4.1 De romeinen trekken zich terug!

advertisement
Geschiedenis
4.1 De romeinen trekken zich terug!
Nadat keizer Constantijn de Grote zich tot het christendom bekeerde, werd al snel in de vierde
eeuw het Romeinse Rijk christelijk. Rome werd de hoofdstad van de kerk. In het oosten bouwde
Constantijn vanaf 324 een nieuwe christelijke stad; Constantinopel.
Volksverhuizingen
Vanaf de vierde eeuw zat het Romeinse Rijk in de problemen. De Hunnen trokken vanuit Azië het
Romeinse Rijk binnen op zoek naar nieuwe weide en akkergronden, een milder klimaat en meer
rijkdom. Sommige Germaanse stammen sloegen op de vlucht voor de Hunnen. Ze zochten een
nieuw onderkomen binnen het Romeinse Rijk. Het was de tijd van Volksverhuizingen. Het
romeinse leger was hier niet tegen opgewassen.
395 n. C. splitsing Romeinse Rijk!
West-Romeinse Rijk
Rome
Oost-Romeinse Rijk
(395 – 476)
(395 – 1453)
Ondergegaan door:
1. Slecht bestuurd door de regering.
2. Zwak leger tijdens de periode van Volksverhuizingen.
Gevolgen:
1. Europa viel uiteen in verschillende Germaanse staatjes, die vaak oorlog met elkaar
voerden.
2. Minder handel over lange afstand.



Gevaar van rovers.
Geen onderhoud van wegen en bruggen.
Geplunderde steden.
3. Europa werd weer een agrarische samenleving.
Alleen ruilhandel/geen geldeconomie meer.
Constantinopel
Geschiedenis
Het Frankische rijk
Clovis (481 – 511)
Clovis was een Frankische krijgsheer uit de familie van de Merovingen. Eerst beheerste hij maar
een klein gebied maar door de veroveringen op andere krijgsheren slaagde hij erin om grote delen
van Frankrijk (Gallië) te veroveren. In 498 bekeerde hij zich tot het christendom. Hierna kreeg hij
erg veel steun van de paus en andere christenen. Het rijk van Clovis was het begin van het
Frankische rijk.
Karel de grote (768 – 814)
Karel de Grote heeft vrijwel heel West-Europa onder zijn
leiding verenigd. In 800 kroonde de paus hem tot keizer. Hij
was een erg goede bestuurder. Hij legde de basis voor het
leenstelsel en zorgde voor controle op het bestuur. Ook
voerde hij een munt in om eenheid in zijn rijk te krijgen. Hij
deed veel voor de verspreiding van het christendom. Hij liet
bijvoorbeeld de Friezen en de Saksen bekeren. Ook deed hij
erg veel voor de wetenschap en het onderwijs.
Hij verzamelde de belangrijkste
geleerden aan zijn hof, die ervoor
zorgden dat veel oude kennis uit
de tijd van de Grieken en de
Romeinen bewaard bleef. Oude
boeken werden bijvoorbeeld
over geschreven.
Hij liet scholen stichten in kerken
en kloosters, waar ook nietgeestelijken toegang kregen.
Proefwerkvragen:
1. Noem twee gevolgen van de ondergang van het West-Romeinse Rijk.
1 Europa werd een agrarische samenleving.
2 Er kwam minder handel over lange afstand.
2. Waar waren de Hunnen naar op zoek?
Ze zochten rijkdom, een milder klimaat en weide en akkergronden.
3. Waarom liet Karel de Grote oude boeken overschrijven?
Zodat oude kennis bewaard bleef.
4. Welk begrip hoort bij de beschrijving: “Een machthebber die via oorlogen zijn gebied
probeert te vergroten”?
Een krijgsheer.
Download