Het menselijk tekort WILMA DE REK − 03/03/12, 00:00 Waar is Friso? Ik bedoel niet zijn lichaam, dat schijnt dit weekeinde naar Londen te worden vervoerd. Maar Friso zelf? De man, de persoon, het 'ik'? Zijn bewustzijn? Het antwoord op die vraag weet niemand. Misschien zit hij opgesloten in zijn hoofd en bonkt hij wanhopig tegen zijn schedel: laat me eruit! Of zweeft hij meters boven zichzelf, met om zijn mond de wijze glimlach van iemand die nu alles weet. Onder hem ziet hij zijn geliefden, ze staan huilend rond een bed. Vergeet die man in dat bed, roept hij, ik ben hier. Maar ze horen hem niet. Volgens Plato (427-347 v. Chr.) is het 'ik' geen lichaam, maar een ziel. Die ziel is onsterfelijk en zit in het lichaam gevangen. Pas als het lichaam sterft, is de ziel vrij. Leve de dood. René Descartes (1596-1650), vader van de moderne filosofie, was de man die lichaam en geest rigoureus van elkaar scheidde. Descartes zag het lichaam als een uurwerk, een machine waarin alle onderdelen keurig hun taakje verrichten. Gaat een onderdeel stuk, dan kun je het repareren. Naar het antwoord op vraag waar de ziel zetelt, wat het 'ik' is en hoe bewustzijn ontstaat, wordt ook in onze tijd volop gezocht. Daarbij tekent zich een tweedeling af tussen de harde wetenschappers en de zachte. De harde wetenschappers zijn de mannen die hun blikveld beperken tot het menselijk brein. Van de ziel moeten ze niet veel hebben. 'Ik heb nog geen goed argument gehoord tegen mijn simpele conclusie dat de 'geest' het resultaat is van het functioneren van onze 100 miljard hersencellen, en de 'ziel' een misverstand', schrijft hersenonderzoeker Dick Swaab in zijn bestseller Wij zijn ons brein (2010). Dat het begrip 'ziel' in alle tijden en in alle culturen voorkomt, is volgens Swaab slechts gebaseerd op 'de angst van de mens voor de dood, de wens overleden geliefden terug te zien en het misplaatste, arrogante idee dat wij zo belangrijk zouden zijn dat er wel iets van ons móét overblijven na het overlijden.' Eveneens in 2010 verscheen Het zelf wordt zich bewust van de Portugese hoogleraar neurowetenschap Antonio Damasio. Net zoals emoties of bewegingen biologisch verklaard kunnen worden, kan bewustzijn dat volgens Damasio ook. In 1994 maakte hij met zijn boek De vergissing van Descartes al duidelijk hoe hij over de scheiding van lichaam en geest denkt: onzin. Dat de geest een mysterieus verschijnsel is, wil volgens Damasio niet zeggen dat het mysterie onoplosbaar is. Zijn laatste boek draait om twee vragen: hoe construeren de hersenen een geest, en vervolgens: hoe maken die hersenen de geest bewust? Wanneer je aan Damasio of Swaab zou vragen waar Friso nu is, luidt het antwoord vermoedelijk: nergens. Van patiënten in coma mogen we, schrijft Damasio, 'op basis van het waarneembare gedrag redelijkerwijs aannemen dat geest en zelf afwezig zijn'. De zachte wetenschappers vind je onder meer onder een groeiende groep filosofen en psychologen die zich verzetten tegen de aanname dat alles in het brein vastligt en dat de rest van de mens zich daar maar bij heeft neer te leggen. Niet toevallig is 'de ziel' het thema van de Maand van de Filosofie die over vier weken begint. Tijdens de Nacht van de Filosofie op 13 april, het hoogtepunt van die maand, wordt gesproken over zaken als zielsverwantschap, de dierenziel, de oosterse ziel, de ziel van Nederland. Dick Swaab komt ook; hij gaat in debat met filosoof Bert Keizer. Ik hoop dat het geen wedstrijdje wordt tussen twee kampen die overtuigd zijn van hun eigen gelijk. Het is helemaal niet erg om sommige dingen (nog) niet zeker te weten.