in de busopstelling zal dat zeer moeizaam gaan. Belangrijk is dat ik me hier als docent van bewust ben. 4 5 Lesgeven en zelfstandig leren, h 7, leerdoelen en leerstof R 63 inrichting lesruimte, verzet de meubels eens 11 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen 5) Tempodifferentiatie Gewenste doel:Differentiatie vorm geven in homogene groepen Uit onderzoek blijkt dat tempodifferentiatie twee kanten kent. De effectieve en de nieteffectieve kant. 6 Tempodifferentiatie in een homogene groep binnen geïndividualiseerd onderwijs is niet effectief gebleken. De ‘snelle’ leerling gaat snel door de leerstof heen en de ‘zwakke’ langzaam. De ‘zwakke’ raakt achterop en de ‘snelle’ raakt op den duur verveelt omdat hij snel door de leerstof heen gaan. Dit is niet effectief gebleken. Wel effectief is tempodifferentiatie op convergent gebied. Denk aan het BHV model. Werken met basisstof, herhalingsstof en verdiepingsstof. Dit model is erop gericht alle cursisten de basisvaardigheden te laten bereiken op hun eigen tempo. 6) Differentiatie in keuzevrijheid Gewenste doel:Differentiëren in het zelfstandig leren van de cursist Om de zelfstandigheid van de cursist te stimuleren krijgt hij ‘keuzes’ voorgeschoteld binnen het onderwijs. Dit kan heel groots zijn maar ook op kleinschalig niveau moet de cursist keuzes leren maken. In bijvoorbeeld de aftekenlijst die ik hanteer, in deze lessen zit keuzevrijheid. Ze mogen zelf de opdrachten kiezen. Ze kiezen hier bijvoorbeeld voor omdat het onderwerp ze interesseert of omdat ze meer willen weten over een bepaald onderwerp. Het zelfstandig worden in keuzes maken geeft een cursist ook weer zelfvertrouwen. In alle opdrachten zit de basisstof verwerkt. Dit is het mooie van differentiëren in keuzevrijheid. Elke cursist wordt via een andere route bereikt maar pikt toch de basisstof op. 7) Differentiatie op instructie Gewenste doel:Instructietijd aanpassen op individueel niveau voor het beste resultaat Leer en instructietijd zijn erg belangrijk. Ik kan er als docent meer tijd in steken. Ik merk ook dat dit een ‘groter’ probleem is in het onderwijs. Het doel is dan ook; risicoleerlingen meer instructietijd geven. Zodat ze naar een hoger niveau gebracht kunnen worden. Ik heb hiermee te maken in een homogene groepering. Ik merk dat ik tegemoet kom aan een aantal unieke behoeften van verschillende cursisten maar lang niet allemaal. 8) Differentiatie op individueel niveau Gewenste doel: Bewust omgaan met verschillen in aanleg en achtergrond van de individuele leerling en zo passend onderwijs bieden In een homogene groep differentiëren op individueel niveau is haalbaar. Maar in hoeverre is het effectief? Ik maak gebruik van convergente differentiatie. Eerst een groepsinstructie, vervolgens een verlengde instructie voor de cursisten met unieke behoeften. Zo heb ik een cursist met PDD-NOS. Hem geef ik meestal een verlengde instructie om hem een kader te bieden van de opdracht bijvoorbeeld. 6 R6 Vernooij: Omgaan met verschillen, wat werkt? 12 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Uitvoeringsfase De vijf toegepaste ideeën In de twee achtereen volgende lessen heb ik vijf ideeën op het gebied van differentiatie toegepast. In bijlage 1 en 2 kunt u de lessen vinden. Ik zal even kort toelichten over welke lessen het gaat en wat de begin situatie is: Het gaat om twee lessen LLB (Leren loopbaan en burgerschap). Ik geef deze lessen gedurende tien weken. Ik heb volledige vrijheid bij het ontwerpen van de lessen en ook bij de toetsing. Wel is er een boekje, kerntaak 5, dat als leidraad geldt voor de lessen. Hierin staan de opdrachten beschreven. Welk onderwerp ik het eerste of laatste behandel maakt in principe niet uit. Het is een eerste jaars