TOETSSTOF HOOFDSTUK 2 KLAS 1 1. Notennamen: c, d, e, f en g (zie kopie in de les uitgedeeld) 2. Rusten (vraag 13; nagekeken in de les) 3. Begrippen o cover = een bestaande hit die opnieuw uitgebracht wordt, vaak in een andere sound o canon = een muziekstuk dat meerstemmig wordt, doordat eenzelfde melodie door verschillende stemmen of instrumenten kort na elkaar wordt ingezet o couplet = onderdeel van een song, in een volgend couplet blijft de melodie hetzelfde, maar is de tekst nieuw o refrein = onderdeel van een song, bij herhaling blijven tekst en melodie onveranderd 4. Herhaling in de muziek In de muziek kan bijna alles herhaald worden. Je kunt een toon herhalen, een melodie, een couplet, een refrein en nog veel meer. Je zou denken dat een componist iets herhaalt omdat hij het leuk vindt. Dat speelt natuurlijk ook wel een rol, maar hij gebruikt herhaling vooral om vorm te geven aan een muziekstuk. Een compositie klinkt pas logisch en herkenbaar als de vorm goed is. Bijvoorbeeld: een song bestaat al gauw uit meer dan 250 noten. Die kun je alleen onthouden als er herkenbare melodieën van zijn gemaakt en als er herhalingen in voorkomen. In Afrikaanse muziek komen vaker herhalingen voor dan in westerse muziek. 5. Terug in de tijd (ook vraag 23, 24, 25) De negentiende eeuw In de negentiende eeuw beluisterde je muziek in de concertzaal en in de kerk. En soms stond er in de stad of in de kroeg wel eens muzikanten te spelen. Maar verder viel er niet veel muziek te horen. Muziek opnieuw beluisteren was heel moeilijk. Cd’s, mp3’s en iPods waren immer nog niet uitgevonden. Een oplossing was om zelf een instrument te leren bespelen. En dat deden veel mensen. Vooral de piano was populair. De mensen die naar een concert gingen konden de melodieën vaak wel onthouden. Componisten pasten namelijk veel herhalingen toe in hun werken. De Bruiloftsmars (klik op ‘Bruiloftmars’ dan kun je deze muziek nog een keer beluisteren) van de Duitse componist Felix MendelssohnBartholdy (1809 – 1847). Linken naar muziekwerken van Felix Mendelssohn-Bartholdy o Symphonie nr. 4 in a klein opus 90 o Scherzo opus 20 Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809 – 1847) o Psalm 42 Hij componeerde muziek bij het toneelstuk een Midzomernachtsdroom van de Engelse schrijver William Shakespeare. De Bruiloftsmars is daar een deel van. Het verhaal is een sprookjesachtige soap, waarin uiteindelijk drie stellen gaan trouwen. Als het eindelijk zo ver is, klinkt de bekende “bruiloftsmars’’. William Shakespeare Franz Liszt In de negentiende eeuw gingen mensen vaak naar concerten. Zeker als er een beroemde pianist optrad. Franz Liszt (1811 – 1886) was zo’n beroemde pianist. Hij gaf veel concerten, maar daarnaast gaf hij ook pianolessen. Dat vond hij belangrijk. Van zijn ruim vierhonderd leerlingen heeft hij nooit een cent lesgeld willen aannemen. De meeste pianostukken die hij zelf speelde, had hij zelf gecomponeerd. Ze waren zo moeilijk en vol fantasie, dat het publiek ademloos toekeek en luisterde. Wat hij speelde, leek bijna onmogelijk. Liszt bewerkte ook muziek van collegacomponisten. Zo gebruikte hij de muziek van de Midzomernachtsdroom van Mendelssohn. Veel mensen kenden dat stuk wel, maar Liszt speelde het op een heel bijzondere manier. Linken naar muziekwerken van Franz Liszt o Hongaarse Rhapsodie nr. 2 o Liebestraum o Concert Etude nr.3 6. De piano Vraag 30 en 31