INLEIDING NEDERLANDSE TAALKUNDE

advertisement
INLEIDING NEDERLANDSE TAALKUNDE
Week 10
a)
Passieve zinnen
Zin (ib) is de passieve variant van (ia).
(i)
a.
b.
Bill zoende Katja
Katja werd door Bill gezoend
- Noem zoveel mogelijk vormelijke verschillen tussen (ia) en (ib).
- Het is overduidelijk dat de betekenissen van (1a) en (1b) grote overeenkomsten
vertonen. Minder duidelijk is het, of er ook betekenisverschillen zijn. Probeer,
zonder eerst in boeken te kijken, zo precies mogelijk te observeren wat de
betekenisovereenkomsten en eventuele betekenisverschillen (of stilistische
verschillen) zijn.
- Ga nu na wat T&T in hs.7 zegt over het semantische verschil tussen actieve en
passieve zinnen in hoofdstuk 7. Klopt dat voor de zinnen in (i)?
- Maak de passieve varianten van de zinnen in (ii) en ga na of wat in T&T staat
hier klopt:
(ii)
a.
b.
c.
d.
e.
f.
Bill geeft het cadeau aan Katja.
Bill probeerde Katja te zoenen.
Bill betaalt het personeel een behoorlijk loon.
Katja schrijft Bill goede eigenschappen toe..
Katja. krijgt het cadeau van Bill.
Bill betaalt het personeel.
b)
De ANS, hs.22 is veel uitvoeriger dan T&T over semantische/stilistische
verschillen tussen actieve en passieve zinnen .
Vat samen wat de ANS hierover zegt.
Is wat de ANS zegt van toepassing op die zinnen uit (ii) waar je met T&T
niet uit de voeten kon?
c)
Passieve zinnen staan bij auteurs van schrijf wijzers e.d. vaak in een kwade reuk
Waarom denk je dat dat zo is?
Hoe adviseert de syllabus Academische Vaardigheden II over het gebruik
van passieve zinnen? Ben je het met dat advies eens?
Zoek in Renkema’s “Schrijfwijzer” de passage over “passivitis” op. Zie
je, als het gaat om aanbevelingen voor passief-gebruik, parallellen met de
ANS? In hoeverre wel/niet?
d)
EXTRA BONUS-VRAAG
In beschrijvingen van het gebruik van het passief kom je, bv. in de ANS en bij
Renkema, zowel omschrijvingen tegen waarin de agens centraal wordt gesteld als
omschrijvingen waarin de agens juist op de achtergrond staat.
Probeer deze schijnbare (?) tegenspraak te verklaren.
e)
In traditionele grammatica’s wordt vaak beweerd dat het bij passief gaat om
zinnen waarin het grammaticale onderwerp geïnterpreteerd wordt als het logische
object. Ook in de ANS wordt dit punt aangestipt
- Herformuleer deze stelling in termen van grammaticale en semantische rollen.
[T&T7]
- Zouden , als je bovengenoemde stelling beschouwt als criterium om van
passieve zinnen te kunnen spreken, de zinnen in (iii) passieve zinnen zijn?
Waarom wel/niet?
(iii)
a.
b.
c.
d.
e.
g.
h.
-
Verklaar in het licht van het bovenstaande de in de ANS (maar ook elders)
gebruikte term “onecht passief”.
Hoe komt het dat zin (iiie) ongrammaticaal wordt als je gegeten vervangt
door opgegeten?
Hoe heet het type werkwoorden waartoe opeten hoort, en waarbij
kennelijk geen onpersoonlijk/onecht passief mogelijk is?
Welk type werkwoorden kan juist alleen een onpersoonlijk en geen
gewoon passief vormen?
Ken je ook voorbeelden van een “onpersoonlijk actief”?
f )
In het stadion wordt op zondag niet gevoetbald.
Op verlies tegen RBC is door niemand gerekend.
Daar is door niemand op gerekend.
Er wordt beweerd dat Ajax failliet is.
Er wordt daar vaak gegeten.
Vaak wordt beweerd dat Ajax failliet is.
Er wordt daar flink wat gegeten.
Men hoort in de trein regelmatig zinnen van het volgende type omroepen:
(iv)
a.
b.
De reizigers worden verzocht in Leiden over te stappen.
De reizigers wordt verzocht in Leiden over te stappen.
- Vind je deze zinnen grammaticaal? Welke van de zinnen in (iv) is volgens jou
correct? Licht je antwoord toe.
- Ga na wat de ANS over dit soort zinnen zegt in hoofdstuk 22.2. Pas dat toe op
de zinnen in (iv).
- Het paar zinnen in (v) is vergelijkbaar met de zinnen in (iv). Leg dat uit.
