sterfte = Geboorteoverschot of sterfteoverschot Sociale

advertisement
Hoe ontstaat bevolkingsontwikkeling?
•
De natuurlijke bevolkingsgroei
Geboorten – sterfte = Geboorteoverschot of sterfteoverschot
•
Sociale bevolkingsgroei
Immigratie (vestiging) – emigratie (vertrek)= Vestigingsoverschot of vertrekoverschot
Bepaal de natuurlijke bevolkingsgroei met behulp van onderstaande grafiek.
In 1990
193-130 = ??
193-130 = 63 x 1.000 = 63.000 inwoners er bij
Het werken met absolute en relatieve getallen.
Land B.
Land A.
Het
gemiddelde
het aantalinw.
-100.000
inw. bereken je door-200.000
geboorten
te delen door het aantal
inwoners.
-1.400
geboorten
-1.000 geboorten
- geb cijfer 10 ‰
-geb cijfer 7 ‰
Dus:
Absoluut getal
Relatief getal
Land A: 1.000 : 100.000 = 0,01 geboorte / inw
In welk
Wat
is hiervoor
land
worden
de
de geboortecijfer
meeste kinderen
verklaring
?
Daarom
bereken
je belangrijkste
het
/ geboren?
inw.
Land Land
A: 1.000
: 100.000
= 0,01
geboorte
/ inw / inw
B: 1.400
: 200.000
= 0.007
geboorte
Land A: 0,01 geboorte / inw x 1.000 = 10 ‰
Land B: 1.400 : 200.00 = 0,007 geboorte / inw
Land
B:A
geboorte
/ inw
xland
1.000
= !7 ‰geb / inw
In land
Land
B0,007
heeft
=
B.0,01
1.400
2xgeb/inw
zoveel
is meer
en
inwoners!
dan
1.000
B 0,007
Nu blijkt dus dat er in land A gemiddeld (per inwoner) meer
Het geboortecijfer van land A is dus 10‰ ! Dat wil zeggen dat er
kinderen geboren worden.
in land A in een jaar tijd op een gemiddeld groep van 1.000
Omdat 0,007 kind er raar uitziet werken we bij bevolkingsgegevens
mensen 10 kinderen geboren worden. DAT ZIE JE WEL VOOR JE
met promillen / ‰. We kijken per 1.000 mensen.
De relatieve
is dus 12‰– 8‰ = 4‰
Relatief sterftecijfer
4000 :natuurlijk
500 000 =bevolkingsgroei
0,008 x 1000 = 8‰
Relatiefgeboortecijfer
is
de
immigratie
4
‰.
Absoluut
is
dat
4
x
500
2000

6000
:
500
000
=
0,012
x
1000
=212
‰is4 =dus
DeRelatief
relatieve
sociale
bevolkingsgroei
4‰
2‰
=
2
‰
x =>
500
Absoluut is dat 6000 – 4000 = 2000 ( 1‰ =>
= (=1‰)
500
x 1000
500
=absoluut
2000)
Relatief
is
de
emigratie
2
‰.
Absoluut
is
dat
2
x
500
(=1‰)
is
dus
1000
De relatieve nat. bevolkingsgroei is 12‰– 8‰ = 4 ‰ => 4 x 500 = 2000 absoluut
6 ‰ => 6 x 500 = 3000 absoluut
Opdracht 11 uit de bundel Afrika (blz 24)
Bekend van Land X.
-500.000 inw.
-6.000 geboorten/jr
-4.000 sterfgevallen /jr
-4 ‰ immigranten / jr
-2 ‰ emigranten / jr
Bereken voor Land X.
-Geboortecijfer ..?.. ‰
Absoluut getal
-Sterftecijfer ..?.. ‰
-Natuurlijke bevolkingsgroei ..?..
-Natuurlijke bevolkingsgroei ..?.. ‰
-Immigratie …?..
Absolute getallen
-Emigratie ..?..
-Bevolkingsgroei ..?..
-Bevolkingsgroei ..?.. ‰
Snap je het niet? Klik in deze balk !
Klik in de dia voor de antwoorden
Opdracht 12 uit de bundel Afrika (blz 24)
Als je nog een keer klikt krijg je de antwoorden. Maar snap je hoe het moet?
Landen
Aantal inwoners
(afgerond)
Nederland
16 000 000
Geboortecijfer
Relatief /Absoluut
Sterftecijfer
Relatief /Absoluut
Geboorteoverschot (+) Arm of rijk ?
Sterfteoverschot (-)
11‰  11 x 16 000= 176 000
9‰  9 x 16 000=
2‰  2 x 16 000= +
Duitsland
………………….
Kenia
……………….
Gambia
………………
Ivoorkust
…………….
Afghanistan
………………….
Snap je het niet? Klik in deze balk !
Rijk
Andersom moet je ook kunnen
berekenen!
In een land wonen 16.000.000 mensen. Er is een
relatief geboortecijfer van 12 ‰ en een relatief
sterftecijfer van 8‰.
1 ‰ is dan 16.000.000/1000 = 16.000
12 ‰ is dan 12 x 1 ‰ dus 12 x 16.000 = 192.000.
8 ‰ is dan 8 x 1 ‰ dus 8 x 16.000 = 128.000.
De sociale bevolkingsgroei
• De sociale bevolkingsgroei =
Het vestigings- of immigratiecijfer min
het vertrek- of emigratie cijfer =
Het positieve migratiesaldo
(vestigingsoverschot)
of negatieve migratiesaldo
(vertrekoverschot)
Bij de ontwikkeling van de bevolking werkt men vaak met relatieve
getallen. Deze getallen maakt het vergelijk met andere landen mogelijk.
In de BA statistiek 53e dr. staan over Nederland voor het jaar 2006 de
volgende gegevens (afgerond);
Inwoners
16 000 000
Geboortecijfer 11 ‰
Sterftecijfer
9‰
Vestigingscijfer 7 ‰
Vertrekcijfer
4‰
Migratiesaldo 3 ‰
Hoe groot is de bevolkingsgroei in dat jaar geweest?
Natuurlijke bevolkingsgroei is 2‰ en het migratiesaldo is 3‰
De totale relatieve groei is dus 5‰
Omrekenen naar de absolute groei :
1 ‰ is 16.000.000/1000 is 16.000 mensen
5 ‰ is 5 x 1 ‰ dus 5 x 16.000 = 80.000.
Leeftijdsdiagram of
bevolkingspiramide?
• Een grafische weergave van de verdeling van de bevolking naar geslacht en
leeftijd.
• De leeftijd is op de verticale as (y-as) is geplaatst , Onderaan de jongeren
en bovenaan de ouderen
• De kleur blauw geeft de mannelijke bevolking aan en rood/roze de
vrouwelijke bevolking?
•
Linkje Interpreteer de bevolkingsgrafiek van Nederland
Snel groeiende
bevolking
Stabiele
bevolking
Krimpende
bevolking
Demografische druk
•
Vergrijzing
– toename van het aandeel ouderen
in de samenleving
•
Ontgroening
– afname van het aandeel jongeren
in een samenleving
•
Demografische druk
– verhouding tussen ‘productieve
leeftijdsgroep' en de ‘nietproductieve leeftijdgroep’
Rijk en arm: bevolkingsdichtheid en bevolkingsgroei.
Relatief veel ouderen
Relatief veel jongeren
Download