Tijd voor de ziel - Alumni KU Leuven

advertisement
Tijd voor de ziel. Psychotherapie als bron van inspiratie
Mia Leijssen
Lezing Universiteit derde leeftijd. Leuven, 5 mei 2009
Samenvatting
Spirituele malaise en achteruitgang van hogere waarden in een cultuur zijn mede oorzaak van
veel problemen zoals depressie, angst, verslavingen, agressie. Onder psychotherapeuten groeit
de overtuiging dat psychotherapie zich niet alleen dient te richten op de psychologische
dimensie, maar ook op de spirituele malaise die mede oorzaak is van veel problemen.
Cliënten komen bovendien met grote levensvragen naar zin en betekenis – wat in wezen een
spirituele zoektocht is – steeds vaker naar de psychotherapeut. In de hedendaagse westerse
samenleving is dit te begrijpen vanuit een verschuiving in religieus bewustzijn, waarbij de
‘inspiratie’ minder via kerkelijke tradities doorgegeven wordt, maar de psychologische
invalshoek meer terrein wint. Hierin wordt de relatie met transpersoonlijke niveaus van
bewustzijn beklemtoond. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat psychotherapie een vorm
van herbronning kan zijn die bijdraagt aan het ontwikkelen van spiritualiteit. Men spreekt
over ‘Spiritueel georiënteerde psychotherapie’ om aan te geven dat de therapeut niet alleen de
spiritualiteit van cliënten accepteert, maar hen ook actief helpt om hun spiritualiteit te
versterken.
Spiritualiteit kan op vele manieren gedefinieerd worden.
1. De persoon ervaart een transcendente dimensie, die beschouwd wordt als Spirit, Ziel, het
ware Zelf, een Zelfoverstijgend Principe, het Goddelijke, het Universele, het Kosmische. Dit
kenmerk raakt de kern van het begrip spiritualiteit, waarbij het gaat om een beweging naar
binnen, gevoeld als inspiratie of bezieling, en een beweging naar buiten, gevoeld
verbondenheid met een groter geheel of contact met het zelfoverstijgende.
2. Het leven krijgt betekenis en zin vanuit de authenticiteit waarmee het geleefd wordt.
3. De persoon voelt zich geroepen het beste van zichzelf te investeren in dit leven.
4. De sacraliteit van het leven nodigt uit tot verwondering en eerbied.
5. Tragiek, pijn, lijden en dood worden gezien als behorend tot het leven.
6. Lijden van anderen roept op tot dienstbaarheid, de ervaring van deel te zijn van een groter
geheel wekt sociale rechtvaardigheid.
Religie en spiritualiteit vallen niet noodzakelijk samen. Religieus zijn suggereert het behoren
tot een religieuze traditie die men ook praktiseert. Spiritueel zijn suggereert een persoonlijke
betrokkenheid bij een proces van innerlijke ontwikkeling dat al ons doen en laten bepaalt.
Soms zullen het religieuze en het spirituele samenvallen wanneer authentiek geloof iemands
spiritualiteit vormgeeft. Niettemin is niet ieder religieus mens ook spiritueel, en niet ieder
spiritueel mens religieus.
Spiritualiteit kan een antwoord zijn op problemen in een multiculturele samenleving omdat
spiritualiteit niet zozeer resultaat is van behoren tot een bepaalde religieuze traditie, als wel
een authentieke expressie van iemands ziel. Een therapeut met aandacht voor het spirituele
blijft echter in de eerste plaats een psychotherapeut die de verantwoordelijkheid draagt om
recht te doen aan de problematiek waarmee de cliënt kampt. Dat is het belangrijkste verschil
tussen psychotherapeuten en andere zielzorgers zoals pastorale werkers. De beroepsgroep die
een specifieke religie vertegenwoordigt, zal de levensvragen van cliënten meer beantwoorden
vanuit inhouden die voorhanden zijn in die religieuze traditie. Een spiritueel georiënteerde
therapeut zal echter geen inhoudelijke antwoorden geven op vragen naar zin en betekenis, wel
het proces faciliteren waarmee de cliënt het spirituele gebied kan betreden.
De spiritueel georiënteerde psychotherapeut benadert lijden met behulp van exploratie,
voeding en heling van de ziel. Met de term ziel, goddelijke vonk, spirit, of het Zelf wordt
verwezen naar het transcendent bewustzijn; een onzichtbaar organiserend en vormgevend
principe in het individuele leven. Cliënten worden in spiritueel georiënteerde therapie
geholpen om de eigen goddelijke vonk en de basis die er de bron van is, te herkennen en te
testen uitgaande van de eigen ervaring. De ziel is rechtstreeks te ervaren als een soort
lichamelijk gevoelde vibratie en ze is verder te verkennen door innerlijke reflectie, intuïtie en
verbeelding.
Psychotherapie is ‘tijd voor de ziel’. De Griekse taal onderscheidt ‘chronos’ van ‘kairos’.
Chronos is de tijd die te meten is, een kalendertijd, een kloktijd. De lineaire tijd is ‘chronos’
genoemd naar de Griekse god die zijn kinderen opat zodra ze geboren waren. ‘Kairos’ echter
heeft een heel ander karakter. Dat is de tijd die kan stilstaan, of die we uit het oog verliezen,
omdat we opgaan in wat ons bezielt, of helemaal in het nu opgenomen zijn. Alles wat we met
‘hart en ziel’ doen, wat ons boeit, wat ons het gevoel geeft in harmonie te zijn met onszelf,
vindt plaats in kairos. Het is de tijd waarin de ziel gevoed wordt. Het is de tijd waarin we
loskomen van stress en opgelegde patronen, inspiratie en creativiteit vinden. Kairos is ook de
gunstige tijd, het rijpe moment waarop ‘de appel van de boom valt’, het moment dat ‘de tijd
gekomen is’ om het kind te baren, maar ook om te sterven.
