NOTA voor burgemeester en wethouders Onderwerp: reactie concept stroomgebiedsvisie Vecht Zwarte Water. Notanr.: 2003.00216 RMW/RO 14-01-2003 Portef.h.: wethouder Adema Agenda BenW 21-01-2003 BESLUIT: 1. Kennis te nemen van de concept-stroomgebiedsvisie van het bestuurlijk platform Vecht – Zwarte Water. 2. De brief aan het bestuurlijk platform Vecht – Zwarte Water met de Deventer reactie op de conceptstroomgebiedsvisie vast te stellen. OPENBAARMAKING: Dit besluit openbaar te maken na verzending van de onder 2. Genoemde brief. COMMUNICATIE: intern FINANCIELE ASPECTEN: financiële gevolgen voor de gemeente? nee TOELICHTING/OVERWEGINGEN: Het grootste deel van het grondgebied van de gemeente Deventer ligt in het stroomgebied Vecht-Zwarte Water. Het concept voor de stroomgebiedsvisie Vecht-Zwarte Water en het bijbehorende pakket van maatregelen is opgesteld met als doelstelling het realiseren van een duurzaam en veerkrachtig regionaal watersysteem. Dit moet gerealiseerd worden door een sterkere binding tussen ruimtelijke ordening en waterbeheer. De reactie van Deventer op deze concept-visie is in een brief (bijlage) weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste standpunten uiteengezet. De visiekaart, waarop aangegeven is welk dagelijks waterbeheer in welk gebied gewenst is en wat de mogelijkheden voor stedelijke uitbreiding voor Deventer zijn, conflicteert met de vigerende streekplankaart. Het “Blauwe lijnen”beleid voor risicogebieden voor wateroverlast staat voor grote terughoudendheid als het gaat om stedelijke ontwikkeling in deze gebieden. De in het streekplan 2000+ aan Deventer toegewezen uitbreidingsruimte (zoekgebied) blijkt voor een groot deel gelegen in gebieden met risico op wateroverlast en ook nog in een intrekgebied voor waterwinning. Om deze reden is er behoefte aan meer inzicht in en duidelijkheid over de inhoud van de compensatie opgave en mogelijke financiële gevolgen. Voor het ondertekening van een regionaal bestuursakkoord is dit van groot belang. Naast mogelijke financieringsproblemen is er ook het risicio van stagnatie van stedelijke ontwikkeling. De definitie van pijplijnprojecten, die in de concept-stroomgebiedsvisie wordt gehanteerd, is van belang om bij opgestarte projecten de locatieafweging niet meer opnieuw te hoeven maken. In het voorontwerp Structuurplan 2025 zijn de ontwikkelingsrichtingen uit het Streekplan 2000+ nader uitgewerkt. Daarom wordt voor de definitie van pijplijnprojecten vastgehouden aan plannen die in het voorontwerpstructuurplan Deventer 2025 zijn opgenomen. In de waterparagraaf/ watertoets voor deze nog uit te werken ruimtelijke plannen zal alsnog moeten worden aangegeven of er nadelige effecten van de ruimtelijke ingreep op de bestaande waterhuishouding te verwachten zijn en hoe de eventuele nadelige effecten worden beperkt en gecompenseerd. Het bestuurlijk platform Vecht-Zwarte Water, t.a.v. gedeputeerde P. Jansen, Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Kenmerk : 2003.00216 Contactpersoon : A. Oosterwegel Onderwerp : Reactie concept stroomgebiedsvisie Vecht-Zwarte Water Deventer, 14 januari 2003 Telefoon : 0570 693278 Faxnummer : Het grootste deel van het grondgebied van de gemeente Deventer ligt in het stroomgebied VechtZwarte Water. Met veel belangstelling hebben wij dan ook kennis genomen van het concept voor de stroomgebiedsvisie Vecht-Zwarte Water en het bijbehorende pakket van maatregelen. Wij hebben waardering voor de wijze waarop in zeer korte tijd een concept -visie op het stroomgebied Vecht-Zwarte Water is ontwikkeld. Het doel van deze visie, het realiseren van een duurzaam en veerkrachtig regionaal watersysteem door een sterkere binding tussen ruimtelijke ordening en waterbeheer, onderschrijven