(v)
a.
Hij is gevraagd om bij Ajax te komen spelen.
b.
Hem is gevraagd om bij Ajax te komen spelen.
- Als je de bijzin (om ... spelen) in (v) vervangt door een voornaamwoord (dat)
dan levert dat de volgende zinnen op:
(vi)
a.
b.
Hij is dat gevraagd.
Hem is dat gevraagd.
-
Welke van deze twee zinnen is ongrammaticaal? Waarom zou dat zo zijn?
In het laatste nummer van Onze Taal (72e jg, 2/3 2003) wordt als nr. 14
van de taalergernissen top-zeventien genoemd: “Meewerkend voorwerp als
onderwerp van passieve zin.” Als voorbeeld wordt daar gegeven de zin De
verraders werden het zwijgen opgelegd.
-
Tot welke door de ANS behandelde subcategorie van dit verschijnsel
hoort deze zin?
Probeer te verklaren waarom juist bij dit zinstype het verschijnsel
“meewerkend voorwerp als onderwerp in een passieve zin” optreedt
Lees de oudere discussie “Dag datief!” over ditzelfde onderwerp in Onze Taal”.
(De betreffende stukken vind je hier:
DagDatief1.doc, DagDatief2.doc,DagDatief3.doc, of als JPEG: Dagdatief3.jpg
DagDatief4.doc)
Welke standpunten kom je tegen over de toelaatbaarheid van
“meewerkend voorwerp als onderwerp”?
Uit de voorbeelden blijkt dat het bewuste verschijnsel niet beperkt is tot
passieve zinnen. Geef een niet-passief voorbeeld en probeer te verklaren
dat het verschijnsel zich daar voordoet.
Als bij “meewerkend voorwerp als onderwerp” sprake is van een
taalverandering, dan is die verandering volgens de redactie van Onze Taal
al eeuwen geleden begonnen. Hoe zit dat?
Becommentarieer de visie van Ir. Klaasen dat er in het Engels sprake is
van verwarring van functies (betrek daarbij wat T&T over grammaticale en
semantische rollen zegt in je beschouwing).
d)
De actieve zin in (vii) heeft een passieve variant in (viiia). Daarnaast bestaat er
ook een andere mogelijkheid, zoals blijkt uit (viiib).
(vii)
(viii) a.
b.
Bill kookt de aardappels.
De aardappels worden gekookt.
De aardappels koken.
- Ga na wat de vormelijke verschillen zijn tussen (viiia) en (viiib).
- Wat zijn de betekenisverschillen tussen (viiia) en (viiib)?
- Zou je (viiib) een passieve zin kunnen noemen? Waarom wel/niet?
- Het verschijnsel in (viii) doet zich niet bij alle werkwoorden voor, zoals blijkt
uit (ix).
(ix)
a.
b.
-
Geef nog drie werkwoorden waarbij zich hetzelfde verschijnsel voordoet
als bij koken. [zie ook T&T 7.6]. Zoek eventueel, als het je helemaal niet
lukt, in de ANS bij “causatieve werkwoorden”
Geef ook enkele werkwoorden waarbij hetzelfde verschjnsel zich voordoet
als bij koken, maar waarbij de vorm van het werkwoord in de b-variant
een klein verschil met die in de a-variant vertoont.
Toch blijkt uit de zinnen (x) dat ook werkwoorden als snijden wel
incidenteel aan valentiereductie (T&T, 7.6) doen. Verzin zelf nog enkele
voorbeelden.
-
-
(x)
e)
De aardappels worden gesneden.
*De aardappels snijden.
a. Dat mes snijdt heel soepel.
b. Spagghetti eet lastig voor Nederlanders.
c. Het eet daar gezellig.
De zin Het zwembad is geopend is dubbelzinnig.
-Geef voor beide lezingen een grammaticale analyse. Op welke punten verschillen
ze? Let zowel op zinsdelen als op woorsoorten. Lees desgewenst de ANS,
par.6.2.3.
Waarom is de dubbelzinnigheid weg bij de zinnen (i) –(iv)?
(i)
Het zwembad is gisteren officieel door de burgemeester gopend.
(ii)
Het zwembad is de hele zomer geopend.
(iii)
Het nieuwe zwembad is al enkele keren geopend geweest.
(iv)
Weet jij of het zwembad toen geopend is?
-
Is Het zwembad wordt geopend dubbelzinnig?
Is Die blikken zijn ongeopend dubbelzinnig?
- Je komt in de spreektaal naast elkaar tegen:
(viii) a.
b.
het boek dat ik aan het lezen ben ...
het boek wat ik aan het lezen ben ...
Download