BIJLAGE: EEN IOP MAKEN EN BIJSTELLEN * Inleiding Het Individueel Opleidings Programma (IOP) is een hulpmiddel om je leerproces te structureren en te vergemakkelijken. In een IOP beschrijf je een beperkt aantal persoonlijke leerdoelen waaraan je wilt werken in je opleiding tot huisarts. Daarnaast beschrijf je hoe je aan die doelen wilt werken en hoe je wilt toetsen dat de leerdoelen zijn gehaald. De doelen van je IOP ontleen je aan de eindtermen en de competentieprofielen van de huisartsopleiding; die zijn echter nogal breed geformuleerd. Binnen deze eindtermen en competenties bestaat daardoor de mogelijkheid om eigen doelen te formuleren en eigen accenten te leggen. Die doelen kunnen betrekking hebben op zowel kennis, vaardigheden, beleving als beroepshouding. De bedoeling is om te komen tot een persoonlijke leeragenda naast de leeragenda die voortkomt uit de algemene praktijkopdrachten en het algemene onderwijs. Er worden verschillend bronnen aangeboden om materiaal te krijgen voor zo'n agenda en er wordt een methode gesuggereerd om dit materiaal te bewerken. Door gedurende het blok het IOP bij de hand te nemen, behaalde doelen af te strepen en nieuwe doelen toe te voegen, ontstaat een 'levend' document, dat nuttig kan zijn bij het leren. Het IOP wordt in de eerste maand van de opleiding door de aios opgesteld en minstens driemaandelijks aangepast nadat de formele voortgangsgesprekken gevoerd zijn met opleider en begeleider. Bronnen Ter oriëntatie kun je te rade gaan bij de volgende bronnen: Het Rotterdamse opleidingsplan biedt een verdere concretisering van eindtermen en kerncompetenties betreffende het eerste studiejaar Eigen persoonlijke of professionele ervaringen; deze kunnen handvatten geven om eigen doelen te formuleren. Kennismaking op de stageplaats en raadplegen van de opleider geeft een indruk van de lokale mogelijkheden Collega aios en medewerkers in de praktijk kunnen je nuttige feedback bieden DARTN Methode Een goede methode om een IOP concreet te maken is de DARTN methode. Eigenlijk is dit een soort van opdrachtomschrijving. Je maakt dan van het IOP een verzameling opdrachten aan jezelf. DARTN is een acroniem voor: DDoel van de opdracht: wat wil je leren, maar ook waarom? AActiviteiten die voor de opdracht uitgevoerd moeten worden RResultaat, in een fysiek "tastbare" vorm, na afloop van de opdracht, maar ook: wanneer ben je klaar? TTijd die de opdracht gaat kosten NNabespreking (cq toetsing / feedback) van de opdracht (wie, wat, waar, hoe ?) Het formuleren als DARTN heeft talrijke voordelen. Zo is het een gemakkelijk te onthouden systeem, dat dwingt tot het formuleren van alle belangrijke onderdelen van een opdracht. Het bevordert daardoor de compleetheid van een opdracht. Daarnaast dwingt een DARTN ook * Deze tekst is overgenomen van de huisartsopleiding te A'dam (VU). De tekst is daarna bewerkt voor de Rotterdamse situatie. TOETSING EN BEOORDELING IN DE HUISARTSOPLEIDING ROTTERDAM tot verregaande concretisering van een opdracht. Hoe concreter de opdracht geformuleerd des te beter. Voorbeeld Een goed (=concreet) geformuleerde DARTN in het kader van het IOP kan er bijvoorbeeld als volgt uit zien: Doel: Beheersen chirurgische vaardigheden voor kleine verrichtingen, bijvoorbeeld: excisie atheroomcyste. Ik wil later graag kleine chirurgie doen en ben hier nog niet genoeg in thuis. Activiteit: 1. 2. 