wij. Wij vinden het belangrijk dat water als ordenend principe in de ruimtelijke planvorming meedoet in de afweging met andere ordenende principes. Na het lezen van de concept-stroomgebiedsvisie willen wij het volgende onder uw aandacht brengen: De visiekaart, waarop aangegeven is welk dagelijks waterbeheer in welk gebied gewenst is en wat de mogelijkheden voor stedelijke uitbreiding voor Deventer zijn, conflicteert naar onze mening met de vigerende streekplankaart. Het “Blauwe lijnen”beleid voor risicogebieden voor wateroverlast bestaat uit grote terughoudendheid als het gaat om stedelijke ontwikkeling in deze gebieden. De in het streekplan 2000+ aan ons toegewezen uitbreidingsruimte (zoekgebied) blijkt voor een groot deel gelegen in gebieden met risico op wateroverlast en ook nog in een intrekgebied voor waterwinning. Om deze reden hebben wij behoefte aan meer inzicht in en duidelijkheid over de inhoud van de compensatie opgave en mogelijke financiële gevolgen. Zolang wij op deze onderdelen onvoldoende zicht hebben, zullen wij niet over kunnen gaan tot ondertekening van een regionaal bestuursakkoord. Wij vrezen naast financieringsproblemen ook stagnatie in de voortgang van stedelijke ontwikkeling. Zoals ook al aangegeven wordt in de concept-stroomgebiedsvisie (pag. 20): “eventuele compensatie van de aantasting van de natuurlijke berging is ingrijpend en kostbaar … . Het voorkomen van een verdere aantasting van de natuurlijke berging van neerslag is zo belangrijk dat het te voeren beleid voor alle geledingen helder en duidelijk moet zijn”. Wij missen in de concept-stroomgebiedsvisie de aandacht voor drinkwaterwinning, op pag. 36 ook door u een gebiedsspecifiek wateraspect genoemd. Wij zijn van mening dat er niet een ruimtelijke ontwikkelingsvisie op het watersysteem kan worden gegeven, waarbij dit aspect buiten beschouwing gelaten wordt. Met name de visie op verduurzamen van de waterwinningen en de toekomst van met name de waterwinning ten noorden van Schalkhaar is voor Deventer van wezenlijk belang. In het voorontwerp structuurplan “Deventer 2025” heeft Deventer aangegeven dat gelet op de kwetsbaarheid van het gebied ten noorden en ten oosten van Deventer, stedelijke ontwikkelingen in die richting eindig zijn. Na de ontwikkeling van Steenbrugge ziet Deventer nog een laatste mogelijkheid 2 in Schalkhaar Noordoost. In het voorontwerp Structuurplan is daarom een zoekgebied aangegeven. De mogelijkheden voor woningbouw, drinkwaterwinning en waterhuishouding volgens waterbeleid 21 e eeuw in het zoekgebied zijn in de afgelopen maanden globaal verkend in samenwerking met Vitens en het waterschap Groot Salland. De conclusie van de globale verkenning is dat met behoud van de drinkwaterwinning, verstedelijking mogelijk is binnen de waterhuishoudkundige eisen. Dit is dan wel afhankelijk van de specifiek te verkiezen locaties. Ook compensatie is hier weer een belangrijke voorwaarde. Pag. 12, Blauwe knopen. Onduidelijk is wat “taakstellende afspraken” inhouden en wat de gevolgen kunnen zijn. Toelichting gevraagd. Twee blauwe knooppunten, Monding Twentekanaal en monding Schipbeek, liggen in een ander stroomgebied. Waarom worden deze knooppunten hier genoemd en niet in het eerste concept van de stroomgebiedsvisie Achterhoek? Daarin wordt geen melding gemaakt van “blauwe knopen”. Afstemming met andere stroomgebiedsvisies , met name stroomgebiedsvisie Achterhoek. is voor Deventer van groot belang. Hoe zit het bijvoorbeeld met visie op de Schipbeek, de grens tussen de twee stroomgebieden? Hoe en door wie wordt beleid t.a.v. de Schipbeek geformuleerd. Deventer vraagt hierover een heldere, eenduidige visie? De afstemming van de stroomgebiedsvisie met het reconstructieproces is voor