De conjunctuur, de indicator en de waarheid

advertisement
De conjunctuur, de indicator en de waarheid.
“Meten is weten, maar weet wat je meet”, luidt een oud adagium. De
conjunctuurindicator weet door slim te meten de conjuncturele beweging van de
economie te traceren.
De eerste geschriften over de kwantitatieve analyse van de conjuncturele beweging
definieerden conjunctuurgolven als fluctuaties in de geaggregeerde economische
activiteit, die zich min of meer tegelijkertijd manifesteren in een breed scala aan
economische activiteiten. Het bruto binnenlands product, bbp, als aggregaat van alle
economische
activiteit
is
dan
een
voldoende
steekproefgrootheid
voor
conjunctuurmeting. Statistiek is in zekere zin bederfelijke waar; naarmate cijfers sneller
beschikbaar komen, zijn ze van meer waarde voor de gebruiker, hoewel ze wellicht nog
minder precies zijn. De snel beschikbare en goed meetbare industriële productie vormt de
basis voor de DNB-conjunctuurindicator. Is deze variabele gezien zijn slinkende relatieve
omvang in het bbp nog wel een representatieve steekproef voor de conjunctuur?
Alvorens zich volledig te openbaren in de statistieken……
De realisatiereeks in figuur 1 lijkt de opgaande indicator te gaan volgen, getuige het
nakende omslagpunt. Hiermee zou dan een einde zijn gekomen aan de recessie. Het
NBER-comité, dat de Amerikaanse conjunctuurcycli officieel dateert, baseert haar
analyse op vier variabelen: industriële productie, reëel beschikbaar inkomen,
werkgelegenheid en de groot- en kleinhandelsverkopen. Dezelfde variabelen worden met
gelijke gewichten en na juiste standaardisatie gecombineerd tot de indicator van het
Department of Commerce, die nu verzorgd wordt door de Conference Board. De index
blijkt het Amerikaanse bbp in volume scherp te traceren en is bovendien tijdig op
maandbasis beschikbaar. De index is vanwege het meetbare karakter van de vier
variabelen in beperktere mate onderhevig aan bijstellingen dan het informatie-intensieve
bbp.
De indicator voor Nederland volgens de methodiek van de Conference Board is
weergegeven in figuur 2. Deze is op kwartaalbasis, omdat er geen Nederlands equivalent
op
maandbasis
beschikbaar
is
van
de
mediagenieke
Amerikaanse
werkgelegenheidsvariabele Employees on nonagricultural payrolls. Bovendien wordt de
kwartaalvariabele “beloning van werknemers” gebruikt als benadering voor de
jaarvariabele “beschikbaar inkomen”.
… ontluikt de conjunctuur zich in de indicator.
Ook toont figuur 2 op kwartaalbasis de intrinsiek cyclische beweging van het bbp, de
Conference Board indicator voor Nederland en de industriële productie, ofwel de
realisatiereeks. Hoewel in de tweede helft van de jaren negentig de industriële productie
meer cyclische variabiliteit vertoonde dan het bbp, blijkt de realisatiereeks de cyclische
beweging van het bbp goed weer te geven. De Conference Board indicator als
dwarsdoorsnede van de cyclische beweging van de vier variabelen vormt een robuustere
maatstaf voor conjunctuurmeting, omdat deze de specifieke grilligheid van de individuele
reeks uitfiltert.
Vooralsnog is de Conference Board indicator voor Nederland echter al bedorven voordat
hij in de schappen ligt. Deze robuustere maatstaf voor conjunctuur krijgt pas echt
gebruikerswaarde als de onderliggende data met maandelijks frequentie beschikbaar
komen. Tot die tijd is de industriële productie een snel beschikbare, goed meetbare en
cyclisch representatieve steekproef voor de Nederlandse conjunctuurbeweging.
Deze rubriek wordt maandelijks samengesteld door Robert-Paul Berben, Ronald Bosman,
Ard den Reijer en Ad Stokman van de Nederlandsche Bank. [email protected]
Figuur 1. DNB-conjunctuurindicator
2,5
2
gestandaardiseerde afwijking t.o.v. trend
1,5
1
0,5
0
1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005
-0,5
-1
-1,5
-2
-2,5
-3
realisatie t/m juni 2004
indicator t/m januari 2005
Figuur 2. Cyclische beweging van drie grootheden en de indicator voor Nederland volgens de
methodiek van de Conference Board
2,50
120
115
1,50
110
1,00
100
0,00
-0,50
-1,00
95
90
-1,50
85
-2,00
80
-2,50
-3,00
75
cyclische beweging industriele productie, linkeras
cyclische beweging bbp, linkeras
cyclische beweging van indicator voor Nederland volgens methodiek Conference Board, linkeras
Indicator voor Nederland volgens methodiek van de Conference Board, rechteras
index, 1996=100
105
0,50
19
77
19
78
19
79
19
80
19
81
19
82
19
83
19
84
19
85
19
86
19
87
19
88
19
89
19
90
19
91
19
92
19
93
19
94
19
95
19
96
19
97
19
98
19
99
20
00
20
01
20
02
20
03
20
04
gestandaardiseerde afwijking t.o.v. trend
2,00
Download