IN NAAM VAN ALLAH, DE MEEST BARMHARTIGE, DE MEEST GENADEVOLLE ”De Kruisiging van Jezus” Allereerst wil ik u laten zien wat de Qor’aan hier over zegt. Er staat geschreven: ”En (wegens) hen uitspraak: "Wij hebben de Masîh Îsa' (Messias Jezus), zoon van Maryam (Maria), gedood." Maar zij doodden hem niet, en zij kruisigden hem niet, maar iemand die voor hen op hem leek. En voorwaar, degenen die daar van mening over verschillen, twijfelen daar onderling over. Zij hebben daargeen kennis over, zij volgen slechts vermoedens, en zij zijn er niet van overtuigd dat zij Îsa' (Jezus) gedood hebben. Maar Allah heeft juist tot Zich opgeheven. En Allah is Almachtig, Alwijs.” (Qor’aan An-Nisâ’4 aya 157 & 158) U kunt lezen dat ze slechts vermoedens volgenden. Als je de Bijbel leest, wordt dit bevestigd. De kruisiging en de opstanding vormen de basis van het Christendom. Maar wat als Jezus (Îsa’) niet gestorven is aan het kruis? Dan verdwijnt de grond onder de voeten van de Christenen. Dan verdwijnt de basis van het hele geloof. Dan is het geloof leeg, zonder inhoud. Dit kunnen we lezen in de Bijbel in 1Korintiërs 15:14. In de Bijbel kunnen we ook lezen dat de Profeet Jezus (Îsa’) niet gestorven is. Echt waar, het staat duidelijk beschreven. Alles wat ik in dit stuk vertel, komt uit de Bijbel, dus u kunt het zelf nakijken. Ik heb zelf niets verzonnen, ik heb alleen de Bijbel gelezen….. Bewijzen tegen de 'kruisiging' & 'de opstanding' van Jezus De vertellingen over de kruisiging en opstanding zijn verhalen die men via via hoorde. Vandaar dan ook de verschillen in de vertellingen. Dat ze (de discipelen) er persoonlijk niet bij zijn geweest staat in Marcus. Daar staat ”…En zij lieten Hem alleen en vluchtten allen…” (Marcus 14:50). De discipelen die alles later te horen kregen (van), dachten dat hij dood was en geloofden niet dat hij leefde: "…En toen zij hoorden, dat hij leefde en door haar gezien was, geloofden zij het niet..." (Marcus 16:11) Ik vermoed dat zij het niet geloofden omdat zij de Christelijke leerstelling met betrekking tot de wederopstanding kenden. Dat God Jezus (Îsa’) tot Zich opgeheven heeft, dat is een wonder. Iedereen verwachtte dat Jezus (Îsa’) zou sterven, maar hij (Îsa’) stierf niet. Een wonder. Daardoor zijn ook de bespottingen, vernederingen, de pijn en folteringen hem bespaard gebleven. Jezus (Îsa’) verdient respect, geen vernederingen en pijniging. Eerst gaan we eens kijken wat de Bijbel zegt over de opstanding, het opgewekt worden. Kijk naar 1Korintiërs. Daar staat: ”…Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt…” (1Korintiërs 15:44) Dus geen vlees, botten en bloed. Maar een geestelijk lichaam wat je niet kunt betasten. Dit moeten we even goed onthouden. Nu de opstanding van Jezus (Îsa’). Lees de volgende stukjes uit de Bijbel maar eens. Als eerste. Het is een geschiedkundig feit dat een eeuw na Jezus (Îsa’) veel christenen niet in een 'kruisiging' geloofden. De kruisiging is later door de kerk als een dogma (geloofsartikel) gepresenteerd waar iedere christen in moest geloven. In de brief van Paulus is hij zo zeker van de opstanding van Jezus (Îsa’) dat hij het Christendom voor een valse godsdienst uitmaakt, indien deze beweerde dat Jezus niet is opgewekt. Hij zei: ”Als er geen opstanding van de doden is, is ook Christus niet opgewekt, en als Christus niet is opgewekt, is wat wij verkondigen een holle klank en uw geloof van nul en gener waarde. Dan blijkt zelfs dat we over God een valse verklaring hebben afgelegd, doordat we in Gods nadeel getuigd hebben dat hij Christus heeft opgewekt, iets wat hij niet gedaan kán hebben