In onze samenleving valt ‘tijd’ vrijwel geheel samen met ‘chronos’. De verenging tot wat
logisch lineair te meten is, heeft zich over vele domeinen uitgespreid. Nochtans handelde
psychologie vroeger - getrouw aan het Griekse woord ‘psyche’ dat ziel betekent - over de aard
en de eigenschappen van de menselijke ziel. De mythe van Psyche is een verhaal over de
groei van de ziel, dat begon met het besluit van Psyche om de waarheid onder ogen te zien.
In de lezing wordt geïllustreerd hoe psychotherapie ‘tijd voor de ziel’ kan zijn. Aandacht voor
wat in het huidige moment aanwezig is, verhoogt de gevoeligheid voor sacrale ervaringen en
bevordert zodoende spiritualiteit. Ieder moment van het bestaan kan heilig worden door
aandacht te geven aan de ziel. Momenten van bezieling zijn bijvoorbeeld te vinden in
hartverwarmende ontmoetingen; appreciatie voor natuur en kunst; activiteiten waarin de
persoon helemaal kan opgaan; rustig genieten; voeling met de eigen innerlijke wijsheid; alles
wat het leven verrijkt en verdiept. Ook problemen, nare dingen of een crisis kunnen sacrale
ervaringen worden wanneer ze de verbinding met de ziel herstellen. Ze hebben om te
beginnen al de kracht om oppervlakkige leegte en onverschilligheid te doorbreken. Ze houden
vaak een oproep in om zich te bezinnen over de levenswandel en nieuwe wegen in te slaan.
Levensbedreigende omstandigheden kunnen soms ook (opnieuw) het beste in mensen naar
boven halen en de aandacht vestigen op wat wezenlijk is. Sacrale ervaringen zijn te situeren
op een continuüm van intensiteit, beginnend bij opmerkzaamheid in het dagelijkse leven, over
piekervaringen die belangrijke veranderingen veroorzaken, tot numineuze ervaringen en
mystieke ontmoetingen die oproepen tot nieuw leven.
Verder wordt er aangegeven hoe verschillende voorkeurpaden waarmee mensen hun ziel
uitdrukken, in therapie gevaloriseerd worden. Zo kunnen cliënten hun spiritualiteit o.a.
beleven via denken en zelfonderzoek of het pad van inzicht en wijsheid, via gevoel of leven
vanuit het hart; door middel van activiteit of het pad van het handelen; door middel van stilte
of het pad van spirituele oefeningen.
Bewustwording van het transcendente veronderstelt een rustige geest en naar binnen gerichte
aandacht. In therapie worden soms methoden aangereikt om de potentiële rijkdommen van de
innerlijke wereld te verkennen. In de lezing krijgt de introspectieve discipline ‘focusing’ extra
aandacht. Daarbij introduceert men een nieuwe ontwikkeling in bewustzijn door de aandacht
naar het centrum van het lichaam te brengen in plaats van in het mentale te gaan. Door te
speuren naar de ‘gevoelde betekenis’ van een situatie kunnen zich ervaringen aandienen die
een geheel nieuw licht werpen op de problematiek. ‘Focusing’ kan leiden tot een uitbreiding
van iemands ervaringsgebied. Contact maken met een lichamelijk gevoelde betekenis is
contact maken met iets dat groter is dan het kleine zelf. Wat er komt is deel van de persoon en
toch veel groter; er is een ‘gevoelde aanwezigheid’ die het zelf overstijgt. Focusing kan
toegang geven tot bronnen in het universum, het is het lichamelijk gevoelde besef dat er iets
groter is waarmee we verbonden zijn. Deze zelfoverstijgende realiteit kan vele namen krijgen.
De therapeut kan nog andere landkaarten aanbieden om cliënten te oriënteren in het spirituele
terrein. Het zelfgevoel van mensen zich kan ontwikkelen over verschillende dimensies van
bestaan: de fysieke, de sociale, de psychische, de spirituele dimensie. Over- of
onderinvestering in een dimensie leidt tot problemen. Een optimaal leven is gekenmerkt door
een evenwicht in die dimensies, waarbij de deugd het midden is tussen twee uitersten.
Therapie besteedt ook aandacht aan rituelen. Kleine rituelen die ingaan tegen de devaluatie
van het dagelijks bestaan, grote rituelen die belangrijke gebeurtenissen markeren en helpen
om overgangen in het leven te maken.
Als therapie ‘helen op zielsniveau’ wordt, kan het leven zinvoller worden, doordat er
betekenis en doelen ontstaan die men van binnenuit herkent als waarachtig en er toenemende
openheid komt voor wat het ‘ik’ overstijgt. Therapie kan zo bijdragen aan de ontwikkeling
van een leven waarvan iemand met hart en ziel kan houden.
Als illustratie worden er tot slot nog enkele elementen belicht die onderdeel kunnen zijn van
een ‘zielzorgprogramma’ waarmee het dagelijks leven meer zin en diepgang krijgt.
Download