groep van de opleiding facilitaire dienstverlening niveau 2. Mijn lessen zien er steeds hetzelfde uit. Inleiding die vrij docent gestuurd en klassikaal is. Vervolgens, in de kern van de les, gaan de cursisten zelfstandig aan opdrachten werken. De afsluiting is verder weer docent gestuurd. In de lessen heb ik ervoor gekozen om te differentiëren op de volgende ideeën: Differentiatie op individueel niveau Differentiatie op instructie Differentiatie in keuzevrijheid Differentiatie in inrichting Beheersingsvorm differentiatie Ik heb gekozen voor deze ideeën omdat ik van mening ben dat deze het meest haalbaar zijn maar ook het meest effectief in mijn lessen met deze groep. Instructiedifferentiatie bijvoorbeeld kan heel effectief zijn in mijn les. Ik heb één cursist die extra instructie nodig heeft omdat hij zich moeilijk kan concentreren. Door middel van gelaagde instructie kan de rest van de klas aan de slag gaan met de opdracht en kan ik hem wel instructie geven. Zo kan ik voldoen aan zijn behoefte en leerstijl. Maar tegelijk kom ik ook tegemoet aan de cursisten die wel al aan de slag kunnen. Zij hoeven niet extra lang naar de instructie te luisteren. De werkwijze is eigenlijk als volgt: (hoe ik hem hanteer in de lessen) De cursisten mogen gelijk aan de slag gaan met zelfstandig werken of ze luisteren naar mijn instructie bij de opdrachten. Ik hanteer deze vorm van instructie omdat ik het belangrijk vind dat de cursisten leren zelfstandig te werken. Het komt ook wel voor dat cursisten de eerste twee lessen mee doen met de instructie en verdere lessen gelijk aan de slag gaan. Zo heb ik toch al enige zelfstandigheid bereikt. Ik hoop dat dit effect blijvend is. Tijdens het zelfstandig werken wil ik wel dat er een soort routine in zit. Zodat de cursist weet waar hij aan toe is tijdens het zelfstandig werken en om hen te leren wanneer ze precies zelfstandig moeten werken. Daarom hanteer ik een ronden schema in mijn les. Naast deze looprondes door mij als docent is er een mogelijkheid tot vragen stellen. Dit eerst aan buurman/buurvrouw. Daarna aan de hele groep (heb meestal maar acht cursisten) als de cursist er dan nog niet uit komt dan aan de docent. 13 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Deze werkwijzen zorgen voor een goed klassenmanagement in mijn lessen. De cursisten weten wanneer zijn vragen mogen stellen en wanneer ik langskom om een vraag te beantwoorden. Ik heb bewust voor zelfstandig werken gekozen omdat de leerlingen in het maken van de opdrachten zelf de keuze hebben, welke opdracht ze maken. Zo kiezen ze op grond van interesse bijvoorbeeld. Op deze manier probeer ik beter bij de cursisten aan te sluiten zodat hun kennisverwerving via verschillende ‘wegen’ kan plaats vinden. Ook de opstelling en inrichting dragen bij aan mijn idee over klassenmanagement. De omgeving en opstelling in een klas stralen al een bepaalde leerstrategie uit. Deze wordt automatisch overgenomen door de cursisten. Om mijn lessen compleet te maken heb ik volgens het GIP model proberen te werken. Ik hoop dat ik met deze differentiatie ideeën goed klassenmanagement kan verrichten, zodat er een goede werksfeer ontstaat met een heldere structuur. 7 7 R54 Klassenmanagement 14 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Evaluatiefase Evaluatie en reflectie Als ik terug kijk op de twee lessen ben ik zeer tevreden. Ik vond het uitdagend om zo bewust differentiatie methoden in te zetten in mijn lessen. Ik vond/vind het bijzonder wat de effecten van differentiatie zijn en hoe je met verschillende vormen van differentiatie kunt spelen in je eigen lessen. De differentiatiedoelen die ik wilde realiseren, heb ik deels ook gerealiseerd. Zelf ben ik niet helemaal tevreden over de differentiatie die ik heb toegepast op de beheersingsvorm. Hierbij speelt de ‘meet- factor’ een rol. Ik heb tijdens deze lessen niet goed kunnen meten of ik de differentiatie die ik toe had gepast op de beheersingsvorm ook echt over gekomen is. Hiermee bedoel ik: Het was van grote invloed dat de ‘gewone’ doelen eerst geïntegreerd werden, eerder kon er geen beklijving plaats vinden voor de differentiatiedoelen. 