als er geen opwekking van de doden bestaat. Want als de doden niet worden opgewekt, is ook Christus niet opgewekt. En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof van geen enkel waarde en zit u nog in zonde gevangen.” (I Korintiërs 15:13-17) Wij moslims menen echter dat Jezus (Îsa’) niet aan het kruis is gestorven en dat er ook geen opwekking heeft plaatsgevonden. Wederopstanding wordt in de Indjïl (Bijbel) als de opwekking van de geest beschreven, waarbij er geen stoffelijk lichaam meer is. Toen Jezus (Îsa’) uit de dood werd opgewekt, was dit niet het geval. In de volgende tekst richt Paulus een vraag tot de mensheid die hij uiteindelijk zelf beantwoordt: "Maar, zal iemand zeggen, hoe worden doden opgewekt? En met wat voor lichaam komen zij? Dwaas! Wat gij zelf... Zo is het ook met de opstanding der doden. Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en opgewekt in onvergankelijkheid; ... Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt..." (I Korintiërs 15:35-45) In het Evangelie volgens Lucas 20:35-36 spreekt Jezus (Îsa’) ook over de opwekking van een geestelijk lichaam. Hierin vermeldt Jezus (Îsa’) dat geesten gelijk zullen worden aan de Engelen; zij zullen niet hoeven te trouwen en zij zullen geen voedingstoffen nodig hebben om in leven te blijven. Dit is dus de Christelijke leer met betrekking tot de opwekking. Zoals we uit de Bijbel lezen is Jezus na de kruisiging dood gegaan en uit de dood opgewekt. Volgens het Evangelie moet een opgewekt iemand een geestelijk lichaam hebben. Had Jezus (Îsa’) na zijn opwekking een geestelijk lichaam? Wat zegt het Evangelie hierover? Lees Mattheüs: ”…Laat na de sabbat, tegen het aanbreken van de eerste dag der week, ging Maria Magdalena en de andere Maria het graf bezien. En zie, er kwam een grote aardbeving, want een engel des Heren daalde uit de hemel neder en kwam nader, en hij wentelde de steen weg en zetten zich daarop. Zijn uiterlijk was als een bliksem en zijn kleding wit als sneeuw. En de bewakers werden door vrees voor hem bevangen en zij werden als doden. Doch de engel antwoordde en zeide tot de vrouwen: Weest gij niet bevreesd; want ik weet, dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heeft; komt, ziet de plaats, waar Hij gelegen heeft. En gaat terstond op weg en zegt zijn discipelen, dat Hij is opgewekt uit de doden. En zie, Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Zie, ik heb het u gezegd. En zij gingen terstond weg van het graf, met vrees en blijdschap, en liepen haastig voort om het zijn discipelen te berichten. En zie, Jezus kwam haar tegemoet en zeide: Weest gegroet. Zij naderden Hem en grepen zijn voeten en zij aanbaden Hem…” (Mattheüs 28:1-10) Samenvatting: Maria Magdalena en de andere Maria, twee personen dus.Toen ze bij het graf aankwamen lag de steen nog op zijn plaats. Ze zagen dat een engel de steen verplaatste. Ze kwamen Jezus (Îsa’) tegen en grepen hem vast. Ze herkende Jezus (Îsa’) en hij zag er niet uit als een geest. Lees dan nu Marcus: ”…En toen de sabbat was, kochten Maria Magdalena en Maria, (de moeder) van Jacobus, en Salome specerijen om Hem te gaan zalven. En zeer vroeg op de eerste dag der week gingen zij naar het graf, toen de zon opging. En zij zeiden tot elkander: wie zal ons de steen afwentelen van de ingang van het graf? En toen zij opzagen, aanschouwden zij, dat de steen afgewenteld was; want hij was zeer groot. En toen zij in het graf gegaan waren, zagen zij een jongeling zitten aan de rechterzijde, bekleed met een wit gewaad, en ontsteltenis beving haar. Hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Jezus