ons zowel inhoudelijk als procesmatig een punt van zorg. De visiekaart is niet volledig vertaald naar de streefbeeldkaart voor de Reconstructie van Salland. Wij zullen hierover ook richting Reconstructiecommissie reageren. Pag. 14: Afstemming en samenhang van het regionale watersysteem met het hoofdsysteem in extreem natte en droge situaties en de vertaling van de resultaten van de Spankrachtstudie voor Deventer zijn voor ons belangrijke zaken. U geeft aan dat de consequenties van deze studies worden verwerkt in de definitieve versie van de stroomgebiedsvisie. Hierbij willen wij graag tijdig betrokken worden. Wij hebben veel vragen bij de Blauwe Lijnen voor nee, tenzij - ja, mits beleid op de Visiekaart: wat betekenen deze lijnen in de ruimtelijke ordening? Tot waar strekt zich hun werking uit? De lijnen lopen door bestaand stedelijk gebied. Hoe dienen wij dit te interpreteren? In de par. 3.2.3 Bestaande bebouwing en pijplijnprojecten wordt gesteld dat de in vigerende bestemmingsplannen vastgelegde bouwmogelijkheden moeten worden gerespecteerd. Bij bebouwing optredende negatieve gevolgen voor de waterhuishouding zouden moeten worden gecompenseerd. Wij zetten vraagtekens bij de financiële, praktische (ambtelijke capaciteit in termen van beschikbare uren en inhoudelijke kennis) en juridische uitvoerbaarheid van het compenseren van negatieve gevolgen bij uitvoering van bouwmogelijkheden volgens vigerende bestemmingsplannen. De definitie Pijplijnprojecten is van belang om bij opgestarte projecten de locatieafweging niet meer opnieuw te hoeven maken. In ons voorontwerp Structuurplan 2025 werken wij de ontwikkelingsrichtingen die ons zijn aangereikt in het Streekplan 2000+ nader uit. Wij houden voor de definitie van pijplijnprojecten vast aan plannen die in het voorontwerpstructuurplan Deventer 2025 zijn opgenomen. In de waterparagraaf/ watertoets voor deze nog uit te werken ruimtelijke plannen zal alsnog moeten worden aangegeven of er nadelige effecten van de ruimtelijke ingreep op de bestaande waterhuishouding te verwachten zijn en hoe de eventuele nadelige effecten worden beperkt en gecompenseerd. 3 Voor het ontwikkelen van beleid voor het omgaan met water in bestaand stedelijk gebied wordt van gemeenten en waterschappen verwacht dat zij het voortouw nemen. Zij zouden waterhuishoudkundige modellen beschikbaar moeten stellen. Hiermee kunnen specifieke situaties worden doorgerekend en het effect van maatregelen kan worden bepaald. Het ontwikkelen en beschikbaar stellen van deze modellen betekent voor ons een financiële investering. Hiervoor is vooralsnog geen dekking aanwezig, de verwachting is dat die vanuit hogere overheden wordt aangedragen. Deze reactie geldt ook voor maatregel 5 uit het pakket van maatregelen. Op dit moment wordt er door ons gewerkt aan het actualiseren van enkele bestemmingsplannen voor omvangrijke delen van de bestaande stad. Het is voor ons nog onduidelijk in hoeverre in de bestaande steden en dorpen met de trits vasthouden, bergen, afvoeren kan worden omgegaan en wat dit betekent voor noodzakelijke ruimtereservering en mogelijke functiecombinaties in bergingsgebieden. In de tabel op pag. 32 wordt aangegeven hoe het verband is gelegd tussen de visiekaart en de bestaande beleidskaarten van de provincie. De relatie met de bestaande functiekaart uit het Streekplan 2000+ roept voor ons veel vragen op. Wij wensen hierover helderheid van de provincie. Het gewenste waterbeheer wijkt met name in de beekdalen zeer af het huidige waterbeheer en van hetgeen in het streekplan2000+ aan zonering is aangegeven. Burgemeester en wethouders van Deventer, de secretaris de burgemeester mr. Th. Bakhuizen I.a.a. drs. J. van Lidth de Jeude : Archief sector SDB, sector RMW