8De functie van het leren was een bepalende factor om dit differentiatie doel te kunnen en willen behalen. Dit meten vind ik nog moeilijk. De volgende keer zal ik dit doel specifiek terug vragen aan het einde van de les in de evaluatie. Zo kan ik misschien ongeveer meten bij wie het balletje wel en niet is gaan rollen. Op het gebied van, in dit geval, verbanden en relaties tussen informatie leggen. Daar in tegen hebben de overige differentiatiedoelen die ik voor ogen had een mooi effect gehad in de lessen. Het leek wel een beetje of de differentiatie op instructie, de differentiatie op keuzevrijheid en de differentiatie in inrichting zo’n goede combinatie waren dat ze op hun plek vielen tijdens de les. Doordat ik eerst een werkinstructie had gegeven en daarna een verlengde instructie was alles helder om zelfstandig aan de slag te kunnen gaan. Vervolgens zorgde de opstelling ervoor dat de cursisten gemakkelijk hun buurman/buurvrouw tijdens het zelfstandig werken om hulp konden vragen en ik mijn rondes zo effectief kon lopen waarbij iedereen aan bod kwam. De ‘uitgestelde aandacht’ die ik gebruikte om hun zelfstandigheid te stimuleren was een goed middel. De cursisten wisten wanneer ik een ronde zou lopen en wanneer ze vragen mochten/konden stellen. Dit zorgde, naar mijn inziens, voor een prettige werksfeer in de klas. Als ik terug kijk op mijn product en het proces achter professionaliseringstaak 6 heb ik ingezien wat effecten van differentiatie kunnen zijn. Door verschillende vormen van differentiatie te onderzoeken ben ik vertrouwd geraakt met de betekenis achter het begrip. Voor ik aan deze professionaliseringstaak begon had ik weinig tot geen idee welke theorieën en methoden er achter differentiatie zitten. In welke niveaus differentiatie plaats vond of in welke vorm. Ik ben tevreden over het feit dat ik nu een duidelijk overzicht en inzicht heb in en over het begrip differentiatie. Gedurende de ontwikkeling van deze professionaliseringstaak heb ik geleerd hoe en wanneer je, op microniveau, differentiatie toepast in verschillende vormen en maten, zowel op individueel niveau als op groepsniveau. 8 Actief leren, Ebbens en Ettekoven(Bijlage 1 de vier leeractiviteiten) 15 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Visie Differentiatie is een actueel onderwerp binnen de huidige onderwijsontwikkeling. Er zijn verschillende definities voor differentiatie in de literatuur te vinden. Ik hanteer in mijn visie de definitie: “het bewust aanbrengen van verschillen in instructie of lesstof binnen een heterogene groep leerlingen op basis van hun prestaties” 9differentiëren binnen het activerende directe instructiemodel Ik zie differentiatie als het hoofd ingrediënt van het onderwijs. 10 Het onderwijs staat of valt met differentiëren. Dit omdat differentiatie op alle niveaus in het onderwijs een grote rol speelt. Ik vind dat differentiatie ook een zaak is van: vraag en aanbod. De behoefte van de leerling, zijn hulpvraag, moet centraal staan. Het onderwijs moet hier op antwoorden zowel op, macro, meso en micro niveau. In de toekomst heb ik als docent voor het grootste deel alleen maar invloed op het micro gedeelte. Ik kan via mijn onderwijs antwoord geven op het remediërende gebied. Ik kan leerlingen/cursisten meten. Op basis van deze metingen vul ik mijn onderwijs