18 februari 2017 , pag. 28 29 Groot leeg plein bij winkelcentrum Beijum Oost. FOTO: ARCHIEF/KEES VAN DE VEEN DE FILOSOFIE EN DE ANTILLIANEN Het Antillianenbeleid van Groningen had weinig resultaat. Jacquelien Rothfusz ging te rade bij de filosofie. O p een plein in Beijum-Oost, een buitenwijk van Groningen, staat een groep Antilliaanse mannen wild te gebaren en hard te praten in het Papiaments. Verderop sleutelen mannen uit dezelfde groep aan een auto. Als er meisjes voorbij lopen, fluiten ze. De scène was een aantal jaar geleden dagelijkse praktijk in Beijum. Rond de ‘onaangepaste’ mannen was een heel netwerk aan hulpverlening opgetuigd in het kader van het Antillianenbeleid van de gemeente Groningen. Sommige van deze mannen behoorden tot de ‘Top 50’: een lijst van de meest problematische Caribische Nederlanders. ,,Er was veel extra inzet, maar er veranderde niet zoveel’’, zegt Jacquelien Rothfusz. Rothfusz passeerde de groep dagelijks toen ze in Beijum woonde. De filosoof en docent maatschappelijk werk aan de Hanzehogeschool raakte geïnteresseerd in de mannen en het netwerk eromheen en de vraag waarom de aanpak weinig resultaat had. De filosofie kan daar bij helpen, dacht zij, want uiteindelijk gaan dit soort processen over macht. En hoe macht werkt, daar hebben filosofen als Michel Foucault zich uitvoerig over gebogen. Deze week promoveerde Rothfusz aan de Rijksuniversiteit Groningen op haar proefschrift Potensia. Ze interviewde Antilliaanse mannen, buurtbewoners, hulpverleners, ambtenaren, politieagenten en schetst het complete netwerk rond deze Top 50. Ze gebruikte de theorieën van Foucault om te schetsen hoe ‘normaliserende macht’ werkt. Rothfusz: ,,Die wordt niet van bovenaf opgelegd, maar is overal.’’ Niet alleen politieagenten, maar ook de buurtbewoners of leden van de groep zelf dringen aan op aanpassing aan de norm. Die disciplinering wordt niet altijd geaccepteerd. Bij deze Top 50 is een sterke tegenmacht aanwezig. Daarbij speelt ook wantrouwen een rol. De gemeente houdt zich volgens deze Antillianen niet aan afspraken. Zo volgden jonge mannen een scholingstraject maar bleken aan het eind van de rit de beloofde banen er niet te zijn. Bovendien speelt er een machtsstrijd tussen verschillende perspectieven. De filosofie spreekt over ‘logica’s’, samenhangende manieren van denken en doen. Rothfusz: ,,Je hebt een veiligheidslogica, die stelt dat er iets aan de overlast moet gebeuren. En de gemeenschapszorglogica: je moet voor elkaar zorgen, deze mannen helpen met hun problemen.’’ Soms lopen de logica’s door elkaar. Bijvoorbeeld wanneer interventieteams die mensen thuis controleren op fraude, tegelijk hulp aanbieden. Rothfusz denkt dat het in de omgang met dit soort marginale groepen helpt om je bewust te zijn van de manier waarop macht en logica’s werken. Wat onderbelicht blijft is bijvoorbeeld de grote bereidheid om elkaar onderling te helpen. ,,Iets wat we in de huidige participatiemaatschappij proberen af te dwingen.’’ ER WAS VEEL EXTRA INZET IN DE BUITENWIJK, MAAR ER VERANDERDE NIET ZOVEEL MAAIKE BORST Jacqueline Rothfusz.