zoekt gij, de Nazarener, de gekruisigde. Hij is opgewekt, Hij is hier niet; zie de plaats, waar zij Hem gelegd hadden. Maar gaat heen, zegt zijn discipelen en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea…” (Marcus 16:1-8) Samenvatting: Maria Magdalena, Maria (de moeder van Jacobus) en Salome, drie personen dus. Toen ze bij het graf aankwamen was de steen al verplaatst. Ze kwamen Jezus (Îsa’) nu niet tegen. Maar één engel. Lees nu Lucas: ”…En op de sabbat rustten zij naar het gebod, maar op de eerst dag der week gingen zij reeds vroeg in de morgenstond met de specerijen, die zij gereedgemaakt hadden, naar het graf. Zij vonden de steen van het graf afgewenteld, en toen zij er ingegaan waren, vonden zij het lichaam van de Here Jezus niet. En het geschiedde, terwijl zij daarover in verlegenheid waren, dat, zie, twee mannen in een blinkend gewaad bij haar stonden. En toen zij zeer verschrikt werden en haar aangezicht ter aarde neigden, zeiden dezen tot haar: Wat zoekt gij de levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt…” (Lucas 23:56b tot 24:12) …En zij herinnerden zich zijn woorden, en teruggekeerd van het graf, deelden zij dit alles mee aan al de anderen. Dit waren dan Maria Magdalena, en Johanna, en Maria (de moeder van Jakobus). Samenvatting: Zij waren Maria Magdale, en Johanna, en Maria (de moeder van Jakobus). Toen ze bij het graf kwamen was de steen al verplaatst. Niet één Engel maar twee Engelen. Ook hier kwamen zij Jezus (Îsa’) niet tegen. Drie verschillende verhalen over de opstanding. Waarom? Omdat deze verhalen via via zijn overgeleverd. Men heeft horen vertellen. Dus de verschillen van de kruisiging en de opstanding laten zien, dat dit vermoedens zijn, zoals de Qor’aan ook zegt: ”…en zij, die hierover van mening verschilden zijn zeker in twijfel, zij hebben er geen kennis van doch volgen slechts een vermoeden…” Maar dit is nog niet alles. Lees nu maar eens het vers Johannes, ook een verhaal over de opstanding en weer andere feiten. …En op de eerste dag der week ging Maria Magdalena vroeg, terwijl het nog donker was naar het graf en zij zag de steen van het graf weggenomen. IJlings kwam zij dan bij Simon Petrus en bij de andere discipel, dien Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben de Here weggenomen uit het graf en wij weten niet, waar zij Hem hebben neergelegd… …En Maria stond buiten dicht bij het graf, wenende. Terwijl zij dan weende, boog zij zich voorover naar het graf, en zij zag twee engelen zitten, in witte klederen, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde, waar het lichaam van Jezus gelegen had. En zij zeiden tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Here weggenomen hebben en ik weet niet, waar zij Hem neergelegd hebben. Na deze woorden keerde zij zich om en zag Jezus staan, maar zij wist niet, dat het Jezus was. Jezus zeide tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Wie zoekt gij? Zij meende, dat het de hovenier was, en zeide tot Hem: Heer, als gij Hem weggedragen hebt, zeg mij dan, waar gij Hem hebt neergelegd en ik zal hem wegnemen. Jezus zeide tot haar: Maria! Zij keerde zich om en zeide tot Hem in het Hebreeuws: Rabboeni, dat wil zeggen: Meester! Jezus zeide tot haar: Houd Mij niet vast, want ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God… (Johannes 20:1:18) De reden waarom Jezus (Îsa’) hier in deze tekst zegt: "... Houd Mij niet vast...", duidt aan dat hij een stoffelijk lichaam had en dat hij misschien pijn had. Dode lichamen kennen echter geen pijn. De zin: "...want ik ben nog niet opgevaren naar de Vader..." betekent