'Global trends in politics and social behaviour' De wereldberoemde politicoloog en filosoof Francis Fukuyama was dinsdag 11 maart te gast bij PwC. Hij gaf daar twee lezingen in het kader van de programma’s die PwC organiseert voor CFO’s en commissarissen. Fukuyama legde in zijn betoog het accent op het functioneren van moderne staten, en toonde zich daarbij bepaald geen groot optimist. Hij waarschuwde bijvoorbeeld voor het zwakker worden van de legitimiteit van de machthebbers in Washington en Brussel. Een moderne staat is gebouwd op drie pijlers Een modern politiek systeem kent drie pijlers. Ten eerste is er sprake van een sterke, neutrale, onpersoonlijke staat (één die niet afhankelijk is van en functioneert dankzij persoonlijke contacten), die in staat is wetgeving af te dwingen en belastingen kan innen. Ten tweede is er sprake van een acceptatie van het recht, van de rechtsorde. De derde pijler bestaat uit instituties die rekenschap afleggen aan alle burgers. Het gaat Fukuyama niet alleen om het bestaan van deze pijlers zonder meer, maar ook om de manier waarop ze zich tot elkaar verhouden en met elkaar in balans zijn. Fukuyama gaat uitgebreid in op China. China is een moderne staat in de zin dat het een sterke, gecentraliseerde, professionele, onpersoonlijke bureaucratie kent. ‘Let wel, Peking kan een land besturen met 1,3 miljard inwoners,’ zegt hij. Het land heeft echter geen sterk ontwikkeld rechtssysteem en heeft dat ook nooit gehad. In de Chinese traditie was immers de keizer allesbepalend. Fukuyama stelt dat de Chinese overheid zich daadwerkelijk wel wat van het volk aantrekt – het is geen meedogenloos regime à la Noord Korea, vindt hij –, maar een traditie en een systeem van accountability ontbreekt. Als China met z’n sterke staat, maar met zijn gebrek aan democratische instituties aan de ene kant van het spectrum staat, dan bevinden de VS zich juist helemaal aan de andere kant: de VS hebben een relatief zwakke centrale staat, maar wel een uitgebreid systeem van tegenmacht en verantwoording (checks & balances). Noord-Europese landen bevinden zich ongeveer in het midden. ‘We try to change Afghanistan into Denmark‘ ‘We proberen landen als Afghanistan en Somalië om te vormen tot Denemarken’, aldus Fukuyama. Hij voegt daar aan toe dat als hij praat over Denemarken hij het niet zozeer heeft over het NoordEuropese land, maar over een soort ‘mythische plaats’, waar een ‘schone’ (niet-corrupte) overheid prima functionerende instituties bestuurt en waar het welvaarspeil hoog is. In goed functionerende staten (zoals Denemarken dus) zijn de pijlers van de moderne staat aanwezig en in balans. Fukuyama legt in zijn betoog veel nadruk op de historische context waarin die pijlers sterker konden worden of juist helemaal ontbreken. De grondleggers van de Verenigde Staten vertaalden hun afkeer van de kolonisator in hun uitgebreide checks & balances; in Engeland werd de macht van de koning tijdens de Glorious Revolution ingeperkt en de Nederlandse Republiek kende al vertegenwoordigende organen. En dus kunnen deze landen bogen op een sterke legalistische traditie. En daarom is het ook nog veel te vroeg om te zeggen dat de Arabische lente is mislukt: ontwikkelingen die al een paar honderd jaar aan de gang zijn in het ene land, zijn niet van de ene op de andere dag geregeld in een heel ander land. PwC Commissarissenontmoetingn – 11 maart 2013 'Global trends in politics and social behaviour’ met professor Francis Fukuyama Staten zijn niet statisch Fukuyama benadrukt dat een systeem niet statisch is. Alles kan verschuiven in een land, dus ook in China. In andere landen is een opkomende middenklasse de drijvende kracht achter hervormingen. In China is het afwachten of deze sociale groep actie wil en kan ondernemen. Bovendien kan een bestaand politiek systeem in verval raken. In het buitengewoon gepolariseerde politieke klimaat van de VS verlammen de checks & balances de politieke besluitvorming. ‘We leven in een vetocratie,’ aldus Fukuyama. ‘Een meerderheid wil hervormingen en een minderheid spreekt een veto uit.’ Hij waarschuwt voor de gevolgen van steeds verdere participatie in en transparantie van het politieke proces, omdat dit de legitimiteit van regeringen kan ondermijnen. Regeren vereist leiderschap en het nemen van beslissingen. Als alles transparant is, is er bijna geen ruimte meer voor beraadslagingen en overwegingen. In het Amerikaanse congres praten mensen niet meer met elkaar. Ze praten alleen op televisie.’ Volgens Fukuyama leidt dit uiteindelijk tot wantrouwen tegenover de overheid en een verzwakte legitimiteit. Professor Fukuyma benadrukte dat zijn perspectief Amerikaans is, maar hij ziet soortgelijke ontwikkelingen in de Europese Unie. ‘Het systeem in de EU lijkt in toenemende mate op het Amerikaanse systeem van checks & balances. Er is een ontwikkeling aan de gang naar een regeringsvorm met meer lagen, waarop verschillende partijen op alle niveaus invloed uitoefenen, en waar een heleboel dubbele wetgeving ontstaat.’ En: ‘De Europese Unie lijkt te sterk te zijn als het gaat om hele gedetailleerde regelgeving op deelgebieden, die irritatie en wantrouwen bij burgers oproepen. Tegelijkertijd is de EU te zwak op andere terreinen, zoals een gemeenschappelijke begrotingspolitiek.’ Hij waarschuwt ook voor een gebrek aan Europese cohesie. ‘De geschiedenis leert dat elke staatkundige entiteit een niveau van cohesie en consensus behoeft. Ik betwijfel of dat in Europa wordt bereikt.’ Desgevraagd zegt hij niet een gemakkelijke manier – ‘een refresh button’ – te kennen om die problemen aan te pakken. ‘Ik weet geen andere oplossing dan een externe schok. We hadden een financiële crisis in 2008, maar ik denk dat die niet sterk genoeg is geweest om dingen daadwerkelijk te veranderen.’ Internationale samenwerking is ook nauwelijks een oplossing Fukuyama toont zich ook niet erg optimistisch over de effectiviteit van supranationale organen. ‘Een goede innovatie was de G20. Maar op een bepaald moment kwam de vraag op of de G20 geen permanent secretariaat zouden moeten hebben. Een heleboel mensen waren daar fel tegen. Ik ook, want dit soort secretariaten hebben de neiging ongebreideld te groeien.’ Hij zegt te geloven in kleine organisaties die in coalities aan verschillende onderwerpen werken. ‘Hoe informeler, hoe beter.’ Om daar onmiddellijk aan toe te voegen dat dit soort gelegenheidscoalities geen oplossing zullen weten te bedenken voor mondiale problemen als klimaatverandering. Daar weet hij geen oplossing voor: ‘I don’t know what to do about it.’ PwC Commissarissenontmoetingn – 11 maart 2013 'Global trends in politics and social behaviour’ met professor Francis Fukuyama