ZIEKMELDINGSPROCEDURE & WET VERBETERING POORTWACHTER Algemeen Voor werknemers die ziek zijn geworden geldt voor de werkgever een loondoorbetalingsverplichting van twee jaar. Procedure Ziekmeldingen dienen uiterlijk een half uur voor aanvangstijd van de werkzaamheden, maar in ieder geval voor ’s morgens 09.00 uur, te worden doorgegeven aan de direct leidinggevende of aan de directie, met vermelding van de aard van de ziekte, de vermoedelijke duur van de ziekte en het verpleegadres. Indien de arbeidsongeschiktheid in de vakantieperiode intreedt dient dit terstond aan de werkgever gemeld te worden. Arbeidsongeschiktheid in het buitenland dient aan de hand van een officiële medische verklaring te worden aangetoond. De werknemer dient alle maatregelen, waaronder het inroepen van geneeskundige hulp, te nemen die een spoedig herstel bevorderen. Hervatting van de werkzaamheden dient de werknemer één dag daarvoor doch in ieder geval voor 09.00 uur op de eerste werkdag te melden bij de direct leidinggevende en/of de directie. Bij dokters- of tandartsbezoek tijdens werktijd, dient de werknemer de direct leidinggevende hiervan tijdig op de hoogte te stellen. Wanneer de arbeidsongeschiktheid langer gaat duren dan 5 dagen, dan dient de werknemer rekening te houden met de onderstaande procedure die geregeld is in de Wet verbetering Poortwachter. Wet Verbetering Poortwachter Doel van de wet De wet is in werking getreden op 1 april 2002 en heeft tot doel dat de instroom van werknemers in de WIA wordt beperkt. De bedoeling is dat dit wordt gerealiseerd door de werkgever en de werknemer te verplichten aantoonbaar werk te maken van de reïntegratie van zieke werknemers tijdens hun ziekte. De WIA is de Wet werk in inkomen naar arbeidsvermogen en is per 29 december 2005 in de plaats getreden van de WAO. Verplichtingen voor werkgever en werknemer Dit houdt concreet in dat op grond van deze wet werkgever en werknemer overleg dienen te voeren en moeten samenwerken, ook met de Arbodienst of bedrijfsarts, over de reïntegratie van een zieke werknemer. Aangezien de wet verplichtingen schept voor u als werknemer is het van belang de onderstaande regeling goed door te lezen. Melding en passende werkzaamheden Na de eerste ziekmelding, zal de werkgever de ziekmelding binnen vier dagen doorgeven aan de Arbodienst of bedrijfsarts. De werkgever zal onderzoeken of de werknemer (ander) passend werk kan doen. De werknemer dient, wanneer dit wordt aangeboden, binnen twee dagen aan te geven of hij/zij in staat is om dat werk te doen. Indien dit niet het geval is, dient de werknemer de redenen aan te geven waarom niet. Indien de werknemer ten Datum : februari 2006 Versie : 2 Ziekmeldingsprocedure/WvP Pagina 1 van 3 VVVH-arbeidsreglement onrechte weigert (ander) passende werkzaamheden te verrichten kan de werkgever de loondoorbetaling stopzetten. Bij de beoordeling of de werknemer recht heeft op loondoorbetaling, kan de werkgever het medisch advies van de Arbodienst of bedrijfsarts vragen. In de beoordeling moet de werkgever nagaan of de werknemer ziek is en of hij ondanks zijn/haar ziekte in staat is om passende of andere werkzaamheden te verrichten. Indien dit niet het geval is wordt het ziekteverlof verleend en gaan de termijnen uit de Wet verbetering poortwachter lopen. Controlemogelijkheden De werkgever heeft onder de Wet verbetering poortwachter de mogelijkheid om de ziekte van de werknemer te controleren door middel van: - spoedcontrole door de Arbodienst of bedrijfsarts; - gewone controle door de Arbodienst of bedrijfsarts; - vragen van alle inlichtingen aan de werknemer. Second opinion UWV Het kan voorkomen dat werkgever en werknemer van mening verschillen of er sprake is van ziekte. In dat geval zal de werkgever het deskundigenoordeel moeten vragen van de UWV. Indien de werknemer ondanks het deskundig advies van de UWV toch thuis blijft, heeft de werkgever het recht om de loondoorbetaling op te schorten. Tijdschema eerste ziektejaar Eerste ziektedag De eerste ziektedag is het peilmoment voor het begin van het eerste ziektejaar 4e en 5e week: de proleemanalyse, het reïntegratie-advies De werkgever zal de Arbodienst of bedrijfsarts ongeveer in de vierde week van ziekte moeten verzoeken om een probleemanalyse te maken. Deze probleemanalyse moet uiterlijk voor de zesde week van ziekte af zijn. In de probleemanalyse moet de arbo-arts een analyse hebben gemaakt van : - de arbeidsongeschiktheid van de werknemer wegens ziekte; - de arbeidssituatie van de werknemer. Op basis van de analyse maakt de Arbodienst of bedrijfsarts vervolgens een reïntegratie-advies, welk advies gericht is op werkhervatting en herstel van de