Slaapzakspelletjes Tarzan

advertisement
SMARTIE SPELFICHE Slaapzakspelletjes Tarzan
Tummy: Lise
Spelers
Aantal spelers: 20
Leeftijd spelers: 10-12 jaar
Groepsverdeler: /
Materiaal


Slaapzakken
Vlag
Activiteit
Op welk moment spelen we dit spel? ’s Avonds
Hoeveel tijd hebben we nodig voor dit spel? 1,5 uur
Wat is het doel van het spel? Ontspannen, je voorbereiden om te gaan slapen.
Regels
(speluitleg)
■
Start
De kinderen komen met hun slaapzak naar een grote zaal.
■
Spelverloop
Er worden verschillende spelletjes gespeeld:

Napoleon: iedereen staat in een kring. 1 persoon loopt rond de kring en heeft een
sjaaltje vast. Ondertussen zingen de mensen in de kring ‘Napoleon Napoleon Napoleon
sta stil…’. Als het liedje gedaan is gaat de persoon die rond de kring loopt tussen 2
mensen in de kring staan. Deze moeten om ter snelste rond de kring lopen en het
sjaaltje proberen pakken. De persoon die het eerste is mag met het sjaaltje rond de
1/3
kring lopen. Het spel begint terug van voor af aan.

Ontrouwe echtgenoot: iedereen zoekt een partner. Je gaat in een kring staan en de
ene persoon gaat op de ander zitten. 1 of 2 mensen blijven alleen. Zij kiezen iemand
van de koppels (degene die onderaan ligt) en knipogen naar deze persoon. Zij moeten
proberen om weg te geraken bij hun partner, en op de persoon die naar hen
geknipoogd heeft te gaan zitten.

Tikkertje: 1 iemand is de tikker en moet proberen de anderen te tikken. Als je getikt
wordt, word jij de tikker.

Blindemannetje: 1 persoon, die in het midden van een kring ligt, moet raden wie van de
andere mensen in de kring op zijn/haar rug is komen liggen. Als de persoon in het
midden verkeerd raadt, moet de persoon wiens naam genoemd is op de persoon in het
midden komen liggen. Het spel gaat verder tot de juiste naam geraden is of tot er een
bepaald aantal personen op de eerste persoon liggen.

Slaapzakkenstrijd: er zijn 2 teams. Als er ‘start’ wordt geroepen, vertrekt er 1 iemand
van elke ploeg. Als ze elkaar tegenkomen moeten ze blad-steen-schaar spelen. De
verliezer moet terug naar zijn team. De winnaar mag op dezelfde manier doorgaan. De
volgende van het team van de verliezer mag vertrekken. Je moet proberen tot bij het
andere team te geraken.

Betogertje: alle kinderen gaan op de grond liggen en houden zich vast aan elkaar. De
ani’s moeten de kinderen zo snel mogelijk uit elkaar proberen te trekken.

Weerworlfje: iedereen zit in een kring en heeft zijn ogen toe. De verteller (één van de
ani’s) duidt bepaalde kinderen in de kring aan die een speciale rol krijgen zoals
weerwolf, Cupido, heks, piepend meisje, ziener, jager, dorpsgek,… De verteller vraagt
aan de weerwolven om wakker te worden en wie ze willen vermoorden. Hierna vraagt
hij aan Cupido om 2 geliefden aan te duiden. Deze mogen wakker worden en elkaar
heel verliefd aankijken. Hierna wordt de heks wakker en mag zij beslissen of ze een
persoon laat leven of laat doodgaan. Iedereen mag wakker worden en er wordt verteld
of er iemand dood is. Nu mag iedereen stemmen op wie ze denken dat de weerwolf is.
De persoon met de meeste stemmen gaat dood. Het spel eindigt als iedereen dood is of
als de weerwolf sterft. Het piepend meisje mag gedurende heel het spel stiekem kijken.
Als de jager dood gaat, mag hij 1 iemand meenemen in zijn graf.

Dode vis: als er dode vis wordt geroepen moeten alle kinderen stil gaan liggen op de
grond. Als een animator ziet dat één van de kinderen beweegt, is dat kind er aan.
Degene die het langst stil kan blijven liggen, wint het spel.

Verhaal met 5 woorden: de kinderen kiezen samen 5 woorden uit. Met deze 5 woorden
moeten de ani’s een verhaal vertellen.

Muzikantje: er wordt een kring gemaakt. 1 iemand moet even naar buiten. Ondertussen
wordt er een muzikant aangeduid. Deze begint een beweging te maken en iedereen
doet de beweging na. De persoon komt terug binnen en moet proberen raden wie de
muzikant is in 3 pogingen.

Telefoontje: De persoon die zijn naam hoort moet zijn handen over zijn oren leggen en
de mensen naast hem moeten 1 hand op hun oor leggen en met de andere hand in hun
neus knijpen (zoals een olifant). Als één van de mensen iets fout doet mogen de
anderen hen zachtjes slaan tot ze het juiste doen. De persoon wiens naam gezegd was,
2/3
zegt nu zelf ik telefoneer naar… (en een naam).
■
Einde
Het zijn allemaal kleine spelletjes. Je stopt wanneer het tijd is om te gaan slapen.
Terrein
Binnen in grote zaal.
Inkleding
Kampthema
Extra
/
3/3
Download