dat zijn geest nog niet uit zijn stoffelijk lichaam is getreden. Samenvatting: Nu ging Maria Magdalena alleen naar het graf. Wederom was de steen al verplaatst. Twee engelen. Voordat Maria het graf inging, zijn Simon Petrus en de andere discipel binnen geweest. Ze mocht Jezus (Îsa’) niet vast houden (in Mattheüs 28:9 wel). Maria zag Jezus (Îsa’) maar herkende hem niet. Ze dacht dat Jezus (Îsa’) de hovenier was. Iets nieuws is hier ineens, dat Jezus (Îsa’) niet herkenbaar was. Hij was vermomd als tuinman (hovenier). Waarom? Omdat hij niet dood was, dus als mensen hem zouden herkennen, dan zou hij als nog gedood kunnen worden. Als hij opgewekt zou zijn, dan konden ze hem niet meer doden. Lees Lucas ”…Want zij kunnen niet meer sterven…” (Lucas 20:36) In Lucas kun je ook lezen dat Jezus onherkenbaar was, dus vermomd. Er staat: ”…zodat zij Hem niet herkenden…” Ook is het feit, dat ze normaal met deze man (Jezus (Îsa’), die ze niet herkende konden praten, een bewijs dat Jezus (Îsa’) er uit zag als een mens en niet als een geest. Een opgewekt lichaam is een geestelijk lichaam hebben we gelezen, maar zo zag Jezus (Îsa’) er niet uit… De volgende tekst, waarin ze Jezus (Îsa’) ontmoeten, is in tegenstrijd met de beschrijving van de opwekking in de Bijbel: Kijk ook naar wat Jezus zelf zegt in Lucas: ”…En terwijl zij hierover spraken, stond Hij zelf in hun midden; en zij werden ontzet en verschrikt en meende een geest te aanschouwen. Doch Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij ontsteld en waarom komen er overwegingen op in uw hart? Ziet mijn handen en mijn voeten, dat Ik het zelf ben; betast Mij en ziet, dat een geest geen vlees en beenderen heeft, zoals gij ziet, dat Ik heb. (En bij dit woord toonde Hij hun zijn handen en voeten). En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden en zich verwonderden, zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets te eten? Zij reikten Hem een stuk van een gebakken vis toe. En Hij nam het en at het voor hun ogen…” (Lucas 24:36-41) Jezus (Îsa’) zegt dat een geest geen vlees en beenderen heeft. Jezus (Îsa’) zegt ook dat hij wel vlees en beenderen heeft. Hij zegt ook "betast mij en ziet". Toen ze hem nog niet helemaal geloofden at hij. Hij at. Deze tekst ontkent de wederopstanding van Jezus (Îsa’) en daarmee ook zijn kruisiging. Door de vis te eten is het alsof Jezus (Îsa’) in Lucas 36-41 duidelijk wil maken dat er geen kruisiging had plaatsgevonden…. Waarom at hij? Om te bewijzen dat hij leefde als mens en niet als een geest. Dus als het lichaam van Jezus (Îsa’) een natuurlijk lichaam is, met vlees en beenderen en dat hij eet, wil dit dus zeggen dat zijn lichaam geen geestelijk lichaam is. In 1Korintiërs 15:44 hebben we gelezen dat een opgewekt lichaam een geestelijk lichaam is. Dus de conclusie die we moeten trekken is dat Jezus (Îsa’) niet opgewekt is en dus niet gestorven is aan het kruis. Dus Jezus (Îsa’) zegt dat hij niet gestorven is, de Christenen zeggen dat hij wel gestorven is. Wie heeft er nu gelijk, de Christenen of Jezus (Îsa’)? Wat zegt Jezus (Îsa’) nog meer over dit onderwerp. Lees Mattheüs: ”…Meester, wij zouden wel een teken van U willen zien. Maar Hij antwoordde hun en zeide: Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken, maar het zal geen teken ontvangen dan het teken van Jonas (Yôenoes), de Profeet. Want gelijk Jonas (Yôenoes) drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten…” (Mattheüs 12:38-41) Dus het teken (het wonder) van Jezus (Îsa’) is hetzelfde teken (wonder) als dat van Jonas (Yôenoes). Dit gedeelte bevat twee interessante feiten. Het