Griffie Commissie voor Algemene Voorbereiding Staten Datum commissievergadering : - DIS-stuknummer : Behandelend ambtenaar : Dienst/afdeling : Nummer commissiestuk : Datum : Bijlagen : 911196 W. Wienbelt WMV/INFRA AVS-0014 22 april 2003 1 Onderwerp: Toelichting cijfers Meerjarenprogramma Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 2002. Voorstel van GS aan PS: ter advisering ter bespreking ter kennisneming ter vaststelling Voorstel van het Presidium/Griffie: ter advisering ter bespreking ter kennisneming ter vaststelling Griffier der Staten, namens deze, mr. J.W.L.M. Zwepink Bijlage: 1. Eindresultaat investeringsprogramma aandachtsgebieden MP VVI 2002 Notitie ten behoeve van Provinciale Staten inzake de toelichting op de cijfers van het MP VVI 2002. Inleiding In het Meerjarenprogramma Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (MP VVI) worden projecten opgenomen, die de provincie voornemens is te realiseren in de eerstkomende vijf jaren. Het is een investeringsprogramma, waarbij de door de Staten vastgestelde volumes voor de verschillende aandachtsgebieden bepalend zijn voor de investeringen. Het betreft onder meer de aandachtsgebieden Structureel Onderhoud, Verkeersveiligheidsprogramma, Aanleg en Reconstructie, Telematica en Ontsnippering. De volumes voorbereidingskosten en grondverwerving worden gebruikt voor de voorbereiding en -indien nodig- de grondverwerving van de projecten binnen deze aandachtsgebieden. Doorgaans kennen veel projecten een lange looptijd, te beginnen met een verkenningenfase, een planstudiefase en een realisatiefase. Opname in het meerjarenprogramma betekent dat het project in de realisatiefase komt, hetgeen inhoudt dat het project (milieu)technisch wordt uitgewerkt, besteksgereed wordt gemaakt, de benodigde gronden worden verworven, overeenkomsten met derden worden aangegaan en het project planologisch wordt ingepast. De realisatie van een project -te beginnen met de voorbereiding en overgaand in de uitvoering- duurt, afhankelijk van de omvang en de complexiteit, tenminste zes maanden tot vele jaren zoals bij de omlegging Alphen. Met betrekking tot de gereedkoming van een project kan nog onderscheid worden gemaakt in de openstelling of ingebruikname van de weg of de (verkeers)voorziening, de feitelijke oplevering en de finale financiële afwikkeling. Projecten die in 2001 en voorgaande jaren in uitvoering zijn genomen, maar die nog niet zijn voltooid of waarvan de financiële afwikkeling niet (volledig) heeft plaatsgevonden komen in de zogenoemde overloop van het meerjarenprogramma. Het meerjarenprogramma is een jaarlijks voortschrijdend programma. Dat betekent dat er enerzijds projecten zijn die door vertraging in de planvoorbereiding een jaar naar achteren schuiven en er anderzijds projecten zijn die versneld worden aangepakt. Het meerjarenprogramma is in die zin steeds een bijstelling van het vorige meerjarenprogramma en wordt ieder jaar in augustus in concept vastgesteld door Gedeputeerde Staten naar de laatste stand van zaken. Provinciale Staten nemen in de loop van het jaar een besluit over het programma, dat een bijlage is bij de begrotingsstukken c.q. het jaarplan. Overigens zal de duale begroting consequenties hebben voor de inrichting en het besluitvormingsproces van de begrotingsstukken. Jaarlijks wordt gewerkt aan ruim 140 projecten in de verschillende fasen van voorbereiding en uitvoering en ruim 50 projecten in de zogenoemde overloop. De projecten die de komende jaren zullen worden gerealiseerd staan in de diverse jaarprogramma’s. Door omstandigheden, die de provincie lang niet altijd in eigen hand heeft, is het soms niet mogelijk de projecten volgens de voorgenomen planning te realiseren. Het