in. Met deze invulling probeer ik zo doeltreffend mogelijk te differentiëren in mijn onderwijs. Natuurlijk zal deze actieve inzet van differentiatie niet altijd gemakkelijk zijn en ook niet altijd resultaat gebonden. Het zal af en toe ook lastig zijn om differentiatie correct toe te passen. Vooral als het gaat om tijd en geld. We kennen allemaal wel de uitspraak; Tijd is geld. Dit geldt ook voor het onderwijs. Extra ondersteuning zowel in man- uren als in materiaal kosten geld. Dit is en blijft een eeuwig dilemma in het onderwijs.11 Zie: de rugzakjes cultuur Ik zie differentiatie als middel om talenten te ontwikkelen. Dit hoeft niet alleen zichtbaar te zijn in vormen als tempo of bijvoorbeeld differentiatie in instructie. Ook de leeromgeving speelt hierbij een grote rol. Ik vind het van belang dat de leeromgeving uitdaagt tot leren. Als ik kijk naar de theorie van Waslander dan beschrijft zij zeven strategieën die zij uit het bedrijfsleven heeft overgenomen. Één daarvan spreekt mij heel erg aan in combinatie met haar (Waslanders) zes verschillende dimensies. Waslander spreekt van ‘vermindering van heterogeniteit’12. Tijdens het onderzoek naar differentiatie ben ik meerdere keren gewezen op de positieve effecten van homogene groepen differentiatie. Deze effecten in combinatie met differentiëren op; doelen, inhoud, tempo, lesmateriaal, lesactiviteiten en het rooster.(Waslander) Zijn door Akos 13aangehaald als succesvolle differentiatie. Deze succesvolle combinatie gepaard met kleine onderwijsgroepen. Waarbij voldoende tijd en aandacht is voor iedere leerling maakt mijn visie op differentiatie compleet. 9 differentiëren binnen het activerende directe instructiemodel 10 Bosker, de grenzen van gedifferentieerd onderwijs Beleid en Differentiatie: Boter bij de vis? Universiteit van Utrecht. Beg. Prof. Dr. J.D.H.M. Vermunt 12 Waslander, S. (2007). Mass customization in schools: strategies Dutch school pursue to cope with the diversity-efficiency dilemma . Journal of Education Policy, 13 Akos, Patrick, Cockman, Caroline R., Strickland, Cindy A. (2007). Differentiating Classroom Guidance. Professional School Counseling 11 16 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Bronnen Cursus differentiëren NHL Eising, J. & Battjes, G. (2011). Differentiëren,handreikingen voor de beginnende leraar. NHL Hogeschool, Leeuwarden. Ebbens,S & Ettekoven,S, (2009). Effectief leren: basisboek (2e druk). Noordhoff, Groningen. Ebbens,S & Ettekoven,S, (2005). Actief leren: bronnenboek (2e druk). Noordhoff, Groningen. Geerligs, T en Van de Veen, T (1980). Lesgeven en zelfstandig leren (10e druk). Van Gorcum, Assen. 17 Anouk Suierveld Bijlage 1: Les 1 Bijlage 2: Les 2 Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen Beoordeling Student: ………………………………………. P-taakbegeleider: Opleiding: …………………. ……………………………. Beoordeling van het totaal*: UITSTEKEND GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE * Meer dan 1 onvoldoende in de rubric leidt tot een onvoldoende op het totaal van de p-taak. N.B. Je verslag moet compleet, goed gestructureerd, verzorgd en in leesbaar en correct Nederlands geschreven zijn om beoordeeld te kunnen worden. uitstekend O toepassing voldoende onvoldoende O O Beschrijft en analyseert vormen van differentiatie op de stageschool op verschillende niveaus en legt daarbij globaal verbanden tussen deze niveaus. Beschrijft vormen van Beperkt zich tot enkele differentiatie op de stageschool beschrijvingen van differentiatie op verschillende niveaus (micro- op de stageschool. , meso- en macroniveau) zonder expliciet verbanden te leggen tussen deze verschillende niveaus. O O O O Geeft bij de 8 ideeën voor differentiatie aan welke gewenste doelen op deze manier worden