3. Met de opleider bespreken hoe zij de ingrepen doet en een keer toekijken hoe zij een atheroomcyste verwijdert op het behaarde hoofd Uitvoeren van deze ingrepen onder supervisie tijdens het spreekuur voor kleine verrichtingen in opklimmende moeilijkheidsgraad, dus eerst een atheroomcyste die niet verlittekend is op het hoofd, dan op een lastiger locatie en tenslotte een verlittekend atheroom zelfstandig uitvoeren van deze ingrepen Resultaat: ad 1. Ik kan beschrijven hoe ik de ingreep moet doen en waar ik alle benodigde instrumenten en materialen kan vinden ad 2. Ik kan onder supervisie de ingrepen uitvoeren zonder dat ingrijpen of hulp van de opleider nodig is ad 3. Klaar wanneer ik voor mijn gevoel en naar het oordeel van de opleider, de praktijkassistente en de patiënt deze ingreep vakkundig en met het nodige zelfvertrouwen zelfstandig kan uitvoeren Tijd: Uitgesplitst per leeractiviteit , ad 1: komende 2 weken, ad 2: in de komende 6-8 weken en ad 3: over twee maanden Nabespreking: Met opleider na afloop van iedere ingreep bespreken wat goed ging en wat verbetering behoeft. Ben ik al toe aan de volgende stap in mijn leeractiviteit? Is het resultaat van dien aard dat ik daarmee aantoon het doel gerealiseerd te hebben? Zijn de patiënten tevreden. Hoe is het oordeel van de praktijkassistente? In de praktijk blijkt het concretiseren van een leerdoel niet altijd gemakkelijk te zijn. Daarbij kan het in het begin erg kunstmatig aanvoelen. De volgende tussenstap kan daarbij nuttig zijn: Wanneer je het onderwerp / probleem bepaald hebt, waarover je een DARTN wilt formuleren, stel je jezelf de volgende vragen: waar komt dit onderwerp vandaan? waar loop ik in de praktijk tegen aan? welk probleem had ik bij de laatste patiënt? en vooral: wat wil ik leren? Op deze manier kun je gemakkelijker een diffuus probleem terugbrengen naar een overzichtelijk concreet probleem / leerdoel. Wanneer het niet lukt om op deze manier een concreet doel te formuleren, lukt het vaak wel om te redeneren vanuit de activiteiten: wat ben je van plan te gaan doen? Daaruit laat zich vaak beter je eigenlijke doel destilleren. -2- TOETSING EN BEOORDELING IN DE HUISARTSOPLEIDING ROTTERDAM Een insteek kan ook de toets zijn: wanneer je een vaag idee hebt over wat je zou willen leren, dan kun je jezelf de vraag stellen: op welke manier zou ik duidelijk kunnen maken dat ik een bepaalde vaardigheid / competentie beheers. Wat zou ik allemaal moeten laten zien om een ander hiervan te overtuigen? De beantwoording van die vraag levert vaak een beschrijving van de leeractiviteiten op. Wanneer het doel geconcretiseerd is, laat de rest zich meestal afleiden. Hiervoor kun je het IOP schema op de volgende bladzijde gebruiken. Hoe gaat het nu verder? Ga te rade bij de verschillende bronnen. Dus: lees de eindtermen en de competenties, vraag feedback aan de opleider en ga bij jezelf na wat je zou willen leren op de stageplaats en maak een lijst van 3 tot maximaal 5 leerdoelen. Concretiseer deze leerdoelen en formuleer ze in de vorm van een DARTN. Dit vormt je concept-IOP. Op de terugkomdag wordt gewerkt aan het verder concretiseren van dit IOP. Wanneer je IOP klaar is in de vorm van 3 tot 5 DARTN's aan jezelf gericht, kun je beginnen aan de uitvoering van het IOP. Wanneer een doel bereikt is wordt het afgestreept van het IOP en kun je een nieuwe DARTN toevoegen. Het zou ook kunnen dat je er achter komt dat je je doel nog verder moet concretiseren of dat je een dieper gelegen vraag ontdekt achter je oorspronkelijke vraag. De opdracht IOP luidt dus (om in het DARTN-systeem te blijven): Doel: Formuleren van een bruikbaar IOP Activiteit: Formuleer op basis van de voorgestelde bronnen (self-assessment, kennistoets, eindtermen, blokdoelen, reflectie op eigen ervaringen, kennismaking op stageplaats) 3 tot 5 DARTN's. Resultaat: 3 tot 5 DARTN's Tijd: 3 uur Nabespreking: Toespitsing op terugkomdag, commentaar door de begeleiders en opleider na inlevering definitieve versie -3-