betreft bijvoorbeeld tegenvallers met betrekking tot de planologische inpassing, de verwerving van de benodigde gronden of het aangaan van overeenkomsten met derden. Wanneer er tegenvallers dreigen bij de realisatie van projecten wordt daarop ingespeeld door de voorbereiding van andere projecten te versnellen. Dat betekent dat er jaarlijks tussen de jaarprogramma’s en binnen de aandachtsgebieden enige verschuiving van projecten kan plaatsvinden. -2- Aanbestedingsvoordelen In 2002 zijn er opvallend veel projecten aanbesteed, die een aanbestedingsvoordeel hebben opgeleverd. De voordelen bedroegen 10% tot ruim 40% van de geraamde projectkosten met een totaalbedrag van € 5,7 mln. Rekening houdend met deze aanbestedingsvoordelen is circa 94% van het beschikbare volume in 2002 uitgegeven. Regionale mobiliteitsfondsen Om infrastructurele projecten in Noord-Brabant versneld te kunnen realiseren, heeft het Rijk € 17 mln beschikbaar gesteld aan zowel de provincie als het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE). De provincie en het SRE hebben beide een Regionale Mobiliteitsfonds ingesteld. De provincie participeert met vijf projecten in deze fondsen en heeft in dat verband in 2002 € 7 mln in de fondsen gestort. De komende jaren zal de provincie de gestorte bedragen terugontvangen, vermeerderd met dezelfde financiële bedragen als subsidie uit de fondsen. De uitvoering van het beleid, vertaald in het meerjarenprogramma, wordt aan de hand van de verschillende aandachtsgebieden nader toegelicht. Overigens zijn ook onderdelen van deze notitie opgenomen in het provinciale Jaarverslag 2002. Structureel Onderhoud (volume € 13.386.000) Ten opzichte van het voorgenomen jaarprogramma 2002, vastgelegd in het MP VVI 2002-2006, zijn in het MP 2003-2007 de volgende projecten een jaar naar achteren geschoven: N260 VRI Tilburgsebaan, Gilze en Rijen; N285 Renovatie wegdek en VRI, Terheijden; N605 Rijbaan en fietspaden Volkel – Gemert; N629 VRI Westelijke aansluiting A27, Oosterhout; N631 VRI Nassaulaan, Gilze en Rijen; N606 Rijbaan Dinther – Veghel. Deze projecten waarvan de realisering was voorzien in 2002 en die door een langere voorbereidingstijd in 2002 niet in uitvoering konden worden genomen, zijn echter wel voorbereid en aanbestedingsgereed gemaakt en zijn gepland voor uitvoering in 2003/2004. Met de gemeente moest nog een overeenkomst worden gesloten voor tot realisering g van de VRI Tilburgsebaan in Gilze kon worden overgegaan. De renovatie van het wegdek bij Terheijden omvat het aanbrengen van de speciale toplaag, terwijl voor de realisatie van de VRI nog een overeenkomst met de gemeente moest worden gesloten. De volgende projecten: rijbaan en fietspaden Volkel – Gemert, de VRI Nassaulaan in Rijen en de rijbaan Dinther – Veghel zijn gelegen ter plaatse van wegverbindingen die aanmerking komen voor overdracht aan gemeenten. Met de desbetreffende gemeenten is tot dusver nog geen overeenstemming bereikt, waardoor de provincie voor de twee laatstvermelde projecten alsnog zelf de verbeteringen zal gaan realiseren. Een deel van de kosten van het project N204 Aansluiting A59, Waalwijk is opgenomen in het aandachtsgebied Structureel Onderhoud. Bovendien is voor de aanleg van twee rotondes in het wegvak Hilvarenbeek – Esbeek een storting gedaan in het Regionaal Mobiliteitsfonds Brabant. -3- De uitvoering van het meerjarenprogramma heeft in geresulteerd dat per saldo 83% van het volume Structureel Onderhoud in 2002 is besteed. De volgende projecten zijn in 2002 (nagenoeg) gereed gekomen: N260 Baarle Nassau – Alphen; N269 Rotonde Esbeek en renovatie rijbaan; N277 Rotonde Volkelseweg, Zeeland; N257 Renovatie rijbaan Steenbergen – Sint Philipsland; N615 