eerste is dat Jezus (Îsa’) zegt dat hij drie dagen en drie nachten in zijn graf zou verblijven. Als we kijken wat in de Bijbel geschreven staat, lezen we dat Jezus (Îsa’) gekruisigd is op goede vrijdag, één dag voor de sabbat (zaterdag). In de Bijbel lezen we dat Jezus (Îsa’) "opgewekt" zou zijn op de eerste dag van de week, één dag na de sabbat, dus op zondag. Als we dan de dagen en nachten tellen dat Jezus (Îsa’) in zijn graf zou zijn verbleven, dan tellen we één dag en twee nachten. Jezus (Îsa’) zegt drie dagen en drie nachten, in de Bijbel staat één dag en twee nachten. Wederom de vraag, wie heeft gelijk, Jezus (Îsa’) of de Bijbelschrijvers? Nu het tweede, duidelijkere feit dat Jezus (Îsa’) niet gestorven is. Jezus (Îsa’) zei dat zijn teken hetzelfde zal zijn als het teken van Jonas (Yôenoes). Gelijk Jonas (Yôenoes) drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal Jezus (Îsa’) ook drie dagen en drie nachten in zijn graf zijn. We gaan nu kijken naar het teken van de Profeet Jonas (Yôenoes). Het teken van Jonas (Yôenoes) Ik zal de belangrijke gedeelten van dit hoofdstuk nu in een samenvatting opschrijven. De Profeet Jonas (Yôenoes) vluchtte weg van het aangezicht des Heren. Hij vertrok met een schip de zee op. God liet het daarom stormen op zee, waardoor het schip ballast kwijt moest. De mensen op het schip waren er van overtuigd dat deze storm een bestraffing van God was, en wilde weten wie van de aanwezige schuldig was voor dit onheil. Jonas (Yôenoes) gaf toe dat hij de schuldige was en hij zei: "Neemt mij op en werpt mij in de zee, en de zee zal ophouden tegen u te woeden". Eerst probeerden zij Jonas (Yôenoes) nog te redden, maar tenslotte namen zij Jonas (Yôenoes) op en wierpen hem in zee. Jonas (Yôenoes) verteld dat de wateren hem omringden en zijn leven bedreigden. Toen zond God een grote vis en deze vis slokte Jonas (Yôenoes) op. Daar verbleef Jonas (Yôenoes), in het ingewand van de vis, voor drie dagen en drie nachten. En Jonas (Yôenoes) bad tot de Here, zijn God. Toen sprak God tot de vis en deze spuwde Jonas (Yôenoes) uit op het droge. "Toen antwoordden hem enige der schriftgeleerden en Farizeeën en zeiden: "Meester, wij zouden wel een teken van u willen zien." Maar hij antwoordde hun en zei: Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken, maar het zal geen teken ontvangen dan het teken van Jonas (Yôenoes), de Profeet. Want gelijk Jonas (Yôenoes) drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal ook de zoon des mensen in het hart van de aarde zijn, drie dagen en drie nachten." (Evangelie volgens Mattheüs 12:38-40) Dit hoofdstuk in de Bijbel over de Profeet Jonas (Yôenoes) verteld over het teken, het wonder van Jonas (Yôenoes). Wat is dit wonder? Als we goed lezen zien we dat Jonas (Yôenoes) leefde, toen men hem in zee wierp. Hij melde zich immers als vrijwilliger. Dus Jonas (Yôenoes) leefde. In het water verdronk hij niet. Hij zegt zelf: "Wateren omringden mij, zij bedreigden mijn leven". Dus Jonas (Yôenoes) leefde. Toen de vis hem opslokte, bad Jonas (Yôenoes) tot God. Aangezien dode mensen niet bidden, is dit een teken dat Jonas (Yôenoes) leefde in de buik van de vis. Dus Jonas (Yôenoes) leefde. Een wonder, een wonder, een wonder. Wie het verhaal van Jonas (Yôenoes) kent, weet dus dat Jonas (Yôenoes) een aantal dagen levend in de buik van een grote vis heeft gelegen. En Jezus (Îsa’) heeft gezegd: "Gelijk Jonas drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten". Dus wat Jonas overkomen is, zo zal het Jezus (Îsa’) ook overkomen. Aangezien Jonas levend in de buik van het zeemonster verbleef, zo