Woord Afkorting Uitleg SCHOOLLEIDERSCHAP AANGEKAART EN IN KAART GEBRACHT: HOOFDSTUK 1 Schoolleiderschap SL Proces van sociale beïnvloeding, uitgevoerd door één of meerdere organisatieleden. Het omvat activiteiten gericht op het bereiken van wenselijk en noodzakelijk geachte organisatiedoelen. Leiderschap SLL Beïnvloeden van organisatieleden en het initiëren van veranderingen om wenselijk geachte doelen te bereiken. Ook interpersoonlijke dimensie, om de vooropgestelde doelen en veranderingen te bereiken, dienen leiders organisatieleden te motiveren. Leiderschap als invloed SLLi Sociaalbeïnvloedingsproces waarbij een groep of persoon intentioneel invloed uitoefent op andere personenn of groep om activiteiten en relaties in groep of organisaties te structureren. Leiderschap en waarden SLLw Nadruk op taak als leider om mensen te verenigen rond kernwaarden (normatieve ideeën over: goed onderwijs, gelijke kansen, persoonlijkheidsontwikkelingen) Leiderschap en visie SLLv Steeds meer beschouwd als een essentiële eigenschap van effectief leiderschap. Twee componenten zijn nauw verbonden. Cognitieve component (persoonlijke interpretatie van schoolleider van zijn alledaagse werkelijkheid) en sociale component (visie zoals deze tot uiting komt in dagdagelijkse interacties van schoolleider met medewerkers en leerkrachten om denkbeelden om te zetten in praktijk) Management SLM Richt zich meer op het status quo en op routineuze taken. Heeft als doel efficiënt en effectief behouden en laten werken van bestaande organisatorische arrangementen. Positie SLP Plaats in organisatie waaraan één of meerdere rollen aan verbonden zijn Activiteiten SLA Activiteiten of praktijken die organisatieleden uitvoeren en waarin of waardoor leiderschap of management gerealiseerd kan worden. Leiderschaps –of SLAl Concrete handelingen waardoor concrete leiderschaps –of managementtaken opgenomen of 1 managementsactiviteiten SLAm uitgevoerd worden. SLl De bekleders van posities in organisaties, verbonden met het besturen van de organisatie. Het (praktijken) Schoolleiding/schoolleiders/ formele leiders/directeurs uitoefenen van leiderschap en management behoort tot de kern van hun formele taak binnen de organisatie SCHOOLLEIDERSCHAP AANGEKAART EN IN KAART GEBRACHT: HOOFDSTUK 2 SCHOOLLEIDERSCHAP AANGEKAART EN IN KAART GEBRACHT: HOOFDSTUK 3 Instructioneel leiderschap SLil Heeft in de eerste plaats betrekking op leren en onderwijzen en op het gedrag van leerkrachten wanneer ze met leerlingen werken. Een instructionele leider wordt verondersteld de wenselijke condities te creëren zodat leerkrachten op een zodanige wijze kunnen werken dat er ‘goede’ leerresultaten worden behaald bij de leerlingen. Verwijst voornamelijk naar de doelen van schoolleiderschap Transactioneel leiderschap SLtl Tracht volgers ertoe te brengen om te doen wat hij/zij wenselijk en noodzakelijk acht door middel van beloningen. Deze vorm van leiderschap is noodzakelijk om de organisatie te behouden en past dus in een managementagenda. Verwijst voornamelijk naar de manier waarop leiders leerkrachten trachten te beïnvloeden opdat de organisatiedoelen zouden bereikt worden. Transformatief leiderschap SLtl Tracht volgers te overtuigen en te motiveren om boven hun eigen belangen uit te stijgen en de doelen van de organisatie na te streven. Deze vorm van leiderschap wordt nodig geacht voor het verbeteren van de organisatie. 2 Verwijst voornamelijk naar de manier waarop leiders leerkrachten trachten te beïnvloeden opdat de organisatiedoelen zouden bereikt worden. Gespreid leiderschap SLgl Koppelt leiderschap los van de persoon van de formele schoolleider. Leiderschap is niet gesitueerd bij één persoon of exclusief verbonden aan concrete posities binnen de organistatie wmaar wel gestalte krijgt in veelheid van –al dan niet samenhangende- activiteiten en processen. In principe kan elk organisatielid leiderschap uitoefenen. Dit model biedt mogelijkheden om leiderschap/management op verschillende organisatieniveaus te organiseren. Numerieke