Reconstructie Beeksedijk/Gemertsebaan N615/N272; N629 Renovatie VRI Hoogstraat in Oosterhout en aanpassing wegdek; N630 Rijbaan ter hoogte van viaduct A58, Tilburg-West; N629 Renovatie Oosterhout – Dongen; De overdrachten van de wegen Boxmeer – Oeffelt (N 621) en Etten-Leur – Prinsenbeek (N636), die in het MP VVI 2003-2007 waren gepland in 2003. Het volume is met ongeveer € 2 mln onderschreden. Dit wordt veroorzaakt door een aantal factoren: op een aantal projecten, waarvan het voornemen was deze (versneld) uit te voeren in 2002, zijn minder financiële middelen uitgegeven dan voorzien, zoals Brug Zwartenberg in Etten-Leur (N389) en de renovatie van een aantal verkeersregelinstallaties; in 2002 zijn aanmerkelijke aanbestedingsvoordelen geboekt. Het betreft bedragen tot bijna € 0,8 mln per project en percentages die oplopen tot boven de 40%. Binnen het aandachtsgebied Structureel Onderhoud is per saldo ongeveer € 2,4 mln aanbestedingsvoordeel genoteerd; aan inkomsten is totaal een bedrag van € 1,3 mln minder ontvangen dan gepland. Dit hangt samen met de voortgang van projecten en betalingen door derden. Van de circa 55 projecten in de overloop en het jaarprogramma 2002 (MP VVI 2003-2007) opgenomen projecten zijn in 2002 23 projecten (nagenoeg) afgerond. Verkeersveiligheid (volume € 10.209.000) Met betrekking tot de jaarschijf 2002 is voor Verkeersveiligheid per saldo 102% gerealiseerd. In 2002 zijn onder meer de volgende projecten uitgevoerd: N324 Aansluiting Corridorweg, Reek; N394 Rotonde Sprundelseweg, Etten-Leur (bijdrage); en de overdrachten van de wegen Boxmeer – Oeffelt (N621) en Etten-Leur – Prinsenbeek (N636) met een bijdrage uit het Verkeersveiligheidsprogramma. Voorts zijn in 2002 drie relatief grootschalige projecten in uitvoering genomen: N269 Rotonde Esbeek en het wegvak Hilvarenbeek tot de Hoogeindsestraat; N285 Rotonde Wagenberg; N289 Rotonde Korteven, Woensdrecht. De voortgang van deze projecten loopt wat achter bij bij de voorgenomen planning waardoor de uitgaven ook wat lager zijn. De projecten Aansluiting A17 en Zuidelijk Randweg (N285), Zevenbergen en Oirschot – Hilvarenbeek (N621), gedeelte kom Diessen zijn vertraagd als gevolg van de bestemmingsplanprocedure respectievelijk de onteigeningsprocedure. De aanleg van de rotondes in Andel en Veen (N267) is versneld. Voor vier provinciale projecten zijn stortingen gedaan in het Regionaal Mobiliteitsfonds Brabant en het Regionaal Bereikbaarheidsfonds Zuidoost-Brabant (SRE). De meevallende aanbestedingen, die een grote rol spelen bij andere aandachtsgebieden, beïnvloeden het aandachtsgebied Verkeersveiligheid veel minder. Bij een project, waarvan de projectkosten waren geraamd op € 410.000, was een aanbestedingsvoordeel van ruim 20% te noteren. Als gevolg van vertraging van een aantal projecten zijn minder inkomstendeclaraties uitgegaan en zijn de ontvangen inkomsten met € 1,6 mln achtergebleven bij de geplande inkomsten. Van de circa 17 projecten, die in de overloop en het jaarprogramma 2002 (MP VVI 2003-2007) zijn opgenomen, zijn in 2002 acht projecten (nagenoeg) afgerond. -4- Aanleg en Reconstructie (volume € 7.447.000) Van het volume 2002 voor Aanleg en Reconstructie (inclusief onvoorzien) is € 3,4 mln gerealiseerd, ongeveer 45% van het beschikbare volume. Per saldo is het volume onderschreden met een bedrag van € 4,1 miljoen. In 2002 is de aansluiting aan de A59 in Waalwijk (N261) uitgevoerd en zijn eerder overeengekomen bijdrages betaald aan de gemeente Sint-Oedenrode ten behoeve van aanleg van de Noordelijke Randweg en aan de gemeente Deurne ten behoeve van de Omlegging Vlierden. Het project aanleg kruispunt Sluis 13 in Someren is uitgevoerd. De eerdervermelde onderschrijding