3 WMO INZICHT april 2013 Actueel Wmo of Jeugdwet: maakt het verschil? Tot januari dit jaar leek de Wmo de belangrijkste nieuwe wet te zijn voor de gehandicaptenzorg. De begeleiding en persoonlijke verzorging uit de AWBZ zouden voor jong en oud die thuis woont immers gedecentraliseerd worden naar de Wmo. Alleen de zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking zou onder de nieuwe gemeentelijke Jeugdwet gaan vallen. Inmiddels ziet het plaatje er voor de gehandicaptenzorg heel anders uit. De zorg voor kinderen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking valt straks grotendeels onder de nieuwe Jeugdwet. Wat betekent die verschuiving nou eigenlijk in de praktijk voor gemeenten en gehandicaptenzorgaanbieders? Gaat het bijvoorbeeld om vergelijkbare zorg? En in hoeverre verschilt de gemeentelijke Jeugdwet van de Wmo? Eén gezin, één plan en één regisseur. Deze tekst komt letterlijk uit het Regeerakkoord en vormt het uitgangspunt voor de decentralisaties in het gemeentelijk sociaal domein. Het is ook de belangrijkste pijler van de nieuwe gemeentelijke Jeugdwet, waarin - als het aan het kabinet ligt - ook veel van de huidige AWBZ-zorg aan kinderen met een beperking thuishoort. Alle zorg (dus ook behandeling) voor kinderen tot 18 jaar met een verstandelijke beperking valt in 2015 onder de gemeentelijke Jeugdwet. De verblijfszorg vormt hierop een uitzondering. Die blijft in de AWBZ en straks in de landelijke kernvoorziening voor kinderen en jongeren die zorg levenslang nodig hebben. Hoe die grens wordt gesteld, is nog onduidelijk. Het lijkt voor de hand te liggen dat de zorgzwaarte en zorgbehoefte van kinderen met een verstandelijke beperking hierin leidend zijn. Dit bepaalt immers ook de grens tussen de Wmo en de landelijke voorziening voor volwassenen. Voorlopig blijft het onzeker. Zeker is wel dat het kabinet de begeleiding, persoonlijke verzorging en het kortdurend verblijf voor alle thuiswonende kinderen in de gehandicaptenzorg overhevelt van de AWBZ naar de Jeugdwet. Dit geldt dus ook voor kinderen met een lichamelijke beperking en een zintuiglijke beperking (auditief of visueel) onder de 18 jaar. De plannen van de Jeugdwet gaan niet in op het verblijf van deze groepen kinderen. Voorlopig lijkt dit in de AWBZ (en straks de landelijke kernvoorziening) te blijven. De behandeling gaat voor kinderen met een lichamelijke en zintuiglijke beperking waarschijnlijk naar de Zorgverzekeringswet. Lees verder > naar inhoudsopgave > 4 WMO INZICHT april 2013 Actueel > vervolg Wmo of Jeugdwet: maakt het verschil? Kansen in preventie en vroegsignalering De verschuiving van de zorg voor kinderen tot 18 jaar van de Wmo naar de Jeugdwet brengt zeker kansen voor de gehandicaptenzorg. Kansen voor preventie en snellere hulpverlening met meer samenhang. Vaak hebben ouders een vermoeden dat er iets niet klopt in de ontwikkeling van hun kind, maar blijft het door de jonge leeftijd bij dit vermoeden. Hoe eerder via onderzoek een diagnose kan worden vastgesteld, hoe sneller ook gestart kan worden met integrale hulp aan het kind. Dit geldt ook voor de begeleiding en ondersteuning van de ouders bij het omgaan met (en accepteren van) de beperking van hun kind. Korte lijnen tussen gemeenten, de jeugdgezondheidszorg of de Centra voor Jeugd en Gezin, het passend onderwijs en gehandicaptenzorgaanbieders vergemakkelijken een goede samenwerking. Hierdoor is het beter mogelijk het kind en de ouders te helpen. Het liefst in een zo vroeg mogelijk stadium. Die samenwerking is ook van belang bij gezinnen waar de ouder of het kind een beperking heeft en waar problemen zijn op het gebied van inkomen, meedoen en opvoeding. Het principe ‘één gezin, één plan, één regisseur’ geeft de gemeente meer mogelijkheden om integraal de hulp daar in te zetten waar deze het meeste effect heeft. Passend onderwijs Voor de gehandicaptenzorg is de verbinding met het passend onderwijs van wezenlijk belang. Kinderen moeten immers klaargestoomd worden voor werk. Of het uiteindelijk begeleid, zelfstandig, betaald of onbetaald werk wordt, vraagt nauwe afstemming en samenwerking tussen gemeente, zorgaanbieders en passend