of additieve SLgln actie Georkestreerde actie Bestaat enkel uit het geaggregeerde effect of de som van een aantal individuen, die, ieder op eigen wijze een bijdrage leveren aan een groep of organisatie. SLglg Dynamiek die ontstaat wanneer twee of meer organisatieleden gezamenlijk handelen en waardoor de uitkomst van hun handelen meer is als de som van hun individuele handelen. (Voorwaarde is gezamenlijk of georkestreerd handelen) Spontane samenwerking SLglgss Samenwerkingsrelatie die spontaan ontstaan op de werkplek. (van relatief korte duur) Intuïtieve werkrelatie SLglgiw Diepgaande vorm van samenwerking en begrip tussen collega’s die ontstaat wanneer ze langdurig en nauw samenwerken Geïnstitutionaliseerde SLglggp praktijken Sociale verdeling van praktijken. (vb. Functioneringsgesprekken monden uit in procedures en formulieren) SLsov leiderschapspraktijken Situationele verdeling van Samenwerkingsrelaties monden uit in afspraken, structuren en vaststaande artefacten en Leiderschap is geconstitueerd in interactie van meerdere leiders (en volgers) die gebruik maken van instrumenten en artefacten om bepaalde taken uit te voeren. SLsiv Praktijken vinden steeds plaats in en worden beïnvloed door de context waarin ze plaatsvinden. SLsiva Artefacten zijn constitutief voor de leiderschapspraktijk. De veruitwendiging van ideeën en leiderschapspraktijken Artefact bedoelingen (lesroosters, evaluatieformulieren, procedures, verslagen van vergaderingen en 3 agenda’s) Organisatiestructuren SLsivo Organisatiestructuren zijn constitutief voor leiderschapspraktijk (vb. Blz 43) Effectieve schoolleiders SLes Building vision and setting SLesv Gericht op het realiseren van een gemeenschappelijke doelgerichtheid in het schoolteam SLesb Ontwikkelen van kennis en vaardigheden bij leerkrachten en andere teamleden om de direactions Understanding and developing people organisatiedoelen te bereiken enerzijds. Anderzijds het bevorderen van het engagement en het doorzettingsvermogen van leerkrachten en andere teamleden om deze doelen na te streven. Redesigning the SLeso organisation Managing the teaching and motivatie, engagement en kennis en vaardigheden optimaal kunnen ontwikkelen. SLesm learning programme Effectieve en succesvolle Gericht op het tot stand brengen van de werkcondities die toelaten dat leerkrachten hun Gericht op het creëren van productieve werkcondities voor leerkrachten door het bevorderen van stabiliteit in de organisatie en het verbeteren van de schoolinfrastructuur. SLesd directeurs Waarden van de directeurs SLesdw Passie voor hun werk, belang hechten aan gelijke kansen en sociale rechtvaardigheid, een gerichtheid op anderen en een gevoel voor humor. Visie van de directeur op SLesdv schoolvisie en -missie Gerichtheid op het Vb.: Een visie gericht op kinderen, het creëren van een zorgende omgeving, eenduidige en hoge verwachtingen t.a.v. leerlingen. SLesds Het bevorderen van zowel vaardigheden als bekwaamheden op het niveau van de individuele ontwikkelen van de leerkrachten als vaardigheden en deskundigheid op het groeps –of schoolniveau. Ook de relatie schoolcapaciteit met ouders en de lokale gemeenschap behoort hiertoe. Percepties van leerkrachten SLesdl 4 over effectieve schoolleiders Relatie met leerkrachten SLedlr Het opbouwen van een persoonlijke en professionele relatie met leerkrachten, waarin respect en vertrouwen centraal staan. Steun inzake visie SLedlw Het articuleren van waarden en een visie voor de school en het vinden van steun voor deze visie bij de leerkrachten. Stimuleren professionele SLedls ontwikkeling Het stimuleren van de (individuele) professionele ontwikkeling van leerkrachten en, mede op basis daarvan, schoolontwikkeling. SCHOOLLEIDERSCHAP AANGEKAART EN IN KAART GEBRACHT: HOOFDSTUK 4 Vooral benaderingen en visies naar de begrippen en concepten achter schoolleiderschap, weinig/niet van toepassing op de interviews SCHOOLLEIDERSCHAP AANGEKAART EN IN KAART GEBRACHT: HOOFDSTUK 5 Beleving van BSL schoolleiderschap Spanning