Woordenschat Bias = vervorming = vertekening Emotionele bias: o neiging om te oordelen volgens attitudes en gevoelens. Vb. Boek: Even the rat was white: allemaal blanje proefpersonen Bias van zelfconsistentie: o mensen zijn minder consistent dan ze denken, wat inconsistent is gaan ze voorbij Vb. Koppels geven score aan elkaar. Indien relatie goed ging, nadien herinnerden ze de score hoger. Indien relatie slechter, nadien herrinnerden ze de score lager. Expectancy bias = verwachtingsbias: o wanneer de verwachtingen van de waarnemer de resultaten van een onderzoek zullen beïnvloeden Vb. Ratjes van studenten die ‘denken’ dat hun ratjes slimmer zijn, leren sneller bij (aanmoediging) Vb. Paard dat kan ‘tellen’: onbewust maakt verzorger spanningen aan tijdens het tellen. Bij het juiste antwoord ontspant hij. Paard voelt dit en stopt met het tikken van zijn hoef. Confirmation bias = bevestigingsbias: o neiging info die je niet aanstaat te negeren/ bekritiseren en info zoeken waar je het wel mee eens bent zoeken naar bevestiging van eigen opinie, verwachting of hypothese Vb. Bij horoscoop: elementen die kloppen onthouden, anderen vergeten Hindsight bias: o neiging om na een gebeurtenis te geloven dat dat die gebeurtenis voorspelbaar was Vb. Nu de regering is gevallen, zegt iedereen dat ze dit zagen aankomen, door voorspellende elementen te zoeken in het verleden. Achoring bias: o neiging om te oordelen op basis van een gemaakt beeld = anker Vb. De som 8+7+6+5+4+3+2+1 lijkt veel groter dan 1+2+3+4+5+6+7+8: eerst gekregen informatie schept een beeld en wordt verankerd Representativeness bias: o neiging om persoon of gebeurtenis die gecategoriseerd is, meteen alle eigenschappen van die categorie toe te kennen Vb. Leerlingen die achteraan zitten letten minder goed op. o Availability bias: neiging om te oordelen gebaseerd op het gemak om het uit het geheugen op te roepen Vb. In de zomer lopen er meer meisjes op straat (je let er dan gwn beter op) Consistent Innerlijk samenhangend en niet tegenstrijdig Placebo’s Pillen die op medicijnen lijken maar het niet zijn. Ze bevatten suiker ipv geneesmiddelen. Validiteit Kijken of onze metingen geldig of ‘valide’ zijn. Wouden we meten wat we nu juist hebben gemeten? definitieve controle Endocrien syteem aantal klieren die hormonen uitscheiden in het lichaam Antabuse Pilletje dat al bij een klein beetje alcohol enorm veel misselijkheid oproept Informatief In deze context: belangrijk, doorslaggevend Informatieve waarde = belangrijke waarde Brain imaging Met behulp van elektonica kan men zicht krijgen op de interne processen Elaboratie Betekenis toevoegen aan informatie in het werkgeheugen tijdens encoderen. Op deze manier kan het makkelijk worden bewaard/ opgeroepen Adaptief Adaptief = voordelig: de adaptieve waarde van iets = de voordelen (in context van overleven)