van het volume wordt veroorzaakt door de volgende factoren: net zoals bij de andere aandachtsgebieden zijn aanmerkelijke aanbestedingsvoordelen behaald. Zo is het aanbestedingsvoordeel van de projecten aansluiting A59 in Waalwijk (N261) en de reconstructie Beeksedijk in Gemert (N272) per saldo ruim € 1,2 mln; de voortgang van enkele grote projecten verloopt minder goed zoals de reconstructie van de Beeksedijk (N272) bij Gemert, de fietspaden Vossendaal in Etten-Leur (N641) en de herinrichting kom Maren-Kessel (N625). De redenen van de vertraging zijn achtereenvolgens de problematiek met kabels en leidingen, het overleg met Rail Infra Beheer en gemeente over een omleidingsroute en het uitstel van realisatie tot 2003 ter voorkoming van problemen in verband met ontsluiting en bereikbaarheid in de winterperiode. De uitgaven van deze projecten bleven per saldo achter met een bedrag van € 2 mln; het project Oirschot – Hilvarenbeek (N395), gedeelte Langereyt is vanwege vertraging als gevolg van onteigening van gronden noodgedwongen doorgeschoven naar 2003; de bijdrage aan VRI A2 te Best is nog niet voldaan omdat de Rijkswaterstaat de declaratie voor afkoop onderhoud nog niet heeft ingediend; de financiële afwikkeling van de reeds gerealiseerde omlegging Beek en Donk – Helmond (N279) kost meer tijd, waardoor op dat project nog een bedrag van € 0,9 mln uitstaat; bovendien zijn de inkomsten aanzienlijk hoger dan gepland, met name als gevolg van hogere inkomsten (€ 0,9 mln) bij het project aansluiting A59 in Waalwijk (N261). In 2002 is ten behoeve van het project aansluiting A67/N612/N266 in Someren een storting gedaan in het Regionaal Bereikbaarheidsfonds Zuidoost-Brabant (SRE). Van de circa 15 projecten, die in de overloop en het jaarprogramma 2002 zijn opgenomen, zijn in 2002 vijf projecten (nagenoeg) afgerond. Project Terheijdenseweg (volume € 8.693.000) In 2002 is dit project nadrukkelijk versneld in de realisatiefase gekomen en is 110 % van het in 2002 beschikbare volume gerealiseerd. In de beginfase heeft de aannemer enige vertraging opgelopen. Die vertraging heeft de aannemer in 2002 weer ingelopen. In dat licht is te verklaren dat er in 2002 circa € 840.000 meer is uitgegeven dan in het MP VVI 2003-2007 voorzien. Het oorspronkelijk realisatie- en betalingsschema is weer actueel. -5- Voorbereidingskosten (volume € 4.319.000) De voorbereidingskosten zijn bedoeld voor de uitbesteding van werkzaamheden in het kader van projecten, die zich bevinden in de verkenningenfase, planstudiefase en/of de realisatiefase (circa 130 projecten in het MP VVI 2003-2007). Ten behoeve van in voorbereiding zijnde projecten is in 2002 € 3,6 mln besteed aan onderzoeken, besteksvoorbereiding en expertise. Uiteindelijk is bijna € 0,7 mln minder uitgegeven aan voorbereidingskosten. Telematica (volume € 2.300.000) De benaming Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) geeft de inhoud van dit aandachtsgebied beter weer. In het projectenboek “Dynamisch Verkeersmanagement” van 2001 zijn de projecten opgenomen die de komende jaren zullen worden uitgevoerd. Omdat het een relatief nieuw aandachtsgebied betreft, kost de ontwikkeling van projecten en de uitvoering van maatregelen veel tijd. Van een groot aantal projecten is de uitvoering ter hand genomen zoals functionele snelheidsadvisering bij VRI’s, de praktijkproef Dynamische Snelheidsinformatie, alternatieve wegverlichting en het functioneren van verkeersregelinstallaties. In totaal is in 2002 € 1,0 mln minder uitgegeven dan gepland als gevolg van vertragingen in de projectvoorbereiding. Ontsnippering (volume € 2.000.000) Bij het Bestuursakkoord 1999-2003 zijn middelen vrijgemaakt voor de realisering van faunavoorzieningen