werknemer. De Arbodienst of bedrijfsarts moet in het reïntegratieadvies aangeven of zij werkhervatting mogelijk acht in de eigen functie, aangepaste functie, andere functie en of dit bij de eigen of bij een andere werkgever mogelijk is. In niet alle ziektegevallen hoeft een probleemanalyse te worden gemaakt. In de volgende gevallen kan een probleemanalyse achterwege gelaten worden of beperkt worden tot een kort advies: - Herstel valt op korte termijn te verwachten: de probleemanalyse kan in dit geval worden uitgesteld. - Herstel is onmogelijk: vanaf het begin af aan is duidelijk dat de werknemer niet meer zal terugkeren op de werkplek. In dat geval hoeft geen probleemanalyse te worden opgesteld. De Arbodienst of bedrijfsarts kan volstaan met een beperkte analyse en advies. 6e t/m 8e week: Plan van aanpak werkgever / werknemer Werkgever en werknemer moeten vervolgens het reïntegratie-advies van de Arbodienst of bedrijfsarts bespreken. Eventueel kunnen zij de Arbodienst of bedrijfsarts vragen om het advies toe te lichten. In dit overleg zullen werkgever en werknemer concrete voorstellen en reintegratie-activiteiten moeten afspreken. Bij het doen van deze voorstellen moet de werkgever altijd uitgaan van die werkzaamheden, die de werknemer met zijn/haar beperkingen nog kan verrichten. Datum : februari 2006 Versie : 2 Ziekmeldingsprocedure/WvP Pagina 2 van 3 VVVH-arbeidsreglement Uiterlijk in de 8e week van de arbeidsongeschiktheid moet schriftelijk een plan van aanpak zijn vastgesteld. Een kopie van dit plan van aanpak wordt verzonden naar de werkgever, de werknemer en de Arbodienst of bedrijfsarts. Door middel van het plan van aanpak is achteraf te controleren of werkgever en werknemer voldoende inspanningen hebben verricht. Let op: het plan van aanpak moet voldoende duidelijk en concreet zijn. Dit betekent dat een doel moet worden geformuleerd, de wijze waarop dit doel wordt bereikt en de termijnen waarbinnen dit gerealiseerd moet worden. Werkgever en werknemer zijn verplicht om het plan van aanpak om de zes weken te evalueren. De werkgever kan hiertoe een case-manager aanstellen die de termijnen en de voortgang van de uitvoering van het plan van aanpak bewaakt. 13e week: ziekmelding bij de UWV In de dertiende week moet de werkgever de arbeidsongeschikte werknemer melden bij het UWV. Het reïntegratieverslag (alle stukken betreffende de reïntegratie die er tot dan toe zijn) dient meegestuurd te worden. Tussen week 46 en week 52 Evaluatiemoment Tijdens dit evaluatiemoment evalueren werkgever en werknemer samen wat er in het eerste ziektejaar is gedaan om de werknemer weer aan het werk te krijgen. Tevens wordt afgesproken wat het reïntegratiedoel in het tweede ziektejaar zal zijn. De uitkomsten hiervan worden schriftelijk vastgelegd. Tijdschema tweede ziektejaar Na 20 maanden ziekte: het reïntegratieverslag Is de werknemer na twintig maanden ziekte nog niet aan de slag? De werkgever stelt dan samen met de werknemer een reïntegratieverslag op. Hierin staat vermeld wat er concreet is gedaan en is bereikt om de werknemer weer aan het werk te krijgen. Het reïntegratieverslag is een uittreksel van het reïntegratiedossier van de werkgever en de Arbodienst of bedrijfsarts. Werkgever en werknemer leggen in het reïntegratiedossier verantwoording af over de gevoerde activiteiten op het gebied van de reïntegratie gericht op herstel en werkhervatting. De Arbodienst of bedrijfsarts zorgt voor de medische en arbeidsdeskundige gegevens in het reïntegratieverslag. In het reïntegratieverslag moet de werknemer zijn eigen visie geven over het achterliggende reïntegratietraject en de inspanningen van de werkgever en de Arbodienst of bedrijfsarts in het eerste en tweede ziektejaar. Binnen 21 maanden zendt de werknemer het reïntegratieverslag samen met de WIA-aanvraag naar het UWV. Indien naar de mening van het UWV de reïntegratie-inspanningen onder de maat zijn gebleven, heeft de UWV de mogelijkheid om sancties op te leggen aan werkgever of aan werknemer. Als het al vroegtijdig duidelijk is dat de werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, en zonder kans op herstel, kan al na drie maanden recht op een WIA-uitkering ontstaan. De loondoorbetalingverplichting van de werkgever loopt nog wel door tot de periode van 104 weken voorbij is. De WIA-uitkering wordt verrekend met de loondoorbetaling. De werkgever betaalt dus alleen het verschil tussen beide. Iedere werknemer dient zich te realiseren dat bij langdurige arbeidsongeschiktheid de bovenstaande regeling geldt, alleen al omdat dit zo in de wet is vastgelegd. Datum : februari 2006 Versie : 2 Ziekmeldingsprocedure/WvP Pagina 3 van 3 VVVH-arbeidsreglement