Document

advertisement
Spiritueel georiënteerde
psychotherapie
22 november 2007 Geel
Mia Leijssen
Psychotherapeut en Hoogleraar aan de K.U.Leuven in het
Departement Psychologie.
[email protected]
I. Inleiding
20jaar geleden ondenkbaar!



Onderzoeksevidentie
Cruciale ontbreekt
Betekenis van ‘mens zijn’
Maslov
 Basisbehoeften:
fysieke overleving, voedsel,
onderdak, veiligheid en sociale relaties
 Hogere
behoeften, ‘zijnswaarden’:
waarheid, schoonheid, goedheid en liefde
 Metapathologie: depressie, angst,
rusteloosheid, eetstoornissen, geweld
Nieuwe fase van
religieus bewustzijn
 ‘Inspiratie’
wordt minder
doorgegeven via kerkelijke tradities
 Psychologische invalshoek wint meer
terrein: relatie – zelfs dialoog – met
transpersoonlijke niveaus van
bewustzijn
 Chronos:
meetbare tijd
 Kairos: tijd waarin de ziel gevoed
wordt
 Leijssen,
M. (2007). Tijd voor de
ziel. Tielt: Lannoo.
Spiritueel georiënteerde psychotherapie
 Therapeut
helpt actief om
spiritualiteit van cliënt te versterken
 Lijden wordt benaderd met behulp
van exploratie, voeding en heling van
de ziel
Spiritualiteit
Ervaring van een transcendente dimensie.
2. Leven krijgt betekenis en zin vanuit de
authenticiteit waarmee het geleefd wordt.
3. Geroepen het beste van zichzelf te
investeren.
4. Sacraliteit van het leven nodigt uit tot
verwondering en eerbied.
5. Tragiek, pijn, lijden en dood behoren tot
het leven.
6. Lijden van anderen roept op tot
dienstbaarheid, ervaring deel te zijn van
een groter geheel wekt sociale
rechtvaardigheid.
1.
Spiritualiteit – Religie
“Religieus zijn suggereert het behoren
tot een religieuze traditie die men
ook praktiseert. Spiritueel zijn
suggereert een persoonlijke
betrokkenheid bij een proces van
innerlijke ontwikkeling dat al ons
doen en laten bepaalt.” Teasdale (2001)
Spiritualiteit: meer in de persoonlijke
sfeer; ervaring van verbondenheid met
zelfoverstijgende, groter geheel
 Religie: expressie meer met anderen
gedeeld; collectieve erediensten ‘godgecentreerd’ . Inhoud: door God gegeven
 Onderscheid vervalt in domein van
(toegang tot) expressie van ervaringen:
spirituele oefeningen, rituelen, metaforen

Verschil:
psychotherapeut – andere ‘zielzorgers’
 Expert:
proces – inhoud
 Te kaderen in:
problematiek/existentiële crisis –
geloofscrisis
II. Tijdloze filosofie
 Stellingen
over de realiteit en de
aard van de mens
 Inzichten al eeuwen lang over gans
de wereld door beoefenaars van
spiritualiteit geformuleerd, op basis
van steeds weerkerende observaties
en ervaringen
Transcendente werkelijkheid
 Alledaagse
werkelijkheid:
waarneembaar doorheen de
zintuigen, te objectiveren
 Subtielere werkelijkheid: niet
zichtbaar, niet begrensd, indirect te
kennen via innerlijke reflectie
 ‘Meta-fysica’
Ziel
 Transcendent
bewustzijn, Zelf, Spirit,
Boeddha, goddelijke vonk…
 Organiserend en vormgevend
principe
 Persoonsgebonden en
transpersoonlijk
 Mystieke dimensie van menselijke
beleving
 ‘Heel-ing’
Rechtstreekse ervaring
 Lichamelijk
gevoelde vibratie
 Geraakt zijn, verwondering,
ontroering, vreugde, ontzag, diepte,
verbondenheid
 Aandacht en oefening
 Opmerkzaamheid, waakzaamheid
 Volheid van het nu-moment
 Geen
intellectuele theorie
 Innerlijk weten
 ‘Gnosis’: kennis van het hart,
intuïtief weten, kennen door
observatie of ervaring
III. Sacrale ervaringen
 Bestaan
wordt ‘heilig’ door aandacht
te geven aan de ziel
 Momenten van bezieling zijn overal
te vinden
 Ook problemen of crisis kunnen
verbinding met ziel herstellen
 Zorgzaam omgaan met vertrouwen
van cliënt maakt van therapie een
sacrale ervaring
Sacrale ervaringen
continuüm van intensiteit
Lage intensiteit: eruit springende
ervaringen
 Middelmatige intensiteit: piekervaringen
 Hoge intensiteit: numineuze ervaringen en
mystieke ontmoetingen

IV. De ziel uitnodigen
 Condities
creëren
 Expliciete stimulansen geven
Aansluiten bij
Voorkeurpaden van spiritualiteit
1.
2.
3.
4.
Denken; pad van inzicht en wijsheid
Gevoel; pad van het hart/lichaam
Activiteit; pad van het handelen
Stilte; pad van spirituele oefeningen
Verschillende vormen zijn onderling
verbonden
Toegang tot de ziel vinden
 Spirituele
‘voelsprieten’
Casus vliegangst
 Vragen
naar:
 Bronnen
 Bestemming
 Dieptepunten
 Transformatiemomenten
Aandacht voor subtielere lichamelijk
gevoelde wereld van bewustzijn:
FOCUSING
Casus
 Ernstige jeugdtrauma’s
 Elke ochtend in paniek wakker
Focusing
uitbreiding van het ervaringsgebied
 Lichamelijk
gevoelde betekenis
 Zelfoverstijgend
 Toegang tot bronnen in universum
 Zelfoverstijgende realiteit kan vele
namen krijgen
Vergelijkbare introspectieve disciplines
 Niet-veroordelend
gericht blijven op
wat hier-en-nu te ervaren is in het
lichaam: gedachten, gevoelens,
sensaties…

Bijvoorbeeld: Mindfulness
Landkaarten om het sacrale te vinden
Casus: Faalangst
Fysieke dimensie: ‘kunnen’
 Sociale dimensie: ‘moeten’
 Psychische dimensie: ‘willen’
 Spirituele dimensie: ‘mogen’

Therapeutische relatie
als sacrale ruimte
mededogen
 Aanvaarding, liefdevolle aandacht
 Echtheid, het juiste spreken en
handelen
 Empathie,
‘I-Thou relationship’
 Diepe
(Buber)
momenten van ontmoeting
 “Waar twee of meer verenigd zijn in
mijn naam, ben ik in hun midden.”
 Zelfoverstijgende ervaring
Zielzorgprogramma
Dromen: ‘gewone’ en ‘grote’ dromen
 Synchroniciteit: zinvolle coïncidentie van
gebeurtenissen
 Rituelen: verbinding, transformatie
 Verschil magie, bijgeloof
 Lichaamswerk: het lichaam is spiritueel,
anders is het een lijk
 Wetmatigheden in de kosmos die we (nog)
niet kennen.

V. Besluit
Persoonlijke kant: spirituele autobiografie
 Leven op verschillende lagen van
bewustzijn
 Multiculturele samenleving: Wat is
authentieke expressie van iemands ziel?
 Overleving van de menselijke soort?
Zijnswaarden

Download