tussen Ratio en SpRM emotio Emotionele Rationaliteit en emotie raken onvermijdelijk verwikkeld met elkaar in de beroepsbeleving van directeurs. EBSL Rol van emoties in praktijk van directeurs in onderwijspraktijken. PESL Positief gevoel van uitdaging, enthousiasme en energie – gevoelens van steun – het gevoel belevingsdimensie bij sl Positieve emoties bij schoolleiders Negatieve emoties bij schoolleiders hebben van gekend te zijn en erkend te worden – bevestiging van het zelfwaardegevoel NESL Ontmoediging – bedreiging – het gevoel emoties te moeten verbergen – negatieve gevoelens ten gevolge van de verantwoordelijkheden – teleurstelling in het systeem 5 Emotionele arbeid ESLa Invloed van gevoelens van anderen op de emoties/gevoelens van de schoolleider EA Gevolgen van management of controle van gevoelens. Wanneer iemand de noodzaak voelt om gevoelens te stimuleren of te onderdrukken om een bepaalde uitstraling naar de buitenwereld te geven en zo de gewenste emotionele staat bij anderen op te wekken. Emotionele dissonantie ED Wanneer iemand frewuent de noodzaak voelt om positieve gevoelens te tonen die niet overeenstemmen met de neutrale of negatieve gevoelens die de persoon echt ervaart. Emotionele regulatie ER De capaciteit van een schoolleider om zijn/haar emoties te managen of er functioneel mee om te gaan. Eveneens de vaardigheid van schoolleiders om anderen te helpen om hun eigen emoties te managen of er functioneel mee om te gaan. Emotionele context EC De wisselwerking tussen emotionele context van de school enerzijds en emotionele regulatie en beslissingen anderzijds. Publiek gezicht van de PSL schoolleider Gecontextualiseerde en Het bewaren van een aanvaardbaar publiek gezicht, ter bescherming van hun positie en ter verdediging van de legitimiteit van hun aanstelling als schoolhoofd. CISL Directeurs ervaren bijvoorbeeld dat ze leerkrachten een gevoel van tevredenheid kunnen interpersoonlijk karakter bezorgen en hun motivatie kunnen verhogen door positieve feedback te geven of appreciatie te van schoolleiderschap tonen. Wanneer leerkrachten dit op hun beurt terugkoppelen, kan dit tot een gevoel van voldoening leiden bij de directeur. Emotionele EB belangentegenstellingen De poortwachter Beslissingen moeten genomen worden voor het belang van de school, maar deze zijn moeilijk voor directeurs. (vb.: ontslag van leerkrachten door financiële omstandigheden) SLpw De directeur in de basisschool bevindt zich op een kruispunt van belangen en agenda’s van uiteenlopende factoren binnen en buiten de school. Loyaliteitsconflict LC Wanneer je t.o.v. de ene partij loyaal bent, betekent het vaak dat je niet of minder loyaal bent t.o.v. een andere partij. 6 Affectieve loyaliteit AL Loyaliteit vanuit een emotionele verbondenheid of toewijding. Normatieve loyaliteit NL Loyaliteit vanuit een gevoel van verplichting. Coping C Balanceren van belangen van verschillende actoren en hun loyaliteitsverwachtingen, manier om om te gaan met bepaalde loyaliteitsconflicten of hervormingen. SCHOOLLEIDERSCHAP AANGEKAART EN IN KAART GEBRACHT: HOOFDSTUK 6 Schaalvergroting SV Kan leiden tot belangrijke verschuivingen in verantwoordelijkheid en taakomschrijving van directeurs. Coördinerend directeur CD Schoolgemeenschap en SGGL gespreid leiderschap Belangenconflicten Door de vorming van scholengemeenschappen wordt gespreid leiderschap geïnstalleerd als structureel kenmerk. BC Verschillende belangengroepen (ouders, verschillende verwachtingen. Hierdoor leerkrachten, kunnen leden directeurs schoolbestuur, te maken …) hebben krijgen met belangenconflicten. Een directeur heeft verschillende rollen die verschillende verantwoordelijkheden met zich meedragen. Concurrenten SLC Er is de nood om samen te werken met andere school, maar tegelijk zijn scholen ook concurrenten van elkaar op de onderwijsmarkt. Bovenschoolniveau BSW Elke school heeft een eigen cultuur, dus om te kunnen samenwerken is er de nood om gemeenschappelijke doelen en waarden op het bovenschoolniveau te creëren. 7