gerealiseerd en legt daarbij expliciet het verband met de praktijk en de theorie. Geeft bij de 8 ideeën voor differentiatie aan welke gewenste doelen op deze manier worden gerealiseerd en legt daarbij verband met de praktijk en de theorie. Geeft bij de 8 ideeën voor differentiatie doelen aan en maakt daarbij enigszins gebruik van inzichten in de praktijk en theorie. Geeft bij de 8 ideeën voor differentiatie verkeerde doelen aan en/of maakt daarbij niet of nauwelijks gebruik van inzichten in de praktijk en de theorie. O O O O Past 5 van de 8 ideeën in (minimaa)| twee achtereenvolgende lessen adequaat toe, beschrijft daarbij hoe hij omgaat met vormen van gelaagde instructie en klassenmanagement en motiveert gemaakte keuzes. Past 5 van de 8 ideeën in (minimaal) twee achtereenvolgende lessen toe, beschrijft daarbij hoe hij omgaat met vormen van gelaagde instructie en klassenmanagement en licht gemaakte keuzes globaal toe.r54 Past 5 van de 8 ideeën in (minimaal) twee achtereenvolgende lessen toe, beschrijft daarbij globaal hoe hij omgaat met vormen van gelaagde instructie en klassenmanagement. Past 5 van de 8 ideeën in (minimaal) twee achtereenvolgende lessen toe zonder expliciete toelichting op de manier van werken. Beschrijft, analyseert en becommentarieert vormen van differentiatie op de stageschool oriëntatie op verschillende niveaus (micro(praktijk-analyse) , meso- en macroniveau) en legt daarbij expliciet en adequaat verbanden tussen deze niveaus. ontwerp goed O 20 Anouk Suierveld Professionaliseringstaak 6, omgaan met verschillen evaluatie en reflectie visie O O O O Toont aan in welke mate in de lessen de gewenste differentiatiedoelen gerealiseerd zijn, geeft aan welke factoren van invloed waren op het behalen van de doelen en verklaart deze met behulp van de praktijk-analyse en theorie. Geeft duidelijk aan wat hij van deze P-taak 6 heeft geleerd zowel wat betreft product als proces. Toont aan in welke mate in de lessen de gewenste differentiatiedoelen gerealiseerd zijn en geeft aan welke factoren van invloed waren op het behalen van de doelen.Geeft aan wat hij van Ptaak 6 heeft geleerd.en beschrijft daarin zowel proces als product. Toont enigszins aan in welke mate in de lessen de gewenste differentiatiedoelen gerealiseerd zijn en geeft hiervoor enkele verklaringen. Geeft in de reflectie op de ptaak voornamelijk op punten die het product betreffen en niet het proces. Toont onvoldoende aan in welke mate in de lessen de differentiatiedoelen gerealiseerd zijn en/of weet onvoldoende aan te geven wat hij van deze P-taak geleerd heeft.. O O O O Formuleert een heldere, eigen visie op het belang van differentiatie, dilemma’s m.b.t. differentiatie en geeft aan hoe in de toekomst met verschillen om te willen gaan in de eigen lespraktijk en onderbouwt zijn visie expliciet met behulp van onderwijskundige theorie en inzichten met betrekking tot differentiatie. Formuleert een eigen visie op het belang van differentiatie, geeft aan hoe in de toekomst met verschillen om te willen gaan in de eigen lespraktijk en onderbouwt zijn visie expliciet met behulp van onderwijskundige theorie en inzichten met betrekking tot differentiatie. Formuleert een visie op het belang van differentiatie,geeft aan hoe in de toekomst met verschillen om te willen gaan in de eigen lespraktijk en onderbouwt zijn visie enigszins met behulp van onderwijskundige theorie en inzichten met betrekking tot differentiatie. Beperkt zich tot het globaal formuleren van een visie met betrekking tot omgaan met verschillen en weet deze niet of nauwelijks te onderbouwen vanuit de theorie met betrekking tot differentiatie. Feedback op het proces: Datum: …. / …. . / …. . Paraaf beoordelaar: ……………………………… 21 Anouk Suierveld