in het kader van ontsnippering. De middelen hebben hun vertaling gekregen in concrete investeringsmiddelen voor de jaren 2001 t/m 2003. De uitgaven in 2002, totaal € 235.000, blijven achter bij de planning; dit is 12 % van het totaalvolume voor ontsnippering. In 2002 zijn hiervoor minder uitgaven verricht dan gepland als gevolg van een langere voorbereidingstijd. De afwegingen van maatschappelijke, ecologische, economische én financiële aspecten in relatie tot de onderliggende infrastructuur van kabels en leidingen spelen een doorslaggevende rol in de langere voorbereidingstijd van projecten. De faunavoorzieningen worden langs provinciale wegen aangelegd en kruisen soms de provinciale wegen door middel van onderdoorgangen. Als gevolg daarvan moeten in nagenoeg alle gevallen kabels en leidingen worden verlegd. In dat kader vindt het nodige overleg met de kabel- en leidingeigenaren plaats over een kostenverdeling. Getracht wordt om ook in interprovinciaal verband principe-afspraken te maken over de verdeling van kosten van het verleggen van kabels en leidingen, die samenhangen met de uitvoering van infrastructurele werken. Ook dit aspect speelt een rol bij de voorbereiding en uitvoering van met name ontsnipperingsprojecten. Doorstromingsmaatregelen (volume € 426.000) Het volume Doorstromingsmaatregelen wordt ingezet in projecten die de doorstroming van met name het openbaar vervoer bevorderen. In 2002 zijn geen financiële middelen ingezet. Er zijn onvoldoende projecten aanwezig voor de aanwending van de beschikbare middelen. Grondverwerving (volume € 3.291.000) De voor grondverwerving benodigde middelen worden doorgaans afgestemd op de planning van voorgenomen projecten. In de gegeven situatie is de planvorming van een aantal projecten achtergebleven, waardoor het nog niet mogelijk was de gronden (volledig) aan te kopen. In 2002 is € 1,4 mln uitgegeven; dit is € 1,9 mln minder dan voorzien. Overigens is bij de Najaarsnota 2002 al een bedrag van € 2 mln van 2002 naar 2003 overgeheveld. Naar de huidige inschatting zullen de gronden voor de projecten in 2003 worden verworven. -6- Stedelijke gebieden (volume € 228.000) Binnen dit aandachtsgebied worden projecten uitgevoerd op het gebied van elektronische controle systemen, fietsstallingen, fietsroutes, overige projecten in verband met reconstructies en lightrail. In 2002 was de realisatie van ruim 13 projecten voorzien. Met deze projecten was niet het gehele volume ingevuld. Omdat ook een aantal voorziene projecten niet tot realisatie is gekomen, resteert een bedrag van bijna € 180.000. Stimuleringsregeling (volume € 17.243.000, waarvan provinciaal deel € 3.123.000) Van het investeringsprogramma maakt de stimuleringsregeling deel uit. In het jaar 2002 is door middel van de stimuleringsregeling ten behoeve van circa 105 infrastructuurprojecten een financiële bijdrage verstrekt. Het provinciale aandeel in de regeling ter grootte van € 3,1 mln is geheel besteed. Het GDU deel daarentegen is met een bedrag van € 8 mln onderschreden. Dat wordt onder meer veroorzaakt door vertraging van de projecten als gevolg van bestemmingsplanprocedures en grondverwervingen en het vertraagd indienen van declaraties door gemeenten. Eindresultaat MP VVI In het vorenstaande is aangegeven op welke wijze de bestedingen van de volumes van de verschillende aandachtsgebieden heeft plaatsgevonden. Per saldo is 80% van het beschikbare investeringsvolume in 2002 besteed. De overschrijdingen en onderschrijdingen van de volumes van de afzonderlijke aandachtsgebieden zullen verwerkt bij de opstelling van het eerstvolgende MP VVI 2004-2008. 's-Hertogenbosch, 22 april 2003 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. -7-