onderwijs. Investeren in onderwijs en leerwerkplekken vanuit dit doel, voorkomt immers dat jongeren de rest van hun leven afhankelijk zijn van een uitkering. Verschillen tussen Wmo en Jeugdwet Hoewel de Jeugdwet zoveel mogelijk probeert aan te sluiten bij de systematiek van de Wmo, zijn er wel verschillen tussen beide wetten. De Jeugdwet kent bijvoorbeeld geen compensatieplicht maar een jeugdhulpplicht of voorzieningenplicht. Gemeenten moeten zorgen dat er voldoende voorzieningen zijn voor het organiseren en leveren van jeugdhulp. Die jeugdhulp is gericht op het gezond en veilig opgroeien naar zelfstandige kinderen die een rol spelen in de maatschappij. Hierbij moet goed aangesloten worden bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Gemeenten (en aanbieders) hebben minder beleidsvrijheid in de Jeugdwet dan in de Wmo. De Jeugdwet stelt meer landelijke eisen aan gemeenten en instellingen. Zo zijn er plannen Moeder van Sophie: “Onze dochter van vijf jaar is ernstig meervoudig gehandicapt. Dankzij de goede thuisondersteuning, het logeerhuis en de dagbehandeling kan ze gewoon bij ons thuis wonen. De mogelijkheid om de draagkracht van ouders te verhogen, is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Mijn zus heeft net als wij een meervoudig gehandicapt kind. Zij moest vijftien jaar geleden haar zoon uit huis laten plaatsen, omdat zij de zorg voor hem en haar gezin destijds niet volhield. Dat heeft een enorme impact gehad, die wij met alle huidige steun hopen te voorkomen.” Lees verder > naar inhoudsopgave > 5 WMO INZICHT april 2013 Actueel > vervolg Wmo of Jeugdwet: maakt het verschil? voor één uniform kwaliteitsregime, met één integraal toezicht door één landelijke inspectie voor de jeugdzorg. Kees had jaren het label ‘probleemjongere’. Ondanks zijn liefdevolle ouders, de betrokkenheid van Jeugdzorg en intensieve gezinstraining, bleek Kees te kwetsbaar voor de druk van zijn ‘vrienden’. Hij was betrokken bij een serie van diefstallen, tot bleek dat hij een licht verstandelijke beperking heeft. Hierdoor kan hij niet goed de gevolgen van zijn acties inschatten en wordt er te makkelijk misbruik van hem gemaakt. Kees wordt nu intensief begeleid op het niveau dat hij aankan en kan binnenkort doorstromen naar een begeleide woonplek. Als zijn verstandelijke beperking eerder was onderkend, hadden waarschijnlijk veel negatieve ervaringen voor Kees én veel schade voor zijn omgeving en de maatschappij kunnen worden voorkomen. Nieuwe groepen voor gemeenten Als de behandeling voor kinderen met een verstandelijke beperking inderdaad ook overgaat naar de gemeentelijke Jeugdwet, betekent dit dat gemeenten ook verantwoordelijk worden voor de behandelzorg in de specialistische kindercentra. Hier krijgen kinderen met een (ernstige) verstandelijke of meervoudige beperking dagbehandeling. De nadruk ligt op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. Meestal zijn de doelen klein, zoals het reageren op muziek of licht. Vaak hebben de kinderen ook lichamelijke zorg nodig en aangepast meubilair. Deze kinderen stromen later veelal door naar de Door goede samenwerking efficiënter, meer preventief en sneller de juiste hulp en ondersteuning bieden zwaardere verblijfszorg in gehandicaptenzorginstellingen. Politiek aan zet Over de precieze invulling van de Jeugdwet en de langdurige zorg zal nog veel debat plaatsvinden in en buiten de Eerste en Tweede Kamer. De uitdaging blijft om door goede samenwerking efficiënter, meer preventief en sneller de juiste hulp en ondersteuning te bieden. De kansen daarop worden des te groter als gemeenten hun nieuwe taken binnen het sociaal domein (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet, passend onderwijs) zoveel mogelijk in samenhang vormgeven. In het ideale geval maakt het dan voor de persoon in kwestie niet uit of hij als 15-jarige begeleiding (Jeugdwet) en speciaal onderwijs (passend onderwijs) of als 22-jarige woonbegeleiding (Wmo) en jobcoaching (Participatiewet) nodig heeft. In alle gevallen valt het onder de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar zullen we het samen moeten doen. Eerst is de politiek aan zet... naar inhoudsopgave >