Sta op! 28 juni - dertiende zondag (Wijsheid 1,13-15.2,23-24 - Marcus 5,21-43) ======= Een dokter die een goede bekende van mij is heeft zich bekwaamd in alternatieve geneeswijzen. Veel van zijn patiënten zien in hem hun laatste toevlucht. Ze lijden aan een hardnekkige kwaal en zijn op hun lijdensweg van de ene dokter naar de andere specialist gelopen, zonder enig resultaat. Nu zoeken ze heil bij hem. Sommigen kan hij helpen, zegt hij me, anderen niet. Weet je, zei hij een keer, eigenlijk was Jezus op zijn manier een alternatieve genezer. Op zijn manier. Lees maar de genezingsverhalen in de evangelies. Hij gebruikte geen alternatieve middelen, naalden of zalfjes of geneeskrachtige kruiden, geen massagetechnieken. Soms legde hij zieke mensen de handen op, maar zijn genezende kracht zat in zijn woord, het antwoord op het geloof van de mensen die naar hem toe kwamen. Tegenover het ongeloof stond hij machteloos. Een rake typering. Ze heeft me stof tot nadenken gegeven. ------------In het evangelie van deze zondag lezen we twee genezingsverhalen. Maar het eerste zal misschien op veel plaatsen niet gelezen worden. In het lectionarium en de volksmissalen is het tussen haakjes geplaatst. De lector en de predikant kunnen het overslaan. Het zal wel niet de bedoeling zijn, maar het suggereert toch dat het minder belangrijk is. Zo gebeurt in de liturgie wat met de vrouw die aan onregelmatig bloedverlies leed in Jezus' tijd was gebeurd. Door haar ziekte was ze onrein, ze mocht niemand aanraken en door niemand aangeraakt worden. Ze was buiten de samenleving geplaatst.* Maar de vrouw legde zich daar niet bij neer. Ze wrong zich in het gedrang van de menigte tussen de mensen door naar Jezus toe om zijn mantel te kunnen aanraken. Maar Jezus haalde haar uit de menigte naar voren. Ze werd niet genezen door Jezus' mantel die ze had aangeraakt, maar door haar geloof. Jezus zei het haar. Ze was voor hem op haar knieën gevallen maar hij deed ze opstaan. 'U kunt naar huis gaan. Uw geloof heeft u gered, wees genezen.' Twaalf jaar lang was ze levend dood geweest. Geen man mocht haar aanraken. Ze kon geen kinderen krijgen en het leven niet doorgeven. Jezus heeft haar tot een volwaardig leven opgewekt. Twaalf jaar was de leeftijd van het meisje dat dood werd verklaard. Ze stond op de drempel van de vrouwelijke vruchtbaarheid, maar dood verklaard. 'Blijf geloven' zei Jezus tegen haar vader. De ongelovige omstanders moesten buiten blijven. En tegen het meisje: 'Talita koem!' Twee van de weinige Aramese woorden die we in de evangelies aantreffen. 'Meisje sta op'. Die woorden treffen we ook aan in verenigingen en instellingen die hulp bieden aan kinderen die in een zelfde situatie verkeren als het dochtertje van Jaïrus. Was het meisje gestorven of alleen maar schijndood? Het heeft geen enkel belang. Het wonder was dat Jezus' woord haar heeft doen opstaan, tot vruchtbaar leven gewekt. Dat is ook het streefdoel van de genoemde instellingen en verenigingen: "het leven brengen bij jeugd die uiterlijk leeft, maar innerlijk dood is" (stichting Talita Koem Rotterdam). Toen de vrouw Jezus' kleren aanraakte werd Jezus gewaar dat er kracht uit hem was weggestroomd, noteert de evangelist. Iets van zijn door God gegeven levenskracht werd door het geloof van de vrouw overgedragen naar haar zieke lichaam. Zo ging het ook met het meisje dat in het randgebied tussen leven en dood lag. In alle genezingen die Jezus heeft kunnen bewerken toonde God metterdaad dat hij geen vreugde vindt in de ondergang van mensen en hun nieuw leven wil schenken (zie de lezing uit het boek Wijsheid). Ook Jezus heeft hij uit de dood tot nieuw leven gewekt. Er gaat van Jezus de Christus die uit de dood is opgestaan een kracht uit naar allen die in hem geloven. Ze kan hen genezen van hun bloedverlies, als ze de levensenergie uit zich voelen wegvloeien, als ze elke hoop op een zinvol leven hebben verloren. We lijden aan veel soorten bloedarmoede waartegen alleen de genezende kracht van het geloof opgewassen is. Talita Koem: iemand die als een levende dode neerligt bij de hand nemen en doen opstaan. Het ligt in onze macht.** Iedereen kan het, mensen die hem ter harte gaan terugschenken aan het leven. Mensen bij wie het water van de verbittering tot aan de lippen staat uit het water doen opstaan. Mensen die in een afgrond van vertwijfeling dood liggen te gaan omhoog trekken. Mens weer thuis doen komen in de gemeenschap waartoe ze behoren. Zulke wonderen kunnen we verrichten, als ons geloof maar krachtig genoeg is. Het kan gebeuren dat we onszelf voelen als de vrouw met bloedverlies of het dood verklaarde meisje, spiritueel dodelijk verzwakt of levensmoe. Dan moeten we ons laten vastnemen door iemand die met ons begaan is, iemand die ons met een beroep op het geloof in de levenskracht van de verrezen Christus beveelt: 'sta op!'. Het moet ons lukken, met de genade van God die wil dat we leven. * Zie P. SCHOLLAERT, Zondagse woorden, Tielt, Lannoo 2008, p. 171 v. ** Inspiratie is gehaald bij Dries MOREL, Zijn verhaal is ons verhaal, Tabor, Brugge 1993, p. 156 e.v. B.J. De Clercq o.p.