zal ook Jezus (Îsa’) levend in het hart der aarde zijn. Levend! Nu de Christenen zeggen dat Jezus (Îsa’) gestorven was, echter Jezus (Îsa’) zegt dat hij leefde. Opnieuw de vraag, wie heeft er gelijk, Jezus (Îsa’) of de Christenen? Jezus (Îsa’) is op vrijdag in de vroege middag gevangen genomen door de Romeinen en in de namiddag aan het kruis gehangen. Hij is kort erna begraven. Toen Maria (en de andere) zondag naar zijn graf gingen, konden zij hem echter niet meer vinden. Hij was er niet! En wanneer we de tijd waarin Jezus (Îsa’) afwezig is geweest uitrekenen, komen we uit op 2 nachten en 1 dag en niet op 3 dagen en 3 nachten! De Christenen spreken over een wederopstanding van Jezus na drie dagen en drie nachten. Hij zou voor die periode dood gaan en weer tot leven komen. Jonas (Yôenoes) is echter niet dood gegaan, hij leefde in de buik van de grote vis. Volgens de Bijbel heeft Jezus (Îsa’) echter niet drie dagen en drie nachten in de aarde gelegen. Zijn tijdelijke dood wordt dus weersproken en daarmee ook de kruisiging. Wie heeft deze geschiedenis geschreven? Wanneer we het Evangelie Marcus lezen, vragen we ons af wie de geschiedenis van de zogenaamde kruisiging heeft geschreven. Hierin wordt namelijk verteld dat alle leerlingen van Jezus (Îsa’) waren gevlucht: "En zij lieten hem alleen en vluchtten allen." (Marcus 14:50) Al zijn discipelen vluchtten, voordat de soldaten die door de hoofdpriesters begeleid werden, hem gevangen namen. Zij waren dus geen ooggetuigen van het verdere verloop van de zaak. De discipelen waren op de hoogte van het feit dat Jezus (Îsa’) gevangen zou worden genomen. In Lucas 22:30 beloofde Petrus Jezus (Îsa’) dat hij bereid was met hem te strijden tot de dood. In het Evangelie volgens Marcus lezen wij echter dat ook hij weg liep. De discipelen waren de vroomste en de meest betrouwbare mensen rondom Jezus. Zij hebben deze geschiedenis echter niet geschreven. In hoeverre kunnen wij andere mensen geloven die dus geen getuigen waren van deze gebeurtenis? Conclusie We concluderen dat het verhaal over de kruisiging van Jezus (Îsa’) zeer twijfelachtig is. We hebben duidelijk gezien, dat Jezus (Îsa’) niet gestorven is, en dus niet is opgewekt. Wat zegt de Bijbel daarover: lees 1Korintiërs: ”…En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof…” (1Korintiërs 15: 14-15) Nu is aangetoond dat Jezus (Îsa’) niet gestorven is aan het kruis en dus ook niet opgewekt, we zien dus dat de hele basis van het Christendom niet klopt… Tot slot wil ik eindigen zoals ik ben begonnen: ”En (wegens) hun uitspraak "Wij hebben de Masîh 'Îsa (Jezus), zoon van Maryam (Maria), gedood." Maar zij doodde hem niet en zij kruisigden hem niet, maar iemand die voor hen op hem leek. En voorwaar, degene die daar van mening over verschillen, twijfelen daar onderling over. Zij hebben daar geen kennis over, zij volgen slechts vermoedens, en zij zijn er niet van overtuigd dat zij 'Îsa (Jezus) gedood hebben… …Maar Allah heeft hem juist tot Zich opgeheven. En Allah is Almachtig, Alwijze… (Soerah 'An Nisâ' ayât 157 & 158) Ik hoop dat ik alles duidelijk en zonder fouten opgeschreven heb. Mocht ik fouten gemaakt hebben, vraag ik Allah (swt) daar vergeving voor. Ik wens iedereen veel succes bij het maken van de juiste conclusies. Nogmaals, alles staat in de Bijbel, er komt niets van mijzelf. Er is geen andere God dan Allah, en Mohammed is zijn Boodschapper. Asjhadoe allâ ilâha illallâh wa asjhadoe anna Moehammadan 'abdoehoe wa rasoeloehoe" Wa alaikoem salaam wa Rahmatoellahi wa Barakatoeh Oegtikoem fie dien Selima el Adel Bron: salaam.nl & Abdullah Bekx